• No results found

Dajaks van Middel-Borneo (1920) 477

In document 0093 3000 (pagina 155-159)

genoot^) gehouden is (1921) 376

50. Dajaks van Middel-Borneo (1920) 477

Uit C. Lumholtz, Through Central Borneo: over Kenja's Moeroengs, Ot Danom, Penjabongs (Poenans), Oma Sulings, Penihings, Orang Bukit, enz.

51. Doesoen-, Badjau-, en Iüanoen-Dajaks (1922) . . . . 489

Uit I. H . N. Evans, Among primitive peoples in Borneo (1922; ge-schreven in 1915) : verschillende onderwerpen.

155 B O R N E O No. B l z

-5 2 . D o e s o e n - D a j a k s ( 1 9 2 2 -5 0 2 Uit O. Rutter, British North Borneo: rijstbouw, huwelijk, positie der

moeder, veeten, enz.

5 3 . L o s s e g e g e v e n s o v e r D a j a k s ( 1 8 4 8 — 1 9 1 6 ) 5 1 3 Uit F . Grabowsky, Dajakische Sitten und religiöse Gebräuche, Globus

42 (1882); van denzelfde: Der Reisbau bei den Dajaken Südost Borneos, in Globus 93 (1908); idem, Die Orang Bukit, Ausland 188S; idem, Die Olon Lowangau, in Ausland 1888; enz.

54. S c h e t s v a n i n d e v o l k e n k a a r t v a n B o r n e o i n A d a t r e c h t b u n d e l X I I I n a d e r a a n t e b r e n g e n v e r b e t e r i n g e n b e t r e f f e n d e h e t Z . O .

g e d e e l t e v a n h-et e i l a n d ( 1 9 2 3 ) 5 2 4 Schetskaartje met toelichtende aanteekeningen van controleur J. C.

Ver-gouwen. — Zie ook no. 20 dezer serie.

5 5 . V e r w i j z i n g 5 2 6 Betr. indonesische getuigen (naar C no. 82), en Arabieren op Borneo

(naar X no. S).

B u n d e l X X V I I I (zie serie A no. 44).

5 6 . G e g e v e n s o v e r , e n v o n n i s s e n v a n d e g o d s d i e n s t i g e r e c h t e r s i n

d e W e s t e r a f d e e l i n g v a n B o r n e o ( 1 9 2 5 ) 4 0 7 A. A f d e e l i n g S i n g k a w a n g . I. Mededeeling van den penembahan

van Mampawa 2 Mei 1925, dat het zelfbestuur een priesterraad kent, die kennis neemt van zaken betr. boedelverdeeling, aanwijzing erfgenamen, en huwelijk, scheiding, voogdij. — I I . Vonnissen: 1. Raad agama Mampawa 23 Maart 1923 : de priesterraad geeft toestemming tot een hu-welijk, waartoe meisje's vader geen toestemming wenscht te geven (w a 11 h a k i m ) . — 2. Zelfde college 19 Maart 1925 : voogdbenoeming over onmondige broers ; weigering daartoe t.o.v. reeds volwassen dochters van vooroverleden broer, terwijl het aandeel van een onvolwassen broers-dochter in beheer wordt gegeven aan h a k i m . — 3. Zelfde college 20 Maart 1925 : vaststelling van erfdeel van verzoeksters.

B. A f d e e l i n g K e t a p a n g : in Matan geen godsd. rechters; familie-en erf rechtzakfamilie-en mondeling afgedaan door i m a m ; bij inheemsche recht-bank nimmer dergelijke zaken voorgebracht ; t a c 1 i k-formulier.

5 7 . G o d s d i e n s t i g e r e c h t s p r a a k e n b e r e c h t i n g v a n f a m i l i e - e n erf-r e c h t z a k e n i n d e Z u i d e erf-r - e n O o s t e erf-r a f d e e l i n g v a n B o erf-r n e o

( 1 9 2 5 ) 4 1 5 Mededeelingen, vonnissen, en andere bescheiden.

