• No results found

Gemeenschappelijk landbouwbeleid .1 Financiële uitvoering

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 122-127)

16 SYSTEMEN EU-FINANCIEEL MANAGEMENT NEDERLAND

16.3 Gemeenschappelijk landbouwbeleid .1 Financiële uitvoering

De minister van LNV is eerstverantwoordelijk voor de uitvoering van de regelingen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (EOGFL-G). Alleen erkende betaalorganen mogen namens het EOGFL-G uitkeringen verstrekken aan eindbegunstig-den. Er gelden strikte voorwaarden voor de erkenning van deze betaal-organen, zoals vastgelegd in Verordening (EG) 1663/95 (gewijzigd bij Verordening (EG) 2025/2001). Het Ministerie van LNV (directie FEZ) is de instantie die deze erkenningen afgeeft, op basis van de EG-voorwaarden.

In Nederland waren er medio 2006 zes erkende betaalorganen, die de EU-regelingen uitvoeren (in medebewind met de minister van LNV).

In deze paragraaf bespreken we hoe de jaarlijkse begrotings- en verantwoordingscyclus over de EOGFL-G-landbouwsubsidies in 2004–2005 is uitgevoerd. We doen dit aan de hand van de volgende indicatoren:

• het aantal jaarlijkse geplande en gerealiseerde landbouwsubsidie-aanvragen door de betaalorganen;

• het financieel belang van deze aanvragen;

• de (globale) behandelingskosten van deze aanvragen;

• de omvang van de door de betaalorganen jaarlijks bij de Europese Commissie ingediende declaratie;

• de resultaten van de beoordeling van deze declaratie door de Commissie (terugvorderingen en financiële correcties).

Overzicht 47 vat de ontwikkelingen op bovengenoemde indicatoren samen. Aansluitend geven we een korte toelichting bij de uitkomsten.

Overzicht 47. Uitvoering begrotings- en verantwoordingscyclus landbouwsubsidies 2004 en 2005

Indicatoren 2004 2005

Aanvragen % Totaal aantal gerealiseerde aanvragen door betaalorganen (waarvan restitutie *) 106% (105%) 201%

(222%)

% gerealiseerde ten opzichte van begrote restitutie uitgaven 122,7% 152,1%

% gemiddelde gerealiseerde ten opzichte van gemiddelde begrote restitutie per aanvraag

116,1% 70,8%

Uitvoeringskosten aanvragen (mede-bewindskosten)

% gerealiseerde ten opzichte van begrote totale personeelsinzet door betaalorganen (in mensjaren)

91,8% 89,4%

% gemiddeld gerealiseerde ten opzichte van gemiddeld begrote aantal aanvragen per mensjaar

116,4% 223,8%

% gerealiseerde ten opzichte van begrote uitgaven 99,7% 101,7%

% gemiddeld gerealiseerde ten opzichte van gemiddeld begrote kosten per aanvraag 94,1% 51,1%

Jaaraangiften Totaal bedrag ingediende jaaraangifte betaalorganen (x€ 1 miljoen) 1 265,0 1 256,6

Laagste en hoogste jaaraangifte (x€ 1 miljoen) 42,2 – 448,8 46,1 – 416,3

Saldo eindafrekening (x€ 1 000) – 17 – 223

Financiële correcties door Europese Commissie (x€ 1 miljoen) 4,2 10,5

Terug te vorderen bedrag bij eindbegunstigden door betaalorganen per 15–10 (x

€ 1miljoen)

35,7 32,8

Bandbreedte terug te vorderen bedrag per betaalorgaan per 15–10 (x€ 1 miljoen) 0,1 – 14,7 0,1 – 17,3 Bronnen: Jaarverslagen 2004 en 2005 Ministerie van LNV; bijlage Europese geldstromen. Beschikkingen Europese Commissie van 13 mei 2005 (Publicatieblad L127 d.d. 20.5.2005) en van 28 april 2006 (Publicatieblad L118 d.d. 3.5.2006). Gegevens per betaalorgaan, bijlage 7, tabellen 1–3.

* Aantal restitutieaanvragen is apart vermeld, omdat alleen de financiële omvang van de interventieregelingen en restituties en niet van de productieregelingen in bijlage Europese geldstromen jaarverslagen 2004 en 2005 zijn opgenomen.

