• No results found

14 NEDERLAND: KERNCIJFERS

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 107-111)

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ontvangsten in Nederland uit de EU (§ 14.1) en van de Nederlandse afdrachten aan de EU (§ 14.2), inclusief de betalingen aan het Europees Ontwikkelingsfonds (§ 14.3). Vervolgens beschrijven we het verschil tussen ontvangsten en afdrachten, oftewel de nettopositie van Nederland (§ 14.4).

14.1 Ontvangsten Nederland van de EU

Informatie Europese Rekenkamer

Figuur 13 geeft op basis van de cijfers van de Europese Rekenkamer een overzicht van de bedragen die instanties in Nederland in de periode 2002–2005 vanuit de EU hebben ontvangen in de vorm van EU-subsidies.

Figuur 13 Ontvangsten EU-gelden door Nederlandse instanties (in miljoenen euro's)

2003

In 2005 ontvingen Nederlandse instanties in totaal bijna€ 2 miljard. Dat is

€ 30 miljoen minder dan in 2004. Binnen de geldstromen zijn er grote verschillen. Vanuit de begroting voor het gemeenschappelijk landbouw-beleid ontving Nederland in 2005€ 64 miljoen minder dan in 2004, terwijl vanuit de begroting voor het structuurbeleid juist€ 56 miljoen méér naar Nederland is gegaan.

Informatie Europese Commissie

In april 2006 ontving de Algemene Rekenkamer een brief van het DG Begroting van de Europese Commissie, met als bijlage een overzicht van

69Zie R. Requena (2006). De brief maakt ook melding van een overzicht van betalingen in

Overzicht 40. EU-betalingen 2005 voor Nederland, uitgesplitst naar DG-bijdrage (in duizenden euro’s)

Staat 1–5 Staat 6 (GLB)

Totaal

DG van de Europese Commissie

Economische en financiële zaken 16 16

Ondernemingen en industrie 77 77

Concurrentie 5 5

Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen 228 729 228 729 Landbouw en plattelandsontwikkeling 13 793 1 342 905 1 356 698

Energie en vervoer 40 029 40 029

Milieu 579 579

Onderzoek 1 733 1 733

Informatiemaatschappij en media 506 506

Gemeenschappelijk centrum voor onderzoek 360 15 375

Visserij en maritieme zaken 2 573 2 573

Interne markt en diensten 5 5

Regionaal beleid 168 551 – 576 167 975

Belastingen en douane-unie 425 425

Onderwijs en cultuur 204 204

Communicatie 202 51 253

Gezondheidszorg en consumentenbescherming 11 030 11 030

Justitie, vrijheid en veiligheid 352 352

Externe betrekkingen 26 26

Externe handel 10 10

Uitbreiding 337 337

Humanitaire hulp 1 1

Personeelszaken en Algemeen Beheer 33 33

Begroting 3 859 3 859

Dienst – OLAF 25 25

Dienst – EUROSTAT 2 2

Totaal 469 603 1 346 254 1 815 857

Bron: tabel bij brief van het DG Begroting van 12 april 2006; staat 1 t/m 6.

In reactie op de brief van de Commissie hebben wij onze dank uitge-sproken voor de ontvangen informatie en de daarmee bereikte transpa-rantie. Wel hebben wij aangetekend dat dergelijke informatie in eerste instantie aan de minister van Financiën zou moeten worden gericht, met een afschrift aan de Algemene Rekenkamer. Verder hebben wij de Commissie gevraagd om het overzicht van de betalingen nader te preciseren naar de respectieve ontvangers.

De Commissie heeft een vergelijkbare brief verzonden aan de overige rekenkamers van de EU-lidstaten.

Wij stellen overigens vast dat deze cijfers van de Commissie en de eerder weergegeven cijfers van de Europese Rekenkamer niet volledig op elkaar aansluiten. Naar de mogelijke oorzaken daarvan hebben wij in het kader van dit rapport geen onderzoek gedaan.

14.2 Afdrachten Nederland aan de EU

Na correcties voor onder meer begrotingsoverschotten uit voorgaande jaren en overlopende posten bedroeg de Nederlandse afdracht over het jaar 2005, volgens de definitieve cijfers in het jaarverslag van de Europese Rekenkamer, ruim€ 5,9 miljard (Europese Rekenkamer, 2006a).

