• No results found

vroeger en thans (1912) 360

In document 0093 3000 (pagina 108-112)

Vergelijkend staatje; zie no. 24 voor overig Bengkoelen.

8. Uit een regeeringsrapport betreffende Palembang (1906) 362

Keuze voor marga-hoofden ; inkomsten; diensten; margakassen.

9. Samenvoeging van marga's (1907, 1910) 366

Circulaires van den resident van Palembang van 10 Aug. 1907 en 22 Aug. 1910 over de beginselen, in acht te nemen bij voorstellen tot op-heffing, samenvoeging of splitsing van marga's ; bij p a s i r a h-verkie-zingen erop te wijzen, dat k o e 1 i - b o e d j a n g -diensten vervangen worden door hoofdgeld ; bij voorstellen steeds rekening te houden met overeenkomst in adat der samen te voegen ressorten, enz.

10. Regelingen op het gebruik van r e n a h-gronden in Palembang

(1900—1910) 369

A. Brief van controleur Lematang Ilir aan ass. res. Palemb. Bovenlanden 13 Mei 1900, met ontwerp van een a t o e r a n t a n a h p e k a -p a s a n ; B. brief res. Palembang aan genoemden ass. res. 23 Juli 1900;

C. brief controleur Lematang Ilir aan ass. res. Palemb. bovenl. 23 Aug.

1901 ; D. a t o e r a n t a n a h r e n a h p e k a p a s a n - 1907 ; brief res.

Palembang aan genoemden ass. res. 14 Mei 1909; brief idem aan idem 17 Jan. 1910; alles strekkende om de t a n a h r e n a h of t a n a h r a m o langs de Enim en de Lematang te doen reserveeren voor padi- en kapas-aanplant, en te verhinderen dat daarop rotan en vruchtboomen worden geplant, waardoor die gronden ongemerkt in individueel bezit zouden geraken.

11. Aansprakelijkheid van rechtsgemeenschappen in Djambi

(1911) 385

A. Circulaire resident Djambi 29 Aug. 1911: naar aanleiding van den eisch van een in een doesoen van Moeara Boengo bestolen Palembanger, dat de gemeenschap hem schadevergoeding zal geven, daar de dader onbekend was, wordt aan de onderafdeelingschefs verzocht te onder-zoeken (in hoofdzaak) hoe het in hun ressort gesteld is met de solidaire aansprakelijkheid van doesoens en districten (met verwijzing naar a. 291 der oendang-oendang, opgenomen in serie Z no. 2, onder H, II ƒ) ; verder, of op familie, doesoen, enz. verhaal mogelijk is bij insolventie van den bekenden dader; ten slotte, in welke gevallen solidaire aan-sprakelijkheid geldt, in verband met de spreuk „loempoeh samoen negeri beroetang, karena samoen berkepalo satoe, maling berkepalo doeo", speciaal welk onderscheid tusschen s a m o e n en m a l i n g is te maken.

— In antwoord hierop volgen onder B—G de antwoorden van de con-troleurs (1 civiel gezaghebber) onderscheidenlijk van : Sarolangoen, Bangko, Kerintji, Djambi, Moeara Boengo, en Moeara Tembesi (de meesten met tal van adatspreuken). — Verg. volgend nummer, vonnis 13 ; voor Bengkoelen, no. 33 dezer serie.

SERIE I 12—15 108

No. B l z

12. Adatvonnissen uit Bengkoelen, Djambi, en de Lampongsche

districten (1906—1912) 410 1. Rapat Moko-Moko 9 Febr. 1906: hoofddeksel en dolk als t a n d a

dat huwelijksbelofte is afgelegd.

