• No results found

Hoe worden de verdiensten binnen criminele samenwerkingsverbanden verdeeld?

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 161-173)

5.2 Verdeling van criminele inkomsten

5.2.1 Hoe worden de verdiensten binnen criminele samenwerkingsverbanden verdeeld?

In de eerste rapportage van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit is beschreven dat de structuur van criminele samenwerkingsverbanden in belangrijke mate wordt bepaald door de logistiek van uitgevoerde criminele activiteiten (Kleemans et al., 1998, p. 35-41). De structuur van veel criminele samenwerkingsverbanden is in eerdere rapportages van de Monitor Georga-niseerde Criminaliteit omschreven als een netwerkstructuur. Hoewel crimi-77 Buiten de direct betrokkenen bij een crimineel samenwerkingsverband zijn er ook actoren die (ogenschijnlijk)

opereren in de reguliere economie maar die, soms bewust, soms niet bewust, medewerking verlenen aan cri-minele activiteiten door het aanbieden van goederen of diensten en zo ook meeprofiteren. Denk aan de fabri-kant van paracetamol die ook een handelaar in versnijdingsmiddelen als klant blijkt te hebben (één van de onderzochte casussen) of het bedrijf dat een antibraakmiddel levert aan producenten van xtc (één van de onderzochte casussen). Verder delen ook de echtgenotes, vriendinnen en familie van criminelen vaak mee in de winsten die worden gemaakt (vele casussen) en meer indirect genieten natuurlijk ook de ondernemers waarbij criminelen inkopen doen voordeel, zoals de rijwielhandelaar die tientallen scooters verkoopt aan een crimineel samenwerkingsverband (één van de onderzochte casussen). Zij blijven hier echter buiten beschou-wing.

nele samenwerkingsverbanden veelal dus geen piramidale structuur hebben, is er vaak wel sprake van hiërarchische relaties tussen bepaalde actoren bin-nen een samenwerkingsverband. Daarbij kan vooral een onderscheid worden gemaakt tussen een kern van twee, drie of vier centrale, leidende figuren enerzijds en een categorie uitvoerenden anderzijds (Kleemans et al., 1998, p. 41).

Ook bij de verdeling van de inkomsten komt in veel zaken dit onderscheid naar voren: een kern van hoofdrolspelers die doorgaans het overgrote deel van de inkomsten krijgen en een categorie van vooral uitvoerenden die allen een vaak veel kleinere portie krijgen. De variatie binnen de uitvoerenden is echter groot. In sommige, vooral de wat grotere criminele samenwerkings-verbanden komen ‘uitvoerenden’ voor die in nauw en vast verband staan met de kernleden en soms ook als ‘rechterhand’ fungeren, maar ook uitvoeren-den die alleen een puur uitvoerende taak hebben. In kleine zaken daarente-gen bestaat het netwerk soms slechts uit enkele personen en is van een verfijnde taakverdeling dus ook geen sprake, zoals in een casus van mensen-handel waarbij een handvol Hongaarse pooiers de belangrijkste maar ook vrijwel de enige verdachten zijn (casus 125).

Hieronder gaan we voor vier categorieën van delicten op hoofdlijnen na hoe de inkomsten over de verschillende betrokkenen worden verdeeld. Deze delicten zijn drugshandel, mensensmokkel, mensenhandel en ondergronds bankieren.78

Drugszaken

Grotere criminele samenwerkingsverbanden zien we in de onderzochte casussen vooral op het gebied van drugshandel. Het gaat dan om de invoer van cocaïne, de invoer van hasj,79 de invoer van heroïne, de productie van en handel in weed, en de productie van en handel in synthetische drugs. Niet alleen de mate waarin maar ook de grondslag op basis waarvan personen een deel van de winst krijgen toebedeeld, verschilt al naar gelang hun positie bin-nen het samenwerkingsverband. Daarbij kan zoals gezegd een onderscheid worden gemaakt tussen een kern enerzijds en een groep uitvoerenden ander-zijds (tabel 2).

