• No results found

Ondergronds bankieren

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 195-200)

Money transfer- en bancaire instellingen behoren, normaal gesproken althans, tot de reguliere financiële instellingen. Met ‘ondergronds’ bankie-ren108 bestaat er ook een mogelijkheid om buiten de officiële kanalen om geld in een ander land te laten uitkeren. In de tweede rapportage van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit is vrij uitgebreid ingegaan op dit verschijnsel (Kleemans et al., 2002, p. 113-124). Bij de bespreking hieronder maken we zowel gebruik van hetgeen toen is beschreven als van andere (meer recente) literatuur en onderzochte casussen uit de derde en de vierde ronde.

6.3.1 Achtergrond, betrokken actoren en globale werkwijze

In Nederland is het verlenen van financiële diensten, zoals het verstrekken van leningen en het verplaatsen en wisselen van geld, wettelijk gereguleerd. Banken moeten aan verschillende wettelijke vereisten voldoen. Personen en instellingen die bankdiensten aanbieden zonder bijvoorbeeld over de ver-eiste ontheffingen te beschikken, plegen een economisch delict.

Ondergrondse bankiers voldoen niet aan deze voorwaarden en zijn daarmee dus illegaal. De gelden die worden verplaatst via ondergrondse bankiers heb-ben echter zeker niet per definitie een criminele herkomst (Van de Bunt & Huisman, 2009, p. 113-115; Van de Bunt, 2008a, p. 113-120; Slot, 2006, p. 9-10; Kleemans et al., 2002, p. 113-114). Wel heeft het ondergronds bankie-ren een aantal kenmerken die het aantrekkelijk maakt voor criminelen, waarop wij in paragraaf 6.3.2 ingaan.

108 Ook wel aangeduid als (onder meer) alternative remittance systems (FATF, 1999), informal value transfer (FinCEN, 2003) (zie McCusker, 2005, p. 1) en informal funds transfer (Razavy, 2005).

Ondergronds bankieren bestaat al eeuwenlang. Lang voordat er door de overheid erkende banken bestonden, waren er al beroepsmatige ‘bankiers’ die op informele wijze geldbedragen transporteerden. Het systeem heeft zijn herkomst in Azië en de ontstaansgeschiedenis is verbonden met de handel over lange afstanden.109 Deze handel bracht met zich mee dat ook de opbrengsten ervan over grote afstanden vervoerd moesten worden. Een for-meel bancair systeem bestond echter nog niet. In eerste instantie vervoerden de handelaren geld voor elkaar. Wat later ontdekten zij dat het nog efficiënter was om in plaats van geldbedragen fysiek te transporteren, gebruik te maken van onderlinge verrekeningen; handelaar A zorgt er bijvoorbeeld voor dat er in zijn herkomstland een rekening wordt voldaan namens handelaar B en handelaar B doet in zijn herkomstland hetzelfde voor A. Sommige handela-ren specialiseerden zich in het verlenen van deze financiële dienst en aldus ontstond het ondergronds bankieren. Inmiddels is dit eeuwenoude betaal-systeem in verschillende Aziatische landen een onlosmakelijk onderdeel van de economie.110 Ondergronds bankieren is echter niet beperkt tot dat wereld-deel.

Toen migranten uit bijvoorbeeld China, Vietnam, Pakistan en India zich over de rest van de wereld gingen verspreiden, maakten zij van het hun bekende systeem gebruik om geld over te maken naar het thuisfront. Zo is door migra-tie het ondergronds bankieren verspreid naar gebieden buiten Azië. Later zijn ook migrantengroepen uit andere herkomstlanden het systeem gaan gebrui-ken, waardoor er ondergronds bankverkeer is ontstaan tussen onder meer Duitsland en Turkije en tussen Frankrijk en Noord-Afrikaanse landen. Voor Nederland is door de ECD in 2001 vastgesteld dat door personen afkomstig uit Suriname, Turkije, Pakistan, Marokko, Ethiopië, Siërra Leone en de Nederlandse Antillen van ondergrondse bankiers gebruik wordt gemaakt om geld, vooral kleine bedragen onder de € 300, over te maken naar achtergeble-ven familieleden. In de tweede rapportage op basis van de Monitor Georgani-seerde Criminaliteit is vervolgens geconstateerd, op grond van bestudeerde casussen, dat ook vanuit de Iraanse en de Iraakse gemeenschap via onder-gronds bankieren geld wordt gestuurd naar hun familie in het land van her-komst (Kleemans et al., 2002, p. 115-116; Slot, 2006, p. 10). De Wereldbank schat dat mondiaal migranten afkomstig uit ontwikkelingslanden via infor-mele kanalen jaarlijks meer dan $ 80 miljard overmaken naar hun landen van herkomst (Worldbank, 2006).111 Redenen waarom migranten dit systeem (nog steeds) gebruiken kunnen onder meer zijn: vertrouwdheid met het sys-teem; snelheid en lage kosten van uitvoering van betalingsopdrachten; een 109 Gebruikte internationale aanduidingen zijn hawala (Indiaas (Urdu) voor ‘bewijsstuk’; Arabisch voor