2. Rapat Manna 3 Febr. 1907: eischeres A, verloofde van B, is zwanger van C en roept de hulp van de rapat in, nu C haar niet wil trouwen : beiden worden veroordeeld tot f 30 boete wegens g a w ë d e n g a n g a d i s d a l a m b e r t o e n à n g a n s a m p a i d j a d i b o e n t i n g ; gedaagde bovendien om f 50 o e a n g a n t a r a n aan eischeres te geven en haar te trouwen. Den volgenden dag wordt behandeld de vordering van B's ouderen broer tegen vader van A tot terugvordering van 2 X de betaalde antaran of 2 X f 100 en eenige kleinere bedragen ; daar de antaran slechts f 50 mag bedragen, wordt gedaagde door rapat (in hooger beroep van rapat Tandjoeng Sakti) veroordeeld tot betaling van 2 x f 50 + f 50 voor „geleend" geld (d.i. hetgeen meer dan f 50 aan a n t a r a n was betaald : zie ruime beteekenis van p i n d j a m in E no.

12) met eenige kleinere bedragen (aan r e b o e t a n , s a r a k b e r k o e n -d a n g, w a l e s a n ) ; in eersten aanleg was nog sprake van o e a n g b a n g o e n g t o e n g g o e a n.

3. Rapat Manna 4 Mei 1908 : s a m e n d o a m b i l a n a k n a n t i a n, o e a n g 2 0 r ê a l ; vrouw vraagt echtscheiding wegens verlating en kinderloosheid; het blijkt dat de man 6 jaar zijn schoonouders trouw heeft bijgestaan in huisbouw en tuin- en sawaharbeid, en met hun goed-vinden vier maanden is weg geweest om de 20 rêal te verdienen ; echt-scheiding toegestaan tegen uitkeering van Y4 van de waarde der zaken en producten, met zijn medearbeid verkregen.

4. Rapat Bintoehan 1 Febr. 1907: echtscheiding op verzoek der vrouw (waartegen men zich niet verzet) uitgesproken door rapat tegen terug-betaling van d j o e d j o e r + o e p a h s a l o e l o e k a n en o e p a h b e r a d i n g, verminderd met het t a 1 i - k o e 1 o-bedrag en de o e a n g p e n j o e s o e t a n ; eischeres belast met o e a n g b e r t j e r a i en o e l a s a n ( w a l a s a n).

5. Rapat Bintoehan 28, 29 en 30 Maart 1908: op den 28™ wordt man beboet wegens slaan van zijn vrouw, en beslist, dat echtscheiding na terugbetaling der d j o e d j o e r kan plaats hebben ; de volgende 2 dagen blijkt, dat de vrouw vóór haar huwelijk verloofd was met een ander en haar man f 100 heeft gegeven ter voldoening van hetgeen zij aan haar verloofde schuldig was (als a n t a r a n?) ; dat zij vervolgens door haar man werd gedjoedjoerd voor f 120; verder dat een familielid van haar, Tegar, van een familielid des mans, Samat. f 80 had geleend ; beslist w o r d t : de f 100 is p e m b e r i a n en kan dus niet teruggevorderd; de djoedjoer wordt verminderd met f 20 wegens o e a n g p e n j o e s o e t a n ; eischeres en Tegar moeten betalen f 100 (de djoedjoer — f 20) en f 80 + oeang walasau; Samat f 10 walasan ; Tegar betaalt dadelijk f 100 + f 11, waarna gedaagde de eerste talak uitspreekt.

6. Rapat doesoen-negeri Ngaras (Kroeï) 14 Maart 1908: een gedjoe-djoerde vrouw, weduwe geworden, mag door haar vader niet meer worden gedjoedjoerd; haar vader en de vader van den jongeling, met wien zij zou hertrouwen, beboet met 12 reaal wegens het voornemen bedrog te plegen tegenover moeder van overleden echtgenoot.

7. Proatin Tandjoeng Karang 22 Mei 1905: bij djoedjoer-huwetijk ver-liest vrouws familie elk recht op haar ten huwelijk medegegeven goe-deren, tenzij bedongen was dat ze ter leen werden gegeven ; hieraan doet niets af, dat een deel van den bruidschat was teruggegeven, of dat echtelieden eenigen tijd bij vrouws familie hebben ingewoond.

8. Proatin Tandjoeng K a r a n g 22 Jan. 1906 : een gedjoedjoerde vrouw gaat, na den dood van haar man, met goedvinden van diens broers voor eenigen tijd naar haar familie, maar bleek hertrouwd te zijn, toen die broers haar terugkomst verlangden : vrouw's vader veroordeeld om haar

1 0 9 Z U I D - S U M A T R À

No. B l z

te doen terugkeeren ôf de djoedjoer van £ 1000 terug te betalen, en om een p e p a d o n (verzoeningsfeest) van ten hoogste f ISO te geven.

