• No results found

116 Winnende partij:

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 116-122)

Fiscus.

Datum uitspraak: 7 maart 2007 Instantie: Rechtbank Arnhem Rolnummer: AWB 06/290 Artikelen: art. 4 AWR Jaar van aanslag: 2001-2002 Vindplaatsen: VN 2007/35.5

Geschil:

Is belanghebbende, X Ltd., in China of in Nederland gevestigd?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende, X Ltd., is namens de heren E en F op 10 januari 2001 te Hong Kong opgericht door een trustmaatschappij. X Ltd. verleent vanuit haar vestiging in China diensten aan X Holding BV. X Holding BV is onderdeel van de X-groep. Deze exploiteert een internationale groothandel in tuinartikelen. Aandeelhouders van X Holding BV zijn - via een personal holding - de heren E (53%) en F (47%). Beiden wonen in Nederland. E en F hebben ieder in privé een belang van 50% in X Ltd. Als statutair directeur van X ltd. fungeren de trustmaatschappij en de heer E. X Ltd. beschikt in China over een kantoorruimte en een showroom, en heeft vijf personeelsleden in dienst waaronder de heer B en mevrouw C (die de leiding heeft over de dagelijkse gang van zaken). De heer B was verantwoordelijk voor het opzetten en opstarten van de Chinese vestiging. De kernactiviteiten van X Ltd. bestaan uit:

(i) kwaliteitscontrole van de in China geproduceerde producten; (ii) logistiek beheer (bevrachting en verscheping van de producten); (iii) ordertracing;

(iv) productontwikkeling;

(v) in- en verkoop (inclusief het bezoeken van vakbeurzen).

Belanghebbende is van mening dat X Ltd. in China is gevestigd, maar volgends de inspecteur is X Ltd. in Nederland gevestigd.

Beslissing Rechtbank Arnhem:

Naar het oordeel van de rechtbank maakt eiseres voldoende aannemelijk dat kwaliteitscontrole van de in China geproduceerde producten, het logistiek beheer, de ordertracing, de productontwikkeling, de in- en verkoop en alle andere hiermee direct en indirect samenhangende werkzaamheden - met andere woorden de kernactiviteiten van eiseres - daadwerkelijk werden uitgeoefend door het personeel werkzaam op het kantoor te China, onder leiding van de heer B en mevrouw C. De

117

omstandigheid dat de heer E enige malen per jaar de vestiging in China bezoekt alsmede vanuit Nederland een vinger aan de pols houdt doet hieraan niet af. Aldus is X Ltd. volgens de Rechtbank Arnhem in China gevestigd.

Winnende partij:

Belanghebbende.

Datum uitspraak: 4 april 2007

Instantie: Rechtbank Haarlem Rolnummer: 06/1344 en 06/1345

Artikelen: art. 4 Overeenkomst Nederland-België; art. 2 Wet VPB 1969 Jaar van aanslag: 2001 en 2002

Vindplaatsen: VN 2007/40.2.3

Geschil (onder meer):

Is belanghebbende aan te merken als inwoner van België onder het verdrag met België?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende, een houdstermaatschappij, is opgericht naar Nederlands recht. De directeuren van belanghebbende woonden op dat moment in België. De procuratiehouder van belanghebbende woont in Nederland. De activa van belanghebbende bestaan voornamelijk uit vorderingen op haar aandeelhouders. Over deze vorderingen wordt geen rente berekend. De inspecteur corrigeert de aangiften van belanghebbende over de jaren 2001 en 2002 met een bedrag aan rente. Belanghebbende stelt dat ze inwoner van België is, omdat zij in België formeel is onderworpen aan een belasting naar het inkomen. Het feit dat de VPB-aangifte sinds de oprichting als binnenlands belastingplichtige is gedaan, berust volgens belanghebbende op fiscale onkunde.

Beslissing Rechtbank Haarlem:

Naar het oordeel van de rechtbank dient eiseres, die zich beroept op een wijziging van een bestendige situatie, aannemelijk te maken dat de werkelijke leiding van eiseres op enig moment naar België is verplaatst. Eiseres heeft evenwel geen enkele gewijzigde omstandigheid aangevoerd die steun kan bieden aan haar standpunt. Dat eiseres per abuis of als gevolg van fiscale onkunde sinds haar oprichting in Nederland aangiften vennootschapsbelasting heeft gedaan als binnenlands belastingplichtige acht de rechtbank zonder nadere onderbouwing, die niet is gegeven, niet aannemelijk. Vast staat dat eiseres zich niet in België als belastingplichtige heeft laten registreren en geen Belgische woonplaatsverklaring heeft kunnen tonen. Verder is van enige leidinggevende taak die door de directie van eiseres in België is uitgevoerd niets gebleken.

