• No results found

dienstig procesrecht (omstreeks 1860) 221

In document 0093 3000 (pagina 96-99)

Transcriptie (volgens Riouw-Maleische uitspraak) van een Minangka-bausch handschrift, in 1861 in Arabische letter gedrukt ter landsdrukkerij te Batavia : Kitab menerangkan perdaäwalan jaïtoe daäwa dan djawab ; adapoen jang memakaikan menteri dan kepala koeta adat jang terpakai pada orang toea-toea. — Zie over dit geschrift en zijn inhoud : V a n Vol-lenhoven in „Adatrecht" II, blz. 261 v.; verg. de beschrijving van een Bataksch proces in serie G no. 62 onder I h, I I I b, c, d, enz.

S E R I E H 34—52 9 6

No. Blz.

34. Nagari-kwestie in het Soelikische (1917) 236

Uit Ph. S. van Ronkel's „De twee moskeeën en de adat", met naschrift van H . T. Damsté, in Kol. Tijds. 6, blz. 1589—1602: over de kwestie, of een dicht bij bestaande moskee gebouwde nieuwe moskee in gebruik mocht worden genomen ; in ontkennenden zin beantwoord door een rapat panghoeloe, omdat bleek dat nieuwe moskee was gebouwd in de-zelfde nagari, waarin reeds de bestaande stond, als poging om aldus een gehucht zelfstandig te doen schijnen. Aanschrijvingen van gouverneur Kroesen in 1885 omtrent het bouwen eener moskee.

35. Volkshoofden in Solok (1913, 1914) 239

a. Brief ass. res. X I I I en I X Kota 20 April 1913 aan gouv. Sum.'s W k . betr. rekest van m a 1 i m, m a n t i en d o e b o e 1 a n g, zich verzettend tegen de erkenning van drie soekoe-hpofden als p a n g h o e l o e s o e k o e a d a t naast de d a t o e n a n s a m b i l a n der nagari Haro, hetgeen met toestemming dier datoe's was geschied, mits de r a p a t a d a t den naam „datoe nan sambilan" bleef behouden. — b. Besluit gouv. Sum.'s Wk. 4 Juni 1914: verzet ongegrond verklaard.

36. Dorpsinrichting (1915) 242

a. Besluit gouv. Sum.'s Wk. 23 Maart 1915 tot vaststelling v a n : b. Voor-schriften tot uitvoering Nagari-ordonnantie (1. Verkiezing van nagari-hoofden ; 2. ontslag; 3. openbaarmaking van regelingen enz.; 4. beperkingen van beschikking over nagarizaken ; 5. p a g a w a i en d o e b a -l a n g ; 6. uitgaven); c. rondschrijven-gouverneur 23 Maart 1915.

3 7 . V e r w i j z i n g 2 5 3 Verbetering in no. 25; verwijzing betr. gewestelijke regeling moh.

huwe-lijken en inh. rechtspraak naar Y no. 17 en Z nos. 9 en 11.

Bundel XX.

38. Pandrechtnota van De Rooy (1902) 128

Door schrijver opgesteld als ass. res. van Tanah Datar (zie no. 16) : voor verpanding s a k o t o vereischt; pand eerst achtereenvolgens aangeboden binnen p a r o e t, binnen de s o e k o e , en binnen de n e g e r i ; dan pas mag het verleend aan iemand buiten de negeri ; formaliteiten, m e n -d j a p o e t, m e a n t a r k a n o e a n g ; m e m b a h a r o e s i g a -d e i ; m e n d a l a m i — ; m e a l i h k a n — ; d j o e a l (selama ajer hilir, selama gagak hitam) ; g a d e i n i t a b o e s i, d j o e a l n i t a h o e r i. — Zie no. 88 dezer serie.

39. Aanteekening over pandrecht ( ± 1915) 135

Verschil tusschen g a d a i en s a n d o (zegsman niet vermeld).

40. Volkshoofden en oelajat-recht te P'adang omstreeks 1610. 136

Uit een Maleisch handschrift van 1807, met korte vertaling.