9. Proatin Menggala 15 Juli 1911: door aanneming door den vader van het meisje van de p a n d j a r d j o e d j o e r ad f 1000, door man's penjimbangs aangeboden met d j o e w a d a t j a m b a i o e r a i j en o m -b o e t (welke aan-bieding heet a n t a r d a u) is de verloving tot stand gekomen; de verbreking daarvan door het meisje heeft tot gevolg, dat haar vader alles moet teeruggeven wat van den verloofde afkomstig was.

10. Rapat Bintoehan 17 Nov. 1907: sawah, als h a k t o e n g g o e t o e -b a n door eischer's en gedaagde's (twee -broers) p o j a n g indertijd na-gelaten (d.i. om steeds in vrouwelijke lijn te vererven) en na hun moe-der's dood ten slotte aan hen beiden gekomen, was door gedaagde ver-pand; rapat beslist dat, waar zoodanige goederen niet verkocht of verpand mogen worden, eischer de sawah mag inlossen, welke door beiden mag-worden bewerkt ; mocht ged. haar weer verpanden, zoo zal tot verdeeling worden overgegaan ; eischer veroordeeld tot betaling van f S o e a n g t j o g o k (zittingsgeld). — Zie no. 32 dezer serie, waar gesproken wordt van a d a t t o e n g g o e t e b a n g (t a b a n g), en no. 101 toenggoe toebang).

11. Rapat district Kerintji Moedik 31 Juli 1911: over de spreuk:

„ s o e a r a n g b e r a g i h, s a k o e t o e b e b e l a h, p e m b a w a t o e -r o e n, d a p a t a n t i n g g a l " ; een vóó-r het huwelijk doo-r den man aangelegde en gedeeltelijk beplante ladang, is h a r t a p e n t j a r i a n, indien de vrouw aan de bearbeiding en het onderhoud daarvan mede-w e r k t ; na echtscheiding komt de ladang voor 1/3 aan de vroumede-w, voor 1/3 aan den man, voor 1/3 aan hun kind. — Opnieuw behandeld door groote rapat Soengai Penoeh werd de zaak 11 Aug. 1911 aldus beslist:

1/3 komt aan den man (voor ontginning), 2/3 aan het kind.

12. Rapat Negara Batin (Kroeï) 8 Dec. 1906: een p e m a n g k o e wegens dooden door schuld van een jachtgenoot veroordeeld tot b a n g o e n van 100 reaal, begrafeniskosten, d o s a aan zijn pasirah en proatin van 20 reaal, en p e m b a s o e h (met karbouw).

13. Rapat Moeara Tembesi 17 Juni 1911: de. inwoners van het district Sekamis veroordeeld tot $ 100 = f 125 b a n g o e n aan de waris van het binnen het beschikkingsgebied vermoord en beroofd ( s a m o e n ) slachtoffer, daar dader onbekend gebleven. — Verg. no. 11 dezer serie.

14. Groote rapat Bangko Juni 1912: eerste beklaagde, die raden is, erkent diefstal gepleegd te hebben „uit een gesloten kist, met gebruikmaking van de trap en verwijdering van de deursluiting"; hij wordt, omdat hij van hoogeren rang is dan zijn twee medehelpers, zwaarder gestraft; van de twee medehelpers wordt de schuld door aanwijzingen vastgesteld;

t a n d a tegenover t j ë m o ; de voorwaarden „t e t a n d a , t e b ë t i , t e r l a l a h , t e k e d j a r", enz.

Bundel VII.

13. Verwijzing 52

Betr. hoofdenverkiezing, naar Z no. 4.

Bundel X.

