• No results found

11 DOELTREFFENDHEID EU-BELEID IN DE LIDSTATEN

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 96-100)

In dit hoofdstuk gaan we in op de doeltreffendheid van het EU-beleid (met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuurbeleid en het interne beleid) zoals dit in de lidstaten wordt uitgevoerd. We zijn nage-gaan welke informatie van de Europese Commissie beschikbaar is over de doeltreffendheid van het EU-beleid in de lidstaten. Eerst besteden we aandacht aan de activiteitenverslagen van directoraten-generaal (DG’s) van de Europese Commissie (§ 11.1), daarna aan de EU-brede beleids-evaluaties (§ 11.2). Na een beschrijving van onze algemene bevindingen, gaan we in op de beschikbare gegevens voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuurbeleid, en het interne beleid.

11.1 Doeltreffendheidsinformatie in activiteitenverslagen

Wij zijn nagegaan welke informatie de jaarlijkse activiteitenverslagen 2003–2005 van acht DG’s bieden over de doeltreffendheid van het EU-beleid binnen de lidstaten. We hebben met name gezocht naar doeltref-fendheidsinformatie over het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuurbeleid en het interne beleid.

Overzicht 37. Inzicht in doeltreffendheid van EU-beleid in de lidstaten op basis van activiteitenverslagen van DG’s van de Europese Commissie.*

2003 2004 2005

Aantal DG’s dat lidstaten bij naam noemt 0 0 1

Aantal DG’s dat informatie op lidstaatniveau geeft zonder

namen te noemen 0 0 0

Aantal DG’s dat geen informatie op niveau lidstaten weergeeft 8 8 7

Totaal 8 8 8

* Bron: Activiteitenverslagen 2003–2005 van DG’s Landbouw, Regionaal beleid, Werkgelegen-heid, Visserij, Onderwijs en Cultuur, Milieu, Transport en Energie, Onderzoek.

Het beeld is als volgt: in de activiteitenverslagen van de DG’s wordt geen verantwoording afgelegd over de doeltreffendheid van het beleid en subsidieprogramma’s in de lidstaten. Alleen het DG Transport en Energie meldt in een enkel geval de realisatie van infrastructuurprojecten

(prestaties) in een aantal lidstaten, die in dat verband met naam worden genoemd. Er wordt echter niet gerapporteerd over de in deze lidstaten bereikte resultaten in relatie tot de beleidsdoelstellingen.

11.2 Overige informatie Europese Commissie 11.2.1 EU-brede beleidsevaluaties

We zijn nagegaan welke EU-brede beleidsevaluaties recent zijn gepubli-ceerd. In totaal zijn dit er 23. Van deze 23 hebben we er 21 geanalyseerd op de mate waarin de beleidsdoelen worden gerealiseerd in de lidsta-ten.66

66We hebben hier gebruikgemaakt van dezelfde evaluaties die ook in hoofdstuk 6 van deel 1 van dit EU-trendrapport aan de orde zijn geweest.

Overzicht 38. Programma-evaluaties en doelrealisatie in de lidstaten

Beleidsterrein Totaal aantal

evaluaties

Landenverdeling van projecten en geldstromen (input)

Landenvergelij-kende resultaten (prestaties)

Landenvergelij-kende resultaten (effecten)

Landen-vergelij-kende bevindingen in case studies

Landbouw* 6 4 6 1 2

Structurele acties 1 0 0 0 1

Intern beleid

a. Onderwijs en Cultuur 4 2 0 0 1

b. Milieu 2 1 0 0 0

c. Energie en Vervoer 5 1 0 0 0

d. Onderzoek door derden 3 0 0 0 0

Totaal 21 8 6 1 4

* Van twee landbouwevaluaties was alleen de samenvatting beschikbaar. Deze zijn buiten beschouwing gelaten in de landenvergelijking.

Wij troffen het volgende beeld aan. In dertien evaluaties wordt niet helder uiteengezet hoeveel geld is besteed aan de projecten in een lidstaat. In acht gevallen wordt in een tabel het aantal beschikkingen per land of het percentage committeringen genoemd.