78 Het grootste deel van alle 150 bestudeerde zaken valt onder één van deze categorieën (zie tabel 1 in hoofd-stuk 1). De categorie fraude en witwassen wordt hier niet meegenomen vanwege de grote variëteit in logis-tieke structuur – en dus in de lijnen waarlangs het misdaadgeld wordt verdeeld – binnen de verschillende cri-minele samenwerkingsverbanden.

79 De Nederlandse consumptie van buitenlandse hasj is, door de opkomst van nederwiet, zeer sterk afgenomen. Er komt echter een veelvoud van de geconsumeerde hoeveelheid ieder jaar het land binnen. In de periode 2001 tot en met 2004 is in het buitenland bijna 200.000 kilo hasj met als (tussen)bestemming Nederland in beslag genomen, terwijl het binnenlands gebruik op een geschatte 14.000 tot 20.000 kilo zou liggen. Het grootste deel van de ingevoerde hasj zou daarmee dus bestemd zijn voor de doorvoer (KLPD, 2008a, p. 60-61).

Tabel 2 Globale verdeling van inkomsten binnen criminele samenwerkingsverbanden die op drugsmarkten opereren*

Positie binnen crimineel netwerk

Taak Betalingsgrondslag Verdiensten

Top/kern – Organisatie, financiering van invoer cocaïne, heroïne of hasj – Organisatie, financiering van weedkweek

– Leverancier BMK/PMK, (organisatie, financiering van) pro-ductie synthetische drugs

Ieder een gelijk aandeel in winst of deel van drugs

Gezamenlijk (verre-weg) grootste deel van de winst Uitvoerenden – ‘Rechterhand’ van kernlid – coördinatie deelprocesuitvoering

– Koerier, chauffeur, verpakken/versnijden, stash, overmaken geld etc.

– Overige klussen: schoonmaak, ophalen koeriers etc.

– Bedrag per week/maand – Bedrag per kilo/klus – Goederen, levensonderhoud

Zeer klein tot een kwart /een derde deel van de winst

* Het betreft een grove indicatie op basis van bestudeerde zaken. Afzonderlijke zaken kunnen hiervan afwijken. Bron: Opsporingsdossiers/bewerking WODC

De kern van criminele samenwerkingsverbanden die actief zijn in de drugs-handel/-productie bestaat uit personen die de invoer van cocaïne en heroïne dan wel de productie van weed en synthetische drugs organiseren en finan-cieren. Ook de leveranciers van BMK en PMK, belangrijke grondstoffen voor respectievelijk amfetamine en xtc, kunnen tot die kern worden gerekend. Zoals gezegd bestaat deze kern vaak uit niet meer dan twee tot vier personen. Het deel van de opbrengsten dat na alle kosten overblijft, wordt onder deze kernleden verdeeld. Daarbij krijgt ieder lid meestal een gelijk deel of een deel dat in verhouding staat tot de gedane investering. In enkele gevallen worden niet de financiële opbrengsten gedeeld maar de ingevoerde of de geprodu-ceerde drugs, die dan door de betrokken kernleden afzonderlijk worden ver-kocht. Doorgaans krijgen de personen binnen deze top het overgrote deel van de winst, een veelvoud van het deel dat andere personen toekomt. De absolute hoogte verschilt sterk, zoals we al in paragraaf 5.1.2 zagen. Soms gaat het over duizenden maar vaker gaat het om honderdduizenden of mil-joenen euro’s die de kernleden van drugsorganisaties verdienen, althans vol-gens de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zoals die in het opsporingsonderzoek wordt gemaakt.

