• No results found

[Door de Bijbel: Uitzending 697: Spreuken 18:1 t/m 24]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "[Door de Bijbel: Uitzending 697: Spreuken 18:1 t/m 24]"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[Door de Bijbel: Uitzending 697: Spreuken 18:1 t/m 24]

Het is ondertussen wel al duidelijk: Spreuken is een boek dat betrekking heeft op de ontwikkeling en beoordeling van het Goddelijk karakter. Ik hoop en bid dat de bespreking van het boek ook ons allen helpt bij de vorming van ons hart, bij ons doen en laten.

Spreuken 18 vers 1: ‘Een zelfzuchtige jaagt naar zijn eigen verlangen, hij barst los tegen alle wijsheid.’ Wie zichzelf om egocentrische redenen af- scheidt, zijn eigen begeerte en voordeel zoekt, keert zich tegen alle goede raad. Het enige wat hij wil is plezier maken. Maar iedere vorm van wijsheid confronteert hem met een hoger doel van het leven. Daarom, wanneer daar- over iets gezegd wordt, hetzij door Gods Woord, hetzij door een mens, dan zal hij daartegen losbarsten. Het is een jammere doch vaak voorkomende zaak;

hoe veel mensen reageren niet buiten proporties wanneer Gods wijsheid aan bod komt?

Spreuken 18 vers 2: ’Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht,

maar alleen in het blootgeven van zijn hart.’ De dwaas wil geen inzicht, hij wil alleen eigen gevoelens en zijn mening openleggen. Een dergelijk optreden is niet wijs, want wijsheid schenkt het vermogen strategisch met taal om te gaan en die op de juiste tijd te benutten. Om dit niveau te bereiken is bereid- heid tot luisteren en leren nodig. Deze ingesteldheid ontbreekt bij een dwaas, bij hem zijn zelfingenomenheid en tactloosheid aanwezig.

Spreuken 18 vers 3: ‘Waar een goddeloze binnenkomt, komt ook verach- ting, en met schande komt ook smaad.’ Hier worden de consequenties van niet-sociaal en ik-gericht gedrag getoond. Een goddeloze zal de rechtvaardige altijd met verachting bekijken, altijd klaar om hem met schande en smaad te overladen. Hij zal altijd wel iets vinden, hetzij in zijn omstandigheden, hetzij in zijn manier van leven. Dit vers is een waarschuwing om voor de goddeloze op onze hoede te zijn.

(2)

In 2 Korinthe 6 vers 17 gaf de apostel Paulus aan dat een gelovige niets ge- meenschappelijks heeft met iemand die niets van Christus wil weten. Een ge- lovige moet zich van het kwade afscheiden.

Over de praktijken van afvalligen heeft ook een broer van Jezus geschreven;

in Judas 1 verzen 17 t/m 19 staat: ‘Maar u, geliefden, herinnert u zich de woorden die voorzegd zijn door de apostelen van onze Heere Jezus Christus, dat zij u gezegd hebben dat er in de laatste tijd spotters zullen zijn, die naar hun eigen goddeloze begeerten wandelen. Zij zijn het die scheuringen veroorzaken, natuurlijke [mensen], die de Geest niet heb- ben.’

Spreuken 18 vers 4: ‘De woorden uit de mond van een man zijn diepe wa- teren, de bron van wijsheid is een overvloeiende beek.’ Elke ware gelovige in de Heere Jezus Christus wordt door de Heilige Geest bewoond. De Heere Jezus stond in de tempel toen het water werd uitgegoten ten tijde van het Loofhuttenfeest en zei: ‘…Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend wa- ter zullen uit zijn binnenste vloeien.’ (Joh. 7:37-38). Het kind van God moet leren te spreken in de kracht van de Heilige Geest. Dit is zo belangrijk bij het presenteren van het Woord van God en het praten over de dingen van God.

Maar met dit vers geeft Salomo ook aan dat woorden van een mens ook iets geheimzinnigs kunnen hebben, mensen verbergen erdoor wat werkelijk in hen leeft. Door het verhullende karakter van hun woorden bedriegen mensen el- kaar soms. Daar tegenover staat Gods woord. Dat is niet alleen diepzinnig, maar het raakt ook nooit op, het bevat altijd weer wijsheid. Ik heb ondertussen al een paar keer de Bijbel gelezen, maar telkens kom ik weer op nieuwe won- derbaarlijke ontdekkingen, of bemoedigingen, of vermaningen, wat God ook maar nodig vind op het moment dat ik het lees. Ja, het is waarlijk een over- vloeiende beek van wijsheid.

