• No results found

De juiste mix tussen het moment, de burger en de professional

Hoofdstuk 5. De analyse van de Kanteling: een theoretische interpretatie

7.4 Het resultaat van de Kanteling voor de burger

7.4.1 De juiste mix tussen het moment, de burger en de professional

Nu alle resultaten van de geïnterviewden zijn beschreven, kunnen we wellicht iets algemeens zeggen over de resultaten van de Kanteling. We zouden voorzichtig kunnen stellen dat drie elementen moeten overeenstemmen: het moment, de persoonlijke mogelijkheden en de professional. Als deze mix met elkaar strookt, is de kans het grootst dat de participatie toeneemt. We lichten dit toe.

Het moment lijkt bepalend, omdat er sprake moet zijn van een zekere lijdensdruk. Mevrouw Amba bijvoorbeeld, wilde al heel lang graag werken, want ze heeft zich nooit prettig gevoeld in de bijstand, vertelde ze in het interview. De financiële problemen van mevrouw Specht stapelden op en het had niet lang meer geduurd of ze zou haar huis uit worden gezet. De heer Van Doorn was onlangs bij de cardioloog geweest waar hij slecht nieuws te horen kreeg. De

Kanteling kwam op het juiste moment in hun leven. We zien dat situationele factoren van invloed zijn.

De persoonlijke mogelijkheden lijken ook bepalend te zijn. In de literatuur is veel geschreven over gedragsveranderingen waarin verschillende factoren van invloed kunnen zijn57. Voor ons onderzoek gaan we hier niet dieper op in. De interviews geven namelijk onvoldoende inzicht in de denkstappen die gemaakt zijn om het gedrag te veranderen, laat staan dat deze voor alle geïnterviewden gelijk opgaan. Een andere optie is om te kijken naar wat het mogelijk heeft gemaakt voor de geïnterviewden om zich staande te houden in hun situatie. De medisch socioloog Antonovsky spreekt van ‘Kohärzengefühl’(gevoel voor samenhang) waarmee verklaard kan worden hoe mensen onder een langdurige, voortdurende en dynamisch gevoel toch vertrouwen kunnen blijven houden58 (Antonovsky 1997, p. 36). Hij onderscheidt drie componenten (zie voor uitleg hoofdstuk drie).

De eerste is Verstehbarkeit (begrijpelijkheid). De heer Munk lijkt hier een voorbeeld van. Geduldig zoekt hij iedere keer naar nieuwe mogelijkheden als deuren (van de ING en van de gemeente) gesloten blijven. Hij herstelt zich na alle tegenslagen door rationeel te handelen en blijft volhouden:

‘Nou, dus met die [sociaal raadsman] heb ik gesprekken gehad en die zei van, “joh, er is bij de gemeente, er loopt iets, een project, en dat heet kantelen”. Ik denk: dat moet ik hebben! Bij mij moet er iets kantelen, want ik sta maar tegen die draaideur aan te duwen, maar hij draait niet. Ik heb [de professional] toen gewoon gebeld,: ” ik ben die en die, ik ben daar en daar mee bezig. En het lukt allemaal niet en kans en kantelen klinkt goed. Kun je iets voor mij betekenen?”

De tweede component is Handhabbarkeit (beheersbaarheid dankzij de aanwezigheid van bronnen). We noemen een paar voorbeelden van bronnen die belangrijk waren voor de geïnterviewden. Mevrouw Nesterko: (En wat helpt jou om dit te dragen?) “Ik denk de liefde

voor mijn gezin, (…) ik heb mijn eigen kracht, en iets, ik noem het God, dat ervoor zorgt dat ik niet instort”.

Bij mevrouw Van der Vlist zien we dat haar overtuiging (“ik heb een hoog IQ”) haar kracht geeft, omdat zij anderen hierdoor kan helpen. Voor de heer Peja geldt het geloof als onderdeel van zijn leven: ‘Van huis uit ben ik gereformeerd. Het is er met de paplepel ingegoten. (…) En

dat zeg ik nogmaals, ik ben daar toen gezond ingestapt, in dat huwelijk. Je hebt ja gezegd op goeie en kwade tijd en dat voelde ik ook als een plicht. Dat zal waarschijnlijk ook wel een beetje uit mijn geloof komen hoor’.

De professional wordt ook als bron beschouwd waardoor men zich gesterkt voelde. Een paar voorbeelden die we eerder tegenkwamen:

Mevrouw Specht: Zij heeft mij weer met beide benen op de grond gezet en op het goede

spoor laten komen.

Mevrouw Nesterko: Het is heel zwaar, maar ik heb echt het gevoel dat zij een zorg van mij

hebben weggenomen (… ) door hun persoonlijke betrokkenheid.

De heer Munk: [Hij heeft bijgedragen aan] de moed dat je niet in elkaar stort.

57

Bijvoorbeeld: Attitude, Sociale norm en Eigen effectiviteit (ASE-model); openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen, volhouden (model van Balm), omgeving, gedrag, vaardigheden, waarden, identiteit, spiritualiteit (te vinden in o.a. het NLP-model).

58 In plaats van de neutrale term gevoel zou men eerder stress o.i.d. verwachten, maar dat is juist datgene wat

Mevrouw Amba: Zij heeft mij dat zetje gegeven.

Mevrouw Van Zilt: Hij zei ook, u bent alleen, en al heel lang en u heeft echt behoefte aan

iemand voor een goed gesprek.

Hier heeft de professional kunnen meewerken aan verandering van overtuigingen en

mogelijkheden, want enkel materiële interventies leidde nauwelijks tot grote veranderingen. We zien bij de geïnterviewden van wie de participatie het meest is toegenomen, dat beide interventies (materieel en immaterieel) zijn ingezet en dat vooral de psychosociale

ondersteuning doorslaggevend lijkt te zijn. De psychosociale ondersteuning kwam op

verschillende manieren tot uitdrukking, maar betrokkenheid, luisteren en aandacht werden het meest genoemd. Vanuit deze ondersteuning werden ook materiële interventies opgestart. De laatste component is Bedeutsamkeit (betekenis/zingeving). Mevrouw Kwasiba lijkt te verwoorden dat haar strijd de moeite waard is: ‘En daarom heb ik besloten, ondanks dat ik me

realiseer dat ik op een dag ga sterven, nog heel lang wil leven. En dat heb ik wel tegen mijn kinderen gezegd. (…)Het kan. In positieve zin’.

Als deze ingrediënten - persoonlijke mogelijkheden, situationele factoren en een professional die zich (ook) op het psychosociale vlak beweegt - bij elkaar komen op het juiste moment, lijkt de kans op verbetering van de situatie het grootst. De Kanteling kan niet altijd leiden tot meer participatie als de tijd of de burger nog niet rijp is voor verandering.

7.4.2 Samenvatting en conclusies: De Kanteling als onderdeel van het eigen proces