• No results found

Hoofdstuk 3 Decentrale human capital beleidsinitiatieven

3.3 Beleidsinitiatieven in Twente

3.3.3 Fast Forward

Historische achtergrond

Fast Forward (FF) is in oktober 2000 als traineeproject voor talentvolle studenten opgezet. De eerste viool bij dit initiatief werd gespeeld door de toenmalige Hogeschool Enschede. De Hogeschool Enschede is later gefuseerd met Hogeschool IJsselland tot Saxion Hogescholen. In deze casus zullen wij dan ook spreken van Saxion. Met plusminus 20.000 studenten en circa 1,500 medewerkers is het een van de grootste instellingen voor hoger onderwijs in Oost-Nederland.

In 1999 werd het rapport Daarom Twente: onderzoek naar verhuismotieven uitgebracht door de provincie Overijssel. Dit rapport brachten wij al ter sprake bij de bespreking van het CCT. Het bracht de problematiek van het negatieve migratiesaldo onder hoger opgeleiden op een duidelijke en cijfermatige wijze onder de aandacht. De ontwikkelingsmaatschappij OOST NV heeft na het uitbrengen van dat rapport PLP communicatie, Saxion en de Universiteit Twente om tafel gevraagd om te kijken hoe men iets aan dit probleem zou kunnen doen. Dit contact verliep volgens de betrokkenen vrij gemakkelijk. De initiatiefnemer van deze bijeenkomst, de directeur ontwikkeling en innovatie van OOST NV, kende de vertegenwoordigers van PLP en Saxion al als leden van de Rotary Enschede.

In tegenstelling tot dit makkelijke contact verliep de samenwerking tussen de Universiteit Twente en Saxion in deze dagen minder voorspoedig. Het College van Bestuur van de Universiteit was volgens betrokkenen terughoudend in samenwerkingsprogramma’s met hbo-instellingen. Volgens een aantal respondenten was dit dan ook reden voor de Universiteit Twente om zich na verloop van tijd terug te trekken uit het lopende overleg.

Hierdoor ontstond een situatie waarin Saxion als enige instelling voor hoger onderwijs nog bezig was met het rapport Daarom Twente. Deze rol lag Saxion om twee redenen goed. Immers, zij presenteert zich vooral als een regionale instelling: “Saxion Hogescholen is primair verankerd in de regio die zich uitstrekt over Overijssel, delen van Drenthe en Gelderland en het Duitse Euregionale gebied. Onze studenten komen vooral uit deze regio en dat is een belangrijk gegeven”22. De

instelling presenteert zich bovendien als een instelling die gericht is op de arbeidsmarkt: “de kernactiviteit van Saxion is het markgericht opleiden”23.

Door haar taak als regionale aanbieder van hoger opgeleiden, de capaciteiten die zij als grote instelling voor hoger onderwijs had, en wellicht de gespannen verhoudingen die toentertijd heersten bestonden met de Universiteit Twente, nam Saxion graag verantwoordelijkheid voor de problematiek die in Daarom Twente werd besproken.24 Bij de afwezigheid van de Universiteit Twente ging Saxion zich beschouwen als de primaire organisatie die iets aan dit probleem zou kunnen doen. Dit wilde Saxion doen in de vorm van FF, een beleidsinitiatief waarmee men zou trachten om talentvolle hbo-studenten als trainee aan de regio te binden.

