• No results found

[Uitzending 479: Introductie & 1 Korinthiërs 1:1 t/m 8]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Uitzending 479: Introductie & 1 Korinthiërs 1:1 t/m 8]"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Uitzending 479: Introductie & 1 Korinthiërs 1:1 t/m 8]

In deze uitzending maken we een begin met het Bijbelboek 1 Korinthiërs. Korin- the was in Paulus’ dagen de belangrijkste stad in Griekenland. Het was een bruisend centrum van wereldhandel, cultuur en afgodendienst. In deze stad stichtte de apostel Paulus een gemeente (Hand.18). Twee van zijn brieven zijn gericht 'Aan: Gods gemeente in Korinthe'.

De eerste brief aan de Korinthiërs toont de problemen, spanningen en aanvechtingen van een gemeente, ontstaan in een heidense samenleving.

Paulus wijst op verschillende problemen in de levenswandel van de gelovigen in Korinthe, waaronder partijschappen, rechtszaken bij wereldse rechtbanken, zedeloosheid, misbruiken bij het Avondmaal, en misbruik van de gaven van de Heilige Geest. Paulus schrijft woorden van verma-ning en geeft daarnaast ook antwoorden op vragen die de gelovigen in Korinthe per brief aan hem hadden gesteld.

Paulus wordt bijna algemeen erkend als de schrijver van Korinthiërs. Al in het jaar 95 blijkt deze opvatting wijdverbreid te zijn, toen schreef Clemens van Rome aan de gemeente van Korinthe en citeerde hij uit deze brief in verband met de onderlinge verdeeldheid, een probleem dat in de tijd van Clemens van Rome nog steeds speelt in de gemeente van Korinthe.

Korinthe was één van de belangrijkste steden in het oude Griekenland, totdat het

in 146 v.Chr. werd verwoest door de Romeinen. In 44 v.Chr. herbouwde Julius Caesar de stad en maakte er een Romeinse kolonie van. Korinthe groeide en bloeide en werd de hoofdstad van de provincie Achaje. Hoewel de officiële taal Latijn was, bleef de voertaal Grieks. Korinthe was strategisch gelegen op de smalle landengte tussen de Egeïsche Zee en de Adriatische Zee, die de

Peloponnesus verbindt met Noord-Griekenland. Met zijn twee zeehavens was het een belangrijk handelscentrum. Veel kleine schepen werden over de Korinthische landengte gerold of gesleept, om zo de gevaarlijke reis van zo'n 300 km om het zuidelijk deel van Griekenland te vermijden.

(2)

Vanaf de tijd van keizer Nero bestonden er al plannen om op het smalste punt een kanaal aan te leggen, maar dit werd pas gerealiseerd in 1893. De stad stond vol tempels, waarvan de tempel van Afrodite de belangrijkste was. Haar tempel stond boven op een 550 meter hoge bergrug, de Acrocorinthus. Vereerders van Afrodite (de Griekse 'godin van de liefde' en ‘de schoonheid’) maakten gratis gebruik van de 1000 gewijde prostituees. Korinthe was een wereldcentrum en bloeide door handel, amusement, verdorvenheid en corruptie. Men kwam naar Korinthe om zich te amuse-ren en geld uit te geven, zonder zich druk te maken over moraal of fatsoen. Het maakte Korinthe zo berucht, dat het Griekse

werkwoord korinthiazō (lett. 'zich gedragen als een Korinthiër') een synoniem werd voor losbandigheid en prostitutie.

In Paulus' dagen had Korinthe een bevolking van ongeveer 700.000 mensen,

waarvan ongeveer twee derde slaaf was. De ongelijksoortige bevolking bracht geen beroemde filosofen voort, maar de Griekse filosofie beïnvloedde er wel het denken. Paulus kon gedurende zijn 2de zendings-reis een gemeente stichten in Korinthe. Na vervolging in Macedonië reisde hij naar het zuiden, naar Athene, en van daar verder naar Korinthe. Samen met Aquila en Priscilla werkte hij als tentenmaker en hij discus-sieerde met de Joden in de synagoge. Nadat Silas en Timotheüs zich bij hem hadden gevoegd (blijkbaar brachten ze een gift mee vanuit Filippi; 2Kor.11:8,9 en Fil.4:15), wijdde Paulus al zijn tijd aan de

verbreiding van het Evangelie.