Aanvragen

In 2005 is het totaal aantal door de betaalorganen gerealiseerde aanvra-gen sterk gesteaanvra-gen ten opzichte van 2004. Dit wordt veroorzaakt door een toename in het aantal «gerealiseerde» (restitutie)aanvragen voor de productgroep Akkerbouw. Bij de andere productgroepen zijn er – met uitzondering van de productgroep Vlees en Eieren – tussen beide jaren geen opvallende verschillen in de aantallen gerealiseerde aanvragen waar te nemen.

Uitvoeringskosten

De totale personeelsinzet is voor beide jaren ongeveer even groot (2004 en 2005 respectievelijk 393 en 361 mensjaren). In beide jaren werd aanvankelijk meer capaciteit vrijgemaakt (circa 10%) dan daadwerkelijk is gebruikt. Verder blijkt dat er in beide jaren meer aanvragen (per mensjaar) zijn behandeld dan was gepland.

Jaaraangifte en afrekening

De Europese Commissie stelt de EOGFL-G-middelen ter beschikking via voorschotten op de eindafrekening van uitgaven. Maandelijks dienen de betaalorganen een aangifte van de uitgaven in bij de Commissie. Na afloop van het begrotingsjaar dienen de betaalorganen hun jaaraangifte in. Daarin vermelden zij ook het (cumulatieve)80bedrag aan terug te vorderen subsidies/betalingen van de eindbegunstigden aan het eind van het boekjaar ten opzichte van het vorige boekjaar.

De Commissie stelt de boekhoudkundige juistheid van deze aangiften (op lidstaatniveau) vast. Hiervan doet zij jaarlijks per beschikking mededeling aan de lidstaat. Ook kan de Commissie jaarlijks besluiten om gelden van de lidstaat terug te vorderen. Hiertoe kan de Commissie de lidstaat een financiële correctie («apurement») opleggen.

bedrag werd door drie betaalorganen ingediend. Na goedkeuring van de jaaraangiften en na verrekening met de verstrekte voorschotten moet Nederland over 2004 en 2005 respectievelijk€ 17 000 en € 223 000 terugbetalen. Verder leidden «conformiteitsaudits» door de Commissie in 2004 en 2005 tot financiële correcties. In 2005 is hierbij grofweg sprake van een verdubbeling van het bedrag dat van de betaalorganen wordt teruggevorderd ten opzichte van 2004.

16.3.2 Controle en toezicht

In de Europese en nationale regelgeving is opgenomen dat op verschil-lende niveaus controles moeten worden uitgevoerd om de rechtmatige uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te waarborgen. De technische diensten voeren in opdracht van de betaalorganen administra-tieve controles en controles ter plaatse uit bij eindbegunstigden (zie bijlage 7; tabel 4). De Europese Commissie kan in de lidstaten op haar beurt zogenaamde conformiteitsaudits uitvoeren om na te gaan of de EU-regelgeving juist wordt toegepast.

Daarnaast zijn de door de Commissie voorgeschreven certificerende audits een belangrijk toezichtsinstrument voor de minister van LNV om te waarborgen dat de betaalorganen de aan hen opgedragen taken uitvoeren in overeenstemming met de geldende EU-regelgeving.

Hieronder bespreken we ontwikkelingen op het gebied van controle en toezicht in 2004 en 2005 aan de hand van de volgende indicatoren:

Controle:

• planning en uitvoering van controles door technische diensten;

• bevindingen controles door technische diensten;

• kosten controles technische diensten;

• controles uitgevoerd door de Europese Commissie;

Toezicht:

• planning en uitvoering certificerende audits;

• bevindingen certificerende audits;

• opvolging aanbevelingen certificerende audits;

• capaciteitsbeslag certificerende audits.

Overzicht 48 vat de ontwikkelingen op bovengenoemde indicatoren samen. Aansluitend geven we een korte toelichting bij de uitkomsten.

Overzicht 48. Indicatoren voor controle en toezicht 2004 en 2005

Indicatoren 2004 2005

Controle Aantal technische diensten dat jaarlijks afspraken maakt met betaalorgaan over kwantiteit en kwaliteit van de uit te voeren controles

Onbekend Onbekend

Aantal technische diensten dat beheersverslag heeft ingediend bij betaalorgaan. 1 (AID) 1 (AID)

% aantal gerealiseerde versus geplande verificaties 95%* (AID) 93% (AID)

Aantal en geldwaarde van aan betaalorganen (en derden in 2004) door de AID gemelde (TAB-) onregelmatigheden

159 circa€ 13,3 miljoen

109 circa€ 2,4 miljoen

Aantal en geldwaarde >€ 4 000 108

circa€ 13,2 miljoen

68 circa€ 2,4 miljoen

Aantal controles Europese Commissie 5 4

Indicatoren 2004 2005

Toezicht Aantal uitgevoerde certificerende audits door AD LNV 6 6

Totaal aantal aanbevelingen 9 6

Aantal A, B- en C-aanbevelingen 1 – 0 – 8 0 – 1 – 5

Aantal betaalorganen waarop de aanbevelingen betrekking hadden 2 2

Aantal betaalorganen dat «in control» verklaring afgeeft 6 6

Aantal betaalorganen waarover de auditdienst een tussentijds verslag aan FEZ heeft gestuurd over voldoening erkenningscriteria betaalorganen.