Overzicht 41 geeft de gerealiseerde afdrachten van Nederland aan de EU in 2004 en 2005, en de geraamde afdrachten voor 2006–2009, op basis van cijfers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Overzicht 41. Ontwikkeling afdrachten Nederland aan de EU 2004–2009 (in miljoenen euro’s)

gerealiseerd begroot

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Landbouwrechten 440 400 202 405 413 422

Douanerechten 1 431 1 579 1 871 2 040 2 081 2 123

Af: perceptiekostenvergoedingen – 466 – 511 – 518 – 611 – 624 – 636

BTW-afdracht 713 813 884 909 972 374

BNI-afdracht 2 914 3 846 3 528 3 660 4 172 2 100

Totaal EU-afdrachten lidstaat Nederland 5 032 6 127 5 967 6 603 7 016 4 382

Realisatiecijfers: voor 2004 Rijksjaarverslag 2004 Ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor 2005 Slotmemorandum afdrachten eigen middelen EU 2005, accountantsdienst Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Begrotingscijfers: Rijksbegroting 2007 Ministerie van Buitenlandse Zaken, p.102. Eventuele afrondingsverschillen zijn overgenomen uit de bronnen.

Het totaal van de Nederlandse afdrachten aan de EU is in 2005 sterk gestegen ten opzichte van 2004. Dat is vooral, maar niet alleen, het gevolg van een sterke toename van de BNI-afdracht.70De afdrachten zullen tot en met 2008 verder toenemen, omdat de uitgaven van de EU conform de financiële perspectieven groeien. In 2009 ligt het bedrag van de Neder-landse afdrachten fors lager omdat in dat jaar de bij de financiële perspectieven 2007–2013 bedongen korting voor Nederland van€ 1 miljard ook voor 2007 en 2008 met terugwerkende kracht wordt verwerkt.

Wij vinden het opmerkelijk dat gegevens over de samenstelling van de Nederlandse afdrachten aan de EU niet zijn opgenomen in het Rijks-jaarverslag 2005 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). Dit komt de transparantie over de Nederlandse afdrachten niet ten goede.

Vanuit het Ministerie van BuZa is aangegeven dat men deze informatie in het Rijksjaarverslag 2006 wel weer gaat opnemen.

14.3 Overige betalingen: Europees Ontwikkelingsfonds

Nederland draagt ook bij aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Het negende EOF is op 1 april 2003 in werking getreden. Daaraan draagt Nederland ruim€ 720 miljoen bij. De zesde, zevende en achtste EOF’s zijn nog niet afgesloten.

In 2004 droeg Nederland€ 122 miljoen af, in 2005 was dat bijna € 138 miljoen. Dit laatste bedrag was ruim€ 27 miljoen hoger dan begroot. Dit is volgens het Ministerie van BuZa (2006a) het gevolg van verbeterde uitvoering van het EOF. De Europese Commissie had aangegeven dat zij zich zou inspannen om binnen vijf jaar het negende EOF volledig toe te wijzen, wat een stijging van de contributies tot gevolg zou hebben (Ministerie van BuZa, 2004).

In de jaarrekening bij het Rijksjaarverslag Buitenlandse Zaken 2005 is per 31 december 2005 voor het EOF een verplichting van€ 911 miljoen opgenomen.

14.4 Nettopositie Nederland

De netto(betalings)positie is het verschil tussen de afdrachten aan en de ontvangsten uit de begroting van de EU.71Tussen Nederland en de Europese Commissie bestaat een verschil van inzicht over de te hanteren berekeningswijze van de nettopositie.

Nederland neemt bij het bepalen van de nettopositie alle afdrachten aan

70BNI-afdrachten zijn afdrachten die gerela-teerd zijn aan het bruto nationaal inkomen (BNI) van de lidstaten.

71Zie EU-trendrapport 2005 (Algemene Rekenkamer, 2005a), p. 110. De Algemene Rekenkamer hanteert een boekhoudkundige definitie: een vergelijking van alle EU-gerela-teerde afdrachten en alle inkomsten van de lidstaat uit de EU. Wij gebruiken daarbij extern gecontroleerde informatie, dat wil zeggen de

De Europese Commissie hanteert een benadering waarbij de douane-rechten die in Nederland worden geïnd, niet als afdrachten van Nederland worden gezien, maar als geld dat aan de Gemeenschap toekomt. Vanuit dit uitgangspunt worden douanerechten niet meegenomen bij het bepalen van de nettopositie.

De nettopositie is voor Nederland negatief. Dat wil zeggen dat Nederland meer aan de EU afdraagt dan het ontvangt. In 2004 bedroeg de Neder-landse negatieve nettopositie (boekhoudkundige definitie)€ 3,2 miljard. In 2005 was de Nederlandse nettopositie met€ 3,9 miljard hoger dan in 2004.

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 107-111)