• No results found

Rechtmatigheidsinformatie Europese Commissie .1 Voorbehouden per directoraat-generaal

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 44-49)

5 RECHTMATIGHEID BESTEDING EU-GELDEN

5.1 Rechtmatigheidsinformatie Europese Commissie .1 Voorbehouden per directoraat-generaal

De directeuren-generaal en hoofden van diensten van de Europese Commissie geven bij het jaarlijks activiteitenverslag van hun organisatie-onderdeel een betrouwbaarheidsverklaring af. Hierin staat dat het verslag een waarheidsgetrouw beeld geeft en dat er een redelijke mate van zekerheid bestaat over de juiste besteding van het budget. Indien van toepassing dienen eventuele voorbehouden in de verklaring te worden opgesomd en toegelicht.

In onderstaand overzicht zijn de aantallen voorbehouden tussen 2003 en 2005 gespecificeerd naar DG en financieel belang.

Overzicht 11. Voorbehouden Europese Commissie 2003–2005

Budget 3 Niet

kwantita-tief

Landbouw 5 Niet

kwantita-tief

Visserij 2 Niet

kwantita-tief

1 5,7% van FIFG

begroting

0

Intern beleid Onderwijs en cultuur

Milieu 2 Niet

kwantita-tief

0 0

Onderzoek 1 Niet

kwantita-tief

Bron: Jaarlijkse activiteitenverslagen DG’s 2003–2005.

Overzicht 11 laat zien dat in 2004 en 2005 voor ongeveer de helft van de voorbehouden van de onderzochte beleidsDG’s gerapporteerd werd met een zekere mate van kwantificering. De onderzochte DG’s hebben in de jaren 2003–2005 de criteria benoemd aan de hand waarvan zij bepalen of financiële risico’s substantieel zijn of niet (de «materialiteitscriteria»).31

Van de elf voorbehouden in 2005 waren er negen ook al in de activiteiten-verslagen 2003 en 2004 geformuleerd. Omdat deze voorbehouden langer dan een jaar van invloed zijn, betekent dat een aantal tekortkomingen pas op de langere termijn kunnen worden hersteld.

Overigens kan de aard en de omvang van de voorbehouden zeer verschillen. Voor de oplossing van onderliggende problemen zijn in sommige gevallen verdere inspanningen van lidstaten nodig (bij gedeeld beheer). Ook kan in sommige gevallen de reikwijdte van voorbehouden jaarlijks kleiner worden. Dit deed zich voor bij het DG Regio voor het EFRO en het Cohesiefonds en bij het DG Landbouw voor het geïntegreerd beheer- en controlesysteem in Griekenland.

Bij een aantal DG’s en diensten deden zich terugkerende punten van voorbehoud voor waarvan de Commissie vindt dat ze niet binnen de reikwijdte van de betrouwbaarheidsverklaring vallen. Het betreft het voorbehoud van de Interne Audit Service voor de onmogelijkheid een jaarlijkse audit ten aanzien van de communautaire organen uit te voeren en het voorbehoud van het DG Energie en Vervoer ten aanzien van de nucleaire veiligheid. De Commissie geeft in het Syntheseverslag aan dat deze voorbehouden in de toekomst beter in de jaarlijkse activiteiten-verslagen aan de orde kunnen komen, en derhalve niet meer als voorbe-houden moeten worden geformuleerd.

5.1.2 Onregelmatigheden en financiële correcties per begrotingshoofdstuk

Artikel 280 van het EG-Verdrag bepaalt dat de Gemeenschap en de lidstaten fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, dienen te bestrijden. Onder de noemer van «onregelmatigheden» moeten de lidstaten dergelijke gevallen melden aan de Europese Commissie.32 Verordening (EG) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 bepaalt voorts dat iedere onregelmatigheid leidt tot ontneming van het weder-rechtelijk verkregen voordeel: terugbetaling van verschuldigde bedragen en wederrechtelijk geïnde bedragen en verlies van zekerheden die zijn gesteld ter ondersteuning van een verzoek om toegekend voordeel verloren.