4 4

Totaal ingezette controlecapaciteit auditdienst Ministerie van LNV (in voltijdbanen) 6,6 9,6

Gemiddelde ingezette controlecapaciteit per audit 1,1 1,3

Bron: Gegevens per betaalorgaan en Ministerie LNV, bijlage 7, tabellen 5–11.

* Ongewogen gemiddelde gebaseerd op de sectorale beheersverslagen AID.

Controles door technische diensten

Over het aantal en de kwaliteit van de uit te voeren controles maken de technische diensten en betaalorganen jaarlijks afspraken. De technische diensten leggen met beheersverslagen verantwoording af aan de

betaalorganen over de uitvoering van de controles. Van de in totaal negen technische diensten hebben wij alleen voor Algemene Inspectiedienst (AID) en de Douane deze documenten kunnen inzien.

De beheersverslagen van de AID over 2004 en 2005 geven inzicht in de planning en uitvoering van de controles. Hieruit blijkt dat de AID in 2005 aanzienlijk meer controles heeft uitgevoerd dan in 2004. Ook de Douane heeft in 2004 en 2005 de 5%-norm voor het aantal uit te voeren fysieke controles gerealiseerd (Douane, 2006).

In tegenstelling tot de beheersverslagen van de AID zijn de overzichten van de Douane niet voorzien van een verklaring van de interne auditdienst dat de opgegeven aantallen juist zijn.

Controlebevindingen

De AID rapporteert in de beheersverslagen over 2004 en 2005 dat er in die jaren respectievelijk 159 en 109 onregelmatigheidsmeldingen zijn

opgemaakt en verzonden aan de betaalorganen en derden. De onregelma-tigheden hebben een gezamenlijk financieel belang van€ 13,3 miljoen (in 2004) en€ 2,5 miljoen.

In de overzichten van de Douane wordt niet gerapporteerd tot welke bevindingen de controles leidden.

Kosten controles technische diensten

Uit de beschikbare informatie van de AID en de Douane kan niet worden herleid hoeveel capaciteit de controles vergen en hoeveel tijd en geld de controles gemiddeld kosten.

Controles Europese Commissie

Zowel in 2004 als 2005 heeft de Commissie controlemissies uitgevoerd naar de uitvoering van (onderdelen van) het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Toezicht

De auditdienst van het Ministerie van LNV heeft als certificerende instantie in 2004 en 2005 bij alle betaalorganen een certificerende audit uitgevoerd om vast te stellen of de betaalorganen nog voldeden aan de door de EU gestelde erkenningseisen. Dat was in beide jaren het geval.

Voor twee van de zes betaalorganen resulteerde deze audit in

aanbeve-loop van het jaar op te volgen aanbevelingen («aanbevelingen B en C»).

In 2004 kreeg één betaalorgaan een aanbeveling A. In 2005 was dit niet het geval.

In 2005 hebben alle betaalorganen zich conform de procedure «Toezicht-houden erkenningseisen betaalorganen» aan het Ministerie van LNV verantwoord over de mate waarin zij «in control» waren.

De directie FEZ van het ministerie heeft in beide jaren de erkenning van de betaalorganen verlengd.

Capaciteitsbeslag

Gemiddeld wordt door de auditdienst van het Ministerie van LNV 1,2 voltijdbaan per betaalorgaan ingezet voor de certificerende audit. Ten opzichte van 2004 is een stijging te constateren.

16.3.3 Verantwoording

In de begrotings- en verantwoordingscyclus van het gemeenschappelijk landbouwbeleid leggen verschillende actoren verantwoording af over de door hen uitgevoerde werkzaamheden. Hieronder bespreken we drie verantwoordingsdocumenten die binnen deze cyclus een belangrijke informatiebron vormen voor sturing en toezicht.

Overzicht 49. Indicatoren voor verantwoording 2004 en 2005

Indicatoren 2004 2005

Aantal technische diensten dat beheersverslag opstelt 2? 2?

