• No results found

H E T TORADJA-GEB1ED

In document 0093 3000 (pagina 176-180)

Bundel I.

1. Regeeringsrapport over de onderafdeeling Paloe (1919) 130

1 Godsdienst (geestenhuizen, padi-oogst, teekens, feesten); 2. bestuur (landschappen, standen, erfopvolging met selectie, rijksornamenten, vreem-delingen, diensten, ambten — m a d i k a , d j o g o e g o e , p a b i t j a r a , g a l a r â —, kampoengbestuur — t o t o e a ) ; 3. rechtspraak (delicten, straffen boeten godsoordeelen, eeden) ; 4. slavernij en pandehngschap (gemengde huwelijken met vrijen, enz.) ; 5. woningen en dorpen

b a n t a i a of geestenhuis, enz.); 6. familie-inrichting (huw-verboden, straffen bij overtreding; huwelijken tusschen lieden van verschillenden stand, invloed op stand der kinderen; huwelijksgebruiken, geschenken, geboorte ; huwelij ksgoederenrecht).

S E R I E O 2—12 1 7 6

No. Biz.

B u n d e l V I I .

2 . V e r w i j z i n g 108 Voor inheemsche rechtspraak, naar Z nos. 2 en 3.

B u n d e l I X .

3 . U i t t r e k s e l u i t „ P a p a I W o e n t e " d o o r A i b . C. K r u y t ( 1 9 1 9 ) 171 Uit „Mededeelingen Zendelinggenootschap", dl. 54: schuldenrecht, recht-spraak.

4. I n l a n c l s c h e g o u d g r a v e r i j e n i n d e l a n d s c h a p p e n a a n d e T o m i n i

-b o c h t ( 1 9 0 0 ) 173 Uit een daarover handelend regeeringsrapport.

5. U i t e e n r e g e e r i n g s r a p p o r t ( 1 9 0 6 ) 176 Possostreek deel van Loewoe ; voorschotten op levering van

boschpro-ducten en copra.

6. G e w e s t e l i j k e r e g e l i n g n o p e n s d e i n h e e m s c h e r e c h t s p r a a k

( 1 9 0 7 ) 177 Residentsbesluit 12 Juli 1907, vaststellend een „Regeling der

rechtsple-ging over de onderdanen der inlandsche zelfbesturen in de afdeeling Midden-Celebes der residentie Menado", in 21 artikelen, met modellen.

— Aanteekeningen op deze regeling, uit een bestuursrapport van 1913.

B u n d e l X I I .

7. V e r b o d e n h u w e l i j k e n i n P o s s o ( 1 9 1 5 ) 2 2 2 Opstel van dr. F . J. Fokkema, in Mededeel. Ned. Zend. Gen. 59 (1915):

absoluut huwverbod tot derden graad ingesloten, overtreding met dood bestraft; bij sommige stammen in geval van derde-graads-huwelijken zoening toegestaan, m o r a m b o e 1 a n g i = den hemel bewolken ; on-geoorloofd zijn huwelijken tusschen man en vrouw van verschillende generaties, in verband met classificatoir verwantschapsstelsel ; goed te maken door boete w e n t j e n t i d a (voor het verwijden van de g r e n s ) ; bij buitenechtelijke gemeenschap tusschen lieden van ongelijke generatie is openlijke biecht en zoenoffer vereischt ; voorstellen tot wijziging adat;

naschrift van dr. N . Adriani over het classificatoire verwantschapsstelsel bij de Toradja's en in verband daarmede het huwverbod voor lieden van verschillende generaties.

8. H u w e l i j k s r e c h t i n P o s s o ( 1 9 1 5 ) 2 3 0 Uit het opstel van dr. F . J. Fokkema „Het feestelijk schoonmaken der

graven in Posso", in Mededeel. Ned. Zend. Gen. dl. 59: om den rijst-bouw te doen slagen, en om den band tusschen weduwe of weduwnaar met gestorven echtgenoot (e) te verbreken.

B u n d e l X V I I .

9 . G e g e v e n s o v e r a d a t r e c h t ( 1 9 1 4 ) 123 Uit deel I I I van Adriani's en Kruyt's „De Bare'e-sprekende Toradja's",

het taal- en letterkundig gedeelte van het w e r k : min of meer beeld-sprakige benamingen der verschillende boeten, met tal van voorbeelden;

taalpantangs bij kleinere stammen ; uitdrukkingen voor „aanvoerder",

„hoofd"; t i b o , t i w a , t i w a h (Minah., oud-Jäv., Daj.) enz. = eed, gelofte, doodenfeest.

