• No results found

167 rmo advies

In document Europa als sociale ruimte (pagina 167-169)

Lob by- e n p a rti c ip ati e strategi eën van E u ropes e NGO’s Bij lag e 4

beleidsbeïnvloeding niet per se eens. In dat geval is het Social Platform de ‘dating agency’, die zorgt dat de verschillende organisaties de gelegenheid krijgen om hun eigen geluid te laten horen in relevante EU-fora en bijeenkomsten. EURONET bijvoorbeeld ziet in het algemeen de rol van het Social Platform als aanvullend op de eigen activiteiten, aldus Mieke Schuur- mans: “Als je het zelf niet doet, dan bereik je heel weinig! Het Social Platform behartigt de belangen van heel veel NGO’s met allemaal verschillende belangen. De kans dat de belangen van één specifieke NGO dan ondergesneeuwd raken, is dan vrij groot.”

Werkwijze

Het Social Platform is een zelfbenoemde luis in de pels van de EU. Het houdt de vinger aan de pols bij de ontwikkeling van de sociale dimensie in het beleid van de EU en controleert of de EU de daad bij het woord voegt, als het gaat om het verster- ken van die sociale dimensie in evenwicht met werkgelegenheid en economische ontwikkeling. Het Social Platform kanali- seert de door lidorganisaties geconstateerde knelpunten en organiseert een zo effectief mogelijke lobby richting EU- instellingen. De Steering Group bepaalt de globale agenda, waarna in werkgroepen specifieke terreinen worden uitgewerkt.

Het Social Platform heeft gezamenlijke standpunten nodig om zijn lobby op te baseren. Het kan daardoor niet altijd snel en slagvaardig reageren op nieuwe vragen of ontwikkelingen. Er is tijd nodig om met de leden het probleem te verkennen en, indien mogelijk, een gezamenlijk standpunt te ontwikkelen. In de loop van de tijd wordt het aantal onderwerpen waarover consensus is bereikt, en waarop dus een adequate reactie mogelijk is, steeds groter. Toch zal representativiteit altijd een probleem blijven. Het Social Platform is geen instituut, maar een alliantie, aldus Simon Wilson.

Mechanismen en kansen

De enige formele rol die Europese NGO’s hebben, is tijdens de hoorzittingen voor NGO’s die worden georganiseerd voor con- sultatie. Deze formele gestructureerde dialoog is naar de mening van Simon Wilson echter de minst effectieve manier van lobbyen. Daarom stopt het Social Platform meer energie in het creëren van informele contacten en ontmoetingen. Zo hebben de inspanningen van het Social Platform geleid tot een aantal semi-formele overleggen, o.a. met de Employment and Social Committee in het Europees Parlement, met DG Employment and Social Affairs van de Europese Commissie, en met de Social Protection Committee.

Twee maal per jaar wordt het Social Platform uitgenodigd voor een overleg met de voorzitter van het Employment and Social Committee en de beleidscoördinatoren van de verschillende fracties. Dit semi-formele overleg is gebaseerd op schriftelijke overeenstemming tussen beide fora en er nemen steeds zo’n 20 lidorganisaties van het Social Platform aan deel. Ook het overleg met DG Employment and Social Affairs vindt twee keer per jaar plaats. Het gaat om bijeenkomsten die een hele dag in beslag nemen en waarvoor de agenda in overleg wordt vastgesteld. Soms is de Commissaris er bij aanwezig. Meestal nemen ca. 30 lidorganisaties van het Social Platform deel. Dit overleg heeft een forse spin-off in de vorm van inhou- delijke contacten en overleggen, met name rond het Social Inclusion traject.

De relatie met de Europese Raad (Raden van Ministers en Europese Top) is problematisch. In 2000 heeft toenmalige EU-voorzit- ter Portugal het Social Platform uitgenodigd voor een overleg voorafgaand aan de Raad van Ministers van Sociaal Beleid, met de trojka van EU-voorzitters (huidige, vorige en volgende), de Commissaris en de voorzitter van de EP Employment and Social Committee. Voor dit overleg, waarvan het Social Platform slechts een deel meemaakt, wordt een delegatie van 2 à 3 personen samengesteld op basis van de agenda. Meestal zijn ca. 12 lidorganisaties aanwezig bij de voorbereidingsbijeenkomst. Het is, aldus Simon Wilson, elke keer weer een moeizame strijd om een uitnodiging voor dit overleg te krijgen.

rmo advies 28

168

raad voo r m aa tsch app e lij k e o ntwi kke lin g Instrumenten

Het Social Platform organiseert veel en veelsoortige ontmoetingen tussen hun leden en bijvoorbeeld Europarlementariërs, leden van het Presidium van de Conventie, de voorzitter van de conventiewerkgroep Social Europe. Deze laatste werkgroep is mede dankzij aandringen van het Social Platform tot stand gekomen. Ontmoetingen kunnen plaatsvinden tijdens vergade- ringen of hoorzittingen, maar ook in de vorm van een besloten diner of een persoonlijk gesprek.

Samen met de andere koepelorganisaties in de Civil Society Contact Group heeft het Social Platform de campagne

Act4Europe opgezet, waarin lokale en nationale actoren worden opgeroepen om de ‘civil dialogue’ op nationaal en Europees

niveau te versterken. Informatievoorziening, monitoring en facilitering zijn de belangrijkste instrumenten. Act4Europe heeft onder andere een gereedschapskist19 ontwikkeld, waar activisten alle benodigde informatie kunnen vinden om binnen hun eigen netwerken en in contacten met overheden het belang van de ‘civil dialogue’ te onderstrepen en te vergroten, gedurende het proces van de Intergouvernementele Conferentie en de totstandkoming van de Conventie.

De positie van NGO’s, met name belangenbehartigingsorganisaties, verschilt in de lidstaten van de EU, maar ook in de nieuw toetredende landen. Het Social Platform organiseert ontmoetingen tussen de aangesloten leden en NGO’s in de toe- tredingslanden, zodat Europese NGO’s contacten kunnen leggen met gelijkgestemde partners en hen kunnen ondersteunen bij het verwerven van een duidelijke positie in hun eigen land.

Financiering

Momenteel wordt het Social Platform voor 90% gefinancierd uit het Social Inclusion programma van de EU. Op 26 januari 2004 is een voorstel goedgekeurd voor een driejarig EU-programma over civic participation, gericht op het stimuleren van actief Europees burgerschap. Het Social Platform wordt met name genoemd als een organisatie die voor subsidie uit dit pro- gramma in aanmerking komt. Dit biedt de mogelijkheid om reguliere subsidie te ontvangen voor het werkprogramma en de bureaukosten van het Social Platform en daardoor meer continuïteit te garanderen in de financiering van de organisatie.

Positie

Het Social Platform kan zich niet beroepen op een wettelijke verplichting van de Europese instellingen om de civil dialogue aan te gaan. Simon Wilson heeft zijn hoop gevestigd op de aanvaarding van de conceptgrondwet, waarin het beginsel van de participerende democratie wordt benadrukt.

Artikel 46: Het beginsel van de participerende democratie20

1. De instellingen van de Unie stellen de burgers en de representatieve organisaties de nodige middelen ten dienste om hun mening over alle gebieden van het optreden van de Unie kenbaar te kunnen maken en daarover in het openbaar in discussie te kunnen treden.

2. De instellingen van de Unie voeren een open, transparante en regelmatige dialoog met de representatieve organisaties en het maatschappelijk middenveld.

19. De toolkit is te vinden op de website van Act4Europe: http://www.act4europe.org/code/en/hp.asp

169

In document Europa als sociale ruimte (pagina 167-169)