‘overma-ken/overdragen’), hundi (Pakistaans, ‘vertrouwen’), Fei-chien (Chinees, ‘vliegend geld’) (Van de Bunt & Siegel, 2009, p. 1; Passas, 2003, p. 50; Slot, 2006, p. 10; Siegel, 2009, p. 12-13).

110 Het volume van de transacties die er in omgaan is vaak veel groter dan dat in het reguliere betalingsverkeer (Razavy, 2005, p. 288).

111 ‘Informele kanalen’ omvat niet alleen ondergrondse bankiers maar bijvoorbeeld ook vrienden of familie die voor een naaste geld vervoeren. Net als bij de schattingen van andere ‘dark numbers’, zoals de opbrengsten van georganiseerde criminaliteit of de omvang van witgewassen crimineel vermogen, geldt dat het om een grove indicator gaat die met grote terughoudendheid moet worden gebruikt.

negatief beeld van reguliere financiële instellingen; ontbreken van reguliere kanalen richting de plaats van bestemming; en illegaal verblijf waardoor gebruik van reguliere kanalen niet mogelijk of riskant is (Passas, 1999, p. 27-29).

Bij ondergronds bankieren spelen, naast klanten, de volgende actoren (vaak) een rol: de bankier, de tussenpersoon, de broker en de geldkoerier (Van de Bunt & Huisman, 2009, p. 122-130). De bankiers zijn de centrale figuren. Zij doen zaken met hun lokale klanten, vaak via tussenpersonen of kleinere ban-kiers, en hebben, vaak via de broker, de internationale contacten die hun in staat stellen ‘overboekingen’ te verrichten. De tussenpersoon vormt bij veel transacties de schakel tussen de bankier en de lokale klant. Klanten doen aan hem hun verzoek en geven ook aan hem het geld, of, bij transfers in tegen-overgestelde richting, ontvangen van hem hun geld. De broker neemt vooral in Pakistaanse netwerken van ondergrondse bankiers een belangrijke plaats in. Ze kunnen gevestigd zijn in Pakistan of Dubai (Verenigde Arabische Emi-raten), ze beschikken over een grote cash pool en hebben contacten met ban-kiers in verschillende landen, wat hen in staat stelt de internationale transac-ties te coördineren.

De globale werkwijze van ondergronds bankieren lichten we toe aan de hand van een voorbeeld (overgenomen uit Van de Bunt & Huisman, 2009, p. 113). Dit voorbeeld is schematisch uitgewerkt in figuur 1, waarbij de grote pijlen de geldstroom weergeven en de kleine pijlen de communicatie over en weer. – Een Turkse klant (B1) vraagt in Amsterdam aan een hem bekende

Paki-staan of hij in staat is 23.000 Engelse ponden, die in Engeland afgeleverd zullen worden, in Amsterdam uit te betalen in euro’s. De Pakistaanse man, die aangemerkt kan worden als een tussenpersoon, gaat op het ver-zoek in en ver-zoekt contact met ondergrondse bankier B.

Bankier B neemt contact op met broker C in Pakistan en vraagt of hij euro’s voor ponden kan kopen. Broker C reageert positief en zal in ver-schillende latere gesprekken instructies geven bij wie het geld in Engeland kan worden afgeleverd en door wie en wanneer de euro’s zullen worden gebracht bij bankier B in Amsterdam.

– Bankier B laat de tussenpersoon weten dat de transactie kan worden vol-bracht. Bankier B geeft de tussenpersoon het te gebruiken codewoord voor de klant en de naam van bankier A in Engeland, waar het bedrag van 23.000 pond kan worden afgeleverd.

– Klant B1 stelt een vertrouweling van hem (A1) op de hoogte dat het geld naar bankier A kan worden gebracht en geeft hem de te gebruiken code door.

Bankier B informeert bij broker C of ‘de boodschap’ (het codewoord en het gestorte bedrag) reeds is ontvangen door Bankier A in Engeland. – Als het geld door bankier A in ontvangst genomen is, geeft broker C te

kennen aan bankier B dat bankier/geldkoerier D het gewisselde bedrag in euro’s, € 32.200, komt afleveren. Broker C geeft bankier B de

contactgege-vens van bankier/geldkoerier D zodat zij onderling kunnen afstemmen waar het geld moet worden afgeleverd.

