• No results found

Functionings, capabilities en de kwaliteit van leven

6 De capability-benadering

6.2 Functionings, capabilities en de kwaliteit van leven

De twee belangrijkste begrippen uit de capability-benadering zijn de begrippen functioning en capability. Een capability is de reële mogelijkheid van een persoon om ‘iets te doen of te zijn’, of anders gezegd, de mogelijkheden tot ontplooïing die een persoon heeft. Voorbeelden zijn de mogelijkheid om te kunnen lezen, schrijven, dansen, eten, gezond zijn, gelukkig zijn, zorgen voor iemand en zelf verzorgd worden, kunnen werken, kunnen ontspannen,

enzovoort. Er bestaat dus in principe een oneindig aantal capabilities.

Capabilities zijn dus mogelijkheden, niet realisaties. Het woord duidt op de verzameling reële opties waaruit een mens zelf kan selecteren welke optie hij of zij wil realiseren. Zo’n

gerealiseerde optie noemt Sen een functioning.14 Zo kan een goed kinderopvangsysteem ouders in staat stellen allebei een voltijdse of grote deeltijdbaan te hebben, maar het laat ouders evengoed vrij om zelf voor hun kinderen te zorgen. Die ouders hebben dan de

capability om zorg en arbeid te combineren, maar welke mix van deze functionings ze willen realiseren kunnen ze zelf beslissen.

Een ander belangrijk concept uit de capability-benadering zijn de ‘conversiefactoren’. Dit zijn factoren die de omzetting van hulpbronnen in capabilities beïnvloeden.

Conversiefactoren wijzen op menselijke diversiteit. Sen onderscheidt drie verschillende soorten: persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren. Voorbeelden van persoonlijke factoren zijn fysieke handicaps: iemand die goed ter been is, kan een fiets (hulpbron) aanwenden om de capability mobiliteit te realiseren; iemand die niet goed ter been is, heeft die mogelijkheid vaak niet. Die persoon wordt dus geconfronteerd met een factor die een negatief effect heeft op het omzetten van hulpbronnen in reële mogelijkheden. Een voorbeeld van een sociale conversiefactor is racisme: in een maatschappij waar zwarten worden gediscrimineerd, kan iemand die goed geschoold is en de juiste diploma’s heeft deze hulpbronnen toch niet in dezelfde mate aanwenden voor het verbeteren van haar kwaliteit van leven. Een voorbeeld van een omgevingsfactor is een onherbergzaam klimaat, wat de mogelijkheden van mensen om bijvoorbeeld akkerbouw te bedrijven kan bemoeilijken. Er zijn ook institutionele conversiefactoren, zoals tijdsautonomie, de mate waarin iemand tijd naar eigen inzicht kan inzetten op verschillende terreinen. In hoofdstuk 9 zullen we gebruikmaken van deze factor bij het operationaliseren van capabilities.

Wat heeft de capability-benadering nu te zeggen over de kwaliteit van leven? Volgens Amartya Sen moeten we bekommerd zijn om de capabilities van mensen, maar moeten mensen zelf kunnen kiezen welke capabilities ze omzetten in functionings en welke ze ongebruikt laten. Wat de kwaliteit van leven betreft kunnen we hetzelfde onderscheid maken tussen het reëel mogelijke aan de ene kant en het gerealiseerde aan de andere kant: we kunnen dus spreken over reëel bereikbare levenskwaliteit enerzijds en gerealiseerde of effectieve levenskwaliteit anderzijds. Sen stelt voor om reëel bereikbare levenskwaliteit te definiëren in termen van de capabilities van een persoon en haar gerealiseerde of effectieve levenskwaliteit in termen van haar (gekozen) functionings. In de capability-benadering wordt het garanderen van reële opties in beginsel als politiek doel beschouwd, opdat burgers zelf kunnen kiezen welke functionings ze wensen te realiseren binnen hun capabilities en welke niet. De belangrijkste twee redenen hiervoor zijn afkomstig uit het liberalisme: (1) dat de overheid niet moet willen bepalen hoe de mensen hun leven leiden en (2) dat

handelingsbekwame volwassenen verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leven, als hen effectieve mogelijkheden zijn aangeboden om een goede kwaliteit van leven te bereiken.

14 Capability en functioning zijn termen die geen correcte vertaling in het Nederlands hebben. Je zou in principe capability kunnen

vertalen door reële mogelijkheden, ontwikkelingsmogelijkheden of persoonlijke realisatiemogelijkheden. Functioning zou je kunnen vertalen door menselijke realisaties of menselijke prestaties. Wij hebben ervoor gekozen om de termen capability en

Er zijn echter ook aanwijzingen dat capabilities een constitutief element zijn van kwaliteit van leven wanneer men luistert naar de ervaringen van mensen. Een zeer recent

gepubliceerde studie van Ini Grewal en haar collega’s bevestigt Sens stelling dat mensen zelf over hun kwaliteit van leven denken in termen van wat ze kunnen doen en zijn. Volgens dit kwalitatieve onderzoek blijkt kwaliteit van leven vooral te gaan over capabilities en niet zozeer over hulpbronnen, geluk of tevredenheid of zelfs de mate waarin men daadwerkelijk functioneert (Grewal et al., 2006).15 Deze onderzoeksgroep werkt momenteel aan een onderzoeksproject dat tot doel heeft voor oudere mensen in het Verenigd Koninkrijk een maatstaf van de kwaliteit van leven op te stellen die in tegenstelling tot de gebruikelijke indicatoren niet uitsluitend wordt bepaald door gezondheidsaspecten. Tijdens de eerste fase van dit onderzoek, dat bestond uit diepte-interviews met ouderen, bleek dat dezen zelf de kwaliteit van leven beschrijven in termen van mogelijkheden om te kunnen functioneren. Dit is een interessant gegeven, omdat de onderzoekers niet vertrokken waren vanuit de

capability-benadering, maar daarnaar juist werden geleid door de resultaten van de

interviews. Hun doel was oorspronkelijk om veel dichter bij de methodes en concepten van de traditionele gezondheidseconomie te blijven, maar de respons van de ouderen stuurde hun conceptualisering van de kwaliteit van leven in de richting van de capability-benadering. Het onderzoek van Grewal en collega’s suggereert dat de ouderen niet zozeer het functioneren zelf als constitutief voor de kwaliteit van hun eigen leven zien, maar de reële mogelijkheden die ze daartoe hebben. Met andere woorden, het zijn hun capabilities en niet zozeer hun functionings die van belang lijken te zijn. In onderzoek van Frey en Stutzer (2005) over het subjectieve welzijn dat Zwitserse burgers ontlenen aan mogelijkheden tot democratische participatie op lokaal niveau vindt men een soortgelijke aanwijzing. We komen op dit laatste onderzoek nog terug.