• No results found

Wie voelt zich wel eens misbruikt?

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 86-89)

DEEL 1 HOOFDRAPPORT

5 Misbruikervaringen bij BDSM

5.3 Wie voelt zich wel eens misbruikt?

In onze websurvey geven 125 van de 597 respondenten te kennen dat ze zich ‘wel eens’ (85) of ‘meerdere keren’ (40) misbruikt hebben gevoeld binnen een BDSM-relatie. Dit geldt voor 109 van de 474 respondenten uit Nederland. Dit betekent, dat bijna een kwart (23 procent) van de Nederlandse respondenten zich wel eens misbruikt heeft gevoeld. Het is belangrijk om

86

hierbij op te merken, dat het om een life time ervaring gaat; het heeft dus geen betrekking op een specifieke, afgebakende periode. Sommige respondenten hebben reeds tientallen jaren ervaring met BDSM en dat er in die periode wel eens een keer iets is voorgevallen, is op zich zelf niet verrassend. Verder is het van belang nogmaals te onderstrepen dat het hier (waar-schijnlijk) niet om een representatieve steekproef gaat (zie de uitleg daarover in paragraaf 2.3.2) en we mogen deze resultaten dan ook niet generaliseren naar alle BDSM’ers.

Het gegeven dat bijna een kwart van de respondenten zich wel eens misbruikt heeft gevoeld, geeft aan dat misbruik – evenals bij ‘reguliere’ relaties – ook bij BDSM-relaties voor kan ko-men. De life time prevalentie van 23 procent komt redelijk overeen met het getal dat we ken-nen van onderzoek onder de hele Nederlandse bevolking. Uit de bevolkingsstudie seksuele gezondheid in Nederland 2011 blijkt dat ruim 20 procent van de Nederlanders minstens één keer in zijn leven seksueel geweld heeft meegemaakt (De Haas, 2012).39 Misbruik bij BDSM is echter (veel) ruimer dan seksueel misbruik. Het kan naast seksuele grenzen ook om het overschrijden van fysieke of psychische grenzen gaan. Het is echter wel appels met peren vergelijken omdat BDSM’ers ook seksueel geweld meegemaakt kunnen hebben binnen een vanillarelatie (waar sommige websurvey-respondenten ook melding van maken in het ant-woordveld voor op- en aanmerkingen). De vergelijking leert echter wel, dat het gerapporteerd misbruik bij BDSM niet bijzonder hoog is.

Aan de hand van de websurvey kunnen we nagaan welke kenmerken van respondenten van invloed zijn op het al dan niet hebben van een misbruikervaring. We hebben in de survey naar een aantal kenmerken gevraagd. Zo kennen we de sekse, leeftijd, seksuele voorkeur, woonsi-tuatie, BDSM-rol, het aantal jaren actief, de debuutleeftijd, de wijze van BDSM-beoefening en het al dan niet gebruik van maken internetdating van de respondenten. Als we naar de af-zonderlijke kenmerken kijken in relatie tot een misbruikervaring dan zien we bijvoorbeeld dat vrouwen vaker een dergelijke ervaring melden dan mannen. Hetzelfde geldt voor responden-ten die zichzelf als sub of switch definiëren in vergelijking met respondenresponden-ten die de dominan-te rol aannemen. Tegelijkertijd zien we dat vrouwelijke respondendominan-ten veelal de sub of switch rol hebben, terwijl de mannelijke respondenten vrijwel uitsluitend zeggen een dominante rol te spelen. Daarmee is onduidelijk wat nu oorzakelijke factoren zijn en op welke wijze de kenmerken elkaar onderling beïnvloeden. In het gegeven voorbeeld kan sekse de bepalende factor zijn, maar de samenhang kan ook afhankelijk zijn van de BDSM-rol die iemand in-neemt; of misschien zijn beide factoren wel van invloed. Om zicht hierop te krijgen, moeten we gebruik maken van een multivariate analysetechniek. De meest geëigende statistische me-thode hiervoor is logistische regressieanalyse. Met deze analyse wordt in kaart gebracht wat de invloed van de diverse kenmerken is op het wel of niet hebben van een misbruikervaring.

39 De Haas (2012, p. 139) geeft niet een totaal percentage, maar vermeldt dat 7,7 procent van de man-nen en 33,3 procent van de vrouwen minstens één keer in hun leven seksueel geweld heeft meege-maakt. Uitgaande van een 50-50 verhouding tussen mannen en vrouwen, ligt het totaal percentage dan op 20,5 procent.