1 7 / T O R A D J A - G E B I E D

No. B 'z

-10. V e r w i j z i n g 1 2 9 Over de vraag, of de T o Sa'dan adatrechtelijk wel tot de Toradja's te

rekenen zijn; enz. — Zie no. 20 dezer serie en no. 16 van serie P .

Bundel X X I I .

11. Verbodsteekenen (1921) 378

Mededeelingen van den controleur van Paloe, van "dr. Aib. C. Kruyt, en van dr. N . Adriani. — Zie Z no. 23.

Bundel XXV.

12. Inheemsche beschrijvingen van rechtszaken ( ± 1920) . • 275

In vertaling ontvangen van dr. N . Adriani, met aanteekeningen van zijn hand (taalkundig en adatrechtelijk) :

a. Inbreuk op een rouwbepaling : bij dood van een hoofd werd als teeken van rouw vischvangst in bepaalde plas voor een jaar verboden (door merkteekens kenbaar gemaakt), welk verbod door vreemden werd ge-schonden; als boete werd een geit c a . gevorderd; toen men bezwaren opperde, werd de boete verhoogd met een kip ca., ten slotte met een buffel en zes stukken katoen; alles werd betaald (door tusschenkomst van de vrouw van het hoofd werden drie stukken katoen kwijtgeschol-den); was boete niet betaald, zoo had men alles uit huis en erf wegge-dragen bij wege van eigen richting ( m o n g g o e r a r o e ) .

b. Aanklacht wegens misdrijf van den mond, met als grondslag der boete een kip: vrouw scheldt haar man uit en betrekt daarin zijn grootmoeder;

beiden gaan naar hun hoofd en verklaren, zich bij zijn beslissing neer te leggen; het hoofd overweegt, dat misdrijf met den mond beboet wordt met een kip, maar waar de grootmoeder erin betrokken werd, wordt „de grondslag der boete op misdrijf der hand" toegepast, d.i. een geit; boven-dien moet de vrouw nog iets geven aan 's mans moeder en aan zijne nog levende „grootouders" (in classificatoiren zin).

c. Aanklacht wegens misdrijf der hand, met als grondslag der boete een geit: zware mishandeling door man van zijne vrouw; beboet met buffel (de zwaarte der mishandeling stempelt haar tot misdrijf van hoogere orde dan „misdrijf der h a n d " ) .

d. Het brengen eener zaak voor het hoofd : een twist, waarbij de vrouw haar man verwijt, dat hij zich op zijn hoogen stand („jij met al je grootouders en ouders") laat voorstaan, eindigt met een gevoelige tuch-tiging van haar, met ontijdige geboorte van haar kind, waarvan zij zwanger was, als gevolg, alsmede ernstige ziekte van haarzelve; de beiderzijdsche familieleden worden erin betrokken, die besluiten de zaak door het hoofd te doen uitmaken; de man wordt „schuldig met zijn ge-heele lichaam" verklaard, boete : een buffel „met zes dingen erbovenop", te betalen op den 8en dag na heden; als de vrouw sterft, moet de buffel voor het doodenfeest dienen (korte termijn met het oog op sterfkans der vrouw, omdat de boete op doodslag, g o m p a t e , hooger zou zijn indien niet tevoren de mishandelingsboete was betaald).

e. Rechtszaak, voorgebracht bij het dorpshoofd, wegens het bezoedelen (m a 1 o g e s i) van het slaapvertrek van een gehuwd paar : twee jonge-lieden hielden vleeschelijke gemeenschap met een meisje in het huis van de oom en tante van één hunner, wat bekend werd; de tusschenkomst van het dorpshoofd werd ingeroepen, wiens oordeel de oom verklaart te willen hooren; als boete op deze woningbezoedeling ( p e l o g e s i r a j a b a n o e a) wordt voor beide jongelieden samen gesteld op een geit, of koperen bord, of één rijksdaalder; oom legt zich hierbij neer, maar zegt, dat zoodanig'adat delict later dan ook niet zwaarder zal mogen worden

gezoend. . ƒ. Rechtsgeding met over en weer zenden van gezanten, over brand in

een dorpstempel : verhaal van logeergasten, die brand veroorzaken in de

40 12

S E R I E O 12—22; P 1, 2

178

No. Biz.