Spreuken 18 vers 5: ‘Het is niet goed een goddeloze voor te trekken

en het recht van een rechtvaardige te buigen in het gericht.’ We zagen het

(3)

al in een eerde uitzending; er mag geen sprake zijn van enige vorm van klas- senjustitie. Dit vers is verbonden met de omringende spreuken door de ver- oordeling van vormen van verkeerd taalgebruik. Ook in de Wet of de Thora wordt beoordeling op basis van sociale klasse verboden

(Lev.19:15; Deutr.10:17). Al wordt hier waarschijnlijk vooral ingegaan op het spreken in rechtszaken, ook voor ons geldt: sluit geen compromis met een slecht mens of een goddeloze ten einde een rechtvaardige ten val te brengen.

Spreuken 18 verzen 6 en 7: ‘De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. De mond van een dwaas is zijn ondergang, zijn lippen zijn een valstrik voor hemzelf.’ Deze verzen be- schrijven de schade die een dwaas door zijn woorden aanricht. De woorden van de dwaas lopen uit op ruzie en hitsen op tot vechtpartijen. De dwaas brengt zichzelf en anderen schade toe. Zijn grote mond breekt hem op en hij raakt verstrikt in zijn eigen woorden. Achter deze spreuk staat de overtuiging dat de HEERE de wereld regeert en er ook voor zorgt dat op aarde uiteindelijk recht wordt gedaan. Wie zich consequent tegen de HEERE en de naaste keert, zal door Gods ingrijpen het leven laten.

Spreuken 18 vers 8: ’De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen, die dalen af in de schuilhoeken van zijn binnenste.’ Helaas, ook vandaag, naar woorden van een roddelaar wordt gretig geluisterd. Roddel lijkt op voedsel waarvan je met plezier eet. Het negatief spreken over anderen is voor sommi- ge mensen erg belangrijk, omdat ze zichzelf dan beter voelen. Daarom is het begrijpelijk dat zo’n woorden diep in het innerlijk afdalen.

Spreuken 18 vers 9: ‘Ja, wie zich slap opstelt in zijn werk, die is een broe- der van een aartsvernieler.’ We hebben al meer spreuken over luiheid gele- zen maar Salomo stelt hier dat een luiaard even erg is als een broeder van een aartsvernieler. De vertaling van dit vers is niet zo eenvoudig, maar het be- tekent waarschijnlijk dat wie lui is, uiteindelijk aan zijn eigen ondergang werkt.

Spreuken 18 verzen 10 en 11: ‘De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet.

(4)

Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn ver- beelding.’ Waar is dan te midden van passieve, onproductieve en afbrekende krachten veiligheid te vinden? Deze verzen geven het antwoord: ‘De HEERE is een sterke toren, Zijn naam is kracht. De rechtvaardige zal bij Hem zijn toevlucht zoeken en veilig zijn’ (Het Boek). Als een rechtvaardige door ne- gatieve personen wordt bedreigd, mag hij naar de HEERE gaan. Bij de HEE- RE is kracht, bescherming en veiligheid. Maar de bestemming van een on- rechtvaardige is anders. Een rijke voelt zich sterk door zijn bezit, hij maakt zichzelf wijs dat zijn geld hem beschermt zoals een hoge muur, maar die is al- leen in zijn verbeelding groot. De rijke bouwt zijn leven op valse zekerheden, terwijl de enige vastheid in de HEERE te vinden is.

Spreuken 18 vers 12: ‘Vóór de ondergang verheft zich het mensenhart, maar nederigheid gaat vóór de eer.’ We weten het allemaal, hoogmoed komt vóór de val. Dit vers is een voortzetting van het voorgaande, over de in- gebeelde grootheid van een rijke. Hier wordt aangegeven dat zijn val onher- roepelijk komt. Nederigheid daarentegen wordt altijd gevolgd door eer. De HEERE geeft aanzien aan een mens die bereid is zichzelf klein te maken.

Spreuken 18 vers 13: ‘Wie antwoordt voordat hij geluisterd heeft, het is hem tot dwaasheid en schande.’ Hoe vaak proberen mensen een oordeel te geven over iemand anders terwijl ze de persoon of het probleem of de situatie niet werkelijk kennen waarin die persoon leeft. Hoe belangrijk is het al de fei- ten te kennen voordat we een mening geven!

Spreuken 18 vers 14: ‘Iemands geestkracht zal hem in zijn ziekte steunen, maar een neerslachtige geest, wie kan die opbeuren?’ Er is in dit vers een verband tussen het psychische en het lichamelijke. Als iemand innerlijk sterk is, kan hij moeite en ziekte doorstaan. Maar als iemands geest ziek is of hij leidt aan depressie, kan hij of zij zichzelf niet helpen. Ook de medische wereld moet deze spreuk bevestigen, ik lees een stuk voor uit een medisch artikel:

‘Het is reeds lang bekend dat stress kan leiden tot gezondheidsklachten. Dit betreft zowel zelfgerapporteerde gezondheid als psychobiologische correlaten.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat een extreme stressor in de vorm van een

(5)

traumatische gebeurtenis niet alleen tot psychische klachten kan leiden maar ook lichamelijke klachten tot gevolg heeft. Het gaat hierbij vooral om veel voorkomende lichamelijke klachten waarvoor geen medische verklaring ge- vonden kan worden. Het betreft klachten als moeheid, rugpijn, hoofdpijn, pijn op de borst, maagdarm klachten, hartkloppingen, spierpijn, misselijkheid, be- nauwdheid, duizeligheid, etc.’

