• No results found

104 Vaststaande feiten:

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 104-108)

Voor de feiten verwijst de auteur naar het hiervoor opgenomen arrest van de Hoge Raad van 17 december 2004, 39 719, aangezien het in deze casus hetzelfde feitencomplex betreft.

Beslissing Hof Amsterdam:

In BNB 2005/105 c* is overwogen en beslist dat de feitelijke leiding over belanghebbende gedurende de periode gelegen tussen de verwerving van de bouwcontracten van de Noorse schepen (juni 1993) en de oplevering van MM in januari 1995 werd uitgeoefend in Nederland.

Het Hof is echter van oordeel dat in het resterende deel van het onderhavige jaar de feitelijke leiding over belanghebbende werd uitgeoefend door het statutaire bestuur op de Nederlandse Antillen. Het Hof overweegt hierbij nog in het bijzonder dat de inspecteur geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit volgt dat het bestuur, waar nodig bijgestaan door adviseur BB, het besluit tot het nemen van de optie (voor de bouw van een motorschip bij een Spaanse werf, alsmede, tezamen met een eveneens tot het F-concern behorende Antilliaanse vennootschap, een optie op de bouw van eenzelfde schip) niet zelf heeft genomen of kunnen nemen. Anders dan in BNB 2005/105 c* is het Hof Amsterdam dus voor het onderhavige jaar van mening dat de feitelijke leiding van belanghebbende werd uitgeoefend door het statutaire bestuur op de Nederlandse Antillen.

Winnende partij:

Belanghebbende (Staatssecretaris in cassatie).

Cassatiemiddel (Staatssecretaris):

Schending van het Nederlands recht, met name van artikel 4 AWR en artikel 2 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk en/of artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht, doordat het Hof heeft beslist dat belanghebbende in het onderhavige jaar niet in Nederland was gevestigd.

Hoge Raad:

De inspecteur heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het bestuur op de Antillen - bij gebrek aan de noodzakelijke expertise, of anderszins - niet in staat kan zijn geweest om in het onderhavige jaar - al dan niet met inschakeling van adviseurs als BB - leiding aan belanghebbende heeft gegeven. Het Hof neemt hierbij de aard en de omvang van de in het onderhavige jaar ontwikkelde activiteiten, zoals die blijken uit de vastgestelde feiten, in aanmerking. Behoudens de betrokkenheid bij de herstructurering van het F-concern hielden die activiteiten niet veel meer of anders in dan vermogensbeheer. De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat voor dat vermogensbeheer en voor de medewerking aan de herstructurering een bijzondere, bij het statutaire bestuur en BB niet aanwezige, deskundigheid vereist was. Het feit dat de herstructurering werd geregisseerd vanuit de centrale concernleiding leidt - op zichzelf en zonder méér - nog niet tot de conclusie dat de leiding over belanghebbende niet bij het statutaire bestuur lag. Door de inspecteur is niet, althans onvoldoende, aannemelijk gemaakt dat het bestuur - bijgestaan door BB - bij de medewerking aan

105

die herstructurering heeft gehandeld met veronachtzaming van zijn eigen verantwoordelijkheden. De inspecteur heeft voor het overige geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit - voor wat het onderhavige jaar betreft - blijkt van concrete, de normale rol van een (groot)aandeelhouder te boven gaande bemoeienis, vanuit het kantoor van D met het beleid en de bedrijfsvoering van belanghebbende. Derhalve faalt het middel van de Staatssecretaris.

Winnende partij:

Belanghebbende.

Datum uitspraak: 10 juni 2005 Instantie: Hoge Raad Rolnummer: 40 447

Artikelen: art. 4 AWR; art. 8 en 15 Wet VPB 1969 Jaar van aanslag: 1994

Vindplaats: VN 2005/32.13

Datum Hofuitspraak: 24 december 2003 Vindplaats: VN 2004/15.1.6

Geschil (onder meer):

Is de feitelijke leiding van [X] Pensioen BV met ingang van 15 december 1993, en ook voor het onderhavige jaar 1994, naar de Nederlandse Antillen verplaatst?

Vaststaande feiten:

Voor de feiten verwijst de auteur naar het hiervoor opgenomen arrest van de Hoge Raad van 20 december 2002, 37 448, gezien het feit dat het hier om een verwijzinguitspraak van dit arrest gaat.

Beslissing Hof Arnhem:

Het Hof is van oordeel dat op grond van een aantal relevante feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de feitelijke leiding van [X] Pensioen BV met ingang van 15 december 1993 naar de Nederlandse Antillen is verplaatst. Het Hof acht daarvoor onder meer de volgende feiten en omstandigheden redengevend:

(i) de directiewisseling waarbij de bestuurders, de heer en mevrouw [B/Y], zijn vervangen door [C-Trust] NV gevestigd op de Nederlandse Antillen, en [D], wonende op de Nederlandse Antillen;

(ii) de blijkens het directiereglement van 15 december 1993 aan de hiervoor genoemde bestuurders [C-Trust] NV en [D] toekomende algemene volmacht van de aandeelhouders om als directeur van de vennootschap naar eigen bevoegdheid en inzicht te handelen alsmede een verplichting om het vermogen van de vennootschap op een verantwoorde wijze te beleggen;

(iii) de toekenning van managementfees en kostenvergoedingen aan genoemde bestuurders; (iv) de in genoemde periode op de Nederlandse Antillen plaatsgevonden algemene vergadering van aandeelhouders van [X] Pensioen BV;

106

(v) de op de Nederlandse Antillen opgemaakte jaarrekening van [X] Pensioen BV over genoemde periode;

(vi) het onderworpen zijn van [X] Pensioen BV vanaf 15 december 1993 en ook voor het jaar 1994 -aan Antilli-aanse winstbelasting, waarvoor te dier zake op de Nederlandse Antillen ook -aangifte werd gedaan;

(vii) de op de Nederlandse Antillen bij een daar gevestigde bankinstelling aangehouden beleggingen in het kader van beheer van pensioengelden.