– Na ontvangst gaat bankier B (of een geldkoerier) met het geld naar de woning van de tussenpersoon.

– Vervolgens komt de Turkse klant B1 het geld, dat inmiddels is geslonken tot € 31.050, ophalen bij de tussenpersoon.

In het voorbeeld zoals dat is weergegeven hebben na de transactie zowel bankier A als bankier D een ‘rekening’. Bij A is deze rekening negatief; hij heeft geld ontvangen zonder dat er in dit voorbeeld door hem geld is taald. B heeft juist een positief ‘saldo’; hij heeft immers een geldbedrag uitbe-taald. Doordat in andere gevallen het betalingsverkeer, dat in dit voorbeeld wordt gecoördineerd door broker C, echter in omgekeerde richting plaats-vindt, kan de ‘betalingsbalans’ worden recht getrokken.

Ten slotte nog een opmerking over het aantal partijen dat bij een betalings-opdracht betrokken is. In het voorbeeld uit figuur 1 zijn, naast de klant (B1 en zijn vertrouweling), uiteindelijk een broker, twee bankiers, een geldkoerier en een tussenpersoon bij de uitvoering van de transactie betrokken. Het is ech-ter ook mogelijk dat bij een transactie nog meer actoren worden ingescha-keld, bijvoorbeeld nog een bankier in een ander land en verschillende andere tussenpersonen. Anderzijds kunnen ook betalingsopdrachten worden uitge-voerd waaraan uitsluitend een bank in land A en een bankier in land B deel-nemen (zie bijvoorbeeld McCusker, 2005, p. 2).

Figuur 1 Proces bij uitvoering van een betalingsopdracht door een ondergrondse bankier (Van de Bunt & Huisman, 2009, p. 119)

Broker C Pakistan Bankier A Klant A1 Klant B1 Verenigd Koninkrijk £ 23.000 afgeleverd € 31.740 afgeleverd € 32.200 afgeleverd € 31.050 ontvangen Bankier B Tussenpersoon Nederland Bankier/Geldkoerier D Nederland/Duitsland

Bij deze werkwijze staan een aantal kenmerken centraal. Het eerste kenmerk is dat ondergrondse bankiers geld in een ander land in de lokale valuta

kun-nen laten uitbetalen in beginsel (maar niet per definitie) buiten de reguliere kanalen om en zonder dat het geld over de gehele route fysiek verplaatst hoeft te worden. Echter, ook bij ondergronds bankieren vinden fysieke geld-verplaatsingen plaats. Dat kan gebeuren ter uitvoering (voor een deel van de route) van een betalingsopdracht (figuur 1: D brengt geld naar B), maar ook om onderlinge verrekeningen tussen bankiers te doen plaatsvinden (Klee-mans et al., 2002, p. 116-124; Van de Bunt & Huisman, 2009, p. 116-118). Bovendien vinden de betalingen door klanten en uitbetalingen aan ontvan-gende klanten uiteindelijk plaats in contant geld, geld dat in elk geval door de klanten vervoerd moet worden.

Ten tweede is onderling vertrouwen noodzakelijk (Passas, 2003, p. 51). Omdat de ‘banken’ buiten de formele stelsels opereren, worden klanten immers niet beschermd door toezicht of wettelijke garanties. En ook in de relatie tussen ondergrondse bankiers onderling is vertrouwen essentieel; bankiers voeren immers elkaars opdrachten uit terwijl de compensatie daar-voor op een later moment plaatsvindt (Van de Bunt & Siegel, 2009, p. 4-5).112 Een derde kenmerk is dat ondergrondse bankiers vaak in staat zijn om zeer snel en, wanneer het om niet-criminele klanten gaat althans, tegen lage kos-ten het geld in het buikos-tenland uit te betalen.

Ten vierde kunnen ondergrondse bankiers geld uitbetalen in gebieden waar reguliere banken niet (goed) opereren, wat natuurlijk tevens een ontstaans-grond van dit systeem vormt.