Uitvoerenden zijn er in veel verschillende soorten en maten, zowel wat betreft activiteiten als wat betreft omvang en wijze van beloning. In een aan-tal drugszaken zien we een categorie van actoren die wat betreft positie en verdiensten tussen de kern en de overige uitvoerenden in zit. Het gaat dan om personen die soms zelf uitvoerende activiteiten verrichten maar vaak ook een meer coördinerende rol hebben en/of optreden als de rechterhand of vervanger van een toplid binnen het samenwerkingsverband. De bezigheden van dergelijke leden van criminele samenwerkingsverbanden laten zich, deels omdat zij vaak diverser zijn dan het werk van bijvoorbeeld koeriers, minder makkelijk in stukloon vergoeden. In verschillende zaken zien we dan ook dat zij een soort vast salaris krijgen, hetgeen mogelijk ook samenhangt met de relatief duurzame positie die zij innemen binnen een crimineel

samenwerkingsverband. Hieronder geven we twee voorbeelden van dit ‘mid-denkader’.

‘Chef productie’ D staat als het ware op de loonlijst van A, de leider van het criminele samenwerkingsverband dat zich met hennephandel bezig-houdt. De beloning van D is ook terug te vinden in een in beslag genomen overzicht met ‘lasten p. mnd’, naast kostenposten als het huis, de auto’s en de huur van de loods. Maandelijks krijgt hij een vast bedrag van € 4.000 voor zijn diensten. Hij zorgt onder andere voor de bewerking van de hen-nep, wat hij na instructies van A zich eigen heeft gemaakt. Verder houdt hij zich ook bezig met het ophalen van de natte hennep bij de leveranciers en de aflevering ervan aan de afnemers. In totaal heeft hij € 72.000 ver-diend (casus 138).

Binnen een groepering die actief is op het terrein van de hasjhandel ope-reert G als boekhouder. Hij leidt de witwasorganisatie en doet de adminis-tratie en de boekhouding en krijgt voor zijn werkzaamheden € 4.500 per maand (casus 38).

Naast dit middenkader zien we een breed scala aan betrokkenen met een zui-ver uitvoerende rol binnen criminele samenwerkingszui-verbanden. Een belang-rijke categorie uitvoerders bij invoer van drugs vormen koeriers en chauf-feurs. Deze worden doorgaans per kilo of per lading smokkelwaar betaald. Bij invoer van cocaïne zien we in verschillende zaken dat koeriers die de drugs in hun bagage of op of in het lichaam vervoeren – meestal een pond tot een paar kilogram – daarvoor € 4.000 à € 5.000 per kilo uitbetaald krijgen (casus 96, 139 en 140).80 In twee zaken waarin medewerkers van een luchthaven betrokken zijn bij de invoer van cocaïne, en waarbij het om grotere zendingen gaat, zien we in verhouding grofweg vergelijkbare bedragen. De desbetreffende mede-werkers moeten cocaïnezendingen die in respectievelijk vrachtpakketten en persoonsbagage zijn verborgen onderscheppen en zorgen dat deze veilig bij de volgende schakel in de smokkelketen terechtkomen (casus 16 en 102).81 In xtc-zaken zijn koeriers vooral betrokken bij de export van de drug. In casus 98 krijgt een steward $ 5.000 per vlucht waarmee 50.000 pillen de VS binnen worden gesmokkeld. In een andere xtc-zaak zien we bedragen van grofweg dezelfde orde van grootte. In deze zaak, waarvan we hieronder een fragment weergeven, wordt door de xtc-organisatie ook een begeleider ingezet om de koerier in de gaten te houden.

Uit verklaringen blijkt dat de xtc-koeriers (die tienduizenden pillen ver-voerden) gemiddeld $ 5.000 per vlucht verdienden. Een begeleider van de 80 Alle genoemde bedragen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie of veranderde prijzen op de drugsmarkt. 81 In een zaak waarin twee koeriers zijn aangehouden op een Belgische luchthaven wordt het koerieren lager

beloond; de (mislukte) smokkel van 7,6 kilo cocaïne moest voor hen ieder € 9.800 opleveren, oftewel ongeveer € 1.300 per persoon per kilo (casus 18).

koerier verdiende hetzelfde bedrag, maar begeleidde hij twee koeriers dan liep dit bedrag op tot $ 8.000 en soms zelfs $ 10.000. In sommige gevallen verdiende een koerier eveneens $ 10.000 per vlucht (casus 92).

