• No results found

Penal substitution atonement en Anselmus

In document VU Research Portal (pagina 173-176)

J. Denny Weaver’s kritiek op de christologie van Nicea en Chalcedon

5. Het model van penal substitution atonement

5.3. Penal substitution atonement en Anselmus

Het model van penal substitution atonement ligt in het verlengde van de gedach-te die we bij Anselmus aantreffen, dat lijden en dood van Christus een verdiensgedach-te opleveren die wordt overgedragen op de mensheid. Het wordt dan ook vaak aan-gemerkt als een variant op of een verdere uitwerking van het verzoeningsmodel van Anselmus.883 In het model van penal substitution atonement verschuift het 877 Stephen R. Holmes, The Wondrous Cross: Atonement and Penal Substitution in the Bible and

His-tory (London: Paternoster, 2007), 66-68.

878 “A number of leading Calvinist theologians of the eighteenth and nineteenth centuries not only affirmed strongly the penal substitution view but also made it virtually the orthodox interpretation.” Kärkkäinen, Christ and Reconciliation, 307.

879 Over de opvattingen van Hodge komen we in dit hoofdstuk nog nader te spreken. 880 Holmes, The Wondrous Cross, 68-69.

881 “Emil Brunner, an early friend of Karl Barth’s and a leader of the movement in his own right,

ex-plored this in explicitly penal terms and rewrote the old doctrine of penal substitution atonement for a new generation of theologians.” Holmes, The Wondrous Cross, 69.

882 “Karl Barth’s massive discussion of the topic of atonement under the telling heading ‘The Judge Judged

in Our Place’ defends unabashedly the substitutionary nature of atonement as Christ becomes the sin-bearer and the condemned.” Kärkkäinen, Christ and Reconciliation, 307.

accent van een verdienste die overdraagbaar is naar een straf die plaatsvervangend wordt ondergaan. Daarmee krijgt het model een wezenlijk ander karakter dan dat van Anselmus. Baker en Green schrijven deze verschuiving toe aan de verander-ende context: “The shift away from feudal obligations to criminal law altered

mark-edly the character of the satisfaction Christ provided. […]This shift is evident already in Luther and Calvin.” 884 Waar het model van verzoening door genoegdoening van Anselmus nadrukkelijk de feodale structuur van de samenleving weerspiegelt, zien we in het model van penal substitution atonement een juridisering in het denken. De context is nu die van de rechtbank geworden, met God als aanklager en rechter en de zondaar als misdadiger.885 De verandering is duidelijk waarneem-baar bij Luther en Calvijn, maar is ook al te zien bij Thomas van Aquino, zoals Jeffery, Ovey en Sach opmerken.886

Waar in het verzoeningsmodel van Anselmus Christus het lijden en sterven moest ondergaan, om zo God genoegdoening te kunnen geven en zo de schade die het gevolg was van de zondeval aan de zijde van God te herstellen, ondergaat Chris-tus in het model van penal substitution atonement lijden en sterven als straf die de mensheid had moeten ondergaan voor de zonde. Anselmus beschouwt lijden en sterven van Christus niet als straf, alhoewel een pijnlijke dood volgens hem wel als straf is aan te merken. Het mogelijke straffen van de mensheid als ant-woord op de schending van Gods eer speelt wel een rol in zijn betoog, maar dan in negatieve zin: het straffen van de mensheid wordt door Anselmus nadrukkelijk uitgesloten als oplossing.

We kunnen het verschil als volgt verklaren. Net als in het model van verzoe-ning door genoegdoeverzoe-ning wordt in het model van penal substitution atonement verondersteld dat de mens geschapen is om te leven in gemeenschap en harmonie met God. Die oorspronkelijke bedoeling is echter verstoord door de zondeval, want God kan niet met zondaars verkeren. Nu wordt de zondeval echter niet meer uitgelegd als een schending van Gods eer, maar als een overtreding van Gods wet. En dat vraagt niet om genoegdoening, maar om straf. De dynamiek in het model van Anselmus komt voort uit het probleem dat Gods schepping haar voltooiing niet kan vinden als gevolg van de schending van Gods eer. In het mo-del van penal substitution atonement komt de dynamiek voort uit de spanning tussen Gods liefde en Gods rechtvaardige natuur. De zonde van de mensheid

verzoeningsleer enkele harde pitten van het nieuwtestamentisch getuigenis over de betekenis van het werk van Christus. De hardste daarvan – in feite vooral ‘gedekt’ door de reformatorische en niet of hooguit impli-ciet door de anselmiaanse variant – is ongetwijfeld de gedachte dat Christus lijden en dood in onze plaats de toorn en straf van God gedragen heeft.” Van den Brink en Van der Kooi, Christelijke Dogmatiek, 425;