In Korinthe schreef Paulus 1 en 2 Thessalonicenzen. Vanwege de groeiende tegenwerking van de Joden verplaatste hij zijn activiteiten van de synagoge naar het huis van Titius Justus.

Eén van de leiders van de synagoge, Crispus, kwam tot bekering. In totaal onderwees Paulus 18 maanden lang het Woord van God in Korinthe (in 51-52 n.Chr.). Na Paulus' vertrek kwam Apollos vanuit Efeze om de gemeente van Korinthe te dienen. Toen Paulus tijdens zijn derde zendingsreis in Efeze werkte, werd hij ongerust over Korinthe door berichten van de huisgenoten van Chloë

(3)

De christengemeente van Korinthe stuurde Paulus een brief, waarin zij zijn oordeel vroegen over bepaalde problemen die in de gemeente aan de orde waren (7:1). Paulus schreef 'de 1ste brief aan de Korinthiërs' als reactie op de gestelde vragen en problemen. Uit 1Kor.5:9 blijkt dat de apostel al eerder een brief had geschreven. Waarschijnlijk namen drie afgevaardigden van de gemeente (16:15-18) deze brief mee terug naar Korinthe. Uit het gegeven dat Paulus het voornemen had Efeze op korte termijn te verlaten (16:5-8), kunnen we

opmaken dat de brief werd geschreven in het voorjaar van 54 n.Chr..

De 1ste brief aan de Korinthiërs verkondigt de betekenis van Christus Jezus op elk terrein van het christenleven. In 1Kor.1 vers 30 wordt het verwoord met: Dankzij God hebt u nu uw leven in Christus Jezus. Daardoor is Christus Zelf

wijsheid voor u geworden: door Hem staat u rechtvaardig tegenover God en Hij heeft u apart gezet en bevrijd. Het zijn de thema's die Paulus in deze brief

behandelt.

Kernwoorden en sleutel verzen kunnen vanuit de verschillende thema’s worden ingevuld. We lezen waarschuwing tegen een wereldse en vleselijke levenswan- del. Eén van de thema’s van de brief is dan ook het toepassen van christe-lijke

principes in het leven van elke dag, zowel van het individu als van de gemeente.

De boodschap van het kruis van Christus heeft als doel het leven van de

gelovigen te hervormen, zodat zij als individuen en als gemeenschap anders zijn dan de wereld om hen heen. Maar de Korintiërs maken hun christelijk getuigenis krachteloos door verdeeldheid en zedeloosheid. Paulus schrijft 1Korinthiërs als een corrigerende reactie op de problemen en wanorde in de gemeente. De brief is bedoeld om de onjuistheid van bepaalde opvattingen en daden aan te tonen, en om onder de broeders en zusters een geest van eenheid te bevorderen in de omgang met elkaar en tijdens de erediensten. De bezorgdheid en de liefde van de apostel Paulus (hun geestelijke vader) vallen op in de 1ste brief aan de Korinthiërs. Paulus wil voorkomen dat hij met straf bij de christengemeente moet komen. 1Kor.4 vers 21: Wat hebt u liever? Dat ik met straf bij u kom of met liefde en zachtheid?

(4)

Als het om leerstellige of dogmatische vragen gaat is 1Kor.3 vers 11 belangrijk:

Want een andere fundering dan Jezus Christus mag niemand leggen. Met betrekking tot de levensheiliging vinden we in 1Kor.6 vers 19 en 20 een

sleutelvers: Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige

Geest? Van de Geest die God u heeft gegeven en die nu in u woont? U bent niet van uzelf! God heeft u tegen de allerhoogste prijs gekocht! Gebruik daarom ieder deel van uw lichaam om God eer te geven. Als het om volhouden en volharden gaat wordt de geschiedenis van het volk Israël in herinnering geroepen. We lezen in 1Kor.10 vers 12 en 13: Als u denkt dat u nooit zover zult gaan, moet u oppassen om niet te zondigen. De

beproevingen die u hebt ondergaan, zijn niet ongewoon. God is trouw, Hij zal ervoor zorgen dat de beproevingen u niet te veel worden. Hij zal ook een

uitweg uit de beproevingen geven, zodat u ertegen opgewassen bent.

