• No results found

Geweld om conflicten te beslechten

2.1 Vijf vormen van geweld

2.1.3 Geweld om conflicten te beslechten

Een derde oorzaak van geweld of dreiging hiermee vormen conflicten of belangentegenstellingen. Dit is veruit de meest voorkomende vorm van geweld in de onderzochte casussen. Meestal gaat over de levering van illegale waar (kwaliteit, hoeveelheid, plaats van aflevering) en ruzies over de afspra-ken over de betaling (tijdstip, plaats) en de nakoming hiervan. Ripdeals, dat wil zeggen de moedwillige niet-nakoming van beloftes of het plegen van bedrog, vormen een andere categorie; deze zullen in paragraaf 2.1.5

behan-deld worden. Het gaat hier (voor zover bekend) dus niet om moedwil maar om onvermogen en misverstanden, waardoor gemaakte afspraken (of ver-meende afspraken) niet worden nagekomen.

Deze conflicten over betalingen en leveranties kunnen tot zeer gewelddadige acties leiden.

Een man wordt in zijn been geschoten omdat hij een schuld van circa € 6.000 niet terug kan betalen. Andere personen worden bedreigd met ‘het door de knieën schieten’ (één van de onderzochte casussen). Colombianen (cocaïnehandel) gijzelen een man die een betalingsachter-stand heeft van circa € 750.000. Nadat diens vrouw een deel van het geld bij elkaar heeft gesprokkeld en heeft betaald, wordt de man losgelaten maar moet de vrouw zijn plaats innemen totdat het hele bedrag is betaald (één van de onderzochte casussen).

Hoe ontstaan betalingsproblemen? Bij transacties volgt niet altijd contante betaling bij de levering van de goederen. Afnemers hebben het benodigde geld niet voorhanden en bedingen dat zij eerst iets moeten kunnen verkopen, voordat zij hun schuld in zijn geheel kunnen afbetalen. Hierdoor komt het voor dat afnemers een grote schuld opbouwen bij de leveranciers. Het wordt helemaal gecompliceerd als partijen drugs door de politie in beslag genomen worden of opeens zijn verdwenen. Opeens heeft de koper dan niet meer de middelen waarover hij bij het sluiten van de andere deal nog wel dacht te kunnen beschikken. Er volgt in dit soort situaties een voorspelbaar patroon waarin de schuldeiser steeds luider eist dat hij geld wil zien en de debiteur allerlei beloftes en toezeggingen doet om hem te apaiseren en op afstand te houden. In dit soort omstandigheden doet zich het gemis gevoelen van kan-tonrechters, deurwaarders, banken en andere kredietverleners. Werken in de illegaliteit betekent, zoals eerder gesteld, dat geen beroep gedaan kan worden op de bescherming van het recht en de overheid.

Casus 137 is hiervan een goed voorbeeld. De afnemer van een partij heroïne komt in de problemen omdat hij te maken heeft met handelspartners die hem traag betalen.

Het betreft een aantal Turkse Nederlanders die heroïne importeren uit Turkije en deze in onder meer Nederland en Ierland doorverkopen. Met hun Engels is het niet zo goed gesteld en dat verklaart dat zij enkele Hol-landse vriendinnen inschakelen om met de Ieren telefonisch te onder-handelen en afspraken te maken. Bijkomend voordeel is dat deze vrouwen een mitigerend effect uitoefenen op de Ieren. Binnen het samenwerkingsverband zijn er allerlei ruzietjes en ook met de Ierse zakenpartners verlopen de contacten niet altijd even soepel. Hoewel de Turks-Nederlandse daders onderling dreigende taal uiten, wordt de daad

nooit bij het woord gevoegd. Ze reageren gelaten op trage betalingen uit Ierland. Dit leidt er in één geval toe dat zij in liquiditeitsproblemen komen bij de betaling van een partij heroïne uit Turkije. Zij worden blij-kens afgeluisterde telefoongesprekken door de Turkse leveranciers zwaar onder druk gezet om binnen een uiterste termijn te betalen. Dit lukt niet en één van de Turkse Nederlanders wordt daarop mishandeld door de leveranciers uit Turkije (één van de onderzochte casussen).