4 1 . A d a t r e c h t s t u d i e ( 1 8 6 0 ) 137 Vraag in Bijdr. Kon. Inst. dl. 7, 1860, betr. de „hadat" ter Sumatra's

Westkust met de spreuken in de landtaal.

4 2 . G e g e v e n s o v e r f a m i l i e - e n g r o n d e n r e c h t ( 1 9 1 5 ) . . . 138 Uit de toelichting op het „Agrarisch Reglement voor Sum.'s Wk." (o.m.

besprekend de mogelijkheid om bij afwezigheid van „deelgerechtigde"

familieleden toch tot verdeeling der h a r t a p o e s a k a te geraken, om deze goederen voor leenschuld te verbinden, om ze te vervreemden, enz.) ; met eenige rechtzettende noten der commissie. — Verg. no. 61.

9 7 M I N A N G K A B A U S C H G E B I E D

No. Blz.

4 3 . D o r p s r e g e l i n g e n i n z a k e h u w e l i j k ( 1 9 1 6 ) . . . 140 Resultaat van besprekingen met hoofden en wetgeleerden door ass. res.

Oud-Agam in Aug. 1916; regeling van Boekit Tinggi (Maleisch met vertaling) als voorbeeld.

4 4 . A d a t v o n n i s s e n ( 1 9 2 0 ) 143 9 (vervolg van deze serie, no. 11): Kerapatan negeri Kota Gedang 23

April 1920: meisje van Kota Gedang, klerk te Medan, trouwt buiten weten harer familie, met een Javaan, mede klerk te Medan ; de kerapatan negeri veroordeelt haar met b o e a n g t i n g k a r a n g (met uitvoerige omschrijving der gevolgen: dikeloearkan sepandjang adat dalam negeri Kota Gedang, enz.) terzake dat : a. si Daina soedah berkawin dengan orang loearan, nan boekan orang Kota Gedang; b. dengan tidak samoe-fakat atau tidak seizin ninik mamak bapak mande dan kaoem keloe-arganja. Vonnis overgenomen uit de „Soeara Kota Gedang", met noot der redactie over b o e a n g t i n g k a r a n g .

45. Adatinkomsten van dorpshoofden in Indragiri (1919) . 147

Gegevens betr. de afdeeling Indragiri (Riouw en ond.), waarvan de bovenstreken Minangkabausch zijn; ook de gegevens voor de Maleische benedenstreken zijn hier opgenomen : A. Onderafd. K wantan-districten ; B. Zelfbesturend landschap Indragiri; C. Rechtstreeks bestuurd gebied der onderafd. Indragirische Benedenlandcn.

4 6 . V e r v o r m i n g v a n h e t e r f r e c h t ( 1 9 1 2 ) ISO Uit Van Vollenhoven s „Sprongen in de ontwikkeling van het

ge-woonterecht (zie C no. S3, E no. 39) ; stelling niet gehandhaafd.

47. De adat volgens Minangkabausche bronnen (1898) . . 151

Uit „Wet en Adat" I I I ; een artikel van J. C. van Eerde, samengesteld uit vijf minangkabausche geschriften: Over de adat in het algemeen;

soorten van adat; de eigenlijke adat.

48. Oude gegevens (1838—1870 160

Over alle onderdeelen van het adatrecht, uit T. v. N. I., o.m. verschil-lende fragmenten uit opstellen van Francis en Verkerk Pistorius.

4 9 . V e r w i j z i n g 193 Betr. inheemsche rechtspraak, naar Z no. 17.

B u n d e l X X I I .

50. R e c h t s z a k e n t e r S u m a t r a ' s W e s t k u s t ( 1 9 2 1 ) . . . . 3 0 6 Bericht, dat bij den landraad te Fort de Koek herhaaldelijk zaken over veepacht voorkomen.

51. Adatspreuken (1922) 307

Over de spreuk „soearang baragiëh — sakoetoê babalah — harta pambaâ kombali — hartâ dapatan tingga", waarvan een ruimere verklaring wordt voorgesteld dan gewoonlijk; met verwijzing overigens naar Snouck Hurgronje's waarschuwing t.a.v. adatspreuken in A no. 11 (in-leiding). — Auteur niet vermeld.

