• No results found

door Minangkabauers (1912) 249

In document 0093 3000 (pagina 99-102)

Overwegingen en besluiten der vergadering van Minangkabausche nota-belen 25 Oct. 1912, waarbij overeengekomen: dat men zijn h a r t a p e n t j a r i a n zou schenken aan zijn kinderen, slechts één vrouw be-hoort te hebben, niet beneden de 17, 18 jaren mag trouwen; gepubliceerd in de „Oetoesan Malajoe" 7 Dec. 1912, en van critische noten voorzien door den meer adat-lievenden D. S. Maharadja (verg. no. 66).

9 9 M I N A N G K A B A U S C H G E B I E D Blz.

V e r v o r m i n g v a n h e t e r f r e c h t ( 1 9 1 7 , 1 9 2 1 ) 2 5 6 Verdeeling eener nalatenschap onder „erfgenamen" door commissie,

be-doeld bij a. 10, al. 2 Agrarisch Reglement Sum.'s W i t , Sbl. 1915 no. 98 (zie no. 42 dezer serie), Padang, 12 Dec. 1917. Volgens resident Sum.'s Wk. (13 Oct. 1921) heeft zich iets dergelijks niet meer voorgedaan. •—•

Verg. vorig nr., en verder no. 7 dezer serie, en serie F no. 18 onder b, en no. 29 (betr. het Minangkabausche T a p as Toean).

62. De Minangkabausche adat (1912) 258

Uit een lezing van de raden ajoe te Bandoeng (een Minangkabausche), zooals weergegeven in „De Locomotief" van 28—30 Maart 1912: ge-schiedenis, Hindoe-Javanen, de islam, soekoestelsel, harta poesaka, soe-koebestuur, galar, verplichtingen van den penghoeloe, huwelijk en kin-deren („de vader doet alle moeite — dit is een oude adat geworden — om zijn zoon met zijn kamanakan te laten huwen").

6 3 . D e t a n d o in h e t M i n a n g k a b a u s c h e h u w e l i j k ( 1 9 2 3 ) . . 2 7 0 Uit „Jong Sumatra" van Maart 1923, een stukje, onderteekend Nazief:

zoeken naar passend echtgenoot, die niet de mindere der vrouw mag zijn (de broer, wiens zuster met een zoon der bruidsfamilie is getrouwd, wordt gaarne aangezocht); t a n d o (ring, kris, enz.) als bezegeling der verloving; mag niet vervreemd; na huwelijksluiting teruggegeven; bij verbreking der verloving verbeurd, met teruggeving der zelf ontvangen tando ( m a l i p ës t a n d o ) ; verloving en tando-wisseling vroeger steeds in tegenwoordigheid van bloed- en aanverwanten.

64. De vorm van de poesaka-eigendomsakte (1921) . . . 275

Uit de Sumatrabode van 31 Oct. en 1 Nov. 1921 : „ P e r k u l i a n in mora"

door mr. W . H . A. Sarolea: Aansporing om de zgn. eigendomsakten betr. familiegronden te doen herzien teneinde misbruik te voorkomen, naar aanleiding van vonnis raad van justitie Padang 27 October 1921, waarbij werd aangenomen, dat de levende stammoeders der ervende familie, op wier naam (als het ware als trustee's) het aan haar familie toevallend erfgoed placht te worden overgeschreven, als persoonlijk-be-zitsters van dat goed kunnen worden beschouwd; verder, dat rectifi-catie van dergelijke akten — nl. overschrijving ten name der m a m a q ' s , volgens later gevolgde methode (verg. no. 1 dezer serie onder A en B) — dertig jaar na passeering der akte niet meer kan geschieden. Critische opmerkingen hiertegen; ook overschrijving ten name der m a m a q ' s geen waarborg tegen misbruik, omdat dezelfde persoon mamaq van ver-schillende (engere en ruimere) familiegroepen kan zijn (uitvoeriger hier-over, in verband met erfrecht, schrijver's opstel in T. v. h. R. 112, verg.

Van Vollenhoven, Adatrecht II, 883 v.) ; voorgesteld overschrijving ten name van de [eerst-gemeenschappelijke] stammoeder der ervende familie-groep.

65. Woekerbestrijding (1914) 284

Uit de Oetoesan Melajoe van 4 Februari 1914; het stuk, geteekend S. P., betreft de nagari Soemani: besluit van de orang ampat djinis, dat geen

„ h a r t a j a n g e n g k e l " (harta pentjarian?) mag worden verpand aan anderen dan negeri-genooten ; zoo ook t.o.v. het verhuren of in deelbouw geven ( ? ; d i s e d o e a k a n , m e n j e d o e a i ) van familie-goed, enz.

6 6 . A r t i k e l e n v a n D a t o e k S o e t a n M a h a r a d j a in d e O e t o e s a n M e

-l a j o e ( 1 9 1 1 — - 1 9 1 3 ) 2 8 7 1. Over de begrippen „tjoepak nan doea, kata nan a m p a t " ; 2. tambo

dan oendang-oendang adat alam Minangkabau; 3. over den Daulat jang dipatoean Pagarroejoeng; 4. „adat nan bersandi s j a r a " ; 5. de spreuken:

No.