De rechtbank is aldus van oordeel dat eiseres sedert haar oprichting feitelijk in Nederland is gevestigd, dat niet is gebleken dat de plaats van werkelijke leiding van eiseres op enig moment is

118

verplaatst naar België. Van een dubbele woonplaats in de jaren 2001 en 2002, zoals door eiseres gesteld, kan volgens de rechtbank aldus geen sprake zijn.

Winnende partij:

Fiscus.

Datum uitspraak: 16 februari 2007 Instantie: Rechtbank Arnhem Rolnummer: 06/281

Artikelen: art. 16 AWR; art 20 Wet IB 1964; art. 10 en 13 Overeenkomst Nederland-België t.v.v.d.b.

Jaar van aanslag: 1997

Vindplaatsen: VN 2007/32.11

Geschil (onder meer):

Is de feitelijke leiding van belanghebbende, X Beheer BV, verplaatst naar België?

Vaststaande feiten:

Eiser, in 1995 geëmigreerd van Nederland naar België, was certificaathouder van de aandelen die Stichting Administratiekantoor (hierna: SAK) heeft in X Beheer BV. Eiser was enig bestuurder van SAK. SAK was enig aandeelhouder van X Beheer BV. Eiser was commissaris bij X Beheer BV, welk enig aandeelhouder was van X Holding BV.

Na de decertificering van de aandelen en de liquidatie van X-Beheer BV is eiser enig aandeelhouder van X Holding BV. X Holding BV is op zijn beurt enig aandeelhouder van een groot aantal (klein)dochtervennootschappen. De activiteiten van deze vennootschappen zijn divers en vinden plaats in Europa (waaronder Nederland), Afrika en de Verenigde Staten.

X Holding BV is gevestigd in Nederland. S is directeur van deze vennootschap en G is administrateur/controller, beiden zijn woonachtig in Nederland. De deelnemingen werden beheerd door S, G doet het uitvoerende werk. S en G gaven zelfstandig leiding aan X Holding BV, met eiser als uiteindelijke beslisser.

Vanaf 1995 worden er allerlei stappen onder nomen met als doel de werkelijke leiding van X Beheer BV te verplaatsen naar België. Zo worden onder andere de statuten gewijzigd naar Belgisch recht, vindt er een directiewisseling plaats waarbij een in België woonachtige persoon tot directeur wordt benoemd, vindt er een inschrijving plaats in het Handelsregister in België en wordt er een buitengewone vergadering van aandeelhouders gehouden in België. Overigens vinden er bij X Beheer BV geen activiteiten plaats, zij leidt een passief bestaan. Na verloop van tijd wordt X Beheer BV geliquideerd, en eiser krijgt zodoende een liquidatie-uitkering.

119

Geschilpunt in deze casus is of de feitelijke leiding van X Beheer BV in België in het onderhavige jaar in België is gelegen?

Beslissing Rechtbank Arnhem:

De rechtbank Arnhem oordeelt dat niet, of althans niet voldoende door eiser is bewezen, dat er feitelijke bestuurshandelingen in België – door de aldaar tot directeur benoemde bestuurder – zijn verricht. Gezien het feit dat er grote onduidelijkheid heerst over hoe en door wie essentiële beleidsbepalende bestuursdaden zijn verricht, komt rechtbank Arnhem tot de conclusie dat de feitelijke leiding van X Beheer BV niet is verplaatst naar België, maar in Nederland is achtergebleven.

Winnende partij:

Fiscus.

Datum uitspraak: 23 november 2007 Instantie: Hoge Raad

Rolnummer: 42 442

Artikelen: art. 4 en 13 Overeenkomst Nederland-België t.v.v.d.b. Jaar van aanslag: 1998

Vindplaatsen: BNB 2008/142* VN 2007/58.16 FED 2008/27 Datum Hofuitspraak: 23 juni 2005 Vindplaats: VN 2005/52.1.2

Geschil :

Is belanghebbende ten tijde van de liquidatie uitkering inwoner van Nederland of van België?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende, X, is directeur en enig aandeelhouder van A Holding BV. De Holding is opgericht op 4 december 1992 en heeft als statutaire zetel Nederland. Tot de activa van de vennootschap behoren in 1996 een tweetal dochterondernemingen: (i) X Beheer BV, aandeelhoudster van Y BV en (ii) Y Beheer BV, aandeelhoudster van Y Pensioen BV.