De mishandeling is na een reeks van dreigingen een voorspelbare stap in het oplossen van het probleem: eerst dreigen en als dat niet helpt slaan. De Turkse leverancier wordt niet lang na de mishandeling op zijn wenken bediend, de openstaande rekening wordt betaald. Maar of dit dankzij de mis-handeling is bereikt, blijft de vraag.

Het lijkt heel ‘logisch’ dat op wanbetaling sancties volgen. In het civiele recht loopt de debiteur het risico dat hij de schade die voortvloeit uit wanprestatie moet vergoeden. Maar in de illegaliteit gelden andere wetten. De kans bestaat dat niet de schuldenaar maar de schuldeiser de nadelen ondervindt van wanbetaling. De voordeligste manier waarop een schuldenaar van zijn schuld afkomt, is het uitoefenen van geweld tegen de schuldeiser (Volkov, 2002). In het zaaksbestand zijn hiervan enkele voorbeelden aanwezig.

Dader D heeft gokschulden en heeft een lening afgesloten bij een zaken-man. D betaalt niet terug en als de zakenman hem erop aanspreekt, dreigt D met fysiek geweld als hij hem niet binnen enkele weken een groot bedrag betaalt. De zakenman doet aangifte bij de politie (één van de onderzochte casussen).

In één van de onderzochte casussen krijgt de lijfwacht van P, een hoofdver-dachte binnen een drugsnetwerk, opdracht iemand te vermoorden bij wie P een schuld heeft uitstaan.

Het betreft een bedrag van tienduizenden euro’s betreffende drugshan-del. P en zijn lijfwacht gaan naar de schuldeiser toe, allebei gewapend met een vuurwapen. Tijdens het gesprek verontschuldigt P zich voor de schuld. Maar na afloop van het bezoek worden concrete plannen gesmeed om de crediteur te vermoorden. Later maakt P echter pas op de plaats. Hij ziet toch maar af van de liquidatie (één van de onderzochte casussen).

Het dossier geeft helaas geen antwoord op de vraag of deze afloop wellicht te maken heeft met een eventuele kwijtschelding van de schuld door de credi-teur.

In een aantal casussen (5, 6, 26, 81, 90 en 113) blijken de criminele samen-werkingsverbanden gedomineerd te worden door zeer agressieve leiders, die

ook hun directe omgeving veel angst inboezemen. Misverstanden en onver-mogen worden door deze mannen met hun korte lontjes zwaar afgestraft. Door hun agressieve natuur boezemen zij veel angst in, en slechts het enkele voornemen om een straf op te leggen kan tot ernstige gevolgen leiden. Een navrant voorbeeld hiervan is onderstaande casus, waarin X, de leider van een samenwerkingsverband, door de verbalisanten wordt omschreven als zeer gewelddadig.

Eén van de medewerkers van X krijgt geld om telefoons te kopen. Ver-moedelijk heeft de man het geld ergens anders aan besteed. In ieder geval ontvangt X niets. X heeft hem daarop, blijkens tapgesprekken, ernstig bedreigd. Op de dag dat hij met X heeft afgesproken om een en ander te ‘regelen’ is de medewerker naar een autoweg gereden, heeft zijn auto op de vluchtstrook geparkeerd en is voor een voorbij rijdende auto gespron-gen (één van de onderzochte casussen).

In een andere casus heeft één van de daders een vergelijkbare reputatie als de zojuist genoemde X.

Deze man, die later zelf slachtoffer is geworden van een liquidatie, stelt één van de mededaders verantwoordelijk voor het mislukken van een xtc-transactie. Door middel van een opklimmende reeks van acties (intimida-tie, mishandeling, bedreiging met vuurwapen) probeert hij de betrokkene tot het betalen van een schadevergoeding te dwingen. Dat het de man ernst is, blijkt uit het feit dat hij iemand € 50.000 in het vooruitzicht stelt als deze in staat is het bedrag te incasseren. Uiteindelijk lukt ook dat niet. Wel wordt de vermeende schuldenaar uiteindelijk door drie mannen zwaar mishandeld (één van de onderzochte casussen).

In de bovenstaande gevallen voegen de hoofddaders de daad bij het woord. Zij maken hun agressieve reputatie waar. Hoe groter hun gewelddadige repu-tatie is, des te vaker zouden zij het bij dreigementen kunnen laten (Varese, 2011). Maar hun agressieve karakter staat het bereiken van een geweldloze oplossing in de weg. In andere casussen troffen wij een type dader aan dat in een aantal opzichten de tegenpool is van de agressieve dader. Dit type uit ook veel dreigementen, maar oefent feitelijk vrijwel nooit geweld uit, wat zijn reputatie niet ten goede komt. Eén van de voorbeelden hiervan is de hoofd-verdachte F.