Het meest bekende hoofdstuk is 1Kor.13. Een hoofdstuk, dat vaak wordt voorgelezen bij huwelijksbevestigingen, en de tekst vormt van veel christelijke toespraken en preken. Door veel mensen over de hele wereld wordt 1Kor.13 gezien als de beste beschrijving van liefde die ooit op papier is gezet. 1Kor.13 staat lijnrecht tegenover het idee dat liefde een emotie is - in de zin van: de liefde komt en de liefde gaat, verliefdheid komt en gaat voorbij. Maar, 1Kor.13 maakt op heldere wijze duidelijk, dat ware liefde in eerste instantie daden stelt. Geheel in overeenstemming daarmee is één van de meest bekende teksten uit de Bijbel, uit Joh.3 vers 16: Want God heeft zoveel liefde voor de wereld dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

Door de missionaire inspanningen van Paulus en anderen is er in het heidense Korinthe een christengemeente ontstaan, maar het blijft een strijd om de

heidense invloed van Korinthe uit de gemeente te weren. De heidense levensstijl van Korinthe oefent een diepe invloed uit op de gelovigen in deze verdorven wereldstad. Zij worden met allerlei problemen geconfronteerd. De 1ste Korinthe brief is dan ook vol vermaningen.

(5)

Paulus is gedwongen zijn apostolisch gezag te laten gelden als hij bepaalde problemen stevig aanpakt, zoals verdeeldheid, zedeloosheid, rechtszaken bij wereldse rechtbanken, egoïsme, misstanden bij het Avondmaal, misbruik van de geestesgaven, en ontkenning van de opstanding.

De brief behandelt stelselmatig de problemen die onder de aandacht van Paulus zijn gebracht. Daarnaast gaat Paulus ook in op verschillende vragen die door de Korintiërs in een eerdere brief naar voren zijn gebracht. Hij gebruikt dan

inleidende woorden als: Daarmee kom ik op de vragen uit uw brief of Als het gaat over… enzovoort.

De 1ste brief aan de Korinthiërs kan in drieën worden onderverdeeld: Hoofdstuk 1 t/m 4 is een reactie op Chloë's bericht over de onderlinge verdeeldheid. Hoofd- stuk 5 en 6 is een reactie op het bericht over ontucht en hoofdstuk 7 t/m 16 een reactie op de brief met vragen.

De partijvorming in Korinthe had als resultaat dat er zich verscheidene groepen vormden die zichzelf beschouwden als ware volgelingen van resp. Paulus,

Apollos, Petrus en Christus (1). Kennelijk spelen pogingen om het Evangelie aan te passen aan de Griekse wijsheid een belangrijke rol in deze partijvorming.

Paulus maakt duidelijk dat de goddelijke wijsheid tegenover de menselijke wijs- heid staat. De waarheid van het Evangelie kan alleen worden verstaan als een mens met de Geest is vervuld (2). Partijschappen zoals die bestaan onder de gelovigen in Korinthe zijn aanwijzingen voor hun geestelijke onvolwassenheid (3).

Ze zouden zich moeten beroemen op Christus, niet op menselijke leiders die alleen Zijn dienaars zijn (4).

In het tweede gedeelte van 1Kor. (Hfdst.5 en 6) wordt aandacht gegeven aan een geval van zedeloosheid tussen een gemeentelid en zijn stiefmoeder (5:1). De Korinthiërs hebben in deze zaak geen tucht uitgeoefend en Paulus beveelt hun de overtreder uit hun midden te verwijderen, om hem tot inkeer te brengen (5).

