• No results found

92 Beslissing Hof ’s-Hertogenbosch:

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 92-96)

Het Hof oordeelt dat een redelijke verdeling van de bewijslast met zich meebrengt dat op belanghebbende, die stelt dat zij haar feitelijke leiding - inclusief pensioenverplichting - heeft verplaatst naar Aruba, de bewijslast voor die stelling rust. Naar 's Hofs oordeel heeft belanghebbende, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet, althans onvoldoende, voldaan aan deze bewijslast.

Het contract met R NV geeft slechts beperkte, naar 's Hofs oordeel voornamelijk van formalistische aard zijnde, bevoegdheden aan R NV. S, middellijk enig aandeelhouder in belanghebbende, is ook na 30 december 1994, tot 1 december 1995, aangebleven als bestuurder van belanghebbende. In het licht hiervan is niet aannemelijk dat (een deel van) de feitelijke leiding van belanghebbende überhaupt is verplaatst naar Aruba. Voor zover desalniettemin geoordeeld zou moeten worden dat een deel van de feitelijke leiding is verplaatst naar Aruba, is niet aannemelijk dat de beslissingsbevoegdheid over de pensioenvoorziening van S eveneens is verplaatst naar Aruba. Het Hof acht dit niet geloofwaardig.

Winnende partij:

Fiscus.

Datum uitspraak: 20 december 2002 Instantie: Hoge Raad

Rolnummer: 37 448

Artikelen: Art. 8 Wet VPB 1969; art. 7 Wet IB 1964 Jaar van aanslag: 1994

Vindplaatsen: BNB 2003/137 VN 2003/4.6

FED 2003/436 Hofuitspraak: VN 2001/48.5

Geschil (onder meer):

Is de feitelijke leiding van de pensioen-BV verplaatst naar de Nederlandse Antillen?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende bezit alle aandelen in een pensioen-BV, waarmee een fiscale eenheid is aangegaan. De directie van belanghebbende bestaat uit het echtpaar A, dat tevens alle aandelen in belanghebbende houdt. Op 15 december 1993 is in Nederland een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de pensioen-BV gehouden. Tijdens deze vergadering is besloten om met ingang van 15 december 1993 het echtpaar A te ontslaan als directeur van de pensioen-BV en per die datum te benoemen als directeuren U Antilles Trust NV (hierna: U Trust), gevestigd te Curaçao, en de heer B, wonende te Curaçao . Op diezelfde datum heeft belanghebbende met zowel U Trust als met de heer B een overeenkomst, genaamd directiereglement, gesloten. Eveneens zijn

93

op 15 december 1993 de pensioenaanspraken van het echtpaar A door belanghebbende overgedragen aan de pensioen-BV. Op 13 juli 1994 zijn de salarissen van de heer en mevrouw A opgetrokken van f 120 000 naar f 200 000. In verband hiermee heeft belanghebbende een extra pensioendonatie gedaan van ruim f 1 326 000. Op 30 december 1994 heeft het echtpaar A afstand gedaan van hun pensioenrechten en heeft de vergadering van aandeelhouders van de pensioen-BV besloten het gehele vermogen aan belanghebbende uit te keren als dividend. In geschil is onder meer of de pensioen-BV in Nederland is gevestigd, hetgeen de inspecteur bevestigd en belanghebbende weerspreekt.

Beslissing Hof ’s-Hertogenbosch:

Het Hof vindt hetgeen de inspecteur heeft gesteld – dat de bedoelde bestuurswisseling bij de pensioen-BV een schijnhandeling is geweest - aannemelijk. In werkelijkheid was het nimmer de bedoeling van belanghebbende, het echtpaar A, de pensioen-BV, U Trust en de heer B dat het bestuur van de vennootschap zou worden overgedragen aan laatstgenoemden en hebben laatstgenoemden ook nimmer het bestuur van de vennootschap op zich genomen. Het Hof acht in het bijzonder aannemelijk de stelling van de inspecteur dat U Trust en de heer B in feite slechts door of namens belanghebbende verstrekte opdrachten dienden uit te voeren en slechts overeenkomstig die opdrachten hebben gehandeld. Dit geldt met name voor het openen van een bankrekening bij de U-vestiging op Curaçao, voor de keuze van de beleggingen, voor de inschrijving van de pensioen-BV in het Handelsregister van Curaçao, voor het verstrekken van de opdracht tot het indienen van een rulingverzoek bij de Inspecteur der Belastingen te Curaçao en voor het instemmen met het afzien van het pensioen. Uit het vorenoverwogene trekt het Hof de conclusie dat de feitelijke leiding van de pensioen-BV niet naar de Nederlandse Antillen is verplaatst.

Winnende partij:

Fiscus (belanghebbende in cassatie).

Cassatiemiddel (belanghebbende):

Het Hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de bestuurswisseling een schijnhandeling is geweest en bovendien ten onrechte geoordeeld dat de feitelijke leiding niet naar de Nederlandse Antillen is verplaatst.