87

Om deze techniek goed toe te kunnen passen, moeten de kenmerken (variabelen) worden be-werkt. Daartoe hebben we de variabelen gedichotomiseerd, dat wil zeggen in twee groepen verdeeld.40 Bij de indeling hebben we ons laten leiden door inhoudelijke overwegingen, ge-talsmatige verdeling en misbruikscore. Uiteindelijk zijn we tot de volgende dichotomisering gekomen:

Variabele Score Variabele Score

Sekse 1 = vrouw

2 = man Debuutleeftijd 1 = minderjarig 2 = meerderjarig Seksuele

voorkeur 1 = hetero seksueel 2 = bi/homo seksueel BDSM-rol 1 = sub/switch 2 = dom Woonsituatie 1 = alleen (ev. met kind)

2 = samen (ev. met kind) BDSM-beoefening 1 = af en toe (prive/feesten) 2 = 24/7 of TPE Leeftijd 1 = 35 jaar of jonger

2 = 36 jaar of ouder Internetdating 1 = ja 2 = nee Aantal jaren

ervaring 1 = 8 jaar of meer 2 = 7 jaar of minder

Deze negen variabelen zijn vervolgens gebruikt bij een multinominale logistische regressie-analyse. De analyse levert een significant model op. Een nadere blik op de uitkomst laat zien dat sekse het belangrijkste kenmerk is voor de kans op een misbruikervaring. De kans dat een vrouwelijke respondent misbruik heeft meegemaakt (ervaren) is ruim vijf keer zo groot als bij een mannelijke respondent (de kolom Exp(B) van tabel 5.2). Dit verschil is significant.41 Ook de debuutleeftijd laat een significant verschil zien; bij degenen die als minderjarige hun de-buut hebben gemaakt, is de kans op misbruik bijna vijf keer zo groot als bij meerderjarige debutanten. Deze variabele weegt minder zwaar in het model, omdat er maar 28 van de 406 respondenten die in de analyse zijn betrokken als minderjarige hun debuut hebben gemaakt.42 Verder zijn er geen kenmerken die significant bijdragen aan het model. Wel zien we dat de rol die de respondent heeft bij BDSM in de buurt van, maar niet tot significantie komt (p=0,1). Een driedeling van de rol (dom, sub, switch) biedt ook geen soelaas.

De overige zes variabelen – seksuele voorkeur, woonsituatie, leeftijd, ervaring, beoefening en internetdating – hebben geen of nauwelijks een voorspellende waarde voor de kans op mis-bruik. Het is verrassend dat ‘ervaring’ geen voorspellende waarde heeft. Een veel gehoord geluid is immers dat beginners een verhoogde kans op misbruik hebben. Mogelijk scoort deze variabele niet in het model omdat we ervaren misbruik als een life time gebeurtenis in kaart

40 We hebben de variabelen gedichotomiseerd om dat daarmee – in het algemeen – eventuele signifi-cantie eerder kan worden aangetoond dan bij een verdere uitsplitsing. In tweede aanleg zou kunnen worden gedifferentieerd, maar de analyseresultaten laat zien dat dit niet nodig is. Voor de zekerheid hebben we nog wel gecheckt of andere indelingen dan wel meer categorieën tot een ander beeld lei-den. Dit bleek niet het geval.

41 Dit resultaat is in lijn met bevolkingsonderzoek naar seksueel geweld in het algemeen (zie ook voet-noot 40).

42 De totale steekproef omvat 474 respondenten, maar 68 respondenten zijn uitgesloten omdat zij op één of meerdere kenmerken geen antwoord hebben gegeven (missing value).

88

hebben gebracht. Het is daarmee denkbaar dat een respondent die inmiddels veel jaren erva-ring heeft met BDSM een misbruik ervaerva-ring heeft meegemaakt toen hij of zij minder ervaren was.

De conclusie op basis van de analyse is dat vrouwen en degenen die als minderjarige met BDSM beginnen een grotere kans hebben om tegen misbruik aan te lopen dan mannen en meerderjarige starters.

Tabel 5.2 Kans op een misbruikervaring

B S.E. Wald Df Sig Exp(B)

Sekse 1,629 0,353 21,334 1 0,000 5,100 Seksuele voorkeur -0,040 0,297 0,018 1 0,892 0,961 Woonsituatie 0,195 0,272 0,512 1 0,474 1,215 Leeftijd -0,389 0,295 1,740 1 0,187 0,678 Ervaring 0,296 0,276 1,151 1 0,283 1,344 Debuutleeftijd 1,542 0,464 11,025 1 0,001 4,675 BDSM-rol 0,667 0,402 2,758 1 0,097 1,949 BDSM-beoefening 0,013 0,349 0,001 1 0,969 1,014 Internetdating -0,027 0,272 0,010 1 0,920 0,973 Bron: Websurvey; X2 = 63,023; df = 9; p < 0,01

Het is echter een statistisch model op basis van negen variabelen. De werkelijkheid is com-plexer en er zullen ook andere factoren van invloed zijn op de vraag of iemand tegen misbruik aanloopt of niet. Bij logistische regressieanalyse wordt eveneens berekend wat het verklarend vermogen van het model is. De maat die daarvoor wordt gebruikt, is ‘pseudo R-kwadraat’. Er zijn verschillende manieren om deze maat te berekenen, maar de meest gebruikte methode is van Nagelkerke. Als het model niets verklaart, is de R2-waarde gelijk aan 0. Als het model perfect is, is de waarde gelijk aan 1. De pseudo R2-waarde bij de uitgevoerde analyse is 0,218. Dit betekent dat de verklarende variantie van het model 21,8 procent is en laat zien dat er ook andere factoren (niet in het model betrokken) zijn die bepalen of iemand al dan niet een mis-bruikervaring heeft.

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 86-89)