In zes van de 21 evaluaties worden prestaties per lidstaat vermeld, die gekoppeld zijn aan een deel van de doelstellingen. Deze evaluaties hebben alle betrekking op de landbouwsector. Enkele genoemde prestaties zijn: productiecijfers, volumecijfers, inrichting landschap, verbetering flora en fauna, waterkwaliteit. In de evaluaties van intern beleid wordt noch iets over prestaties, noch iets over effecten per lidstaat gerapporteerd.

Slechts in één evaluatie (landbouwsector) zijn gegevens opgenomen over de beleidseffecten per land, zoals resultaten van de bestrijding van bodemerosie en een verhoogd opleidingsniveau van de boeren.

In vier evaluaties wordt in de vorm van casestudies ingegaan op nationale of regionale prestaties en effecten in enkele lidstaten.

11.2.2 Doeltreffendheidsinformatie per geldstroom

Gemeenschappelijk landbouwbeleid

De doeltreffendheid van het landbouwbeleid kan gemeten worden in termen van volume-, prijs- en markteffecten, en waar het gaat om de inkomenssteun aan boeren ook in termen van inkomenseffecten.

De informatie van het DG Landbouw in zijn jaarlijkse rapport bevat – op basis van gegevens van Eurostat – veel gegevens op lidstaatniveau.67

67De publicatie van deze rapportage vindt afzonderlijk van en veel eerder in het jaar (februari) plaats dan het jaarlijkse activiteiten-verslag (juni) van het directoraat-generaal Landbouw. Volgens de Commissie is de reden

Figuur 11 Ontwikkeling landbouwinkomens 2005 ten opzichte van 2004 in de EU (in percentages)

Bron: DG Agriculture: Agriculture in the European Union. Statistical and Economical information 2005. Brussels, February 2006.

3,70

Uit figuur 11 blijkt dat het gemiddelde landbouwinkomen in de EU in 2005 met 6,3% is afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Deze daling doet zich zowel voor in de «oude» (– 6,6%) als in de «nieuwe» lidstaten (– 3,8%).

Als we de lidstaten afzonderlijk bezien blijkt dat negen landen hun landbouwinkomen hebben zien stijgen. Daaronder zijn: Litouwen (25,9%), Estland (23%), Ierland (12,8%), Nederland (5,9%) en Letland (5,7%). In negentien lidstaten is het landbouwinkomen gedaald. De grootste dalers zijn: Hongarije (– 19,3%), Slowakije (– 14,9%), Spanje (– 12%), Portugal (– 11%), Frankrijk (– 10,1%) en Italië (– 9,5%). Als voornaamste redenen voor deze inkomensverslechtering in 2005 noemt de Commissie een scherpe afname van de landbouwproductie, de hogere olieprijzen en de daling van het aantal arbeidskrachten.

De gegevens van de Commissie geven deels inzicht in de doeltreffendheid van het beleid. Duidelijk is dat externe factoren mogelijke positieve effecten van directe inkomensondersteuning teniet kunnen doen.

Structuurbeleid

Het structuurbeleid is gericht op het bereiken van positieve regionale

effecten op werkgelegenheid en economische groei. Aangezien met

«regio’s» gebieden binnen lidstaten van de EU worden bedoeld, zou informatie over de doeltreffendheid van het structuurbeleid kunnen worden geformuleerd op het niveau van lidstaten. Op dit moment bestaat de informatie echter vooral uit de midtermevaluaties en de eventuele actualiseringen daarvan op regionaal programmaniveau. Er zijn geen openbare consolidaties per lidstaat. Op basis van deze informatiebronnen kunnen tot op heden onvoldoende conclusies worden getrokken over de mate van doeltreffendheid en effectiviteit van het structuurbeleid in de lidstaten.

Intern beleid

Uit onze analyse blijkt dat er op het terrein van onderwijs en cultuur, milieu, en energie en vervoer wel informatie beschikbaar is over toege-wezen subsidies per lidstaat, in een enkel geval voorzien van concrete voorbeelden uit lidstaten.68Voor het interne beleid van de EU publiceert de Europese Commissie echter geen lidstaatvergelijkende overzichten van behaalde beleidsresultaten en doelen van subsidieprogramma’s. Hierdoor kunnen geen uitspraken worden gedaan over de doeltreffendheid van het EU-beleid in de lidstaten.

68De evaluatie van het onderwijs- en cultuur-beleid bevat een case studie waarin concrete

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 96-100)