• No results found

Een onderneming als contactpunt

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 124-129)

Het gebruik van (op papier) reguliere ondernemingen als contactpunt naar de legaliteit komt in veel zaken voor. Het gaat daarbij zowel om ondernemin-gen die in beheer zijn van het criminele samenwerkingsverband zelf als om ondernemingen van derden. Beide komen hieronder in afzonderlijke para-grafen (4.2.1 en 4.2.2) terug. Vooral het gebruik van externe ondernemingen (paragraaf 4.2.2) wordt niet heel uitgebreid besproken omdat het onderwerp ook al aan bod is geweest in hoofdstuk 3 (paragraaf 3.3). Hier spitsen we het gebruik van externe ondernemingen toe op een heel specifieke categorie, namelijk bedrijven die actief zijn op het gebied van de media.

4.2.1 Het gebruik van eigen ondernemingen

Ondernemingen kunnen voor criminele samenwerkingsverbanden verschil-lende functies vervullen. We bespreken er drie: de logistieke ondersteuning van het criminele bedrijfsproces; de legitimering van verschillende activitei-ten die onderdeel uitmaken van dat bedrijfsproces; en het witwassen van cri-minele inkomsten.47,48

Logistieke ondersteuning

In hoofdstuk 3 (paragraaf 3.1) is naar voren gekomen dat criminele samen-werkingsverbanden eigen bedrijven gebruiken voor verschillende infrastruc-turele doeleinden. In het casusmateriaal zien we voorbeelden van eigen bedrijven die ingezet worden voor opslag maar vooral voor vervoer en voor het ontmoeten van mededaders en/of klanten. Zo wordt in een casus een eigen recyclingbedrijf gebruikt voor de opslag van spullen voor de productie van amfetaminen en tevens voor besprekingen met mededaders (casus 113). Het directe gebruik van eigen bedrijven zien we vaker wanneer het om

ver-voer gaat. In een mensensmokkelzaak gebruikt een dader de bus van zijn

im-/exportbedrijf om illegalen mee te vervoeren (casus 1). De vrachtwagens die in een andere casus ladingen hasj vervoeren, rijden onder de vlag van een transportbedrijf waarvan één van de verdachten directeur is (casus 11). In een andere drugszaak wordt speciaal voor het vervoer van hasj een reisbu-reau opgericht, onder welke naam een touringcar transporten tussen Neder-land en Marokko verzorgt (casus 28). Het criminele samenwerkingsverband in weer een andere zaak gebruikt eveneens eigen transportbedrijven voor het vervoer van heroïne (casus 86). Verder zien we bij verschillende criminele samenwerkingsverbanden dat zij zelf in dekladingen voorzien om smokkel-waar te verbergen. Dit aspect van het vervoer komt in de volgende subpara-graaf (legitimering en verhulling) aan bod.

Het gebruik van eigen bedrijven voor het ontmoeten van klanten en

mede-daders zien we onder meer bij ondergrondse bankiers. Deze ‘bankiers’

maken vaak gebruik van winkels die, behalve als bijvoorbeeld kleding- of telecomwinkel, fungeren als ‘loket’ voor klanten. In de winkels kunnen die klanten hun geld brengen of ophalen en/of instructies krijgen. Ook kunnen de personen die betrokken zijn bij de uitvoering van het ondergronds bankie-ren (de daders) in de winkels overleggen. Voorbeelden van winkels met een dergelijke ontmoetingsfunctie voor ondergrondse bankiers zien we in casus 65, 95, 112, 146 en 150 (zie ook paragraaf 6.3). Het gebruik van eigen ruimtes

47 Bruinsma en Bovenkerk onderscheidden in een rapport voor de Parlementaire Enquêtecommissie Opspo-ringsmethoden de faciliterende, de legitimerende, de witwas- en de spenderende functie van ondernemingen (PEO, Bijlage IX, 1996). Omdat het begrip ‘faciliteren’ ook betrekking zou kunnen hebben op witwassen, gebruiken we bij eerstgenoemde functie een andere term. De spenderende functie laten we hier buiten beschouwing.