A. A f d e e l i n g B a n d j e r m a s i n (blz. 415—445).

I. Mededeeling ass. res. 25 Jan. 1926: r a a d i g a m a ter hoofdplaats, van 1859 af; samenstelling, competentie, enz.; raad igama te Martapoera, van 1885; voorwaardelijke verstooting komt voor, niet algemeen ge-bruikelijk.

II. Vonnissen van den raad igama Bandjermasin: 1. Echtscheiding (p a s a c h) op vrouw's verzoek wegens wegjaging en niet verstrekking-van onderhoud gedurende 6 maanden (2 Maart 1924) ; landraad ontzegt vordering tot onderhoud omdat vrouw vrijwillig is weggegaan (29 Nov.

1924). — 2. Echtscheiding wegens verlating en niet verstrekking van levensonderhoud (12 Nov. 1922). — 3. Vonnis 10 Sept. 1922: aan eische-resse, van gedaagde gescheiden, wordt toegewezen: teruggave van ten huwelijk gebrachte goederen, de helft van gemeenverworven goederen, onderhoudskosten gedurende iddah-periode ; ongeveer gelijk vonnis van landraad 26 Maart 1923. — 4. Vonnis 25 Mei 1905 tot aanwijzing van erfporties en opdracht van beheer aan vier erfgenamen van de aandeelen

S E R I E L 57 (AB-28) 156

No. B l z -van 2 onmondige mede-erfgenamen; zestien jaar later daagt één dezer toèn-onmondigen de overige erfgenamen voor den landraad, teneinde tot scheiding en deeling te geraken; 20 Juni 1921 wordt de vordering toe-gewezen. — 5. Vonnis 12 Jan. 1919: aanwijzing van erfgenamen en van goederen, tot de nalatenschap behoorende, en aanwijzing der erfporties.

III. Vonnissen raad igama Martapoera : 1. Vonnis 25 Jan. 1925 : t a l a k h a k i m uitgesproken wegens verlating en niet-verstrekking van n a f k a h gedurende een jaar. — 2. Vonnis 19 Oct. 1919: vaststelling erfdeelen en verdeeling boedel, zoon krijgt tweemaal aandeel dochter. — 3. Vonnis 3 Dec. 1922 : bevestiging van erflater's tot w a q f verklaring van erf, huis en inboedel ten behoeve van vrouw, kinderen en afstammelingen ; beroep hierop bij beslagneming afgewezen door landraad 22 Mei 1924, op grond dat deze „wakab-schenking" dadelijk door den stichter-schenker aan priesterraad of moefti had moeten zijn medegedeeld ter bevestiging daar-van; raad van justitie Soerabaja 16 Juli 1924 bekrachtigt dit vonnis op grond dat hier van w a q f geen sprake kan zijn.

I V en V. Voorwaardelijke verstootingen (formulieren) in de onderafdee-ling Marabahan, resp. Pelaihari.

B. A f d e e l i n g H o e l o e S o e n g a i (blz. 445—455).

I. Mededeeling ass. res. 12 Sept. 1925: de m a h k a m a h , college van door sultan benoemde panghoeloe's, bleef bestaan zonder wettelijke rege-ling ; r a a d a g a m a te Kandangan en Amocntai, samenstelrege-ling, be-moeienis ; t ac 1 i q-f ormulier.

II. Vonnissen raad agama Kandangan : 1. Vonnis 2 Dec. 1924 : uitspreken van „ p a s a c h " op grond van driejarige verlating omdat gedaagde geen zekerheid kan geven voor levensonderhoud voor de toekomst (na veroor-deeling tot onderhoudskosten voor de 3 jaren van verlating). — 2. Vonnis 9 Jan. 1923: vaststelling erfdeelen met verwijzing naar landraad betr. de vraag, welke goederen tot de nalatenschap behooren.