Bij grootschalige hasjtransporten vindt het vervoer doorgaans per schip of over het land plaats. Bij landtransporten behoren chauffeurs tot de belang-rijkste uitvoerenden. Een crimineel samenwerkingsverband voert uit Marokko afkomstige hasj in waarbij men zich toelegt op het vervoer van Spanje naar Nederland. Het vervoer gebeurt per vrachtwagen.

De chauffeur die een aantal malen naar Spanje is gereden, verklaart dat hij voor een transport van ongeveer 1.000 kilo hasj bijna € 14.000 krijgt. Ook zegt de chauffeur dat hij twee keer voor niks naar Spanje is gereden, omdat de actie toen is afgeblazen. Voor deze twee mislukte ritten zegt hij € 1.000 te hebben gekregen (casus 66).

In een andere casus zien we veel hogere vergoedingen voor kleinere trans-porten. Een belangrijk verschil is echter dat in deze zaak de hasj in Marokko wordt opgehaald en dat de smokkeltactiek bovendien voorschrijft dat de chauffeur, van in dit geval een camper, bij voorkeur wordt vergezeld door een vrouw of vriendin. De chauffeurs in kwestie moeten dus, in vergelijking met de vorige casus, niet alleen een grotere afstand afleggen en meer grenzen passeren – en lopen dus meer risico – maar moeten ook een vrouw aan dezelfde risico’s blootstellen en de opbrengst met haar delen.

Chauffeurs moeten met een camper, het liefst samen met een vrouw of vriendin, naar een camping in Marokko rijden, waar zij verdere instruc-ties krijgen voor het laden van de hasj. De chauffeurs krijgen € 4.500 tot € 9.000 reisgeld en na een geslaagd transport, van ongeveer 450 kilo, nog eens € 23.000 tot € 45.000 (casus 28).

Naast koeriers en chauffeurs zijn er nog verschillende andere uitvoerders. Zo kunnen in drugszaken bijvoorbeeld personen worden ingezet om via money transfers criminele inkomsten over te maken of te ontvangen. Grote bedra-gen worden verdeeld over tientallen en soms honderden money transfers. De uitvoerenden, degenen die de transfers verzenden of ontvangen, krijgen dan vaak per overboeking van meestal enkele duizenden euro’s een bedrag varië-rend van € 50 tot € 200 (casus 99, 139 en 140). Ook zij ontvangen dus een vorm van stukloon. Andere uitvoerenden zijn personen die worden ingezet voor onder meer het bewaren van geld, het bewaken van drugslocaties, het bewaren en bewerken van drugs, het ophalen van drugskoeriers of het schoonmaken van drugslaboratoria. Ook zij krijgen vaak een stukloon uitbe-taald, maar soms is (ook) sprake van loon in de vorm van goederen.

K bewaakt een loods waarin zich hennep bevindt. Hij krijgt € 200 voor het bewaken van de loods van 10 uur in de avond tot 8 à 9 uur in de ochtend (casus 138).

G is de loopjongen van B, die weer een coördinerende uitvoerder is van de hoofdverdachte. G heeft op zijn beurt voor B synthetische drugs in voor-raad. B heeft hem een weegschaal gegeven om zijn werk goed te kunnen verrichten. Wanneer B pillen of amfetamine nodig heeft, belt hij naar G, die de gewenste hoeveelheid komt brengen. Het wederrechtelijk verkre-gen voordeel van G is vastgesteld op € 6.000, hetgeen de waarde is van het geld en de sieraden die hij kreeg voor zijn werkzaamheden (casus 47). Een crimineel samenwerkingsverband vervoert cocaïne vanuit Zuid-Ame-rika via de Nederlandse Antillen naar Nederland. Daarvoor wordt

gebruikgemaakt van drugskoeriers. Daarnaast worden er mensen ingezet voor het ophalen van de koeriers, zoals C, F en J. Zij ontvangen € 50 à € 100, maar als beloning wordt ook wel eens een volle tank gegeven (casus 140).