Een andere reden voor een zwak getuigenis naar buiten is het recht zoeken van de ene gelovige tegen de andere bij de burgerlijke rechtbank. Ze moeten leren hun geschillen op te lossen binnen de christelijke gemeenschap (6:1-8).

(6)

Paulus besluit dit deel met een waarschuwing tegen zedeloosheid in het alge- meen (6:9-20). Tenslotte geeft Paulus in de hoofdstukken 7 t/m 16 gezagheb- bende antwoorden op lastige vragen die gesteld zijn door de Korinthiërs. Zijn eerste voorschriften betreffen de kwesties huwelijk, seksualiteit, echtscheiding, ongehuwd blijven en hertrouwen na het overlijden van de echtgenoot (7).

De volgende drie hoofdstukken zijn geschreven naar aanleiding van vlees dat geofferd was aan afgoden. Paulus illustreert vanuit zijn eigen leven dat de beide principes van de christelijke vrijheid en de wet van de liefde onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, en hij concludeert dat gelovigen hun vrijheid soms moeten beperken ten behoeve van de zwakkere broeder (8:1-11:1).

De apostel richt zich vervolgens op zaken betreffende de eredienst, waaronder het op ongepaste wijze vieren van het Avondmaal en het egoïstisch gebruik van geestesgaven. Genadegaven moeten vanuit de liefde worden gebruikt, tot stichting van het hele lichaam, de gemeente (11:2-14:40). Sommige Korinthiërs twijfelen aan de lichamelijke opstanding. Paulus' historische en theologische verdediging van de opstanding omvat onderwijs over de aard van het opstan- dingslichaam. De Korinthiërs hebben waarschijnlijk met deze kwestie geworsteld omdat, het idee van een opstanding van het lichaam onaanvaardbaar was voor de Griekse filosofie. De brief besluit met Paulus' aanwijzingen voor de collecte die hij zal houden voor de heiligen in Jeruzalem, waarna allerlei vermaningen en groeten volgen (16:5-24). Na deze introductie gaan we nu 1 Korinthiërs lezen.

1 Korinthiërs 1 vers 1:

Van: Paulus, die door God geroepen is om een apostel, een reizend gezant van Christus Jezus te zijn en van broeder Sosthenes.

Paulus begint zijn brief aan de gemeente van Korinthe met de gebruikelijke briefaanhef. Deze bevat achtereenvolgens de afzender(s), de geadresseerden (vs.2) en de groet (vs.3). Naar de vorm gaat het om een algemene klassieke aanhef van een brief, maar de inhoud is door het geloof in de Here Jezus bepaald. Paulus heeft deze brief geschreven vanuit Efeze. Over de aanleiding hebben we al in het voorgaande gesproken.

(7)

De eerste woorden van de brief zijn veelzeggend. Paulus noemt zichzelf ‘een door God geroepen apostel en gezant van Christus. Zoals uit het vervolg zal blijken staat in Korinthe het apostelschap van Paulus ter discussie (1Kor.4:1-5;

9:1-23). In tegenstelling tot de onbevangen aanhef in de brieven aan de Thessalonicenzen was hier een beroep op zijn apostelschap noodzakelijk.

De titel ‘apostel’ is niet beperkt gebleven tot ‘de twaalf’ die Jezus tijdens Zijn leven op aarde al had aangesteld (Luc.6:13), maar omvat ook hen die door de Here na Zijn opstanding zijn ‘geroepen’ tot de bediening van het stichten van gemeenten (1Kor.9). De betekenis van het Griekse woord voor apostel laat zich het best omschrijven als ‘gevolmachtigde afgezant’.

Paulus is door God geroepen, hij heeft zich niet zelf tot apostel uitgeroepen en is ook niet door mensen daartoe aangesteld (Gal.1:1), maar hij heeft deze bedie- ning van Godswege. Juist dat geeft zijn bediening een hoge mate van gezag. Als tweede afzender noemt Paulus: broeder Sosthenes. Omdat Paulus verder niets over hem zegt, moet hij al bij de gelovigen van Korinthe bekend zijn. Het is niet uitgesloten dat hij dezelfde persoon is, als de in Hand.18:17 genoemde leider van de synagoge. Dan moet hij daarna tot bekering zijn gekomen en een (tijdelijke) medewerker van Paulus zijn geworden.

