• No results found

Geldstromen en wijze van administratie .1 Betrokken ministeries en geldstromen

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 117-120)

16 SYSTEMEN EU-FINANCIEEL MANAGEMENT NEDERLAND

16.1 Geldstromen en wijze van administratie .1 Betrokken ministeries en geldstromen

Wij hebben bij de ministeries geïnventariseerd welke geldstromen ze onder hun hoede hebben en welke informatie zij tot hun beschikking hebben over de kwaliteit van de systemen waarmee deze gelden worden beheerd en gecontroleerd. De geldstromen staan weergegeven in overzicht 43.

Overzicht 43. Programma’s en geldstromen per ministerie

Verantwoordelijk ministerie Eigen middelen Landbouw Structuurbeleid Intern beleid

BuZa (via FIN/LNV)*

BNI-afdracht BTW-afdracht Landbouwheffingen Douanerechten

LNV Gemeenschappelijk

landbouwbeleid

D.2 Oost-NL LIFE-natuur

FIOV Leader+

EZ D.1 Flevoland TEN – telecom

D.2 Noord-NL TEN – energie

D.2 Zuid-NL 6e Kaderprogramma

(onderzoek) Interreg III A

BZK D.2 Steden

URBAN-2

OCW Leonardo da Vinci

Socrates Cultuur 2000

SZW D.3 ESF

Equal

79De opzet van de systemen is besproken in eerdere EU-trendrapporten. Zie hoofdstuk 10 van het EU-trendrapport 2003 (Algemene Rekenkamer, 2003) en hoofdstuk 16 van het

Verantwoordelijk ministerie Eigen middelen Landbouw Structuurbeleid Intern beleid

VROM Interreg IIIB LIFE – milieu

Interreg IIIC

VenW TEN – transport

* Bij de samenstelling van de afdrachten zijn ook de Ministeries van LNV en Financiën betrokken. Voor de eenvoud worden de afdrachten hier alleen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken weergegeven.

16.1.2 Wijze van administratie

De gelden die Nederland ontvangt van de EU vallen uiteen in drie categorieën, die verschillend worden geadministreerd:

1. Bijdragen aan de uitgaven van het Rijk zelf. Deze gelden worden verantwoord in de rekening van uitgaven en ontvangsten in het jaarverslag van het departement dat beleidsverantwoordelijk is voor de specifieke geldstroom.

2. Bijdragen aan uitgaven van derden, waarbij het Rijk als centrale ontvanger fungeert en die vervolgens door de staat worden uitbetaald aan de eindbegunstigde (een gemeente, provincie, particulier,

enzovoort). Deze ontvangsten en afdrachten worden bij het beleids-verantwoordelijk departement op rekeningen buiten de begroting (ook wel «derdenrekeningen» genoemd) geboekt. Deze uitgaven en

ontvangsten worden verantwoord in de departementale saldibalans.

3. Directe bijdragen van de EU aan Nederlandse eindbegunstigden. De totale omvang van deze bijdragen is gering vergeleken met de totale Europese geldstroom naar Nederland. Omdat de gelden niet via de departementen worden uitbetaald, komen ze niet voor in de departe-mentale jaarverslagen.

Wij hebben geïnventariseerd welke gelden de ministeries in 2005 uit Brussel ontvingen, en hoe deze gelden werden geadministreerd. De resultaten staan in overzicht 44.

Overzicht 44. EU-bijdragen aan Rijk in 2005 per begrotingshoofdstuk (ontvangsten via de begroting zijn grijs gemarkeerd)

Regelingen/begrotingshoofdstukken Jus BZK OCW Fin EZ LNV SZW ISF*

Jus, U 15, IND 1 200 000

Jus, U 15, Vreemdelingen 2 000 000

BZK: EFRO 27 500 000

OCW, U 08: Eurydice network 17 296

OCW, U 14: Nederlands voorzitterschap 32 833

OCW, U 14: Papylum 37 485

OCW, U 14: Interreg IIIB 27 783

OCW, U 14: Leonardo da Vinci 1 000

OCW: Leonardo Socrates 11 000 000

OCW: ESF/praktijkonderwijs 2000–2006 11 430 736

OCW: ESF/BBL + VSV 26 979 726

Fin, U 01: Fiscalis 203 814

Fin, U 01: Douane 210 457

Fin, U 01: Diverse twinningprojecten 821 020

EZ: IMERA 56 496

LNV, U 01/02: Landinrichting 9 229 000

LNV, U 01: SBL 782 000

LNV, U 02: RBB 601 000

LNV, U 03: Programma Beheer 16 884 000

LNV, U 04: RSG 1 114 000

LNV, U 04: DEMO 208 000

LNV, U 05: RSBP 1 410 000

LNV, U 06: Vogelpest 3 768 000

LNV, U 06: MKZ 9 472 000

Regelingen/begrotingshoofdstukken Jus BZK OCW Fin EZ LNV SZW ISF*

LNV: EOGFL-G granen etc 369 669 896

LNV: EOGFL melk en vlees 844 043 522

LNV: EOGFL POP 35 959 971

LNV: Goedkeuring rekeningen – 107 041

LNV: Afzetbevordering 2 399 065

LNV: EOGFL vis 305 590

LNV: EOGFL tabak 0

LNV: divers 0

SZW: ESF Doelstelling Equal 22 418 645

SZW: ESF Doelstelling 3 320 320 851

ISF, U 01: Utrechtse Boog 300 000

ISF, U 03: HSL 17 400 000

ISF, U 03: Betuweroute 17 809 286

Totalen 3 200 000 27 500 000 49 526 859 1 235 291 56 4961 295 739.003 342 739 496 35 509 286 Totaal generaal: 1 755 506.431

