• No results found

Melden van misstanden: politieregistratie

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 125-129)

DEEL 1 HOOFDRAPPORT

8 Opsporing en vervolging bij BDSM

8.4 Melden van misstanden: politieregistratie

De tweede manier waarop we inzicht verkrijgen over misstanden gemeld of aangegeven bij de politie is aan de hand van politieregistraties. BDSM-gerelateerde misstanden is echter geen categorie in de politieadministratie en daarom hebben we het basisprocessensysteem van de politie doorzocht aan de hand van de zoektermen BDSM en sadomasochisme. In paragraaf 2.5 is dit nader uitgelegd. Deze manier van zoeken neemt met zich mee dat we niet met ze-kerheid alle BDSM-gerelateerde zaken gemeld/aangegeven bij de politie hebben weten te traceren. Er zijn uiteindelijk 34 politiemutaties gevonden over BDSM-misbruik. Er zijn echter enkele mutaties die betrekking hebben op dezelfde zaak/persoon. Op zaakniveau gaat het om 27 zaken. Dit aantal kunnen we niet als ‘hard getal’ interpreteren, maar we durven wel de stelling aan dat meldingen/aangiften rond BDSM-misbruik weinig voorkomen. Van de 27 zaken is in twaalf gevallen een melding gemaakt bij de politie en er is vijftien keer aangifte gedaan. De 27 zaken zijn afkomstig uit de periode 2010 tot en met begin 2014. De verdeling per jaar is als volgt: 2010 vijf zaken, 2011 zes zaken, 2012 elf zaken, 2013 vier zaken en 2014 één zaak.

Meldingen

Er kunnen meerdere redenen zijn waarom een zaak bij een melding blijft en er geen formele aangifte wordt opgenomen. Dit kan de wens zijn van het slachtoffer; een reden die met regel-maat wordt gehoord bij zedenmisdrijven64 en huiselijk geweld. In één zaak is het uitdrukkelijk

64 In de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik (geldend vanaf 22 augustus 2011) wordt gesteld dat er bij zedenzaken een informatief gesprek wordt gevoerd door de politie en dat de betrokkene in principe bedenktijd heeft over het wel/niet doen van aangifte.

125

de wens van het slachtoffer om geen aangifte te doen. We lezen het volgende in het politie-dossier:

Een meisje van elf jaar krijgt een seksuele relatie met man van 36 jaar; een relatie waarbij spra-ke is van SM-elementen. De relatie duurt drie jaar, dan krijgt ze een vriendje van eigen leeftijd en wordt ze vervolgens bedreigd door de man. Ze vertelt alles aan haar ouders; deze willen aan-gifte doen, maar uiteindelijk wordt de aanaan-gifte niet doorgezet omdat meisje er niet meer mee bezig wil zijn.

Dat wil niet zeggen dat deze zaak niet verder is opgepakt door de politie.65 Via RAC-MIN vinden we deze zaak namelijk terug bij het Openbaar Ministerie. De verdachte is door het OM aangeklaagd voor overtreding van de artikelen 240b/242 Sr en uiteindelijk door de rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraf voor overtreding van de artikelen 240b/245 Sr.

In twee zaken is het bij een melding gebleven, omdat de zaak wordt gemeld door derden; res-pectievelijk ouders en een toevallige voorbijganger. De melding van de ouders is de aanlei-dingscasus en is reeds in de inleiding kort beschreven. In de andere zaak ziet een voorbijgan-ger dat een 17-jarig meisje en een 48-jarige man seks met elkaar hebben in de bosjes. De voorbijganger vertrouwt het niet en belt de politie. Het meisje verklaart tegenover de politie dat het vrijwillig was, dat ze masochistisch is en de man sadistisch. Hij zou op haar op de bil-len hebben geslagen. Het meisje is bang dat het voorval haar ouders ter ore komt. Ze zou, aldus de mutatie, anorexia hebben en zichzelf snijden.