61.

S E R I E H 66—76 1 0 0

No. B l z

-„dimana air orang disaoek, dimana ranting orang dipatah, disanalah adat orang ditoeroet"; en „hinggap mentjakam terbang m e n o e m p o e j 6. over het „loehak berpenghoeloe, rantau beradja, laras berdjongdjoeng".

— Schrijver ingeleid door dr. Van Ronkel (verg. no. 60).

6 7 . O u d e i n d o n e s i s c h e g e g e v e n s ( 1 8 0 0 . . . . ?) 3 1 4 Opsommingen, in een indonesisch, reeds oud uitziend handschrift

ge-vonden betr.: 1. adatdelicten die de gouvernementsrechter niet straft;

2. niet meer gebrachte huidegiften; 3. tekortkomingen in de adat welke straf verdienen ; 4. de taak van hoofden, grooten en bevolking bij plech-tigheden, zoo van blijden als droeven a a r d ; S. waardigheidsteekenen van de grooten.

68. „Rantau nan doeobaleh koto" en vooral „Loeboe

s

oelang aling"

in 1897 (1906) 317

Uit een artikel van H . T. Damsté in Tijdschrift B.B., 3 1 : de Rantau nan X I I Koto omvat drie landschappen, w.o. Loeboes oelang aling, elk onder een r a d j o, samen de r a d j o n a n t i g o s e l o , staande onder de radjo tigo selo van Djamboe lipo, deze weer onder de d a u l a t j a n g d i p e r t o e a n van Pagarroejoeng; symbolische titels, verhou-dingen, enz.; verder speciaal Loebooes oelang aling: gebied; recht (de t i a n g p a n d j a n g ; rechtsbedeeling en rechtspraak; straffen, enz.);

soekoe's ; vrouwen, vreemdelingen ; gronden, delfstoffen, boschproduc-t e n ; verkeerswegen; p a m a n a h a n . — Noboschproduc-ten over de beboschproduc-teekenis van r a n t a u , en „boven- en benedenstrooms'".

6 9 . O u d e g e g e v e n s ( 1 8 1 8 ; 1 8 8 0 ) 3 2 6 Bestuur in de Batang-hari-districten in 1880; bezoek van Raffles in 1818

aan Pagarroejoeng.

70. Dorpsoorlog (1833) 327

Clausule hierover in het „plakkaat pandjang" (1833), en opmerkingen omtrent het onschuldig karakter en de benamingen ervan, van De Steurs en P. J. Veth.

71. Adatstaatsrecht van Indragiri (1924) 328

Uit een verhandeling van controleur A. L. Samson : I. Het ontstaan van de 1 o e a q. — I I . Federatie tot het soetanaat ( s o e t a n, radja di negeri ; d a t o e k b a n d a h a r a , radja di balaj ; d a t o e k t o e m e n g g o e n g , radja di rantau; d a t o e k p a t i h , radja di padang; de bestuursorgani-satie; de r a d j a m o e d a ; zaman radja nan berampat; zaman printah).

— I I I . Samenhoorigheid. — I V . De l o e a q in het soetanaat mede-bestuursorgaan (de loeaq als autonoom orgaan; grondgebied; dorpen;

k a w a s a n p e n g o e l o e ) . — V. Volksordening en gezag (volksorde-ning van d e o r a n g m e m a k a j a d a t : huwelijk en huwelij ksgoederen ; ontbinding door verstooting, door den dood; volksordening der o r a n g n a n m e m a k a j s j a r a ' : huwelijk, huwelij ksgoederen, ontbinding; ver-schillen met de bovenlanden; gezag; de waardigheden). — V I . De loeaqs van Indragiri (de Bandjareezen). — V I L A d a t p e s e k a (ver-schil tusschen adat en adat peseka; wetgevende, uitvoerende, contro-leerende macht; karakter van de adat peseka). — V I I I . Beteekenis van de s o e m p a h . — I X . Het districtsbestuur. — X. Rechtbanken (loeaq-rechtspraak en familie(loeaq-rechtspraak). — X I . Strafrecht. — X I I . Ontwerp oendang-oendang (de loeaq; het lidmaatschap; grondenrecht; bezit van boomen; zamelrecht, jachtrecht; waterrecht; vischrecht; bosschen;

pandrecht; huwelijk; adatdelicten).

7 2 . D e h o o f d e n i n d e K w a n t a n ( 1 9 1 8 ) 3 9 1 Uit een nota van controleur J. Pauw : de o r a n g g e d a n g of d a t o e

101 M I N A N G K A B A U S C H G E B I E D

No. Blz.

n a n b e r i i m o , enz.; historisch overzicht en ontwikkeling, met aan-halingen uit verschillende bestuursnota"s.

73. Adatrecht en bewijsmiddelen (1906) 403

Uit een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant 7 Juni 1906, van mr. P . Maclaine Pont, over de funeste gevolgen van de invoering der westersche bewijsmiddelenleer in processen betr. adatrecht.

B u n d e l X X V I I I (zie serie A no 44).

74. Godsdienstige rechtspraak en berechting van familie- en

In document 0093 3000 (pagina 99-102)