III. Vonnissen raad agama Amoentai : 1. Vonnis 24 Dec. 1924: echt-scheiding op grond van verlating enz. gedurende 5 jaren. — 2. Vonnis 9 Juli 1922: Vaststelling erfporties met verwijzing naar landraad voor de kwestie, welke goederen tot de nalatenschap behooren.

C. A f d e e l i n g Z u i d o o s t k u s t v a n B o r n e o (blz. 455—474).

I. Mededeeling ass. res. 25 Sept. 1925: raad igama te Poelau Laoet; ge-schillen onder Dajaks door kampong-oudsten mondeling afgedaan.

II. Vonnissen priesterraad Kota Baroe : 1. P a s j a h op grond van 2-jarige verlating (25 Juni 1925). — 2. Vonnis 12 Nov. 1923: constateering van 3malige verstooting ; verdeeling der b a r a n g p e r p a n -t a n g a n -ten overs-taan pries-terraad. — 3. Toewijzing van nog nie-t be-taalden bruidschat en de helft der gemeenschap na verstooting (26 Oct.

1923). — 4. Schenking ten overstaan van priesterraad door man aan zijne vrouw (4 Maart 1923). — 5. Vaststelling van hoegrootheid nalatenschap en verdeeling tusschen weduwe en erven (20 Juni 1925). — 6. Vaststelling erfporties enz. (11 Febr. 1925).

III. Rapport omtrent godsd. rechtspraak onderafd. Pasir : vóór 1908 be-rustte alle rechtspraak bij sultan ; daarna werd r a a d i g a m a ingesteld te Tanahgrogot; samenstelling, bevoegdheid; Dajaksche geschillen be-slist door kampongoudsten.

I V . Vonnis raad igama Tanahgrogot 11 Dec. 1922: Gemeenverworven goederen gelijkelijk verdeeld tusschen man en vrouw; beweringen betr.

gemeene schulden verwezen naar inheemsche rechtbank.

D. A f d e e l i n g D o e s o e n l a n d e n (blz. 474—481).

I. Residentsbesluit 25 Nov. 1918: aanwijzing van den panghoeloe te Moeara Teweh als bevoegd tot sluiting van w a 1 i - h a k i m-huwelijken en tot uitspreken van t a l a k - h a k i m, met vaststelling belooning voor penghoeloe-bemoeienissen in rechtstreeks bestuurd gebied.

II. Vonnis priesterraad Moearatewe 3 Nov. 1920: aanwijzing erfgenamen en schikkingsakte betr. verdeeling der goederen.

1 5 7 B O R N E O Biz.

I I I . Verklaringen van erfgenaamschap en erfdeelen door penghoeloe van Moearatewe alléén ; voorbeelden.

I V . Uitspraak penghoeloe Boentok : boedelverdeeling (vrij willekeurig).

V. Uitspraken van h a k i m distr. Doesoen-barat en -timoer (1925):

p a s a h op grond van verlating door man; n a s o e d-verklaring ( n o e s j o e r ) van de vrouw; overeenkomst tusschen man en vrouw dat zij de w a n g p e n j a p o e i r a n g zou teruggeven bij hertrouwen binnen iddah-periode na verstooting.

E. A f d e e l i n g K o e a l a k a p o e a s (blz. 481—486).

I. Mededeeling wd. gezaghebber onderafd. Boven-Dajak 1 Aug. 1925:

geen officieele godsd. rechtspraak; adviseur bij gouvernts. rechtspr. de penghoeloe Koealakoeroen ; familie- en erfrechtzaken berecht door dorps-rechters, te onderscheiden voor de Maleiers (met penghoeloe als voor-zitter) en de Dajaks.

II. Mededeeling contr. Kotawaringin 22 Sept. 1925: geen officieele godsd.

rechtspraak; godsdienstige rechtbanken voor Maleiers sedert eersten vorst, ± 1638; niet voor Dajaks; t a ' 1 i q-formulier.

I I I . Raad agama ketjil Soekamara 22 Febr. 1922: verschaffing levens-onderhoud na verstooting.