D krijgt € 680 voor het drie maal schoonmaken van en het verwijderen van afval bij een drugslaboratorium. De door D geregelde schoonmaaksters krijgen respectievelijk € 115 en € 65 (casus 37).

De scheefheid van de verdeling van drugswinsten

Bushway & Reuter stellen in een overzichtsartikel dat de verdeling van winsten op drugsmarkten erg scheef is (2008). Op basis van de bestudeerde zaken zijn hier twee kanttekeningen bij te maken.

Ten eerste kan de scheefheid in de verdeling van de winsten aanzienlijk ver-schillen per drugssoort. Bij de invoer van cocaïne is degene die ervoor kan zorgen dat de drugs succesvol worden geïmporteerd de grootverdiener. Dit hangt samen met de grote afstand tussen de productielocaties enerzijds en de afzetmarkten anderzijds. Het succesvol overbruggen van die afstand is de belangrijkste en meest lucratieve stap binnen de totale keten van de cocaïne-markt. Bij cocaïne-invoer zijn de organisatoren/financiers van de invoer dan ook de actoren die het overgrote deel van de winst opstrijken. Hun aandeel is vaak tientallen keren groter dan dat van de overige betrokkenen, zoals koe-riers, bewaarders, verpakkers en versnijders en uitvoerders/ontvangers van money transfers.

De productie van synthetische drugs is, in tegenstelling tot het verbouwen van cocabladeren, niet geografisch gebonden; een laboratorium kan in beginsel overal worden opgezet (UNODC, 2011, p. 146-153). Verder is in het geval van synthetische drugs de afstand tussen productie en (Europese) afzet veel kleiner. Bij handel in synthetische drugs bestaat de keten uit de volgende drie schakels: grondstoffen, die in vergelijking met de beginperiode van xtc

moeilijker te krijgen zijn; productie, waarvoor apparatuur en kennis is vereist; en (internationale) afzetkanalen. De verhouding tussen deze schakels is gelijkwaardiger dan in het geval van handel in cocaïne.82 Bij de productie/ handel van/in synthetische drugs ligt de winstverdeling dan ook minder scheef. Deze min of meer gelijkwaardige verhouding zien we bijvoorbeeld in een zaak waarin de hoofdverdachten zich vooral richten op het laten produ-ceren van synthetische drugs. Op basis van het opsporingsonderzoek ver-moedt het opsporingsteam dat de hoofdverdachten personen financieren die voor de organisatie een laboratorium willen beginnen. Van alles wat vervol-gens wordt geproduceerd (amfetamine(olie)), gaat 50% naar de organisatie en 50% naar de producent (casus 127). In dezelfde zaak komt in een afgeluis-terd gesprek tussen twee hoofdverdachten een andere werkwijze naar voren. Het betreft de levering van BMK door één van de hoofdverdachten aan perso-nen die uit deze stof amfetamineolie (dat weer kan worden omgezet in amfe-tamine) produceren. Ook hier zien we een redelijk gelijke verdeling van de opbrengsten tussen in dit geval de BMK-leverancier (de hoofdverdachte) en de producent.

F zegt in dit gesprek met E dat hij 100 liter (waarschijnlijk BMK), voor 50 ‘ruggen’ (€ 50.000) kan kopen en dat ze willen draaien voor 60 - 40. E zegt hierop: ‘Dus B kopen, afgeven en wat krijg je dan terug? Ja, wie krijgt er 60?’ F zegt dat de 60 is voor degene die het draait en dan krijgt hij (F dus) 40 terug. Op de vraag van F ‘Is dat slecht 60 - 40?’ antwoordt E: ‘Meestal is het 50 - 50’ (casus 127).