48 De bedrijven die hieronder worden besproken zijn ‘eigen’ ondernemingen in de zin dat zij in de praktijk ter beschikking staan aan de desbetreffende criminele samenwerkingsverbanden. Dat wil echter niet altijd zeg-gen dat zij ook het formele eizeg-gendom zijn van die criminele samenwerkingsverbanden.

voor de ontmoetingsfunctie zien we ook, maar wel in mindere mate, bij andere delictsoorten. Zo wordt daarvoor een winkel, kantoor, koffiehuis of hotel, dat in bezit of beheer is van de verdachten zelf, gebruikt in mensen-smokkelzaken (casus 34 en 53), drugszaken (casus 87 en 92) en in een fraude-zaak (casus 142).

Legitimering en verhulling

Wanneer een eigen onderneming wordt gebruikt om het logistieke proces te ondersteunen, heeft dezelfde onderneming vaak ook een legitimerende func-tie. De ondergrondse bankier die bijvoorbeeld een telecomwinkel gebruikt om klanten te ontvangen vervult daarmee een logistieke functie, maar de winkel dient tegelijkertijd ter legitimering van de in- en uitlopende mensen; de handel in belkaarten die op de gevel prijkt, verhult immers de ware reden waarom (veel) klanten de winkel bezoeken. De logistieke en legitimerende functie vallen dus vaak samen.

Toch zijn er ook zaken waarin vooral de verhullende functie van onderne-mingen duidelijk naar voren komt. Dat zijn onder meer casussen waarin gebruik wordt gemaakt van dekladingen, dat wil zeggen ladingen waaronder smokkelwaar letterlijk en figuurlijk verborgen kan worden. In verschillende drugszaken zien we dat de daders beschikken over bedrijven die in dekladin-gen kunnen voorzien en die een legitieme reden bieden voor internationaal transport. Zo zien we in drie zaken dat visserij- of fruitbedrijven worden gebruikt voor cocaïnesmokkel (casus 101, 128 en 131). Voor het vervoer van xtc wordt in een andere casus gebruikgemaakt van een droogbloemenbedrijf (casus 92). En voor hasjsmokkel in weer een andere zaak zet het criminele samenwerkingsverband een porseleinbedrijf in. Onder de naam van dat por-seleinbedrijf vervoert een schip Chinese klei die in werkelijkheid alleen dient om een lading hasj te verbergen (casus 25).

De dekladingen dienen zoals de term al aangeeft vooral om het vervoer van bijvoorbeeld drugs, sigaretten of mensen te verbergen. Hoewel de deklading vanuit crimineel perspectief dus slechts bijzaak is, kan het gebruik ervan in sommige gevallen een zodanige omvang aannemen dat het de desbetref-fende groepering voor geheel eigen logistieke problemen stelt. Dit was bij-voorbeeld het geval in een zaak die draait om de illegale handel in sigaretten. Het criminele samenwerkingsverband gebruikte als deklading voor de rook-waar onder meer turf. Op een gegeven moment ontstond het probleem dat de organisatie de turf niet kwijt kon. Over de tap werd gehoord dat de organi-satie extra loodsen moest huren omdat alle loodsen vol turf stonden. Uitein-delijk wilden zij de turf eventueel zelfs gratis weggeven (casus 103).

Een andere categorie waarin vooral de legitimerende of dekmantelfunctie duidelijk naar voren komt, bestaat uit zaken waarin daders eigen ‘bedrijven’ gebruiken als tussenschakel in contacten met externe, reguliere bedrijven. Criminele samenwerkingsverbanden kopen dan bijvoorbeeld vervoers- of

opslagvoorzieningen of grondstoffen in bij reguliere bedrijven maar laten de inkoop verlopen via ondernemingen. Deze ondernemingen dienen dan hoofdzakelijk als masker van legaliteit waarachter de daders en hun ware bedoelingen met de inkoop schuilgaan. Het op dergelijke wijze gebruiken van een eigen onderneming als interface zien we onder meer in casus 20, 24 27, 28, 56 en 133

Het criminele samenwerkingsverband houdt zich bezig met cocaïnehan-del. De groep schakelt voor bijvoorbeeld loodshuur en autohuur altijd legale bedrijven in, die van niets weten. De contacten met deze legale bedrijven leggen ze via vier eigen bedrijfjes op het terrein van im- en export (om alles een schijn van legaliteit te geven) (casus 56).