Overzicht 12 geeft het aantal onregelmatigheden dat is gemeld in

31De DG’s stellen in beginsel hun eigen materialiteitscriteria vast. Daarbij baseren zij zich op de beoordeling van het risico en de controleomgeving van het DG. In kwantita-tieve termen is de materialiteitsgrens voor een voorbehoud 2%, dat wil zeggen: het bedrag van de verrichting waarop de tekortkoming betrekking heeft moet meer zijn dan 2% van de aan de activiteit van de dienst toegwezen begrotingsmiddelen. In bepaalde gevallen hanteren directoraten-generaal ook andere kwantitatieve niveaus. Deze worden door de DG’s verantwoord in de jaarlijkse activiteiten-verslagen. Verder kan een kwalitatieve tekort-koming worden verondersteld van relatief belang (in tegenstelling tot «materieel»

belang) te zijn indien deze onder meer betreft:

de niet-uitvoering van een of meer interne controlenormen; (waarschijnlijke) aantasting van de reputatie van de Europese Commissie;

of een ernstige of belangrijke kwestie die door de Europese Rekenkamer of in de definitieve audits van de dienst Interne audit ter sprake gebracht is.

32Deze verplichting geldt tot en met 2005 voor alle onregelmatigheden waarmee meer dan€ 4 000 gemoeid is (€ 10 000 als het om traditionele eigen middelen gaat). Vanaf 2006 geldt ook voor de structuurfondsen een drem-pel van€ 10 000. Hierbij dient te worden opgemerkt dat «onregelmatigheid» niet syno-niem is met «fraude». De overgrote meerder-heid van onregelmatigheden betreft geen frauduleuze handelingen.

33De gegevens in deze en de volgende para-graaf zijn overgenomen uit OLAF-rapportages.

De cijfers van OLAF zijn soms onduidelijk en sluiten niet altijd goed op elkaar aan. Omdat de gegevens van OLAF de enige zijn, hebben

Overzicht 12. Aantal gemelde onregelmatigheden en financieel belang 2003–2005 per begrotingshoofdstuk (in miljoenen euro’s)*

Eigen middelen 2 659 276,5 2 735 205,7 4 982 322

Gemeenschappelijk landbouwbeleid 3 237 169,7 3 401 82,1 3 193 102

Structuele acties (inclusief Cohesiefonds) 2 487 482,2 3 339** 695,6 3 570 601

Intern beleid Onbekend Onbekend Onbekend

Externe maatregelen Onbekend Onbekend Onbekend

Pre-toetredingsbeleid 58 467 240 829 331 17

Administratieve uitgaven Onbekend Onbekend Onbekend

Totaal PM PM PM PM PM PM

∗ Getallen ontleend aan Report from the Commission Protection of the European Communities’ financial interests and the fight against fraud.

SEC(2004) 1059, SEC(2005) 974 en SEC(2006)911. Waar andere getallen zijn gebruikt is dit aangegeven.

** Tabel 2.1 in het Report from the Commission to the Council and the European Parliament, Protection of the financial interests of the Commu-nities – fight against fraud-Commission’s, annual report 2004, COM (2005) 323 final, vermeldt op p. 7 in totaal 3327 zaken.

De gegevens van OLAF over het aantal gemelde onregelmatigheden en het daarbij behorende financiële belang laten een grillig verloop zien. Bij de eigen middelen neemt zowel het aantal onregelmatigheden als het financiële belang toe. Bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid daarentegen neemt het aantal onregelmatigheden af in 2005, maar is het financiële belang wel groter dan in 2004. Maar dit is altijd nog minder groot dan in 2003.

Bij het structuurbeleid is het omgekeerde aan de hand: er zijn méér gemelde onregelmatigheden dan in 2004, maar met een geringer

financieel belang dan het jaar ervoor. Dit was echter nog altijd veel groter dan in 2003.

Bij het pre-toetredingsbeleid ten slotte, zijn er in 2005 méér onregelmatig-heden dan in 2004, maar met een veel kleiner financieel belang. Dit laatste is waarschijnlijk het gevolg van een sterke afname van het aantal landen dat pre-troetredingsgelden ontvangt.

Net als vorig jaar valt het op dat OLAF noch enig ander DG en/of dienst informatie inzake onregelmatigheden rapporteert over de terreinen waarvoor de Europese Commissie en overige instellingen en organen zelf het beheer voeren. OLAF rapporteert alleen maar gevallen waarvoor de lidstaten medeverantwoordelijk zijn.