Ten tweede is het zo dat ondanks de scheve winstverdeling bij cocaïne-invoer ook uitvoerenden uiteindelijk vrij grote bedragen kunnen verdienen. De ver-goeding van € 4.000 à € 5.000 die een koerier krijgt wanneer hij cocaïne het land binnenbrengt, is weliswaar aanzienlijk kleiner dan de verdiensten van de organisator/financier van het transport, maar het is geen verwaarloosbaar bedrag, zeker niet wanneer de koerier vaker wordt ingeschakeld. Hetzelfde geldt voor andere uitvoerenden. In onderstaande casus verklaren werkne-mers die actief zijn in de bagagekelder op een luchthaven over het geld dat zij verdienden met het in opdracht van anderen naar binnen loodsen van cocaïne.

J verklaart dat hij 4 à 5 keer betrokken is geweest bij de invoer van

cocaïne. Hij haalde koffers uit een container en bracht deze naar landside. Hij werd betaald door M en K. Per keer ontving hij € 5.000. Zijn totale ver-diensten bedragen dus € 20.000 à 25.000.

82 Wel geldt dat bij de export van bijvoorbeeld xtc veel grotere winsten te behalen zijn dan bij binnenlandse afzet.

N heeft verklaard ongeveer zes keer een tas naar buiten te hebben gebracht. Hij kreeg daarvoor eveneens € 5.000, waarmee zijn totale ver-diensten op € 30.000 komen (casus 102).

Het versturen of ontvangen van money transfers levert per opdracht veel minder op dan het koerieren van drugs, zo zagen we. Toch kunnen ook bij deze taak, wanneer zij vaak genoeg wordt uitgevoerd, de verdiensten aardig oplopen.

Uit onderzoek blijkt dat J in een periode van minder dan vier jaar 198 money transfers voor de hoofdverdachte heeft verstuurd en er 19 heeft ontvangen. Voor deze transacties heeft hij ongeveer € 100 per transactie ontvangen. Op basis van deze bedragen is het wederrechtelijk verkregen voordeel voor J vastgesteld op € 21.000 (casus 140).

Mensensmokkel

Binnen bestudeerde zaken van mensensmokkel zien we tenminste vier cate-gorieën van betrokkenen: degenen die de overkoepelende organisatie voor hun rekening nemen; personen die verantwoordelijk zijn voor een deeltraject van de totale te overbruggen route (inclusief eventuele onderaannemers); chauffeurs/transporteurs; en personen die de aanlevering en/of vervalsing van reisdocumenten en andere papieren verzorgen. Deze taken worden soms door verschillende personen uitgevoerd, maar het komt ook voor dat een persoon twee of meer taken voor zijn rekening neemt. Naast deze catego-rieën zien we in sommige zaken dat er ook nog andere taken expliciet worden onderscheiden.83

In de meeste bestudeerde zaken zien we dat Nederland fungeerde als door-voerland tussen het vertrek- en het bestemmingsland. De totale route is dan bijvoorbeeld India - Nederland - Engeland (casus 1), India - Nederland – Ver-enigde Staten (casus 34), Turkije - Nederland - Engeland (casus 59 en 107) of Iran - Nederland - Canada (casus 9). De deeltrajecten worden dan vaak door verschillende verdachten verzorgd en de totale verdiensten worden over die deeltrajecten verdeeld. Het bedrag dat betaald moet worden voor het smok-kelen van een persoon wordt in sommige zaken volledig vooraf voldaan in het vertrek- of bestemmingsland. In het laatste geval zijn het de in het bestemmingsland verblijvende familieleden of andere naasten die het geld betalen. In andere zaken betaalt de klant, of anderen namens hem, een deel vooraf en een deel na aankomst. De bedragen die per klant betaald moeten worden variëren nogal.

In de bestudeerde zaken worden de totale opbrengsten vaak verdeeld over de

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 161-173)