• No results found

Gustaf Aulén en zijn werk ‘Christus Victor’

In document VU Research Portal (pagina 79-82)

J. Denny Weaver’s kritiek op de christologie van Nicea en Chalcedon

3. Het Christus Victor model

3.2. Gustaf Aulén en zijn werk ‘Christus Victor’

Gustaf Aulén (1879-1977), die opgroeide als de zoon van een luthers predikant, kende een veelzijdige loopbaan waarin hij zich heen en weer bewoog tussen de kerk en de academie. Na onder meer een professoraat aan de universiteit van Lund (1914-1933) diende Aulén de diocees van Strängäs als bisschop. Na zijn emeritaat bleef Aulén publiceren, tot aan zijn dood in 1977. Terwijl hij vooral be-kend is om zijn ‘Christus Victor’ laat Aulén een veel breder oeuvre na. Reeds voor de publicatie van ‘Christus Victor’ was hij al een invloedrijke theoloog, getuige het feit dat verschillende van zijn werken voor die tijd al waren vertaald, waaronder

‘Den allmänneliga kristna tron’,395 en ‘Den kristna gudsbilden genom seklerna och i nutiden’.396 Beide werken werden ook in het Nederlands uitgegeven, respectieve-lijk onder de titel ‘Ons Algemeen Christerespectieve-lijk Geloof’ 397 en onder de titel ‘Het

Chris-telijk Godsbeeld’.398

In een uitvoerige studie naar het Christus Victor motief in de theologie van Gustaf Aulén portretteert de katholieke theoloog Joseph Anderlonis Aulén als een invloedrijke Zweedse lutherse theoloog, die deel uitmaakte van een bredere ver-nieuwingsbeweging in de Zweedse theologie aan het begin van de 20e eeuw.399 In 395 Gustaf Aulén, Den Allmänneliga Kristna Tron (Stockholm: Svenska Kyrkans Diakonistyrelses Bokförlag, 1923).

396 Gustaf Aulén, Den Kristna Gudsbilden Genom Seklerna och i Nutiden: en Konturteckning (Stockholm: Svenska kyrkans Diakonistyr, 1927).

397 Gustaf Emanuel Hildebrand Aulén, Ons Algemeen Christelijk Geloof, Vert. J. Henzel (Amster-dam: Paris, 1927).

398 Gustaf Emanuel Hildebrand Aulén, Het Christelijk Godsbeeld, Vert. J. Henzel (Amsterdam: Paris, 1929).

het bijzonder is Aulén gevormd door het denken van zijn leermeester Nathan Sö-derbolm (1866-1931),400 die als voorzitter van “Life and Work” een belangrijke rol speelde in de oecumenische beweging na de Eerste Wereldoorlog en die in 1930 de Nobelprijs voor de Vrede ontving voor zijn inspanningen voor de vrede als pi-onier van de oecumenische beweging.401 Het nadrukkelijk objectieve karakter van de verzoening in het Christus Victor model en de wijze waarop Aulén de kwade machten centraal stelt in zijn denken, weerspiegelen de invloed van Söderblom, aldus Anderlonis.402 We zullen hier niet verder ingaan op de wijze waarop het denken van Aulén voortbouwt op het werk van Söderblom en andere Zweedse collega’s en tijdgenoten. Belangrijk is dat we hier constateren, dat ‘Christus Victor’ geen losstaand werk was, maar het product van een nieuw theologisch bewustzijn, dat zich in de Zweeds-lutherse context aan het begin van de 20e eeuw had ont-wikkeld.

Het model van Aulén sloot volgens de Duitse theoloog Harm Alpers veel be-ter aan bij het levensgevoel van de moderne mens dan het tot dan toe dominante Latijnse verzoeningsmodel.403 Dat zou, in combinatie met de Engelse vertaling van het werk in 1931, mede verklaren waarom dit alternatief van Aulén zo snel school wist te maken. Alpers acht het opmerkelijk dat het verzoeningsmodel van Aulén daarentegen niet aansloeg in Duitsland, temeer daar hij parallellen ziet met eerdere ontwikkelingen in de Duitse theologie.404

De indeling door Aulén van de verzoeningsmodellen in drie hoofdtypen is, hoewel die onderhevig is geweest aan kritiek,405 een gebruikelijke indeling

gewor-with this keen historical sense; as immersed in the renewal of Swedish theology in the first decades of the twentieth century and influenced by the Lundesian critical methodology, he stands opposed to all narrow confessionalism and to any type of dogmatism and speculative metaphysics in searching for the essential uniquely Christian faith.” Joseph J. Anderlonis, “The soteriology of Gustaf Aulén: the origins,

develop-ment and relevancy of the Christus Victor atonedevelop-ment view” (Pontificia Universitas Gregoriana, 1988), 50.

400 Aulén zegt daarover in het voorwoord op de Olaus Petri lezingen: “In gedachten heb ik nog eens

verwijld bij de katheder van Nathan Söderblom van welke zulke impulsen uitgingen, en stond het mij weer voor den geest hoe vóór alle anderen hij het was, die hier in het land wist aan te sporen tot nieuw theolo-gisch onderzoek.” Aulén, De Christelijke Verzoeningsgedachte. (Geen paginanummer).