Overzicht 13. Terugbetaalde en nog terug te betalen bedragen van in 2003–2005 gemelde onregelmatigheden per begrotings-hoofdstuk (in miljoenen euro’s)

Indicator Informatie

Financiële correcties traditionele eigen middelen (geïnd)

Ja 72,91(26%) Ja 52,4 (27%) Ja 87,7 (27%)2

Financiële correcties gem. landbouwbeleid (nog te innen)

Ja 148,2 (87%) Ja 63,8 (78%) Ja 72,4 (71%)

Financiële correcties structurele acties (nog te innen)

Ja 203,9 (42%) Ja 357,5 (51%) Ja 303,4 (51%)

Financiële correcties intern beleid Nee Onbekend Nee Onbekend Nee Onbekend

Financiële correcties externe maatregelen Nee Onbekend nee Onbekend Nee Onbekend

Indicator Informatie

Financiële correcties pre-toetreding Nee Onbekend Nee Onbekend Ja 3,3 (20%)3

Financiële correcties administratieve uitgaven

Nee Onbekend Nee Onbekend Nee Onbekend

Bronnen: Report from the Commission, Protection of the European Communities’ financial interests and the fight against fraud, 2003–2005, SEC(2004) 1059, SEC(2005) 974, SEC(2006)911 en 912.

1OLAF 2004, Annex 2, p. 5.

2OLAF 2005, Statisticial Annex, p. 6 en p. 62.

3Het percentage is berekend op het omvang van de onregelmatigheden ten opzichte van de communautaire financiering van de pre-toetredingssteun van€ 16,8 miljoen.

Op basis van de cijfers van OLAF blijkt dat op het gebied van de tradi-tionele eigen middelen het geïnde bedrag naar aanleiding van financiële correcties in 2005 is toegenomen tot bijna€ 88 miljoen. Ook bij het landbouwbeleid is na de daling van 2004 in 2005 weer sprake van een toename van de (nog te innen) bedragen naar ruim€ 72 miljoen. Alleen bij het structuurbeleid is in 2005 ten opzichte van 2004 sprake van een afname – naar€ 303 miljoen – maar dit bedrag is altijd nog aanmerkelijk hoger dan de circa€ 204 miljoen van 2003.

5.1.3 Fraude

Aantal fraudezaken en financieel risico

Fraude is een opzettelijk begane onregelmatigheid; het is een strafbaar feit.34OLAF rapporteert jaarlijks over zijn operationele activiteiten bij het onderzoeken van mogelijke fraude.

Het zesde activiteitenrapport van OLAF (over de periode juli 2004–decem-ber 2005) laat zien dat er eind 2005 de werkvoorraad van OLAF 5165 fraudedossiers bedroeg, inclusief de 857 in 2005 nieuw gemelde gevallen (OLAF, 2005).

In 2005 is over 531 nieuwe gevallen besloten welk vervolg ze krijgen: 274 gevallen bleken «non cases», 42 gevallen gaan gemonitord worden en 215 gevallen worden nader onderzocht. Verder is voor 233 lopende zaken besloten hoe verder te gaan: 100 zaken krijgen geen vervolg, 133 wel.

Het volgende overzicht laat zien in welke sectoren de in 2005 afgesloten en geopende zaken thuishoren.

Overzicht 14. Door OLAF in 2005 afgesloten en geopende zaken

Sector In 2005

Landbouw 44 35 85

Alcohol, sigaretten en BTW 23 9 52

Customs 25 22 69

Directe uitgaven 24 27 47

Externe steun 38 38 68

Interne onderzoeken (binnen

EU-instellingen en organen) 26 36 58

Multi-agency-onderzoeken 3 3 5

Structuurfondsen 30 31 44

Eurostat 10 14 23

Handel 3

«Precursors» 7

Totaal 233 215 452

34Het onderscheid tussen «fraude» en «on-regelmatigheden» wordt door de lidstaten verschillend gedefinieerd. Daarom wordt in veel meldingen niet aangegeven of het om fraude of om een onregelmatigheid gaat. De Annex bij het Annual Report 2005 from the Commission on the Protection of the European Communities’ financial interests and the fight against fraud van OLAF meldt dat de Commissie en de lidstaten werken aan verbetering van het meldingssysteem voor onregelmatigheden, in het bijzonder om

dui-Uit overzicht 14 blijkt dat de meeste fraudegevallen zich voordoen bij landbouw, externe steun, interne onderzoeken en structuurfondsen.