1 Korinthiërs 1 vers 2, de brief is gericht aan: Gods gemeente in Korinthe, die voor Jezus Christus is afgezonderd. U hoort bij Hem omdat Hij u heeft geroepen, net als alle gelovigen over de hele wereld. Hij is zowel hun Here als de onze.

Het tweede onderdeel van de briefaanhef bevat de geadresseerden. De formulering ervan is door Paulus zorgvuldig gekozen. Paulus maakt direct duidelijk, dat de gelovigen die in Korinthe samenkomen niet het eigendom zijn van een bepaalde groep leiders of het bezit van Paulus en zijn medewerkers, maar toebehoren aan de HERE God. Het Griekse woord voor ‘gemeente’

betekent ook volksvergadering.

(8)

Het wordt in de LXX al gebruikt om heel het volk Israël mee aan te duiden (Deut.4:10). Het is niet een speciaal godsdienstig woord (Hand.19:32,39), maar het heeft in het NT meestal de betekenis van ‘gemeenschap van gelovigen’ of

‘een plaatselijke kerk of gemeente’.

Dan volgt ‘die voor Jezus Christus is afgezonderd. Paulus verwijst daarmee naar het verlossingswerk van de Here Jezus (Hebr.10:10), waardoor degenen die tot geloof komen ‘geheiligd’ worden, d.w.z. apart gezet worden voor God. Om nog duidelijker te maken waar het om gaat, noemt Paulus hen ook ‘geroepen gelovigen of heiligen’. Het initiatief is van God uitgegaan; Hij heeft de Korintiërs door de prediking van het Evangelie geroepen (vs.9) en Hij heeft hen ‘heiligen’

gemaakt, toen zij met geloof op die roeping reageerden. Er is geen sprake van eigen prestatie of reden tot zelfverheffing.

Dan breidt Paulus het aantal geadresseerden uit met net als alle gelovigen over de hele wereld. Naast de specifieke adressering aan de gemeente van Korinthe is deze brief ook bestemd voor gemeenten die door Paulus, zijn medewerkers en anderen zijn gesticht. Het gaat er dan om, dat de Here van de gemeente in Korinthe en daarbuiten evenzo de Here van Paulus en zijn medewerkers is.

1 Korinthiërs 1 vers 3:

Ik wens u de genade en vrede van God , onze Vader, en van onze Here Jezus Christus toe. Het derde deel van de briefaanhef vormt de groet. In een klassieke brief bestaat de aanhef in het algemeen alleen uit het woordje ‘gegroet’, maar in de brieven in het NT is dat anders.

Paulus groet de gelovigen van Korinthe met het aan het Griekse woordje gegroet verwante woordje genade. Een typisch Joodse groet. Het Griekse woord voor vrede is de vertaling van het Hebreeuwse sjaloom dat ‘vrede in alle opzichten’

aangeeft. Het gaat daarbij om vrede met God en mensen, en welzijn en harmonie in het dagelijks leven. God de Vader en de Here Jezus Christus worden als één gemeenschappelijke bron van deze genade en vrede aangeduid. God wordt

‘onze Vader’ genoemd, omdat de gelovigen door het geloof in de Here Jezus Christus tot kinderen van God zijn aangenomen.

(9)

Paulus voegt de woorden genade en vrede samen met de bron van genade en vrede, de HERE God zelf. U en ik zijn gered door de genade van God en hebben de vrede van God in onze harten. Heeft u Christus als uw Redder aanvaard? Zijn onze zonden door Hem verzoend? We hebben gelezen in Rom.5 vers 1: Omdat wij ons aan God hebben toevertrouwd, zijn wij rechtvaardig geworden en leven wij nu in vrede met God dankzij onze Here Jezus Christus

1 Korinthiërs 1 vers 4:

Ik dank God telkens weer voor u omdat hij u door Jezus Christus zijn genade heeft gegeven.

