• No results found

Hoeloe en Pakantan (1925) 239

In document 0093 3000 (pagina 83-86)

Nota, houdende beantwoording van een 18-tal vraagpunten over b o e n g a k a j o e, - t a n a h , - p a s i r , zamelrecht, beschikkingsrecht, waarde der bosschen, enz., als resultaat eener op 1 Maart 1925 gehouden koeria-hoofden-vergadering, in verband met de vraag of het wenschelijk is, een retributie te heffen op houtkap en boschproductenwinning in de plaats van b o e n g a k a j o e, al of niet met schadeloosstelling der koeria's.

Zie no. 65.

8 1 G A J O - E N B A T A K L A N D E N

No. Biz.

60. Bataksche adatvonnissen (1925, 1927) . . . 257

1. Vonnis karapatan doesoen Bangoen Poerba (Boven-Serdang) 1 Oct.

1927 : drie p e r b a p a ä n , allen r a d j a b a l e i , beklagen zich dat een a n a k b e r o e van hen, bij wien zij op zijne uitnoodiging den maaltijd gebruikten, uit een p a h a r (koperen bord op voetstuk) had gegeten, wat in tegenwoordigheid van hen, als k a 1 i m b o e b o e des gastheers, onge-oorloofd is. Straf : geven van maaltijd aan de drie klagers, met 1 varken en 16 toemba rijst, + f 24 boete, bij wege van „ a m p o e n a n " terugge-bracht tot f 12. — Verg. voor de inheemsche rechtspleging in de Dell-en Serdang-doesoDell-ens serie Z no. 2 onder I, II, c , AB.-V., biz. 324.

2. Rapat besar te Dj'andji 13 Aug. 192S : strafvonnis ter zake van dood-slag op vreemde, die zich onder hoede van het negeri-hoofd had gesteld;

p.m. een kapala negeri en een kapala kampoeng hierbij veroordeeld tot boete resp. gevangenisstraf, omdat zij geen bescherming hebben verleend aan vreemde, die lijf en goed hun had toebetrouwd. — Zie verder no 65 en 69.

6 1 . V e r w i j z i n g e n z 2 7 1 Betr. rechtspraakregeling, naar serie F no. 38.

B u n d e l X X X V .

6 2 . H u w e l i j k , r i j s t b o u w , d e e l b e z i t , b e w i n d v o e r i n g , g e e s t e n v e r e e r i n g ,

o o r l o g e n eed bij d e B a r a k s ( 1 8 9 9 ) . . . ' ' ] Vertaling door assistent-resident J. C. Vergouwen (f 1933) van de

Ba-taksche rechtsbeschrij ving „ P a t i k d o h o t u h u m n i h a l a k B a t a k", samengesteld door R. Jacob, kampoenghoofd van Pearadja (Silindoeng) in 1899 ; met verklarende noten van den vertaler : Re c h t s r e g e 1 e n e n r e c h t s p r a a k b ij d e B a t a k s.

Inhoud : Inleiding. — Hoofdstuk I (blz. 2) : Rechtsregelen en rechtspraak ten aanzien van het huwelijk; a. het nemen van een vrouw ( m a n g a -l a p ) ; b. het meisje dat toe-loopt naar den man harer keuze; c. schaking;

d. huwelijksluiting; e. s o e m b a n g ; ƒ. regelen t.a.v. de weduwe; g.

echtscheiding; /;. de vrouwenverleider ( p a m o l a m o l a ; hoogst belang-rijk voor de rechtspleging) ; i. verkrachting; k. degene „die door het huis is betooverd" ; /. van hem, die zijn vrouw terugleidt naar hare eigen verwanten ; m. de gescheiden vrouw ; n. de p a u g a 1 a n g k o e p ; o. bi-gamie. — Hoofdstuk II (blz. 39): Rechtsregelen en rechtspraak'inzake den rijstbouw; a. ontginning van boschgrond ; /;. grondbewerking voor de tweede maal; c. dijkbreuk; d. grenzen van rijstvelden; c. sawahverpan-ding. — Hoofdstuk I I I (blz. 48) : Deelbezit ; a. van huizen ; b. van vee ; * c. van erfgoederen; d. gemeenschappelijke handel; c. gemeensch. jacht-partijen. — Hoofdstuk I V (blz. 70) : Rechtsregelen en rechtspraak inzake diefstal ; a. t a n g k o r a d j a (geoorloofde diefstal) ; b. t a n g k o h a -t o b a n (gewone diefs-tal) ; c. o e g a s a n n a d j o e m p a n g (he-t vinden van voorwerpen); d. het koopen van gestolen goed; e. het godsoordeel;

ƒ. dobbelaars (p a r d j o e d j i). — Hoofdstuk V (blz. 84): Van de be-windvoering. — Hoofdstuk VI (blz. 89) : Regelen enz. van de geesten-vereering ; a. gondang-gemeenschap (s a p a r g o n d a n g a n) ; b. bijdragen tot het gondangf eest ; c. geschiktste tijd hiervoor; d. aanleiding hiertoe;

e. regelen voor gondangbespeling ; ƒ. leenen en teruggeven van gondang-instrumenten. — Hoofdstuk V I I (blz. 95) : Rechtsregelen enz. inzake den oorlog ; a. wat aan den oorlog voorafgaat ; b. het oorlogvoeren zelf ; c. wie tot de moordenaars te rekenen zijn. — Hoofdstuk V I I I (blz. 104) : De eed; a. verschillende soorten; /;. zweren voor anderen; c. het zich met elkander meten. — Zie misstellingen in no. 68 dezer serie.

