• No results found

161 rmo advies

In document Europa als sociale ruimte (pagina 161-163)

Lob by- e n p a rti c ip ati e strategi eën van E u ropes e NGO’s Bij lag e 4

waarbij Europarlementariërs en/of Commissieleden aanwezig zijn. Bij belangrijke onderwerpen worden ook leden en andere NGO’s en belangstellenden uitgenodigd. Soms wordt, met hulp van een Europarlementariër, een receptie in het parlement georganiseerd.

Indirecte beïnvloeding vindt vooral plaats via de nationale netwerken. Hierbij nemen de leden van EURONET zelf contact op met hun nationale ministers en Europarlementariërs, schriftelijk of door het organiseren van gesprekken. Een enkele keer wordt een nationale conferentie benut om contacten te leggen.

EURONET neemt actief deel aan de bijeenkomsten van de expertgroep ‘L’Europe de L’Enfance’, een permanent intergouver- nementeel beraad waarin ministers en/of hoge ambtenaren informeel overleg voeren over de consequenties van EU-beleid voor kinderen en jongeren tot 18 jaar. Voor dit overleg, dat twee keer per jaar plaatsvindt, kunnen ook NGO’s, kinderen, de Raad van Europa, onderzoekers en andere relevante deelnemers als waarnemer worden uitgenodigd. Mieke Schuurman vindt het belangrijk om te zorgen dat EURONET voor dit overleg wordt uitgenodigd.

Bij eigen projecten van EURONET wordt vaak gebruik gemaakt van externe experts uit de academische wereld die hun expertise in de vorm van commentaar, opmerkingen en meedenken om niet ter beschikking stellen.

Mogelijkheden en resultaten

Als gevolg van intensief lobbywerk van EURONET in het kader van de Intergouvernementele Conferentie in 1996-1997 werd voor de eerste maal in de geschiedenis van de EU een expliciete link naar kinderen opgenomen in het Verdrag van Amster- dam (1997). Deze overwinning was een belangrijke stap in een langetermijnstrategie om kinderen binnen de EU een vol- waardige plaats te geven. Hierbij streeft EURONET ernaar om respect voor de rechten van kinderen als fundamenteel principe te erkennen binnen het beleid van de EU, de Europese Commissie een duidelijk mandaat te geven met betrekking tot rechten van kinderen en een duidelijke juridische grondslag te verzekeren die de basis vormt voor een Europees kinder- rechtenbeleid.

Als vervolg hierop heeft EURONET ongeveer twee jaar lang alles in het werk gesteld om kinderrechten opgenomen te krijgen in de concepttekst voor de nieuwe Europese grondwet. Europese instituties en nationale overheden waren over het alge- meen wel van mening dat kinderrechten een plaats in de grondwet zouden moeten hebben, maar het was toch weer niet zo belangrijk dat daarvoor expliciet actie werd ondernomen. Het uitgebreide en intensieve lobbywerk van EURONET heeft het tij doen keren. Het Verenigd Koninkrijk was eerst tegen, maar onder druk van de eigen nationale leden van EURONET heeft het toch ingestemd.

Teksten in Ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa:

Titel 1 Definitie en doelstellingen van de Unie, Artikel 3:

‘De Unie bestrijdt sociale uitsluiting en discriminatie, en bevordert sociale rechtvaardigheid en bescherming, de gelijkheid van mannen en vrouwen, de solidariteit tussen generaties en de bescherming van de rechten van het kind’.

Artikel III 168 over immigratiebeleid, onder 2.d.: ‘ bestrijding van mensen-handel, met name handel in vrouwen en kinderen’. Artikel III 172 over de juridische samenwerking bij de bestrijding van grens-overschrijdende criminele activiteiten, onder nr.1: ‘bestrijding van mensen-handel, met name handel in vrouwen en kinderen’.

Artikel III 182 over de bevordering van samenwerking op het gebied van onderwijs, jeugd en sport, onder 2.g.: ‘ …en door de fysieke en morele integriteit van sportlieden, met name jonge sporters, te beschermen’.

rmo advies 28

162

raad voo r m aa tsch app e lij k e o ntwi kke lin g

Het is vooral de hardnekkige en eenduidige strijd om die kinderrechten opgenomen te krijgen geweest waaraan EURONET zijn succes te danken heeft. EURONET heeft de boodschap voortdurend ingebracht, in de openbare hoorzittingen voor maat- schappelijke organisaties, in de verschillende werkgroepen, in persoonlijke ontmoetingen met belangrijke leden van de Conventie, via de media en op het website forum van de Conventie, maar ook via de nationale lidorganisaties die door middel van voorbeeldbrieven werden gestimuleerd om hun nationale overheden en vertegenwoordigers in de Conventie te benaderen.

Positie

EURONET heeft de indruk dat het EP en de Europese Commissie hun werk waarderen. De waardering blijkt o.a. uit de uitno- digingen voor diverse bijeenkomsten en de verzoeken om daarvoor sprekers te leveren. Verder zijn er ook goede contacten met UNICEF. Andere NGO’s geven toe wel een beetje jaloers te zijn op de resultaten van EURONET. EURONET zelf waardeert zijn rol positief en denkt een goede bijdrage aan de discussie in de EU te leveren. EURONET rapporten, bijvoorbeeld over kin- derarmoede in de EU worden veel gevraagd en zijn soms helemaal uitverkocht. Men heeft de indruk dat er wel vooruitgang wordt geboekt binnen de Europese instellingen en dat daar meer belangstelling voor EURONET is ontstaan.

Terugkoppeling naar de leden

De leden worden via e-mail en via de nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de activiteiten en eventuele resultaten. De nieuwsbrief gaat naar de leden, de Commissie, het Europees Parlement, andere NGO’s, (academische) experts en andere belangstellenden. De nieuwsbrief is gratis en wordt per e-mail verstuurd. Daarnaast kunnen de leden natuurlijk ook direct met elkaar in contact treden als dat nodig is. EURONET biedt ook ondersteuning bij het ‘uitleggen van de EU’ voor de leden. Eén maal per jaar is er een ledenvergadering. Daar wordt bepaald welke onderwerpen in de komende periode van belang zijn en hoe daar mee omgegaan wordt. Vanwege de reis- en verblijfkosten voor de leden worden die vergaderingen vaak gecombineerd met een door EURONET georganiseerde conferentie. Het EURONET bestuur wordt gekozen door en uit de leden. In de praktijk bestaat het bestuur vooral uit die leden die voldoende geld hebben om met enige regelmaat de vergade- ringen in Brussel te bezoeken en die in staat zijn om te reizen om EURONET te vertegenwoordigen.

Financiering

De leden betalen een bijdrage die wordt vastgesteld naar draagkracht, met een minimum van € 100,–per jaar. Van deze opbrengst worden de basiskosten (kantoor, twee parttime medewerkers en overhead) van de organisatie betaald. EURONET hecht sterk aan de bijdrage van de leden, want alleen zo kunnen ze hun onafhankelijke positie waarmaken. Specifieke acti- viteiten, zoals het produceren van een rapport over een bepaald onderwerp, het organiseren van een seminar of het bijeen- brengen van kinderen uit de hele EU om hun mening over de toekomst van Europa te horen, worden meestal gefinancierd met projectsubsidies van de Europese Commissie.

163

In document Europa als sociale ruimte (pagina 161-163)