Een vijfde en laatste kenmerk betreft de onderlinge verhouding, of beter gezegd de verrekening tussen ondergrondse bankiers. Wanneer een onder-grondse bank een groter financieel volume aan uitgaande betalingen verricht dan dat er aan geld binnenkomt, bijvoorbeeld omdat er veel meer klandizie is voor betalingen vanuit land X richting land Y dan omgekeerd, kan er een ver-rekening plaatsvinden om de betalingsbalans weer in evenwicht te brengen. Het rechttrekken van een dergelijke scheve verhouding kan op verschillende manieren: het verplaatsen van geld (of andere waardevolle goederen); zake-lijke transacties tussen beide ‘bankiers’, dat wil zeggen in-/export van goede-ren waarbij het te vereffenen bedrag wordt opgeteld of afgetrokken (via over-/onderfacturering) bij/van de te betalen prijs voor die goederen; via rekeningen bij reguliere banken; of de ondergrondse bankiers kunnen over en weer tegoeden aanhouden en via toekomstige wederzijdse betalingsop-drachten de tegoeden bijwerken (compenserende betalingen, Schaap, 1999, p. 108).

Zoals al uit de opsomming van verschillende verrekeningswijzen blijkt, is het ondergrondse karakter van ondergronds bankieren niet absoluut; in voorko-mende gevallen wordt ook van reguliere, ‘bovengrondse’ kanalen gebruikge-maakt. Dat kan dus gebeuren om een disbalans tussen ondergrondse ban-kiers te herstellen, maar het reguliere betalingsverkeer wordt door sommige ondergrondse bankiers ook gebruikt om (een deel van) een opdracht voor 112 In paragraaf 6.6.2 gaan we dieper in op de rol die vertrouwen speelt bij ondergronds bankieren.

klanten uit te voeren. Zo is in de tweede rapportage op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit beschreven dat vooral Turkse ondergrondse bankiers reguliere bankrekeningen gebruiken om in opdracht van klanten, maar formeel niet op naam van die klanten, geldbedragen over te maken naar andere landen (plaatsen). Verder worden ‘bovengrondse’ middelen gebruikt bij de communicatie tussen ondergrondse bankiers; die verloopt in de onderzochte casussen voor een belangrijk deel via telefoon- en faxverkeer (Kleemans et al., 2002, p. 113-124).

6.3.2 Ondergronds bankieren voor criminele samenwerkingsverbanden

Zoals gezegd staan de ontstaansgeschiedenis vanuit de (internationale) han-del maar ook de verspreiding en het beschreven huidige gebruik door migrantengroeperingen van ondergronds bankieren in beginsel los van cri-minaliteit. Het systeem wordt echter wel ook gebruikt door criminelen. Voor het verplaatsen van misdaadgeld heeft ondergronds bankieren een aan-tal voordelen. Een belangrijk voordeel is natuurlijk dat internationale beaan-talin- betalin-gen kunnen worden gedaan zonder – in beginsel althans – dat het geld fysiek over de hele route wordt verplaatst en zonder dat van officiële kanalen gebruik wordt gemaakt. Daarmee worden dus de risico’s ontlopen die met fysieke verplaatsing en girale overboeking via een reguliere instelling samen-gaan, te weten, respectievelijk, inbeslagname en (onder ander andere) mel-ding als ‘ongebruikelijke transactie’. De risico’s die samenhangen met het gebruikmaken van girale overboeking via reguliere kanalen, zoals een bank of een money transfer-instelling, zijn vergroot door het verscherpte toezicht op reguliere financiële instellingen. Door dit verscherpte toezicht zou de belang-stelling vanuit criminele hoek voor het ondergronds bankieren zijn versterkt (Van de Bunt, 2008a, p. 114; Slot, 2006, p. 13). Dit laat overigens onverlet dat ook ondergronds bankieren sporen kan nalaten. Zo kan een ondergrondse bankier ook bij betalingen in opdracht van criminelen een administratie bij-houden (bijvoorbeeld casus 65, 146 en 150). Ook kunnen er andere sporen zijn, bijvoorbeeld door intensief telefoonverkeer (Van de Bunt, 2008a, p. 123; zie paragraaf 7.1.3).

Een ander voordeel is dat er in beginsel, afhankelijk van de capaciteit van de ondergrondse bankier, grote bedragen kunnen worden ‘verstuurd’. Nog een voordeel is dat geld niet zelf omgewisseld hoeft te worden; de opdrachtgever kan in zijn eigen land en in de eigen valuta een geldbedrag overhandigen waarna het vervolgens in het land van bestemming in de plaatselijke munt-eenheid wordt uitbetaald. Een nadeel is dat geld alleen kan worden overge-boekt naar landen waarmee de ondergrondse bankier via zijn netwerk is ver-bonden, hoewel dat netwerk door ‘via/via-contacten’ wel de eigen etnische of geografische herkomst van de bankier kan ontstijgen.

De werkwijze van het ondergronds bankieren met van criminaliteit afkomstig geld wijkt in de kern niet af van het ondergronds bankieren voor

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 195-200)