Winnende partij (betreffende geschil vestigingsplaats):

Belanghebbende.

De Hoge Raad verwerpt het beroep in cassatie. Op grond van artikel 81 Wet RO wordt geen nadere motivering gegeven.

Datum uitspraak: 14 oktober 2005 Instantie: Hoge Raad Rolnummer: 41 050 Artikelen: art. 4 AWR

Jaar van aanslag: 1990, 1997 en 1999 Vindplaatsen: BNB 2006/79

VN 2006/4.19 FED 2006/100 Datum Hof uitspraak: 26 mei 2004

Vindplaats: Niet opgenomen in VN en FED

Geschil:

In geschil is of belanghebbende in Nederland is gevestigd.

Vaststaande feiten:

Belanghebbende is opgericht op 21 augustus 1989 als X NV, een naamloze vennootschap naar Belgisch recht met Z (België) als statutaire zetel. Haar volledige aandelenkapitaal werd, direct dan wel indirect - via de Belgische concernmaatschappij E NV (hierna: E) - gehouden door C. De statutaire doelstelling van belanghebbende is omschreven als: `de ontwikkeling en de centralisering van een of meer van de hierna opgesomde, uitsluitend ten voordele van het geheel of van een deel van de vennootschappen van de B-Groep uitgeoefende activiteiten (...): publiciteit, informatieverlening en verzameling, verzekering en herverzekering, wetenschappelijk onderzoek, betrekkingen met de nationale en internationale autoriteiten, centralisering van de werkzaamheden op het gebied van boekhouding, administratie en informatie, centralisering van de financiële handelingen en van het dekken van de risico's voortspruitend uit de schommelingen van wisselkoersen, werkzaamheden die een voorbereidend of hulpverlenend karakter hebben voor de vennootschappen van de groep. Het was derhalve van meet af aan de bedoeling dat belanghebbende zich onder meer zou bezig houden met (vormen van) concernfinanciering.

107

Belanghebbende maakte sinds haar oprichting in 1989 deel uit van het (toenmalige) B-concern. Dit concern, dat zich bezig hield met verpakkingsactiviteiten, had een hoofdkantoor in R bij de tophoudstermaatschappij C BV (hierna: C), en had werkmaatschappijen in vele landen van de wereld. In de loop van 1989/1990 heeft het B-concern een decentrale divisiestructuur met zogenoemde Strategie Business Units (hierna: SBU's) ingevoerd. Iedere SBU kreeg een coördinerende functie op een bepaald deelgebied van de bedrijfsactiviteiten. De SBU's, die telkens een aantal Business Units moesten coördineren, werden ondergebracht bij concernvennootschappen in diverse landen. Aldus kwam een zogenoemde matrixstructuur tot stand waarbij de bedrijfsorganisatorische SBU-structuur dwars stond op de verticale aandeelhoudersstructuur. De Raad van Bestuur van C vormde tezamen met de SBU-managers de zogeheten Group Council van het concern. Belanghebbende fungeerde binnen het B-concern tevens als SBU voor Europa en Noord-Amerika, hetgeen inhield dat personeel van belanghebbende zich bezighield met concernbrede coördinerende activiteiten op het gebied van flexibele verpakkingen.

De Raad van Bestuur van belanghebbende bestond door de jaren heen deels uit personen die ook deel uitmaakten van de Raden van Bestuur van C en E. Als voorzitter van de Raad van Bestuur van belanghebbende fungeerde in 1990 F. In dat jaar bestond de Raad van Bestuur verder uit G en H. Allen waren woonachtig in Nederland. Met ingang van 18 juni 1991 bestond de Raad van Bestuur uit F voornoemd, alsmede J en K, beiden woonachtig in België. Met ingang van 21 januari 1992 werd F als voorzitter opgevolgd door H, die deze functie ook in de jaren 1997 en 1999 nog vervulde. In 1997 bestond de Raad van Bestuur van belanghebbende verder uit L (woonachtig in Nederland), en M (woonachtig in België) en vanaf 1 mei 1997 hadden naast H tevens N en O, beiden woonachtig in België, zitting in de Raad van Bestuur. Op 15 juni 1999 kwam M, woonachtig in België, in de plaats van N.

Belanghebbende beschikte in België over een eigen kantoorruimte en had meer dan 10 personeelsleden in dienst. Ongeveer de helft van dit personeel hield zich bezig met werkzaamheden op het gebied van intercompany financiering en factoring. Tussen belanghebbende en daarvoor in aanmerking komende concernvennootschappen werden lening- en factoringovereenkomsten gesloten.

De dagelijkse leiding van de werkzaamheden was door de Raad van Bestuur opgedragen aan gevolmachtigden, onder leiding van de algemeen directeur. In 1990 was J algemeen directeur en K financieel directeur. In de jaren 1997 tot en met 1999 was BB (woonachtig in Nederland) algemeen directeur, en M, later N, financieel directeur. De andere gevolmachtigden waren in de die jaren O en CC (woonachtig in België), vanaf 1 januari 1999 kwam DD (woonachtig in België) als gevolmachtigde in de plaats van CC.

De vergaderingen van de Raad van Bestuur van belanghebbende en de algemene vergaderingen van aandeelhouders werden jaarlijks gehouden in België. De boekhouding van belanghebbende werd in België gevoerd, belanghebbende had ook een Belgische accountant. Bovendien was belanghebbende in België als zogeheten coördinatiecentrum als inwoner onderworpen aan de winstbelasting.

108

In document Vestigingsplaats van vennootschappen (pagina 104-108)