Financiële ondersteuning voor het beleidsinitiatief werd gevonden bij ERDF- gelden: van 2000 tot 2002 werden de exploitatiekosten volledig gedekt door het ERDF. Vanaf 2002 kwamen de exploitatielasten volledig bij Saxion te liggen. Het aantal trainees was toen echter nog te klein om zwarte cijfers te schrijven. Pas in 2006 liep FF voor het eerst uit de kosten en hoefde Saxion niks meer bij te leggen.25

Activiteiten

De activiteiten van FF zijn tamelijk overzichtelijk. FF biedt recentelijk afgestudeerde talentvolle studenten de mogelijkheid tot het volgen van een traineeship bij organisaties die door Saxion worden beschouwd als regionale ‘toporganisaties’. Het traineeship duurt twee jaar en bestaat uit drie verschillende blokken van elk acht maanden. In elk blok werkt de trainee bij een ander werkgever. FF heeft in beginsel 36 à 40 trainees aan het werk. Het traineeship duurt twee jaar. Per jaar worden 18 à 20 trainees aangenomen.26

FF brengt een aantal voordelen met zich mee. In de eerste plaats zijn er voordelen voor de werkgevers. FF kan aan werkgevers zorgvuldig geselecteerde trainees bieden. De trainees werken in eerste instantie voor een minimumloon, een inkomen dat later iets stijgt. Op deze wijze levert FF aan werkgevers jonge, relatief ambitieuze trainees voor weinig geld. Wel dienen de organisaties ongeveer €550 per maand bij te dragen aan Saxion. Officieel is deze bijdrage voor “flankerend onderwijs op maat”. In de praktijk wordt dit geld volgens een respondent gebruikt om de exploitatiekosten van FF te dekken. Voor werkgevers lijkt het programma aantrekkelijk. Het aantal deelnemende organisaties is in de zes jaar dat het programma loopt gegroeid tot ruim 67 (Hospers, 2005: 69).

Ook voor de trainees zijn er voordelen. FF kan hun kwalitatief goede werkgevers bieden. De trainee verdient relatief weinig geld, maar kan makkelijk ervaring in het bedrijfsleven opdoen.27 Parallel aan het werk volgen de trainees een post-hbo onderwijstraject. Dit neemt ongeveer een dagdeel per week in beslag. Ook 23 Ibid.

24 Verslag TKT bijeenkomst, 8 februari 2005.

25 De Hogeschoolfraude en de strenge wet- en regelgeving die hieruit voortkomt, maakt dit ook

wettelijk noodzakelijk.

26 Het aantal aanmeldingen ligt in de praktijk tussen de 45 en 80 en fluctueert sterk met de

arbeidsmarkt mee.

zorgt FF voor begeleiding van de trainee. Deze begeleiding wordt geboden door zowel FF als de werkgever: bij FF krijgt de trainee een mentor terwijl hij bij de werkgever een zogenaamde bedrijfscoach krijgt toegewezen. Het is de bedoeling dat de trainees snel doorstromen naar hoge posities in de organisatie en meer verantwoordelijkheid krijgen dan leeftijdsgenoten.

Ook voor Saxion zijn er duidelijke voordelen aan het project. In de eerste plaats presenteert de organisatie zich als een organisatie waar men goede faciliteiten heeft voor de besten van haar studenten. Bovendien kan men zich profileren als een organisatie die goede contacten met het bedrijfsleven in haar omgeving creëert en onderhoudt.28

Saxion lijkt FF duidelijk als een paradepaartje van de hogeschool te zien. FF is gehuisvest in een statig pand tegenover het Enschedese dependance van de hogeschool. De trainees lijken goed te worden begeleid door de hogeschool. Naast de al genoemde opleidingsactiviteiten, worden er bijeenkomsten georganiseerd die uitsluitend de bedoeling hebben om het groepsgevoel onder de trainees te bevorderen. Zo organiseert men kerstborrels, bedrijfsbezoeken, golfclinics en excursies.

De omvang van het beleidsinitiatief

Net als het CCT kent FF een uitgebreid netwerk aan deelnemende organisaties. Het gros van de grotere organisaties in de regio lijkt bij FF te zijn betrokken. De organisatie van FF is echter betrekkelijk klein. Net als bij het CCT is dit allereerst te zien aan het aantal medewerkers. FF kent drie medewerkers die voor 2,3 fte aan FF verbonden zijn. Ook in financieel opzicht is het een kleine organisatie. De inkomsten bestaan uit de bijdragen van de deelnemende bedrijven. Zoals aangegeven betalen deelnemende bedrijven per trainee €550 per maand. FF heeft structureel 36 à 40 trainees aan het werk. De jaarlijkse inkomsten liggen daarmee tussen €237,600 en 264.000.