B u n d e l X X V .

5 2 . A d a t v o n n i s s e n ( 1 9 1 0 ) 187 10 (vervolg van deze serie no. 44): Landraad Solok 16 Augustus 1910:

m a m a k r o e m a h van eene familie van vroegere slaven (k a m a -n a k a -n d i b a w a h 1 o e t o e t, de rekwestra-nte-n va-n -no. 23 dezer

40 7

S E R I E H 52—66 9 8

No. B l z -serie, zie aldaar) verzoeken van den landraad, tegen den mamak der vroegere meesteres-familie, weder de beschikking te mogen hebben over de gronden, die hun in 1901 bij rapat-vonnis waren ontnomen wegens onbehoorlijk gedrag tegenover hun i n d o e k s e m a n g (zie no. 23 dezer serie), en wel op grond dat zij alles hebben gedaan om de familie hunner vroegere meesters te verzoenen ; de landraad verklaart zich on-bevoegd en verwijst eischer naar de vergadering der gezamenlijke p a n g h o e l o e a n d i k o der n a g a r i .

5 3 . V e r w i j z i n g e n z * ^ Betr. godsdienstige rechtspraak te Padang naar F no. 16; betr. citaten

uit De Rooy, in H no. S onder E, naar H nos. 16 en 38; verder verbe-tering van „aloemo" in o e l a m o in Y no. 17 (biz. 295 onder § 5).

Bundel X X V I I .

54. Deelwinning van vee (1920) 221

Naar aanleiding van de rondvraag November 1919, zie serie B no. 36:

Sumatra's Westkust; Riouw en Onderhoorigheden (Poelau Toedjoeh en Kwantandistricten).

55. Verbodsteekenen (1921) 226

Berichten betr. Kampar-kiri en de Kwantandistricten, zie Z no. 23.

56. Dorpsrechtspraak en tuchtrecht (1922—1924) . . . . 227

Uit brieven van res. Sum.'s W k . aan directeur B.B. van Maart en Oct.

1922, Jan. 1923 en- Maart 1924: tal van voorbeelden uit dit gewest, betr.

overspel, buitenechtelijke zwangerschap, het 's nachts^ binnenlaten van een man door weduwe, openen van „qoeranschooltje" in de Vrijdags-moskee zonder toestemming der datoeks, rechtshandelingen zonder ma-mak's erin te kennen, deelnemen aan hazardspelen door pangoeloe kaämpe soekoe, mamboesoekkan namo kapalo negeri, enz., enz.; oplegging van boeten, slachten van geit enz., diboeang sepandjaug adat, enz.; eemgszins uitvoerige mededeelingen betr. de onderafd. Bangkinang, de afdeeling Padang (Van der Plas : komt, ook in de ommelanden, zoo goed als met voor), Solok (veelvuldig), Agam, Korintji (veelvuldig), Sawah Loento.

57. Adatvonnissen (1925) 240

Vervolg van no. 52; de nummering der vonnissen niet voortgezet. — Vonnis volkshoofden Koto V I I en 9 Koto 25 Jan. 1925: geschil over inlossing van pandsawah tegen f 400; bij wege van minnelijke schikking-veroordeeld tot afgifte sawah tegen f 400 of verhooging van de pandsom.

58. Het dorpswezen ter kuste (1921) 242

Aanteekeningen van een bestuursambtenaar betr. opneming van niet-volkshoofden in den nagari-raad, en w a n g s a r a j o.

59. M a m a k en k a m a n a k a n (1887) 244

Kantteekeningen van ass. res. Tanah Datar W . C. Hoogkamer op een ïnlandsche nota, gelijkluidend aan die, opgenomen onder no. 26 (voor Poear D a t a r ) .

60. Vervorming van de Ïvlinangkabausche adat, bepleit en bestreden

In document 0093 3000 (pagina 96-99)