14. Verzoening na moord in Bengkoelen (1914) 211

Beschrijving van een s e d e k a h b o e m i of s e d e k a h n j i a n g i g a w ê in Doesoen Selika (marga Kelam) door een ooggetuige, den wd. controleur J. H . Juda, op 14 Febr. 1914; verzoeningsmaal, gegeven door doodslagpleger en zijne familie, waaraan zij met de familie der verslagenen deelnemen; karbouw geslacht; nasi koenjit, waarvan ieder der deelnemers moet eten ; wijding door d j o e r a i t o e w ë (m o e d i m ) .

15. N g a w a k en stamindeeling in Bengkoelen (1914) . . 214

Mededeeling van den wd. controleur Juda (zie vorig nummer) : heilig

S E R I E I 15—25 1 1 0

No. B ! z

bronzen kanon, n g a w a k, te Mandi Angin, op 1 a m a n, onder bewaking van d j o e r a i t o e w ë p i a r e n g a w a k ; komt te pas bij de s o e m p a h n g a w a k, den heiligen bevolkingseed.

16. Rechtsverhoudingen bij de pepercultuur (1913) . . . . 215

Gegevens uit „De pepercultuur in de buitenbezittingen", Ene. Bureau, betr. Palembang en de Lampongs.

Bundel XI.

17. Verwijzing 162

Betr. inkomsten inh. rechtspraak in de Lampongs, en gegevens uit Kerintji (serie H no. 27; zie ook H nos. 28 en 56).

18. Mededeeling over inland sehe rechtsgemeenschappen en

adat-heffingen (1914) 163

Uit „Mededeelingen van het bureau voor de bestuurszaken der buiten-bezittingen", afl. 4 : 1. Djambi. — 2. Palembang (o.a. circulaire res.

Palembang 16 Dec. 1902, met „Algemeene voorschriften betreffende de heffing en de administratie van adatinkomsten in de residentie Palem-bang" en „Reglement voor de afdeelingskas Moesi Ilir"; brief van res.

Palembang aan ass. res. Lahat en Batoeradja en contr. Rawas 23 Jan.

1911 — betr. nieuwe regeling — met „reglement voor margakassen"). — 3. Bengkoelen (Reglement op het beheer en de administratie van marga-kassen in het gewest Benkoelen"). — 4. Lampongsche districten.

19. Inheemsche rechtspraak (1909—1914) 186

A. D j a m b i : 1. Brief controleur Sarolangoen 25 Nov. 1909 (korte nota over adatspreuken inzake rechtspraak). — 2. Brief controleur Moeara Tebo 8 Jan. 1913 [o.m. over giften enz. aan de rechters: s e l e m a k s e m a n i s n j a (maaltijd) en w a n g m ë ( e m a s ) ; gedingpand of a g o e n ] . Verg. serie Z no. 2 onder Ir. H .

B. P a l e m b a n g : 1. De adatrechtspraak bij de rapats in Palembang (rondschrijven res. Palembang [C. van de Velde] 30 Nov. 1911 met daaraan toegevoegde: a. regeling van de samenstelling en de rechtsbe-voegdheid der rapats in de residentie Palembang — verg. het concept der regeling-1902 in Z no. 2 onder Ir. G —, 24 artikelen, met toelichting en model-vonnis; b. aanteekeningen betr. de adatrechtspraak, onder 69 nummers, met modellen voor verschillende registers ; c. toelichting op de Oendang-oendang Simboer Tjahaja; verg. no. 2 dezer serie. — 2.

Uittreksel uit rondschrijven res. Palembang 6 Dec. 1913, houdende wij-zigingen in de „regeling" sub 1, a. — 3. Idem van 8 Juni 1914, houdende wijzigingen in de „regeling" en de „aanteekeningen" sub 1, a en b, met nieuwe modellen. — 4. Idem 26 Aug. 1914 over preventieve hechtenis. — 5. Idem 8 Oct. 1914, houdende wijziging betr. w a 1 e s a n, welke niet meer van b a n g o e n of b e l a n d j a m a t i mag worden geheven. — Zie verdere wijzigingen enz. van de onder 1 genoemde „regeling" (a) en „aanteekeningen" (b) in nrs. 42 en 100 dezer serie, en in no. 10 van serie Z, onder I.