Belanghebbende emigreert op 14 november 1996 vanuit Nederland naar België en wordt aldaar op 20 november 1996 ingeschreven in de plaatselijke bevolkingsadministratie. De BV verkoopt vervolgens alle aandelen van één van de dochtermaatschappijen. Eind december 1996 worden de statuten van de BV aangepast aan het Belgische recht en wordt tevens het besluit bekrachtigd om de feitelijke leiding naar België te verplaatsen. In januari 1998 wordt de BV naar Belgisch recht geliquideerd en in augustus 1998 naar Nederlands recht ontbonden. X ontvangt een liquidatie-uitkering.

120

De vraag is of de emigratie van belanghebbende ook tot gevolg heeft dat de Holding naar België is mee verhuisd zodat er op die grond geen plaats is voor belastingheffing van de liquidatie-uitkering in Nederland. De inspecteur is van mening dat de vennootschap nog steeds in Nederland is gevestigd, terwijl belanghebbende van mening is dat de Holding in België is gevestigd.

Beslissing Hof Arnhem:

Het Hof leidt uit de feiten af dat aannemelijk is dat reeds bij de emigratie van belanghebbende in feite was besloten de dochtermaatschappij te verkopen en tevens de Holding op korte termijn te ontbinden en alsdan de reserves uit te keren aan de aandeelhouder. Alle activiteiten, zoals (de formalisering van) de verkoop van de dochtermaatschappij en de wijziging van de statuten, zijn dan ook aan te merken als uitvoeringshandelingen (waartoe dus reeds al tijdens belanghebbendes emigratie was besloten), gericht op de uiteindelijke liquidatie. Op grond van het bovenstaande komt het Hof tot het oordeel dat door belanghebbende niet, of althans onvoldoende, is aangetoond dat hij na zijn emigratie in België bestuursdaden heeft verricht en dat daarmee de feitelijke leiding van de Holding naar België is verplaatst.

Winnende partij:

Fiscus (belanghebbende in cassatie).

Cassatiemiddel 4 (belanghebbende):

Schending van het recht, doordat het Hof ten onrechte en op gronden die deze beslissing niet kunnen dragen heeft beslist dat de feitelijke leiding van Holding niet is verplaatst naar België.

Hoge Raad:

Naar de Hoge Raad heeft geoordeeld in zijn arrest van 12 mei 2006, nr. 39 225, BNB 2007/37*, valt niet in te zien dat een vennootschap die voorbereidingen treft om tot ontbinding en vereffening te komen geen (werkelijke) leiding nodig zou hebben om die plannen uit te voeren. Voor zover in 's Hofs oordeel de opvatting besloten ligt dat de handelingen van de BV, die uitvoering gaven aan het voornemen tot de ontbinding en vereffening van de BV geen handelingen van werkelijke leiding zijn, is dat oordeel dan ook onjuist. 's Hofs uitspraak en de stukken van het geding laten geen andere gevolgtrekking toe dan dat handelingen van evenbedoelde aard door belanghebbende in België zijn verricht zodat ervan moet worden uitgegaan dat de feitelijke leiding van de BV zich ten tijde van de liquidatie-uitkering in België bevond.

Winnende partij:

121

Datum uitspraak: 21 augustus 2008 Instantie: Rechtbank Breda Rolnummer: AWB 07/3773

Artikelen: art. 34 BRK; art. 2 Wet VPB 1969 Jaar van aanslag: 2003

Vindplaatsen: VN 2008/58.1.3

Geschil:

Is de vestigingsplaats van belanghebbende in Nederland of op de Nederlandse Antillen?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende, X BV, is opgericht naar Nederlands recht. Bij aandeelhoudersbesluit van 20 juli 2001 is een nieuwe directeur bij X BV benoemd, die woont op de Nederlandse Antillen. Tevens is per 20 juli 2001 het kantooradres van de BV gewijzigd in een adres op Curaçao. Voor 2003 doet belanghebbende aangifte vennootschapsbelasting naar een belastbaar bedrag van nihil. De inspecteur corrigeert dat - tot € 181,90 - omdat hij van mening is dat de feitelijke leiding van de BV niet is verplaatst naar de Nederlandse Antillen.

Beslissing Rechtbank Breda:

Belanghebbende op wie te dezen de bewijslast rust heeft, tegenover de gemotiveerde stelling van de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt dat de werkelijke leiding in het onderhavige jaar werd uitgeoefend door het statutaire bestuur. Rechtbank Breda kan niet anders concluderen dan dat belanghebbende in Nederlands is gevestigd.

Winnende partij:

Fiscus.

Datum uitspraak: 15 mei 2009 Instantie: Rechtbank Arnhem Rolnummer: AWB 07/3278

Artikelen: art. 4 AWR; art. 2 Wet VPB 1969 Jaar van aanslag: 2001

Vindplaatsen: VN 2009/38.2.2

Geschil:

122

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 116-122)