Aantal betaalorganen dat «in control»-verklaring opstelt 6 6 Oordeel departementale auditdienst over «in control»-verklaring Aantal betaalorganen dat jaaraangiftes op tijd heeft ingediend bij

de Commissie 6 6

Aantal en geldswaarde door Ministerie van LNV gemelde onregelmatigheden aan Europese Commissie

308 circa€ 3.7 miljoen

146 circa€ 2,0 miljoen

Beheersverslagen

In de vorige paragraaf hebben we aangegeven dat we alleen voor de Douane en de AID weten of ze in 2004 en 2005 een beheersverslag hebben opgesteld. Wel blijkt uit de certificerende rapporten over 2004 en 2005 dat de auditdienst van het Ministerie van LNV de kwaliteit en kwantiteit van de door de technische diensten uitgevoerde controles in het algemeen als van voldoende kwaliteit beoordeelt.

«In control»-verklaring betaalorganen

De betaalorganen hebben zowel in 2004 als in 2005 een tussentijdse «in control»-verklaring ingediend bij het Ministerie van LNV. De departemen-tale auditdienst heeft deze verklaring in alle gevallen beoordeeld. Omdat de auditdienst niet als certificerende instantie betrokken geweest is bij de totstandkoming van de verklaring, geeft de dienst aan niet te kunnen instaan voor de kwaliteit ervan. Wel doet de auditdienst in zijn beoor-deling een uitspraak over de vraag of het betaalorgaan in voldoende mate vervolg geeft aan in voorgaande certificerende audits geformuleerde aanbevelingen.

Jaaraangiften

Alle betaalorganen hebben in 2004 en 2005 binnen de gestelde termijn hun jaaraangifte ingediend bij de Europese Commissie. In alle gevallen was bij deze aangifte als bijlage een accountantsverklaring opgenomen

van de auditdienst van het Ministerie van LNV (certificerende instantie) waarin de auditdienst verklaart dat de ingediende rekeningen waarheids-getrouw, volledig en nauwkeurig zijn.

Onregelmatigheidsmeldingen

Het Ministerie van LNV (directie Internationale Zaken) meldt ieder laatste kwartaal van het kalenderjaar onregelmatigheden aan de Europese Commissie. Het aantal meldingen en de daarmee gemoeide bedragen zijn in 2005 ten opzichte van 2004 met circa 50% gedaald. In 2004 was het aantal onder andere hoger omdat er sprake was van een meldingsachter-stand die werd ingelopen.

16.3.4 Externe audits

De keten uitvoering-controle-toezicht-verantwoording wordt afgesloten met de zogenoemde externe audit. Onder «externe audits» scharen we hier de onderzoeken uitgevoerd door de Europese Rekenkamer en de Algemene Rekenkamer. Overzicht 50 laat zien welke externe audits zij in de periode 2004–2006 hebben verricht naar de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in Nederland.

Overzicht 50. Ontwikkeling externe audit 2004–2006

2004 2005 2006

Europese Rekenkamer

Terugvordering van onregelmatige betalingen gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Verificatie van de agromilieu-uitgaven.

Investeringen voor plattelands-ontwikkeling.

Instelling van de identificatie- en registratieregeling voor runderen in de EU.

Succesvolle oogst? De doeltreffendheid van de EU-steun voor operationele pro-gramma’s van groente- en fruittelers.

Beheer en controle door de Commis-sie van de maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer en de desbetreffende uitgaven.

Algemene Rekenkamer

Rechtmatigheid besteding landbouw-subsidies (in EU-trendrapport)

Recht- en doelmatigheid besteding landbouwsubsidies (in EU-trend-rapport).

Recht- en doelmatigheid besteding landbouwsubsidies (in EU-trendrap-port)

Kosten van controles ter plaatse bij bepaalde EU-landbouwsubsidies.

Fysieke controles op Europese subsidies voor boter.

Bronnen: Speciale verslagen Europese Rekenkamer: 3/2004, 6/2004, 8/2004, 2/2005, 7/2006, 8/2006;

EU-trendrapporten Algemene Rekenkamer 2004, 2005, 2006.

De Europese Rekenkamer heeft in 2004–2006 vijf speciale verslagen op het terrein van landbouw gepubliceerd waarin Nederland wordt vermeld. De Algemene Rekenkamer publiceerde in 2004–2006 vijf rapporten die geheel of deels betrekking hadden op Europese landbouwuitgaven voor

Nederland.

16.4 Structuurfondsen

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 122-127)