IV. Raad agama besar Pangkalanboen 17 Aug. 1922 (voorgezeten door den pangeran ratoe sokma Alamsjach): kennisneming van vordering door derde tot afgifte van een huis, dat is opgenomen onder goederen eener nalatenschap, bij onderhandsche akte tusschen de erfgenamen verdeeld;

vordering afgewezen.

F . A f d e e l i n g S a m a r i n d a (blz. 486—502).

I. Beantwoording van bestuurswege der gestelde vragen : in Koetai is sultan hoofd moh. godsdienst, sedert 1924 bevoegdheden overgedragen aan landsgroote als h a k i m m a h a k a m a h i s l a m , die zich adviseurs heeft toegevoegd (geen raad agama) ; kortelings ontwerp voor raad agama-instelling te Tenggarong aangeboden. — In Beraoe een raad agama ingesteld door elk der landschappen Sambalioeng en Goenoeng-taboer (1915); in Boeloengan geen; penghoeloe's te Tandjong-redeb en -selor (onderhandsche beslissingen); penghoeloe's Koetai spreken echt-scheidingen uit, alleen met onderling goedvinden. — In hoofdpl. Sama-rinda sedert 1923 een niet-officieele raad-agama, weer ontbonden ; familieen erfrechtzakfamilieen minnelijk uitgemaakt door gouvts.pfamilieenghoeloe. W e -reldlijke fam.- en erfrechtzaken voor kerapatans ; onder Dajaks onderling afgedaan. — Voorwaardelijke verstootingen gebruikelijk; ook de vrouw legt beloften af.

I I . Godsdienstige rechtspraak in Koetai: vonnis h a k i m m a c h k a m a i g a m a i s l a m 1924: vordering van kinderen overledene tegen diens broer en zuster tot afgifte nagelaten goederen toegewezen, met uitzon-dering van een huis, dat aan een derde blijkt toe te behooren (door koop van overledene). — Toelichting controleur betr. karakter van deze recht-spraak.

I I I . Echtscheiding voor den penghoeloe Balikpapan 14 Juli 1925 : wegens niet-verstrekking onderhoud gedurende 3^4 jaar en onbekende woon-plaats van man.

IV. Vonnissen raad igama Sambalioeng : 1. echtscheiding wegens 6 maan-den niet-verstrekking van levensonderhoud na drie dagen gelegenheid gegeven te hebben tot herstel van verzuim. — 2. Vonnis 22 Juni 1920:

verdeeling nalatenschap tusschen weduwe (de helft) en overledene's twee broers, die van hun helft nog x/\ aan weduwe moeten afstaan; alles na betaling schulden, gerechtskosten, enz.

V. Zelfbestuursregeling op de godsd. rechtspraak te Goenoengtaboer : instelling van een r a a d i g a m a met regeling in 8 artikelen, 10 Nov.

1914 (woordelijk gelijkluidende regeling voor Sambalioeng).

V I . Vonnissen kerapatan besar Tenggarong in familie- en erfrechtzaken tusschen D a j a k s : 1. Vordering van goederen en eenige in de wildernis

S E R I E L 57—59 (AB-28)

158

No. Biz.

groeiende djelmoe-boomen als deel van nalatenschap; gedeeltelijk toege-wezen; 1 boom aan gedaagde; een deel der goederen blijkt nog te be-hooren tot onverdeelde nalatenschap van gemeenschappelijke grootouders der partijen. — 2. Man houdt aan zijn gewezen vrouw toebehoorende goederen achter omdat zij van hem weggeloopen en met een ander her-trouwd is ; deswege had hij haar „beboet" met 20 gong selipoeng en 4 kar-bouwen, waarvan zij de waarde van 2 gongs en 2 karbouwen had betaald;

gewezen man veroordeeld tot afgifte der goederen.

V I L Formuleering van de t a c 1 i q te Koetai.

G. A a n v u l l e n d e g e g e v e n s (blz. 502).

58. Berechting van familie- en erfrechtzaken (geen godsdienstige

In document 0093 3000 (pagina 155-159)