Deze woorden laten ook zien dat psychisch lijden ernstige gevolgen kan heb- ben. Dat is iets wat vaak niet begrepen wordt door mensen die er nooit mee geconfronteerd worden.

Spreuken 18 vers 15: ‘Het hart van verstandigen verwerft kennis, en het oor van wijzen zoekt kennis.’ Het hart wijst op de opslag van kennis. Het oor wijst op het middel waardoor de kennis in het hart komt. Dit vers wijst dus op inspanning, het gretig naar kennis zoeken. Kennis moet gezocht worden, het komt niet zomaar aanwaaien. Het is ondertussen wel duidelijk dat de wijze in Spreuken voortdurend naar kennis zoekt. Hij zal zichzelf steeds als een leer- ling zien en zich ook zo opstellen. Zij die veel weten, zijn zich het meest be- wust van hun onwetendheid. Hiermee worden we aangespoord kennis te ver- werven, in de betekenis van kennis die wordt afgeleid van ontzag voor de HEERE en die ontdaan is van iedere vorm van egoïsme of zelfzucht.

Spreuken 18 vers 16: ‘De gift van een mens maakt ruimte voor hem, en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten.’ In de volgende verzen vol- gen enkele spreuken over rechtspraak en het omgaan met conflicten. Eerst wordt gesteld dat een gift ruimte maakt voor een gever en hem in het gezel- schap van machtigen of vooraanstaande mensen brengt. De gift waarvan hier sprake is, is waarschijnlijk niet hetzelfde als een steekpenning. Het woord dat hier wordt gebruikt, ‘mathan’, is algemener van aard. De spreuk zou dan een- voudig willen zeggen dat een geschenk iemand mild kan stemmen. De gift is dan niet bedoeld om iemand om te kopen, maar als een bewijs van respect vanwege de plaats die de persoon inneemt. Wie die persoon van aanzien zo- doende met respect benadert, maakt meer kans met hem in contact te komen, dan iemand die onbeleefd om een gesprek vraagt. Maar we moeten onze

(6)

ogen niet sluiten voor het gevaar dat in het aanbieden van een gift schuilt. Op dat gevaar moet zowel de gever als de ontvanger bedacht zijn. Het is al ver- schillende keren aan bod gekomen dat God rechtvaardigheid wil.

Spreuken 18 vers 17: ‘Wie de eerste is in zijn rechts-

zaak, lijkt rechtvaardig te zijn, maar dan komt zijn naaste en doorgrondt hem.’ Salomo zegt dat wie het eerst in een rechtszaak mag pleiten vaak het recht aan zijn of haar kant lijkt te hebben, maar het pleidooi van de tegenpartij werpt pas volledig licht op de zaak. Dan komen er blijkbaar ook andere ge- zichtspunten naar voren, waardoor het pleidooi van de eerste spreker in een ander licht komt te staan. Dit is een waarschuwing om altijd beide kanten van een zaak te onderzoeken, een bevestiging van wat we lazen in vers 13 over het verzamelen van alle feiten.

Spreuken 18 vers 18: ‘Het lot doet geschillen ophouden, en maakt schei- ding tussen de machtigen.’ De situatie kan zich voordoen dat het ene woord tegenover het andere staat en geen van beide kanten een hard bewijs kan le- veren. Blijkbaar beschikte een rechter in Israël over een lot dat soms de door- slag gaf. We moeten ons ervan bewust zijn dat het lot beperkingen kende, omdat soms dingen gewoon aan de HEERE werden overgelaten, terwijl de waarheid nog niet duidelijk was (Ex.22:7). Het werpen van het lot was zo ef- fectief dat zelfs machthebbers de uitslag accepteerden. Hun positie en hun geld konden hiertegen niets inbrengen.

Spreuken 18 vers 19: ‘Een broeder wie onrecht is aangedaan, is erger dan een sterke stad, en ruzies zijn als een grendel van een vesting.’ Deze woorden geven aan hoe ernstig het is om een rechtszaak met een familielid of een nabije vriend te beginnen. Een onrechtvaardig behandelde broeder is on- toegankelijker dan een versterkte stad en geschillen tussen broeders zijn als een grendel van een burcht of paleis. De poort is de meest kwetsbare plek van een burcht of paleis, juist daarom zijn de grendels van groot belang. Als een situatie escaleert, zetten de beide partijen de hakken diep in het zand en valt er weinig aan de situatie te veranderen. Daarom is het belangrijk dergelijke conflicten te voorkomen.