C. B e n g k o e l e n : geenerlei wijziging in inheemsche rechtspraak (zie onder Z no. 2, Ir. F ) , behoudens Stbl. 1914 no. 338. — Zie echter no. 95 sub B dezer serie: regeling en uitvoeringsvoorschriften-Hel f rich van 1909.

20. A d a t l e m b a g a (over huwelijks- en erfrecht in Bengkoelen

1910—1911) 242

Een aantal maleische nota's en a t o e r a n (waarvan twee met vertaling) van de inlandsche hoofden der (onder) af deelingen, volgens één schema opgemaakt naar de volgende negen, elk een hoofdstuk vormende onder-werpen, onderverdeeld in 66 paragrafen: 1. b e r t o e n a n g a n (§§ 1—

H l Z U I D - S U M A T R A

No. B l z

14); 2. l a r i - m e l a r i k a n (§§ 15—20); 3. b i m b a n g (§§ 21—27);

4. n i k a h (§§ 28—40); S. s a r a k (§§ 41—51); 6. d a p a t s a l a h l a k i - l a k i d e n g a n p e r a m p o e a n (§ 5 2 ) ; 7. p e r p i n d a h a n h a r t a (§§ 53—54); 8. p o e s a k a (§§ 55—65); 9. j a n g m e n j d e -s a i k a n k o e -s o e t a t a u -s a n g k e t o (§ 6 6 ) : I. Afdeeling Kroê, met speciale regelen voor Pasar Kroê en Pasar Poelau Pisang (blz.

242—258). — I I . Afdeeling Kauer, atoeran met onderscheidingen betr.

Pasar Bintoehan, Kauer, en Semendo (blz. 259—274). — I I I . Afdeeling Manna, atoeran met onderscheidingen betr. Pasar Manna, Serawai, P a -soemah Oeloe Manna, Pa-soemah Tjara Kedoerang-Padang Goetji, als-mede een „toevoeging" (blz. 275—293). — IV. Afdeeling Seloema (blz.

294—304). — V. Afdeeling Bengkoelen (het aantal paragrafen uitgebreid tot 85), met modellen van registers (blz. 305—327). — V I . Onderaf dee-ling Redjang (blz. 328—341). — V I I . Onderaf deedee-ling Lebong (met in vele opzichten van het Maleisch afwijkende vertaling; blz. 342—360); — V I I I . Onderafdeeling Lais, atoeran, waarvan men den voorlooper vindt in no. 70 van deze serie (blz. 361—367). — IX. Onderafdeeling

Mokko-Mokko (deze nota — blz. 370—376 — wordt voorafgegaan door een

„atoeran dari hal toenangan, kawin dan sarak" in 13 artikelen, blz. 368—

370). — Voor de wordingsgeschiedenis dezer nota's en atoeran's zie no.

70 dezer serie.

21. Nadeelig huwelijksrecht in de Sindang-streken (1913) . 377

Brief van den controleur van Redjang aan den resident van Bengkoelen 13 Dec. 1913 over zelfmoorden van jonge vrouwen ten gevolge van ge-dwongen huwelijken, hetgeen aan de djoedjoer-adat wordt geweten. — Verg. no. 5 dezer serie.

22. Mededeeling uit de Lampongs (1914) . . . 380

Uit een opstel van mr. A. J. C. M. Nelissen in Ind. T. v. h. R. 104:

over het adatrecht der m a r g a p e s i s i r , met de m a r g a als rechts-gemeenschap, den b a n d a r als hoofd daarvan, t j a m b o r s o e m b a j als huwelijksvorm, tegenover het recht der m a r g a p e p a d o n , waar geen margahoofden gevonden worden en het djoedjoer-huwelijk heer-schend is; verder iets over p e n j i m b a n g ' s. — Verg. no. 31 dezer serie.

Bundel XII.

23. Rechtsverhoudingen bij de gambircultuur (1914) . . . 58

Uit „De gambircultuur in de buitenbezittingen", Ene. Bureau, afl. 7:

gegevens betr. Palembang en Bengkoelen.

24. Adatinkomsten der marga- en zelfstandige pasar-hoofden in het

In document 0093 3000 (pagina 108-112)