De hoofdverdachten kopen via een bedrijf van één van hen paracetamol en cafeïne in bij de reguliere groothandel in Nederland en Duitsland. De daders verkopen deze stoffen vervolgens als versnijdingsmiddelen aan drugshandelaren (één van de onderzochte casussen).

De containers met daarin drugs werden geïmporteerd door ingeschakelde reguliere bedrijven, die het importverzoek weer kregen van bedrijven waar verdachten eigenaar van waren of anderszins bij betrokken waren. Zo beschikten de verdachten over een Nederlands expeditiebedrijf, een bedrijf in Polen en een bedrijf in Bulgarije. Die bedrijven waren er puur om containers op papier ‘in ontvangst te nemen’ (casus 27).

Witwassen

In hoofdstuk 3 (paragraaf 3.1) zagen we dat het witwassen van criminele inkomsten in de onderzochte zaken veelal aan specialisten wordt uitbesteed. Voor zover criminele samenwerkingsverbanden het witwassen zelf uitvoeren, en dat komt toch meer dan incidenteel voor in de zaken, worden daar vooral eigen ondernemingen voor gebruikt. Sommige van deze ondernemingen hebben alleen een witwasdoel en zijn dus in feite een façade, maar andere hebben wel degelijk ook een legitieme bedrijfsvoering. De aanwending van de bedrijven voor witwasdoeleinden bestaat eruit dat een legale geldstroom wordt gefingeerd – de dader doet bijvoorbeeld dan alsof de € 100.000 die hij met drugshandel heeft verdiend de opbrengsten zijn van een autobedrijf. Wat opvalt in de onderzochte casussen is dat onder de eigen bedrijven die voor witwasdoeleinden worden ingezet, verschillende keren een onderne-ming in de autobranche opduikt. Het gebruik van eigen onderneonderne-mingen ten behoeve van witwassen komt naar voren in casus 57 (onder meer een garage en vastgoedbedrijven), 79 (garagebedrijf), 99 (autoverhuurbedrijf), 109 (han-del/im-/export), 128 (eigen moneytransferkantoren en autobedrijven), 131 (onder meer een garage en een vastgoedbedrijf), 132 (autobanden), 133 (mediation), 136 (vastgoedbedrijven), 139 (garage en levensmiddelenhandel),

142 (lege vennootschappen), 143 (bedrijven in vastgoedsector) en 146 (kle-dingwinkel).49

4.2.2 Het gebruik van externe ondernemingen

In verschillende gevallen ontkomt een crimineel samenwerkingsverband er niet aan om, eventueel via een tussenschakel, gebruik te maken van externe ondernemingen, dat wil zeggen ondernemingen die niet onder eigen con-trole staan. In hoofdstuk 3 (paragraaf 3.1) zagen we dat dit in sterke mate geldt voor criminele groeperingen op het gebied van de productie van syn-thetische drugs en groeperingen die versnijdingsmiddelen nodig hebben. Zij zijn voor apparatuur zoals glaswerk en stempels, voor grondstoffen en/of voor versnijdingsmiddelen uiteindelijk vaak afhankelijk van gespecialiseerde bedrijven. Voor logistieke functies zoals opslag, vervoer en ontmoeten, gebruiken criminele samenwerkingsverbanden juist vaak voorzieningen in eigen beheer. Verder zagen we, in paragraaf 4.2.1, dat wanneer externe ondernemingen worden ingeschakeld, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van grondstoffen of vervoerscapaciteit, dit in een aantal gevallen gebeurt via een eigen bedrijf als tussenschakel. De contacten met externe ondernemingen zijn zo dus al op hoofdlijnen beschreven. Daarom gaan wij hieronder in op een heel specifieke categorie van ondernemingen die ingezet kunnen wor-den, namelijk bedrijven die actief zijn op het gebied van de media.

