• No results found

Zoals omschreven staat ten aanzien van de opstartfase van een participatief actieonderzoek in Participatory Research for Health and Social Well-Being (Abma et al., 2019, p. 60) is het van belang om direct vanaf de start met betrokkenen samen een relatie en vertrouwen op te bouwen: “How a piece of research starts can set the tone for how it develops. So it is important to pay attention to exploring commonalities and differences between potential co-researchers and developing relationships of trust before rushing into getting started”.

Tevens is het van belang om met elkaar de centrale vraagstukken goed te ‘framen’:

when coming together with our co-researchers to decide what research question we want to explore, everyone including ourselves comes with a particular lens through which we view the world.[…]So, the challenge is to bring the frameworks through which we view and “know” the world into the light so we can see them, but also to share and explore each other’s ways of knowing. To do so is to set the stage for the knowledge co-creation process that lies at the core of the participatory research process. This is important, because how we view the world shapes the research questions we ask, and directs the solutions. (ibid., p. 25) Ik wil dus zo snel mogelijk met de deelnemers in gesprek, nog voordat we echt van start gaan. Iets wat met enkele late aanmeldingen nog een behoorlijke

uitdaging vormt om in te plannen. Na inschrijving worden alle deelnemers op de hoogte gebracht van de opstart door middel van een instructiemail waarin we aankondigen een intakegesprek te willen voeren met de deelnemers. Daarbij geven we aan dat het sterk aan te bevelen is om een directie- of MT-lid te betrekken. Dit om voldoende draagvlak voor de deelname te creëren, zodat de deelnemer tijdens de Expeditie iemand in de eigen organisatie op beslisniveau mee kan nemen in het proces. Zo hopen we in deze gesprekken al zowel het individuele niveau als organisatie- en systeemniveau te betrekken. Ook hoop ik met de betrokkenheid van anderen uit de organisatie in het gesprek een nog beter beeld te krijgen van de context waarin de deelnemers verkeren en mijn relatie met deze organisaties goed op te bouwen. We kondigen aan dat we tijdens het gesprek stil zullen staan bij de huidige en gewenste stand van zaken op het gebied van MVO in de organisatie en de rol van de deelnemer als MVO- manager daarin. Dit vanuit de bedoeling om de leer-of ontwikkelvraag waarmee de deelnemer het traject instapt vast op gang te brengen. Verder vormen de intakes een gelegenheid om het programma van de Expeditie verder toe te lichten en praktische zaken af te stemmen. Ook word ikzelf als onderzoeker genoemd als aanwezige bij dit gesprek.

In de meeste gevallen lukt het om iemand uit de top van het bedrijf aan te haken, in enkele gevallen niet en wordt het gesprek door de deelnemer alleen gevoerd. Vanuit onze kant hebben we de deelnemers verdeeld onder de twee begeleiders. Zelf ben ik als onderzoeker bij alle gesprekken. Daarin stel ik mezelf voor als degene die initiatief heeft genomen tot de Expeditie, betrokken is bij de opzet en mee zal draaien vanuit het promotieonderzoek. Ik geef daarbij meteen al aan dat ik de deelnemers zie als medeonderzoekers van hun eigen en onze gezamenlijke MVO-praktijk en tussentijds vragen zal stellen, gesprekjes met ze zal voeren en af en toe vraag om vignetten in te vullen of vragen te stellen in de organisatie. De rol van de andere twee begeleiders is die van coach en docent/trainer tijdens de Expeditie.

De gesprekken zijn heel boeiend en geven mij het gevoel dat we iets gaan doen waar echt behoefte aan is. De conversaties zijn stuk voor stuk levendig en tonen betrokkenheid van de deelnemers bij de thematiek van MVO-management. In alle gevallen komen er tijdens het gesprek verschillende problemen en dilemma’s naar voren rond MVO-implementatie. Vaak geven deelnemers aan daar na afloop van de intakegesprekken nog wel verder op te willen kauwen voordat ze starten met de Expeditie. Maar ook merk ik dat onder deelnemers het idee bestaat dat ze met een afgebakende doelstelling het traject in moet gaan. Die gedachte stellen we wat bij en we benadrukken dat het gaat om de gezamenlijke trektocht aan de hand van enkele richtinggevende vragen. Wat verder opvalt tijdens de gesprekken