F is jarenlang in een grote stad een belangrijke spil geweest in de handel in cocaïne en hennep. Mede door zijn hoge leeftijd is hij nu op zijn retour. Hij probeert door het uiten van dreigementen toch nog greep te houden op zijn sociale omgeving. Uit afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat hij zich erg boos maakt op zijn mededaders B en C die hem nog geld

ver-schuldigd zijn. B en C beloven elke keer te zullen betalen, en F schenkt hen elke keer weer uitstel. Maar F is letterlijk en figuurlijk verzwakt. Hij is niet langer de onaantastbare crimineel in zijn stad en zijn dreigementen maken niet veel indruk meer (één van de onderzochte casussen). In deze casus illustreren de dreigementen van F vooral diens onmacht. Dit geldt voor meer zaken. Het gaat in deze gevallen dan niet om daders op hun retour, maar simpelweg om de beperkte mogelijkheden die voorhanden zijn om conflicten gewelddadig te beslechten. In de inleiding van dit hoofdstuk is al gesteld dat daders zich bij het uitoefenen van geweld ongewild in de kijker van de politie plaatsen en een negatieve reputatie kunnen krijgen. Wat kan een dader eigenlijk anders doen dan dreigen, mishandelen of doden als hij niet wordt betaald of als de kwaliteit van de geleverde goederen niet overeen-komstig de afspraken is? Tussen het gelaten accepteren van het ontstane nadeel aan de ene kant en het letterlijk uitvechten van het conflict aan de andere kant zit meestal niet erg veel speelruimte. Er kunnen goede redenen zijn om niet te reageren op problemen of conflicten. Bij ingewikkelde trans-acties met verre landen bijvoorbeeld wordt het mislukken ervan soms als een bedrijfsrisico ingecalculeerd en geaccepteerd. In de wetenschap dat de ware toedracht van bijvoorbeeld het verdwijnen van een partij drugs toch niet kan worden achterhaald, beperken de betrokkenen zich tot het opzeggen van de samenwerking met hun handelspartners of laten ze niets meer van zich horen (Van de Bunt & Kleemans, 2007).

In sommige zaken proberen daders te voorkomen dat zij met elkaar in de clinch raken vanwege betalings- of leveringsproblemen. In de eerste plaats kan gewezen worden op het fenomeen van een ‘makelaar’ of ‘notaris’ in de illegaliteit. Dit is een onpartijdige derde die partijen bij elkaar brengt, dan wel aanwezig is als twee partijen afspraken maken om met elkaar zaken te doen. Zijn betrokkenheid kan het maken en naleven van afspraken ten goede komen. Een voorbeeld van een dergelijke ‘makelaar’ zien we in één van de onderzochte casussen.

De hoofdverdachte heeft in drugstransacties verschillende rollen aange-nomen. Soms als initiatiefnemer, soms als financier, maar nu vooral als makelaar, iemand die partijen bij elkaar brengt. Zo kon hem bijvoorbeeld gevraagd worden door een aanbieder om een afnemer te regelen voor een partij verdovende middelen, waarbij de hoofdverdachte dan zorgde dat de leverancier en de afnemer bij elkaar werden gebracht. Verder vervult hij tevens de rol van adviseur, iemand bij wie anderen om raad komen vragen (één van de onderzochte casussen).

In enkele gevallen van mensensmokkel vervult een derde partij een ‘depot-functie’; deze persoon had een rekening waarop personen die met mensen-smokkelaren in zee gingen vooraf geld konden storten. Afspraak was dat de

reissom aan de smokkelaren werd voldaan door deze ‘notaris’ als de gesmok-kelde persoon hiervoor zijn fiat gaf.

Naast het ‘depot’ zijn in een aantal zaken ook andere rechtsfiguren aanwezig, zoals het geven van een onderpand, die ook in het normale rechtsverkeer bestaan om partijen over en weer zekerheden te bieden en conflicten te voor-komen. Het verschil met het normale rechtsverkeer is dat in de illegaliteit niet geld of goederen maar mensen als borg of onderpand worden gebruikt.