Hoge Raad:

Het Hof heeft de stelling van de inspecteur - dat de bestuurswisseling bij Pensioen-BV een schijnhandeling is geweest, het in werkelijkheid nimmer de bedoeling van de betrokken partijen is geweest dat het bestuur van de vennootschap zou worden overgedragen aan U Trust en de heer B en dat laatstgenoemden ook nimmer het bestuur van de vennootschap op zich hebben genomen - voor aannemelijk geoordeeld. Het heeft daaraan de gevolgtrekking verbonden dat de feitelijke leiding van Pensioen-BV niet naar de Nederlandse Antillen is verplaatst. Kennelijk heeft het Hof hiermee bedoeld dat U Trust en de heer B na 15 december 1993 weliswaar de directie van Pensioen-BV zijn gaan vormen, maar dat de hun toekomende bevoegdheden zo beperkt waren dat de feitelijke leiding van

94

die vennootschap bij belanghebbende is blijven rusten. Voor zover het eerste middel klaagt dat onbegrijpelijk is dat de aanstelling van de nieuwe directie een schijnhandeling zou zijn, berust het daarom op een verkeerde lezing van 's Hofs uitspraak en faalt het derhalve wegens gebrek aan feitelijke grondslag.

Winnende partij:

Belanghebbende.

Datum uitspraak: 23 december 2002 Instantie: Hof ’s-Hertogenbosch Rolnummer: 99/1758 MK IV

Artikelen: art. 8 Wet VPB 1969; art. 16 Wet IB 1964. Jaar van aanslag: 1993

Vindplaatsen: VN 2003/9.3.8

Geschil (onder meer):

Is de feitelijke leiding van belanghebbende in 1993 verplaatst naar de Nederlandse Antillen?

Vaststaande feiten:

Belanghebbende werd opgericht op 4 september 1992 onder de naam A BV. Bij oprichting werden 220 preferente aandelen met een nominale waarde van fl. 100 elk geplaatst bij de heer B, die vanaf 23 juli 1991 woonachtig is in België. Tevens werden 180 gewone aandelen met een nominale waarde van fl. 100 elk geplaatst bij de kinderen van de heer B. In de oprichtingsakte zijn benoemd als directeur van de vennootschap, de heer B, de heer C en de heer D.

De statutaire en feitelijke doelstelling van de vennootschap is de verzorging bij invaliditeit en ouderdom van de oprichter en zijn echtgenote. In dat kader heeft belanghebbende na haar oprichting de pensioenverplichtingen jegens de heer B en zijn echtgenote overgenomen. De heer B geniet vanaf augustus 2000 pensioenuitkeringen. Op 27 december 1993 kocht de heer B de aandelen in belanghebbende van zijn kinderen. Hij is, vanaf dat moment, enig aandeelhouder van belanghebbende.

In het tot de stukken van het geding behorende besluit van 30 december 1993 van de algemene vergadering van aandeelhouders van belanghebbende is aan de heer B en aan de heren C en D eervol ontslag verleend, met ingang van 31 december 1993. Per die datum zijn benoemd als nieuwe directeuren van belanghebbende E NV te F, Nederlandse Antillen, (hierna te noemen: E) en de heer G, wonende te Curaçao. Tevens is besloten het domicilie van belanghebbende te wijzigen en per genoemde datum het adres te vestigen ten kantore van E op het adres H straat 1, F, Nederlandse Antillen.

Een overeenkomst tot directievoering werd gesloten op 30 december 1993 in Nederland. Op deze datum werd de overeenkomst getekend door de heer B als aandeelhouder. Op 14 januari 1994 werd

95

de overeenkomst getekend te Curaçao door de heer G, namens belanghebbende, E en hemzelf. In het voorjaar van 1994 werden vervolgens op Curaçao nog enkele formaliteiten vervuld. Op 3 maart 1994 werden de vestigingsvergunning en de deviezenvergunning voor belanghebbende aangevraagd. Bovendien is belanghebbende op 22 maart 1994 in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid in Curaçao ingeschreven. Ook is er op 28 maart 1994 op Curaçao namens belanghebbende een verzoek gedaan aan de Nederlands Antilliaanse Belastingdienst om met betrekking tot de fiscale aangelegenheden een ruling af te geven voor de periode 31 december 1993 tot en met het boekjaar 1996, welk verzoek op 19 april 1994 is ingewilligd.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de feitelijke leiding in het jaar 1993 al is verplaatst naar de Nederlandse Antillen, hetgeen de inspecteur weerspreekt.

Beslissing Hof ’s-Hertogenbosch:

Het Hof constateert dat op 30 december 1993 eervol ontslag is verleend aan de toenmalige directie en wel per 31 december 1993. Eveneens op 30 december 1993 zijn de Antilliaanse directieleden in hun functie benoemd per 31 december 1993 en is het besluit genomen het domicilie van belanghebbende te wijzigen en per 31 december 1993 het adres te vestigen op de Nederlandse Antillen. Uit de genoemde feiten en de stukken van het geding volgt, dat belanghebbende per 31 december 1993 haar feitelijke leiding naar de Nederlandse Antillen heeft verplaatst. Dat in 1994 bepaalde hieruit voortvloeiende handelingen nog zijn afgerond, zoals het sluiten van een ruling met de Antilliaanse inspecteur en de inschrijving van belanghebbende in het Handelsregister op de Nederlands Antillen, doet hieraan niet af.

Het Hof constateert aldus dat de feitelijke leiding in het jaar 1993 verplaatst is naar de Nederlandse Antillen.

Winnende partij:

Belanghebbende.

Datum uitspraak: 19 februari 2003 Instantie: Hof Amsterdam Rolnummer: 01/0399 MK III Artikelen: art. 4 AWR Jaar van aanslag: 1992

Vindplaats: VN 2004/19.1.2

Geschil (onder meer):

96

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 92-96)