De meeste zaken (zeven) waarbij geen aangifte wordt opgenomen kunnen we bestempelen als zaken waarin relatieproblemen spelen. Soms geeft de aangever in tweede aanleg aan toch geen aangifte te willen doen. In andere gevallen is het onduidelijk waarom er geen aangifte wordt opgenomen. Dit zijn zaken waarbij er sprake is van een warrig, onduidelijk en wisse-lend verhaal van de melder. Een voorbeeld:

Een vrouw doet melding van mishandeling door haar vriend. Ze wil weg bij hem vanwege her-haaldelijk geweld tijdens de seks. Het slachtoffer gaat naar een vrouwenopvang. De verdachte zegt dat hij haar nooit mishandeld heeft en dat gewelddadige handelingen tijdens de seks altijd met wederzijdse goedkeuring zijn uitgevoerd. Later geeft het slachtoffer aan dat ze terug is bij verdachte. Het waren uit de hand gelopen seksspelletjes en het probleem zou bij haar liggen, omdat ze borderline zou hebben.

65 In de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik wordt gesteld: “Als de betrok-kene aangeeft geen aangifte te willen doen, maar er wel sprake is van een strafbaar feit, dan wordt zoveel mogelijk bewijs verzameld ten behoeve van een eventuele ambtshalve vervolging indien de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van betrokkene ernstig is/wordt bedreigd dan wel betrokkene zich evident in een afhankelijkheidspositie bevindt. Hetzelfde geldt wanneer het maatschappelijk be-lang dit vereist. In het informatieve gesprek wordt aan betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordi-ger(s) duidelijk gemeld dat de mogelijkheid bestaat dat tot ambtshalve vervolging wordt overgegaan.” (http://wetten.overheid.nl/BWBR0029026/geldigheidsdatum_14-11-2014)

126

De laatste drie zaken waarbij er sprake is van een melding en geen aangifte kunnen worden gekenschetst als een BDSM-date. Het is op basis van de BVH-informatie niet duidelijk waar-om het bij een melding is gebleven en er aangifte is opgenwaar-omen. Een van de drie meldingen luidt als volgt:

Het slachtoffer heeft via een BDSM-site een date met verdachte. Ze spreken af in een hotelka-mer. Ze hebben daar seks en ze drinkt een soort wijn. Vervolgens voelt ze zich raar door de wijn. Ze herinnert zich niet meer alles. Verdachte sluit haar buiten en wil haar niet meer in de kamer laten. Ze gaat weg. Ze heeft daarna nog contact met verdachte; ze geeft aan dat ze zich gebruikt voelt en dit zal plaatsen op de website. Hij zegt dat, als zij dat doet, hij een film open-baar zal maken die hij van hen gemaakt heeft. Slachtoffer zegt niet te hebben geweten dat er een film werd gemaakt. Ze komt naar de politie vanwege het heimelijk filmen, toedienen van een stof en de chantage. Verdachte wordt niet als verdachte aangemerkt in het dossier en zijn gege-vens zijn ook niet in het dossier te vinden.

Aangiften

In vijftien zaken is aangifte gedaan. In dertien daarvan heeft de aangever een relatie (gehad) met de verdachte. In twee zaken is dit niet het geval. In de ene zaak doen ouders aangifte te-gen een 26-jarige man die zich tete-gen betaling op zijn blote lijf laat slaan door minderjarige jongens (buik, hoofd, nek en geslachtsdeel), waarbij hij er soms ook foto’s van maakt. De verdachte ontkent dat het seksueel gemotiveerd is, maar de politie beschouwt het als ontucht en verdenkt hem van overtreding van artikel 247 Sr.