De doelstelling van het beleidsinitiatief

Hoewel het niet te achterhalen is waar dit formeel is vastgelegd, laat het primaire doel zich door direct betrokkenen formuleren als: “het behoud van hoger opgeleiden

voor de regio; het tegengaan van de braindrain dus”, of “het behouden van talenten voor de regio”29. Deze doelstelling wordt ook door andere respondenten en bronnen bevestigd.30 FF is ontstaan vanuit het signaal dat kennis en hoger opgeleiden uit Twente wegstroomden. Als oplossing hiervoor werd het creëren van een tegenstroom of het tegenhouden van de stroom gezien. Ook al spinnen velen garen bij het project, de doelstelling laat geen enkele ruimte voor twijfel: het project wordt geacht om hoger opgeleiden voor de regio te behouden. De groei van de voorraad

28 In het politieke debat over het hoger onderwijs wordt dit gezien als een kardinale taak van

hbo-instellingen in de komende jaren: het zoeken van aansluiting bij de regionale arbeidsmarkt en het afstemmen van haar opleidingen op de wensen van die arbeidsmarkt.

29 OOST NV, Fast Forward en Talentenwerk. 30 Zie bijvoorbeeld: OnderwijsInnovatie, juni 2005.

hoger opgeleiden heeft daarmee een typische Type I-rol in het project: het is het enige doel in het project.

Resultaten

De resultaten van het programma lijken tot dusverre goed. Begin 2006 is onder alle deelnemende bedrijven en alle voormalige trainees een enquête uitgezet over hun ervaringen met het programma. Over het algemeen zijn bedrijven en trainees tevreden over de wijze waarop het programma loopt. Zo geeft 94% van de deelnemende bedrijven aan dat de FF-trainees voorzien in een behoefte. Ook geeft 84% van de bedrijven aan dat FF hun de mogelijkheid biedt om in contact te komen met aankomend leidinggevend talent.

Naast de resultaten van de enquêtering blijkt ook uit andere data dat FF slaagt in haar doelstelling ten behoeve van de regionale arbeidsmarkt. FF is deels opgestart om de voorraad hoger opgeleiden in de regio te vergroten. In de genoemde enquête zijn specifieke vragen gesteld over de mate waarin FF erin slaagt om haar studenten te handhaven voor de regionale arbeidsmarkt. Het blijkt dat 88% van de trainees van mening is dat zij door het FF-programma worden behouden voor de regio. Van de mensen die het programma afronden, blijkt in de praktijk ruim 95% behouden te blijven voor de regionale arbeidsmarkt (Hospers, 2005: 69). Ongeveer 75% van de trainees blijft volgens een respondent werkzaam voor een van de drie organisaties waarvoor men gewerkt heeft, soms in een volstrekt andere functie. Zo blijkt bijvoorbeeld dat van het recentelijk ‘afgestudeerde’ cohort 2003 alle trainees inmiddels een baan in het oosten van Nederland hebben aanvaard. In deze zin draagt het FF-programma zonder meer bij aan de voorraad hoger opgeleiden in de regio. In het licht van haar doelstelling mag FF dan ook succesvol worden genoemd (Hospers, 2005).

Het succes blijkt ook uit de wijze waarop Saxion met FF te koop loopt. De Raad van Bestuur blijft zelf intensief bij het project betrokken en verbindt haar naam er graag aan. Of, in de woorden van een hoge medewerker van Saxion: “het is één van

de vlaggenschepen, er wordt voortdurend mee gekoketteerd”. Diploma’s van FF

worden regelmatig door de leden van de Raad uitgereikt.