Driver, Understanding the Atonement, 53; McClendon, Doctrine, 206-07; Brondos, Paul on the Cross, 2-3.

884 Baker and Green, Recovering the Scandal of the Cross, 169. 885 Baker and Green, Recovering the Scandal of the Cross, 169. 886 Jeffery, Ovey, and Sach, Pierced for Our Transgressions, 184-185.

vereist een straf die in lijn is met de eisen van de goddelijke gerechtigheid, maar Gods liefde vraagt er om dat hij genadig is: “How, then, could God express his holy

love – his love in forgiving sinners without compromising his holiness, and his holi-ness in judging sinners without frustrating his love?” 887 Veel meer dan bij Anselmus lijken die twee veronderstelde eigenschappen van God hier met elkaar in tegen-spraak te zijn.

Hoewel er dus parallellen zijn aan te wijzen met het model van verzoening door genoegdoening, rechtvaardigt het eigen karakter van het model van penal substitution atonement een afzonderlijke behandeling van het model. Het model van penal substitution atonement mag dan zijn oorsprong lijken te vinden in de beschrijving van Anselmus, het kent een eigen rationale en heeft een andere on-derbouwing dan Anselmus’ model van verzoening door genoegdoening.

Naast Anselmus zou, zoals we al zagen, ook Calvijn als referentiepunt kunnen worden gekozen: “Thus for Calvin propitiation was the aspect of Christ’s sacrifice

by which God’s holy anger against sin is satisfied and turned away. The Son of God stepped into the place of sinners and bore the burnt of God’s wrath against their sins.” 888 Voor veel moderne aanhangers van het model van penal substitution atonement is Calvijn een belangrijke vertolker van de benadering.889 Ook Kärk-käinen merkt Calvijn aan als een belangrijke vertolker van het model van penal substitution atonement: “To sum up: Calvin depicts the work of redemption in terms

of both penal substitution and sacrifice for expiation and propitiation.” 890

Tegelijk zouden we Calvijn tekort doen, wanneer we zijn denkbeelden over de verzoening zouden beperken tot de nadruk op de boetedoening van Chris-tus voor de zonden van de mensheid. Zo was ook het thema van overwinning op de kwade machten een belangrijk thema voor Calvijn: “[A]lthough the legal

language of penal satisfaction and substitution predominates in Calvin’s discussion of atonement, he did not neglect the theme of Christus Victor, the motif of atonement as Christ’s triumph over the devil.” 891 We gaan hier niet verder op in. Een uitvoerige

verhandeling over de opvattingen van Calvijn aangaande de verzoening voert voorbij de reikwijdte van deze studie.892

887 Stott, The Cross of Christ, 90.

888 Robert A. Peterson, Calvin’s Doctrine of the Atonement (Phillipsburg: Presbyterian and Reformed Pub. Co., 1983), 68.

889 Vgl. Jeffery, Ovey, and Sach, Pierced for Our Transgressions, 185-86. Stott haalt Calvijn verschei-dene malen aan ter illustratie en ondersteuning van zijn positive. Vgl. Stott, The Cross of Christ, 83, 121, 31.

890 Kärkkäinen, Christ and Reconciliation, 306.

891 Timothy George, Theology of the Reformers (Nashville: Broadmen Press, 1988), 222.

892 “Calvin’s doctrine of the work of Christ, particularly his treatment of Christ’s death and its salvific

import, have been subject of a great number of inquiries, none of which have proved ultimately satisfac-tory.” Richard A. Muller, Calvin and the Reformed Tradition: on the work of Christ and the Order of Salvation (Grand Rapids: Baker Academic, 2012), 70.

In document VU Research Portal (pagina 173-176)