In de andere aangifte waarbij aangever en verdachte geen relatie met elkaar hebben (gehad) betreft het de diefstal van een pinpas. De aangever heeft een afspraak gemaakt met een com-merciële meesteres en het weekend verloopt volgens hem anders dan afgesproken. De meeste-res weerspreekt het verhaal echter en de politie merkt haar niet aan als verdachte. Op basis van het politierapport is het verhaal als volgt:

De aangever vertelt dat hij via een BDSM-website heeft afgesproken met een meesteres. Zij heeft hem een weekend lang opgesloten in een schuur. De man zegt dat de vrouw vaak doorging ook als hij het stopwoord noemde. Ze heeft hem uiteindelijk laten gaan omdat hij naar zijn werk moest. De man zegt dat de vrouw zijn pinpas heeft gestolen en geld heeft gepind. De vrouw laat mails aan de politie lezen waarin afspraken tussen de man en de vrouw staan. De man zou al zijn bezittingen bij aanvang van het weekend bij de vrouw inleveren, ook zijn pinpas. Hij zegt zelf dat dit niet gebeurd is, maar dat de pas gestolen is. De vrouw zegt dat dit allemaal vrijwillig gebeurd is. De man overweegt ook aangifte te doen van een zedenmisdrijf.

De twaalf aangiften van (ex-)partners zijn twaalf verschillende verhalen, maar als we op zoek gaan naar een gemeenschappelijke noemer, dan kunnen we de zaken als volgt karakteriseren:

 Een BDSM-relatie waarin de persoon met de dominante rol verder gaat dan de andere (onderdanige) lief is (vier aangiften).

 De vrouw haar partner aan voor geweld, terwijl de man BDSM als rechtvaardiging

127

 Wel binnen een BDSM-relatie, maar het gemelde geweld staat daar feitelijk los van (twee zaken).

 Nasleep van een relatie, zoals plaatsen van compromitterende foto’s en stalken (twee zaken).

 Een jonge vrouw die verhaal wil halen bij een oudere man met wie ze in haar tienerja-ren (van twaalfde tot zestiende jaar) een relatie had. Ze had de man via een BDSM-site leren kennen, maar uit het politierapport wordt niet goed duidelijk of ze ook een BDSM-relatie hadden. De man geeft niet thuis en duwt haar uit zijn woning, waarna zij aangifte doet van eenvoudige mishandeling (een zaak).

Enkele cijfers

Het gaat in totaal om 27 zaken waarvan melding/aangifte is gedaan bij de politie en daarmee leent het materiaal zich niet voor om statistische technieken op los te laten. Wel geven we hier enkele tellingen over de meldingen/aangiften. Om te beginnen over de betrokken partijen. slachtoffer en verdachte.

In vier van de 27 zaken is het slachtoffer minderjarig. In eveneens vier zaken is het slachtoffer jongvolwassen (18-23 jaar). De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers is 36 jaar. De modale klasse wordt, zowel bij slachtoffers als verdachten, gevormd door veertigers. De gemiddelde leeftijd van verdachten is 41 jaar. In twee op de drie zaken is het slachtoffer jonger dan de verdachte, terwijl deze situatie in een derde van de zaken andersom is. De slachtoffers zijn overwegend vrouwen, terwijl de verdachten overwegend mannen zijn. In één zaak zijn zowel het slachtoffer als de verdachte een vrouw.

Tabel 8.4 Leeftijd en sekse van slachtoffers en verdachten (politieadministratie; n=27)

Slachtoffer Verdachte Minderjarig 4 - 18-23 jaar 4 2 24-29 jaar 4 2 30-39 jaar 4 4 40-49 jaar 7 9 50-59 jaar 2 2 60-69 jaar - 2 Onbekend 2 6 Man 3 21 Vrouw 24 2 Onbekend - 4 Bron: BVH

In de vijftien zaken waarbij een aangifte is opgenomen, betreft het wetsartikel in zes zaken mishandeling (vier keer artikel 300 Sr. en twee keer artikel 302 Sr.). Twee zaken worden als zedenmisdrijf betiteld (respectievelijk artikel 242 Sr. en artikel 247 Sr.), twee zaken als bele-diging (artikel 266 Sr.), twee zaken als bedreiging (artikel 285 Sr.), één zaak als diefstal (art. 310) en tot slot wordt er in twee zaken geen wetsartikel genoemd.

128

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 125-129)