l o b o en, na het brandje te hebben gebluscht, zeer vroeg het dorp ver-laten; het hoofd zendt hun eenige lieden na, om een buffel als boete te eischen, maar dezen komen onverrichterzake terug ; de logeergasten zenden dan van hun kant boodschappers met een koperen bord (ter ver-vanging van een geit), die het hoofd weten voor te praten, dat kinderen den brand hadden veroorzaakt ; waarna met het bord genoegen werd genomen.

g. Redeneering met bangmakerij bij beboeting : verhaal van een gevreesd hoofd, die erop uittrok om te beboeten, en door brutaal optreden en intimidatie buffels wist te verkrijgen waar geiten of zaken van weinig waarde verschuldigd waren, speciaal in verband met het stelsel van m o p a n g a j a, m e l o e m p a en m o b a n t j o ë, het verhalen van het verschuldigde op een ander dan den schuldenaar, die het weer op een derde, deze wederom op een vierde kon verhalen (telkens met vermeer-dering van het verschuldigde), zoodat ten slotte het verschuldigde belang-rijk kon oploopen (zie aanteekening op dit stuk).

h. Verhaal van T o Lage die oorlog voerden om een palmwijnboom, die elkaar in eigen huis en haard bestookten, Lage-ers tegen Lage-ers : slaven van A voorzien een palmboom van verbodteeken, hetwelk door slaven van B wordt genegeerd, die den boom begonnen te bewerken, waarop A's mannen voortgingen den boom verder te bewerken, enz., totdat een der partijen, na vergeefs aangewende vredespoging, door op-hanging van buffelkopsymbool de tegenpartij met buffel-boete bedreigde, en deze door kopsnellen hierop reageerde, waardoor een oorlogstoestand met wederkeerige snelpartijen ontstond, die ten slotte werd beëindigd door uitlevering door de zwakste aan de sterkste partij van een gezin slaven (in de aant. o.a. nog iets over b o e 1 a w a, gelukbrengende zilver-muntjes als vredesteeken).

i. Verhaal van eene opschudding, door het plegen van ontucht, waarbij iemand zijne familie te schande maakt : meester van een slaaf misbruikt diens vrouw en wordt op een dansfeest door zijn slaaf gedood, die naar de Moriërs vlucht, doch door de dorpsgenooten van den gedoode wordt gevonden en door list overmand en gedood.

j . Terechtstelling van een moordenaar en dief : een slaaf van A, gewezen hoofd van Tewengko (To Lage), van een handelsreis met vele lijnwaden terugkeerend, wordt door B, iemand uit de streek tusschen Onda'a en Lage, in zijn slaap gedood en beroofd; met hulp van de dorpsgenooten zijner vrouw wordt B, nadat zijn daad veel opschudding in de geheele streek had veroorzaakt, door list gevangen en op ceremonieele wijze in de vlakte van Lage ter dood gebracht, waaraan jongens en tal van stam-genooten van den meester van den gedooden slaaf aan deelnemen ; een der ceremoniën is het m a n g o k o : het buigen van het hoofd tegenover de borst van het slachtoffer, vóór de executie; daarna het drukken van het afgesneden hoofd tegen de borst, „om dapper te w o r d e n " ; de scalp wordt in stukjes gesneden en verdeeld onder de dorpen, die aan de exe-cutie hebben deelgenomen; de stukjes scalp in de verschillende dorpstem-pels gedeponeerd (aldus waarschijnlijk te verstaan).

13. V e r w i j z i n g 3 3 4 Betr. indonesische getuigen in het Toradj a-gebied, naar serie C no. 82.

B u n d e l X X I X (zie serie A no. 44).

14. Twee vonnissen van den godsdienstigen rechter van Boengkoe

in boedelzaken (1925) 17

1. Vonnis 28 Jan. 1925: verdeeling van een boedel, afkomstig van vader en moeder, na den dood van laatstgenoemde (laatstgestorvene) ; de zoon krijgt tweemaal het aandeel van de dochter. — 2. Vonnis 17 Oct. 192S : met zorg opgeteekende uitspraak betr. verdeeling van den boedel van radja Abdoel Wahab van Boengkoe.

179 TORADJ A-GEBIED

In document 0093 3000 (pagina 176-180)