(7)

Spreuken 18 vers 20: ‘Van de vrucht van iemands mond wordt zijn buik verzadigd, hij wordt verzadigd van de opbrengst van zijn lippen.’ Deze spreuk is een stimulans om veel zorg te besteden aan de woorden die we spreken. De goede, opbouwende woorden die we spreken, geven innerlijke voldoening. In Efeze 4 vers 29 staat: ‘Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar [wel] iets goeds, dat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.’

Spreuken 18 vers 21: ‘Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten.’ Wat iemand zegt kan verregaande consequenties hebben, het kan dood of leven tot gevolg hebben. Je tong kan gebruikt worden om het evangelie uit te delen, en dit zal leven geven. Die kan ook worden gebruikt om dingen te zeggen die mensen van God wegdrijven, wat deze tot een instrument van de dood maakt. Het tongetje is het machtigste wapen in deze wereld. De Bijbel heeft veel te zeggen over de tong, en we vin- den er heel wat over in het boek Spreuken.

Ook in het NT wordt over de tong gesproken. Jakobus 3 bijvoorbeeld, is een hoofdstuk dat bijna helemaal over de tong gaat; in vers 6 staat daar: ‘Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze bevlekt het hele lichaam, en zet [on- ze] levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.’

Spreuken 18 vers 22: ‘Wie een vrouw gevonden heeft, heeft iets goeds gevonden, en de goedgunstigheid van de HEERE verkregen.’ Het principe geldt voor zowel mannen als vrouwen; wie naar een partner zoekt die bij hem past, kan best God vragen om hem die te geven. Hij alleen weet wie bij wie past.

Spreuken 18 vers 23: ’Een arme spreekt met smeekbeden, maar een rijke antwoordt harde dingen.’ Rijkdom leidt er vaak toe dat men ongevoelig is voor de nood van een arme. Rijkdom op zich is Bijbels gezien geen zonde, het is wel een uitdaging om er goed mee om te gaan.

(8)

Spreuken 18 vers 24: ’Een man die vrienden heeft, kan het slecht vergaan, maar soms is er een echte vriend die meer toegewijd is dan een broer.’

Niet iedereen heeft het geluk veel vrienden te hebben, maar vergeet niet, Je- zus is een vriend die dichter bij je zal staan dan een broer. Hij had ons genoeg lief om voor ons te sterven.

Bij de productie van het programma 'Door de Bijbel' is dankbaar gebruik gemaakt van de StudieBijbel van het Centrum voor Bijbelonderzoek. De StudieBijbel Online werd gebruikt voor research en wordt ook met toestemming regelmatig geciteerd. Meer informatie vindt u op www.studiebijbel.nl. Wij raden een abonnement op de StudieBijbel app aan, als u nog dieper op de Bijbel wilt ingaan.

Tenzij anders vermeld, komen De Bijbelpassages, gebruikt bij de productie van het pro- gramma 'Door de Bijbel', met toestemming van uitgeverij Jongbloed, uit de Herziene Sta- tenvertaling. Meer informatie: www.herzienestatenvertaling.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘Zachtmoedigheid’ staat dan tegenover ‘snel kwaad worden’ (vs.20). In Jakobus 3 vers 13 lezen we in dit verband de woorden: Wie van u is wijs en verstandig? Dat kan alleen

Voorwaar, hij zal U in Uw aangezicht vaarwel zeggen.’ Satan denkt dat Job de HEERE zal vervloeken als hij alles kwijt raakt, omdat (volgens satan) zijn geloof alles te maken heeft

De Joodse leiders willen Jezus vermoorden omdat Hij een zieke op de sabbat heeft genezen en vooral omdat Hij zegt dat Hij God is!. Na de zondeval van de mens kan de Here God

In vers 18 brengt Jakobus naar voren, dat God ons heeft voortgebracht om ‘de eerste vruchten van Zijn nieuwe schepping’ te zijn.. Dit vormt met elkaar een

Ezechiël 37 verzen 15 t/m 17: ‘Het woord van de HEERE kwam tot mij: En u, mensenkind, neem een stuk hout voor uzelf en schrijf daarop: Voor Juda, en voor de Israëlieten,

Als motief voor Zijn waardeoordeel over de beheerder voerde Jezus tegen- over Zijn leerlingen aan, dat de kinderen van deze wereld onderling met meer overleg te werk gaan dan

2 Thessalonicenzen 1 vers 3: ‘Wij moeten God altijd voor u danken, broe- ders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen

Op het eerste zicht kan het vreemd overkomen dat iemand moet verklaren dat men zowel donker en mooi kan zijn, maar het gaat hier niet om een natuurlijke donkerte maar om het