63. Oorlogvoering en maatschappelijk verkeer bij de Bataks

(1898) 110

Hoofdstukken V en V I van de R u h u t p a r s a o r o n d i H a b a

-S E R I E G 69—75 (AB. 38) 8 4

No. B l z -V. Vier vonnissen (1913) van de rapat hoendoelan Parbaba (Samosir) : verzoek eener vrouw om „gescheiden"' te worden (i.e. om na overlijden van haar man niet met zijn jongeren broer in den echt te worden ver-bonden — leviraat —, maar naar hare familie te mogen terugkeeren), hetgeen wordt toegestaan tegen terugbetaling bruidschat; doen hertrou-wen eener ter correctie naar haar familie teruggezonden vrouw, vóór formeele huwelijksontbinding (uitvoerige aant.) ; deelbezit van paarden;

m a n g a l o d j a i r a p o t (blz. 67—73).

V I . Tien vonnissen (1912—1913) van de rapat hoendoelan Simarmata (Samosir) : boete aan kampoenghoofd wegens wegneming van varken zonder voorafgaande mededeeling aan d j a i h o e t a n, bij iemand, die weigerde o e p a r a d j a te betalen; het varken mocht hij behouden; — ontneming sawah door radja padoea aan eene vrouw, omdat haar man leproos is (en de sawah k o t o r zou w o r d e n ) ; beboet, sawah blijft bij

v r ou w • _ boeten, opgelegd wegens niet nakomen van bevel, oproep, enz.

van rapat of hoofden ; — van diefstal verdachte ontkent, zijn vader komt zeggen dat hij schuldig is (om eventueele meineed van zijn zoon te voor-komen), verdachte gestraft; — m a n o e l a n g i door man bij schoon-moeder ter terugverkrijging zijner vrouw, krachtens rapatuitspraak, maar de vrouw weigert hem te volgen; rapat spreekt echtscheiding uit, de vrouw beboet, bruidschat moet terugbetaald; — sawah-geschillen (blz.

no on\

V I I . Vonnis groote rapat Pangoeroeran (Samosir) 17 en 18 Oct. 1927 (Maleisch, met samenvatting) : geschil over een sawah, gelegen in negen Goeltom, welke wordt bewoond door één heerschende marga (marga Goeltom), waarvan de verschillende geslachten (clans) verschillende dorpen bewonen ; eischer, als kind wonende in het dorp van gedaagde en naar dorp van eigen geslacht verhuisd, eischt van gedaagde een sawah op, die hij in diens dorp had achtergelaten en aan gedaagde in bewaring gegeven; gedaagde (hoetahoofd) ontkent en krijgt gelijk, omdat de g o l a t der beide geslachten van elkaar afgescheiden zijn, zoodat een lid van geslacht A geen g o l a t kan verkrijgen, door ontginning, m het gebied van geslacht B (blz. 87—96).

V I I I . Vonnis gr. rapat Taroetoeng (Silmdoeng) 18 en 22 J um 1928 (Ma-leisch, met samenvattende aanteekening) : in landschap Hoeta Goergoer, waar ' S o b o e-groep en P o h a n - g r o e p gelijk gerechtigd wonen, met dien verstande dat Soboe-man in Pohan-hoeta p a r r i p ë is en omgekeerd, behoudt degene, die binnen het landschap verhuist, zijn g o l a t -gronden in het verlaten dorp, en heeft de kepala van dit dorp slechts het voorkeurrecht bij verkoop of verpanding ; doch bij verhuizing buiten de n e g e r i mag dit hoofd deze gronden aanhouden tegen betaling der ontginningskosten, s i n g k a t p a n g g o e (voorzitter Vergouwen, blz.

96—115). — Zie verbetering in no. 88.

70. Minnelijke schikkingen uit de Bataklanden (1918—1928). 116

Ingezonden door J. C. Vergouwen (zie vorig nr.), Bataksch, met Neder -landsche vertaling en verklarende aanteekeniugen van den inzender. Deze schikkingen kwamen tot stand door bemiddeling van de r a p a t p e r d a -m a i a n - welke rapats werden ingesteld bij de opheffing in 1915 van de r a p a t s h o e n d o e l a n (zie vorig nr. ; verg. serie Z no. 31 I, de daar opgenomen regeling inh. rechtspr. voor Tapanoeli, a. 1, onder 3).

I. Schikkingen rapat perdamaian der negeri Sihotang : p e n g a k o e a n betr. schuld, sawah-overdracht, regeling bij huwelijksontbinding, bij ver-lovingsverbreking ; p a r d j a n d j i a n betr. toelating tot inlossmg van pandsawah; pengakoean betr. bruidschatsrestitutie bij „vrijmaking van een weduwe ; s o e r a t p a r n i n g o t a n betr. grondaf stand voor hoeta-stichting; p e n g a k o e a n betr. vergoeding, schuldvernieuwing met ze-kerheidstelling, grondschenking (met tegengift, s o e 1 a n g - s o e 1 a n g), teruggave van door overleden vader onrechtmatig aangehouden geld, definitieve grondoverdracht met vrijwaring, terugkeer van weduwe naar

In document 0093 3000 (pagina 83-86)