Het actief gebruik van de media

Doorgaans vindt georganiseerde criminaliteit in het verborgene plaats en doen betrokkenen er ook alles aan om hun activiteiten verborgen te houden. In sommige gevallen wordt door daders echter actief de openbaarheid opge-zocht via de media. Dit komt in maar enkele zaken voor, maar als het voor-komt, kan het grote gevolgen hebben. Daarom, en omdat er tot nu toe weinig is geschreven over het inzetten van media door criminele samenwerkingsver-banden, gaan wij er hier op in.

Het gebruik van de media kan een aantal doelen hebben: beïnvloeding van de algemene opinie; beschadiging van tegenstanders; en het trekken van klanten (reclame). Het inzetten van de media om de algemene opinie te beïn-vloeden of om tegenstanders te beschadigen, kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het geven van interviews en het ‘lekken’ van dossiers. Om zijn nieuws ook echt geplaatst te krijgen is een dader natuurlijk wel afhankelijk van jour-nalisten of andere medewerkers van het desbetreffende medium. Deze bereidheid zal waarschijnlijk groter zijn in ‘mediagenieke’ dan in anonieme zaken. Het gebruik van de media voor deze doelen zien we in twee zaken (zie ook Middelburg, 2002).

49 Ten slotte spelen eigen bedrijven of bedrijven waarbij de dader in dienst is (was) bij bepaalde gevallen van fraude/oplichting een belangrijke rol. In verschillende fraudezaken wordt een ‘eigen’ bedrijf gebruikt om de fraude te plegen. Dit is besproken in paragraaf 3.1.

De media kan ook worden gebruikt om klanten te werven (één casus). Felson beschrijft dat het bereiken van klanten – ‘reaching the public’ – criminele samenwerkingsverbanden voor een dilemma plaatst; hoe klanten te trekken terwijl je in het verborgene moet opereren (Felson 2006b, p. 11-12)? In een casus die draait om beleggingsfraudeurs (oplichters) is van een dergelijk dilemma echter in het geheel geen sprake. De daders treden juist met veel vertoon in de openbaarheid om zo veel mogelijk klanten te werven voor ogenschijnlijk legitieme beleggingsprojecten. Het criminele samenwerkings-verband lokt particuliere beleggers om geld te investeren in vakantieverblij-ven in een zonnig buitenland. Daarvoor wordt onder meer actief gebruikge-maakt van de media, die zich niet bewust waren van de criminele bedoe-lingen van deze ‘investeerders’.50 De daders steken tonnen in een marketing-campagne. Ze maken onder meer reclame op twee televisiezenders. Verder laten ze folders en brochures maken en adverteren ze in een tijdschrift en op websites. Al met al weten de daders zo het vertrouwen te winnen van vele tientallen beleggers, die gezamenlijk miljoenen euro’s verliezen aan de frau-deurs. Het inzetten van de media zorgt er niet alleen voor dat klanten worden bereikt, het verschaft het ‘investeringsproject’ tevens een schijn van betrouw-baarheid.

Belegger W: ‘Op … (televisiezender) zag ik de commercial. … De commer-cial zag er goed en professioneel uit. Het zat gewoon goed in elkaar.’ Belegger D: ‘De brochures en de tv-reclame gaven een betrouwbare indruk. Het is een totaalbeeld. Ik kreeg alles keurig op tijd toegestuurd, de rente werd op tijd betaald. (...) Ook het kantoorgebouw op de … (straat) zag er keurig uit.’

Belegger A: ‘Het commentaar van “deskundigen” in tv-programma’s van … (televisiezender) is voor mij belangrijk geweest voor het beoordelen van de betrouwbaarheid. Voorbeelden van websites waarin het product … werd besproken zijn … (5 voorbeelden van websites). Op deze websites werd het product … besproken en bejubeld’(casus 142).

In document Georganiseerde criminaliteit in Nederland (pagina 124-129)