* ISF: Infrastructuurfonds VenW

Een vergoeding aan het Ministerie van VROM voor de organisatie van de internationale Impelconferentie is niet opgenomen.

Overzicht 44 laat zien dat het overgrote deel van de gelden die het Rijk ontvangt van de EU niet via de departementale begrotingen loopt. Van de bijna€ 1,8 miljard aan totale ontvangsten die door het Rijk worden geadministreerd, is ruim€ 79 miljoen (4,4%) op departementale begro-tingen geboekt.

Overzicht 45 geeft een beeld van de herkenbaarheid van de EU-geldstro-men die via de departeEU-geldstro-mentale begrotingen lopen in de jaarverslagen 2005.

Overzicht 45. Herkenbaarheid EU-geldstromen binnen departementale begrotingen

Departement Bedrag aan EU

transacties (te ontlenen aan opgave dep)

Herkenbaarheid EU gelden binnen artikel

Herkenbaarheid in toelichting bij het artikel *

Justitie € 3,2 miljoen Nee Nee

OCW € 0,1 miljoen Nee Nee

Financiën € 1,2 miljoen Nee Nee

LNV € 43,5 miljoen Ja Ja

Infrastructuurfonds € 35,5 miljoen Nee Ja/Nee

Totaal € 83,5 miljoen

* ISF: Alleen voor de HSL, letterlijke tekst: «De lagere ontvangst is een gevolg van het feit dat de afwikkeling van de bijdrage van de EU voor de onderbouw van de A15 over de jaargrens is heengeschoven.»

** LNV: De bedragen staan vrijwel steeds vermeld in de artikeltabel en worden als het om grotere bedragen gaat ook toegelicht. Bovendien vindt meer uitgebreide toelichting plaats op alle EU-gelden in een bijlage van de verantwoording.

We zien dat van de op de begrotingen geboekte gelden, alleen het LNV-deel goed zichtbaar is in het begrotingsartikel en de toelichting daarbij. Van de gelden die in het Infrastructuurfonds worden beheerd zijn alleen de EU-gelden voor de hogesnelheidslijn (HSL) zichtbaar in de toelichting bij het begrotingsartikel.

De ontvangsten die niet via de departementale begrotingen lopen, dus de gelden waarvoor het Rijk optreedt als doorgeefloket, worden door het

schulden (de bedragen die al zijn ontvangen van derden maar nog niet uitbetaald aan eindbegunstigden) of vorderingen (de bedragen die al wel zijn uitbetaald aan eindbegunstigden maar nog niet zijn ontvangen van derden).

Overzicht 46 geeft een beeld van de herkenbaarheid van de EU-geldstro-men in de saldibalansen 2005 van de begrotingshoofdstukken.

Overzicht 46. Herkenbaarheid in de saldibalansen van EU-geldstromen die niet via de departementale begrotingen lopen

Bedrag aan EU transacties (te ontlenen aan opgave depar-tement)

Herkenbaar-heid stand van EU-gelden

Herkenbaar-heid EU transacties

Herkenbaarheid in toelichting bij de saldiba-lans

Departement

BZK € 27,5 miljoen Nee Nee +

OCW € 38,9 miljoen Nee Nee +

EZ € 0,056 miljoen Nee Nee

LNV € 1 282,5 miljoen Ja Ja +

SZW € 342,8 miljoen Ja Nee

Totaal € 1,7 miljard

Deze EU-gelden zijn niet noodzakelijkerwijs zichtbaar in het jaarverslag van een departement. Dat komt doordat veelal volstaan wordt met het rapporteren van de eindejaarstand terwijl bovendien het saldo van EU-uitgaven en ontvangsten vaak opgaat in een grotere post, en ook niet zelfstandig wordt toegelicht in de saldibalans.

Met uitzondering van de gelden die via de begroting van het Ministerie van LNV lopen, zijn deze gelden nauwelijks zichtbaar in de saldibalans.

Alleen in de toelichting bij de saldibalans van de Ministeries van BZK en OCW wordt ook informatie gegeven over EU-gelden.

Onze conclusie is dat verreweg de meeste bijdragen vanuit de EU aan de Nederlandse staat nauwelijks herkenbaar zijn in de jaarverslagen van het Rijk. In ons onderzoek naar de departementale jaarverslagen over 2006 zullen wij op deze problematiek terugkomen.

16.2 Rechtmatigheidscontrole ontvangsten en afdrachten

In document EU-trendrapport 2007 (pagina 117-120)