Op een aantal terreinen werd in 2005 meer zaken afgesloten dan geopend, daarmee leidend tot een lager totaal aantal actieve dossiers: met name bij landbouw, alcohol, sigaretten en BTW. Meer nieuwe fraudegevallen waren er juist bij de interne onderzoeken en Eurostat.

Het totaal aantal openstaande zaken (452) vertegenwoordigt volgens OLAF een geschat financieel belang van€ 1,93 miljard. Tot en met 2005 waren ruim 3000 zaken formeel afgesloten. Deze hadden samen een geschat financieel belang van€ 4,7 miljard.

Interne onderzoeken

Zoals gezegd is het opmerkelijk dat OLAF noch enig ander DG en/of dienst informatie rapporteert over de terreinen waarvoor de Europese Commis-sie en overige instellingen en organen zelf verantwoordelijk zijn. Er is wél informatie beschikbaar over mogelijke fraudegevallen op deze terreinen.

Onderstaand overzicht toont het aantal interne onderzoeken naar fraude dat door OLAF is uitgevoerd binnen de EU-instellingen en -organen.

Overzicht 15. Interne onderzoeken OLAF naar instellingen en organen van de Gemeen-schap (stand eind 2005)

EU-instellingen en organen In evaluatie Lopende onderzoeken

Totaal

Europees Parlement 4 3 7

Raad 0 4 4

Europese Rekenkamer 0 1 1

Europese Commissie 27 61 88

Europese Investeringsbank 2 6 8

Comité van de Regio’s 1 1 2

Economisch en Sociaal Comité 1 0 1

EU-agentschappen 2 12 14

Totaal 38 88 126

Bron: Report of the European Anti-Fraud Office, Sixth Activity Report for the period 1 July 2004 to 31 December 2005.

Aan het eind van de verslagperiode 2005 waren er in totaal 88 lopende interne onderzoeken. Daarnaast bevonden er zich 38 interne zaken in de beoordelingsfase.

De tabel laat zien dat – evenals vorig jaar – de Commissie verreweg het grootste deel van alle OLAF-onderzoeken ondergaat. Dit is niet verras-send, aangezien de Commissie het leeuwendeel van de financiële transacties van de Gemeenschap verricht. Na de Commissie zijn het de agentschappen waar het grootste aantal interne onderzoeken plaatsvindt.

5.1.4 Versterking OLAF

De Europese Commissie wil de operationele efficiëntie van OLAF versterken. Zij wil het antifraudebureau in staat stellen zich te concen-treren op zijn prioriteiten. Ook wil zij, door bepaalde procedures te verduidelijken, ervoor zorgen dat de OLAF-onderzoeken sneller kunnen worden uitgevoerd.

Op 4 juli 2006 heeft de Commissie een voorstel van deze strekking aan het Europees Parlement en de Raad van Ministers gestuurd (Europese Commissie, 2006g). Het voorstel houdt rekening met de conclusies van de evaluatie van de Europese Commissie,35van de audit door de Europese

35De Commissie concludeerde onder meer dat de doeltreffendheid van het optreden van OLAF en de samenwerking met de lidstaten voor verbetering vatbaar zijn (Europese Com-missie, 2003).

Rekenkamer36en met de conclusies van de openbare hoorzitting van juli 2005 van de commissie Begrotingscontrole in het Europees Parlement.37 Het voorstel raakt niet aan de institutionele organisatie van OLAF en is uitsluitend gericht op verbeteringen in de werkwijze binnen het bestaande kader.

Het voorstel heeft onder andere betrekking op de volgende elementen:

• verscherpte controle van de onderzoeken: garanderen van de naleving van de procedurele waarborgen bij interne en externe onderzoeken door een adviseur-revisor;

• betere circulatie van informatie tussen OLAF en de lidstaten;

• versterking van de operationele efficiëntie van OLAF door verduide-lijking van de procedures voor het instellen en afsluiten van onder-zoeken;

• verbetering van de doeltreffendheid van OLAF-onderzoeken door verduidelijking van de onderzoeksbevoegdheden.

5.2 Oordeel Europese Rekenkamer over wettigheid en

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 44-49)