Zoals gewoonlijk begint Paulus zijn brief met een dankgebed aan God met betrekking tot de lezers, vanwege alles wat de Here al in hun levens heeft gedaan. De apostel dankt God telkens weer voor de gemeente. Paulus is een man van gebed, voortdurend waakt hij (dagelijks) met dankzegging en voorbede over de gemeenten waarvoor hij zich verantwoordelijk weet (2Kor.11:28). De reden om te danken is de genade van God, die hen in Christus Jezus is gegeven. Met genade wordt bedoeld: alles wat God heeft geschonken en bewerkt in Christus. Uit de verzen 5 t/m 7 blijkt dat Paulus vooral denkt aan de genadegaven van de Heilige Geest. De Korinthiërs hebben deze gaven als genade (onverdiende gunst) van God ontvangen.

1 Korinthiërs 1 vers 5 t/m 8:

Door uw verbondenheid met Christus heeft Hij uw leven in alle opzichten verrijkt, bij alles wat u zegt en met uw volledige begrip van de waarheid.

Want wat wij u over Christus hebben verteld, is ook in uw leven bevestigd, zozeer dat het u aan geen enkele gave ontbreekt. Daarbij kijkt u ook met spanning uit naar de terugkomst van de Here Jezus Christus. Hij zal u tot het einde toe staande houden, zodat er op zijn grote dag niets op u zal zijn aan te merken.

(10)

Paulus is oprecht dankbaar voor alles wat de gelovigen van Korinthe van God hebben ontvangen. Zijn kritiek aan hen geldt alleen hun houding van opgebla- zenheid en hun gebrek aan liefde. De rijkdom van het Woord en de kennis ervan, is een goddelijke bevestiging van de prediking van het Evangelie.

Paulus’ dankgebed voor de gelovigen van Korinthe eindigt met een plechtige verzekering. Zoals God de verkondiging van het Evangelie onder de Korinthiërs heeft ‘bevestigd’ met allerlei genadegaven, zo zal Hij hen in hun geloofsleven ook verder bevestigen. Paulus weet het zeker: Hij zal u tot het einde toe staande houden, zodat er op Zijn grote dag niets op u zal zijn aan te merken.

Luisteraar, hoe zal dat met u zijn op Zijn grote dag? Hoort u bij de Here Jezus Christus of leeft u zonder God in deze wereld?

In de volgende uitzending lezen we verder in 1Kor.1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorwaar, hij zal U in Uw aangezicht vaarwel zeggen.’ Satan denkt dat Job de HEERE zal vervloeken als hij alles kwijt raakt, omdat (volgens satan) zijn geloof alles te maken heeft

Het streven om door middel van de gaven van de Heilige Geest de gemeente te dienen, betekent voor degene die in klanktaal spreekt, dat hij of zij zich ook moet uitstrekken naar

Als de prediking over Christus nu inhoudt dat Hij lichamelijk uit de doden is opgestaan, een prediking die door alle gelovigen is aanvaard en voor waar is aangenomen, waarop

Paulus en Apollos hebben niet zelf besloten wat voor functie zij in Korinthe zouden willen bekleden, maar de HERE heeft hen naar Zijn plan gebruikt in de verkondiging van

in Judas 1 verzen 17 t/m 19 staat: ‘Maar u, geliefden, herinnert u zich de woorden die voorzegd zijn door de apostelen van onze Heere Jezus Christus, dat zij u gezegd hebben dat er

In vers 23 geeft Paulus de reden voor de verandering van zijn reisplan en het niet doorgaan van zijn extra bezoek.. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt voor de Korinthiërs, het was

2 Thessalonicenzen 1 vers 3: ‘Wij moeten God altijd voor u danken, broe- ders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen

Daarbij is niet alleen gedacht aan de gebo- den die in de voorgaande verzen gegeven zijn, maar zoals vers 23 laat zien gaat het om alle geboden die de Israëlieten al ontvangen