3

uitdaging vormt om in te plannen. Na inschrijving worden alle deelnemers op de hoogte gebracht van de opstart door middel van een instructiemail waarin we aankondigen een intakegesprek te willen voeren met de deelnemers. Daarbij geven we aan dat het sterk aan te bevelen is om een directie- of MT-lid te betrekken. Dit om voldoende draagvlak voor de deelname te creëren, zodat de deelnemer tijdens de Expeditie iemand in de eigen organisatie op beslisniveau mee kan nemen in het proces. Zo hopen we in deze gesprekken al zowel het individuele niveau als organisatie- en systeemniveau te betrekken. Ook hoop ik met de betrokkenheid van anderen uit de organisatie in het gesprek een nog beter beeld te krijgen van de context waarin de deelnemers verkeren en mijn relatie met deze organisaties goed op te bouwen. We kondigen aan dat we tijdens het gesprek stil zullen staan bij de huidige en gewenste stand van zaken op het gebied van MVO in de organisatie en de rol van de deelnemer als MVO- manager daarin. Dit vanuit de bedoeling om de leer-of ontwikkelvraag waarmee de deelnemer het traject instapt vast op gang te brengen. Verder vormen de intakes een gelegenheid om het programma van de Expeditie verder toe te lichten en praktische zaken af te stemmen. Ook word ikzelf als onderzoeker genoemd als aanwezige bij dit gesprek.

In de meeste gevallen lukt het om iemand uit de top van het bedrijf aan te haken, in enkele gevallen niet en wordt het gesprek door de deelnemer alleen gevoerd. Vanuit onze kant hebben we de deelnemers verdeeld onder de twee begeleiders. Zelf ben ik als onderzoeker bij alle gesprekken. Daarin stel ik mezelf voor als degene die initiatief heeft genomen tot de Expeditie, betrokken is bij de opzet en mee zal draaien vanuit het promotieonderzoek. Ik geef daarbij meteen al aan dat ik de deelnemers zie als medeonderzoekers van hun eigen en onze gezamenlijke MVO-praktijk en tussentijds vragen zal stellen, gesprekjes met ze zal voeren en af en toe vraag om vignetten in te vullen of vragen te stellen in de organisatie. De rol van de andere twee begeleiders is die van coach en docent/trainer tijdens de Expeditie.

De gesprekken zijn heel boeiend en geven mij het gevoel dat we iets gaan doen waar echt behoefte aan is. De conversaties zijn stuk voor stuk levendig en tonen betrokkenheid van de deelnemers bij de thematiek van MVO-management. In alle gevallen komen er tijdens het gesprek verschillende problemen en dilemma’s naar voren rond MVO-implementatie. Vaak geven deelnemers aan daar na afloop van de intakegesprekken nog wel verder op te willen kauwen voordat ze starten met de Expeditie. Maar ook merk ik dat onder deelnemers het idee bestaat dat ze met een afgebakende doelstelling het traject in moet gaan. Die gedachte stellen we wat bij en we benadrukken dat het gaat om de gezamenlijke trektocht aan de hand van enkele richtinggevende vragen. Wat verder opvalt tijdens de gesprekken

is de invloed die de leidinggevende of directeur kan hebben op de deelnemer in kwestie. In de meeste gevallen zijn dit personen die zeer betrokken zijn bij het thema en hier uitgesproken ideeën over hebben, ook ten aanzien van de rol die de deelnemer zou moeten pakken. We moeten af en toe nadrukkelijk de

deelnemer ook het woord geven om de leidinggevende niet te dominant te laten zijn. Een enkele deelnemer geeft na afloop van het gesprek, als we nog even alleen met elkaar zijn, aan dat er minder vrij gesproken kon worden door deze invloed.

De inhoud die naar voren is gekomen tijdens de intakes komt terug in de volgende paragraaf. Ik ga nu eerst in op het verloop van de verschillende expeditiedagen.