401 Vgl. Bengt G.M. Sundkler, Nathan Söderblom: His Life and Work (London: Lutterworth P., 1968).

402 “Söderblom’s appreciation for the depth and power of evil, as well as his assertion of an absolute

theocentric base for God’s redeeming action concurs with Aulén’s repeated insistence on the same theological principles.” Anderlonis, “The soteriology of Gustaf Aulén,” 66.

403 Harm Alpers, Die Versöhnung durch Christus: zur Typologie der Schule von Lund, Forschungen zur systematischen und ökumenischen Theologie, (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 1964), 3. 404 “Bisher hat merkwürdigerweise diese neuartige Versöhnungstypologie, deren Grundlinien auch in

deutscher Sprache dargelegt wurden, in Deutschland kein sehr lebhaftes Echo gefunden.” Alpers, Die Versöhnung durch Christus, 2.

405 De belangrijkste kritiekpunten zijn achtereenvolgens dat er meerdere motieven naast elkaar bestonden en dat dus Christus Victor niet zo dominant was als Aulén doet voorkomen; dat in het bijzonder bij Irenaeus het motief van recapitulatie belangrijker was dan het Christus Victor motief en

den in de literatuur over de verzoening.406 We kunnen dus stellen dat ‘Christus

Victor’ in de voorbije eeuw binnen de systematische theologie een invloedrijk

werk is geweest.407 Veli-Matti Kärkkäinen merkt ‘Christus Victor’ zelfs al aan als een klassieker.408 En terwijl Aulén nog spreekt over “the classic idea of Atonement” is de aanduiding “Christus Victor” gaan fungeren als de gangbare aanduiding van dit klassieke verzoeningsmodel, zoals dat door Aulén opnieuw onder de aandacht is gebracht.

Het werk ‘Christus Victor’ is onderverdeeld in acht hoofdstukken waarin Aulén op systematische wijze zijn analyse van de verschillende benaderingen van de ver-zoening uiteen zet. Het eerste hoofdstuk leidt het thema in, waarop Aulén in de hoofdstukken 2 en 3 zijn eigenlijke beschrijving en analyse van het Christus Vic-tor model geeft. In het vierde hoofdstuk laat Aulén zien hoe het model volgens hem wordt weerspiegeld in de teksten van het Nieuwe Testament. In de hoofd-stukken 5, 6 en 7 gaat Aulén in op de interpretatie van de verzoening in de mid-deleeuwen, bij Luther en in de tijd sinds de Reformatie. In hoofdstuk 8 brengt Aulén zijn bevindingen samen. In de beschrijving en analyse van Aulén’s model zullen wij ons concentreren op de hoofdstukken 2 en 3. Het is hier dat Aulén op grond van zijn analyse van verschillende kerkvaders het Christus Victor model van de verzoening uitwerkt.409 Het is die uitwerking, die een geheel eigen bijdrage vormt van Aulén aan het theologisch discours, die we hier nader zullen beschrij-ven en analyseren.

In de nu volgende analyse van Aulén’s Christus Victor model zullen we ons concentreren op de interpretatie van Aulén zelf. In een latere fase zullen we ook kritische kanttekeningen bij zijn benadering plaatsen en zullen we ingaan op de vraag in hoeverre Aulén ook recht doet aan zijn bronnen.

tot slot dat Aulén een dubbele agenda had: hij was zelf Luthers en probeert door de vroege kerkvaders en Luther op deze wijze te verbinden “het gelijk van Luther” te bewijzen. Op deze punten zal ik later in dit hoofdstuk nog terugkomen.

406 Vgl. Veli-Matti Kärkkäinen, Christ and Reconciliation, A Constructive Christian Theology for the Pluralistic World, (Grand Rapids: Eerdmans, 2013); Van den Brink en van der Kooi, Christelijke

Dogmatiek, 413; Cees van der Kooi, “Three Models of Reconciliation. A Christian Approach,” in Reli-gion, Conflict and Reconciliation, ed. Jerald D. Gort, Henry Jansen, and Hendrik M. Vroom

(Amster-dam/New York: Rodopi, 2002); McClendon, Doctrine, 199-213.

407 James McClendon merkt op dat het model ook verschillende Amerikaanse doperse theologen heeft beïnvloed: “In America his new emphasis upon Christ as victor was in due course picked up by

certain Mennonite theologians, including John Howard Yoder (unpublished but influential Lectures), J. Denny Weaver (1984), John Driver (1986), Thomas Finger (1985-89 I: 346-48), and Norman Kraus (1992).” McClendon, Doctrine, 200. Weaver verwijst naar de invloed van Aulén op de Amerikaanse

doperse theologen John Howard Yoder en (in het bijzonder) Gordon Kaufman. Weaver, The

Nonvio-lent Atonement, 4.

408 Kärkkäinen, Christ and Reconciliation, 299.

409 “We take for our starting-point the teaching of the Fathers, and begin with a study, in some detail, of

In document VU Research Portal (pagina 79-82)