• No results found

BDSM en ouderschap zorgt voor commotie

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 151-154)

DEEL 2 BIJDRAGEN België, Duitsland & Verenigd Koninkrijk

1.3 Implicaties voor de hulpverlening

1.3.1 BDSM en ouderschap zorgt voor commotie

Er zijn in Vlaanderen een aantal kanalen binnen de hulpverlening die te maken kunnen krij-gen met vrakrij-gen of bezorgdheden rond BDSM binnen een gezin. Niet zelden gaat het in dat geval om bezorgde (groot)ouders. Het beoefenen van fetisjisme, sadomasochisme of domi-nantie en submissie lijkt vaak als schadelijk beschouwd te worden voor het welbevinden van (jonge) kinderen. Uit niet-seksueel getinte dagelijkse interacties tussen partners in een 24/7 BDSM-relatie kan namelijk het één en ander blijken. Papa kan bijvoorbeeld steeds gehoorza-men aan mama, en haar op haar wenken bedienen, of omgekeerd. Maar op zich hoeft dit vol-gens BDSM’ers niet te verschillen van hoe het er thuis aan toegaat bij een vanillakoppel, of

151

bij een gezin waar men nog steeds een strikte patriarchale rolverdeling mama-papa hanteert. Een duidelijke communicatie, ook naar de kinderen toe, is iets wat BDSM’ers benadrukken. Zodra zij oud genoeg zijn om te begrijpen waar relaties en seks om draaien, zullen zij niet alleen worden voorgelicht op seksueel vlak, maar eveneens op de hoogte gesteld worden van het bestaan van andere vormen van relaties en seksualiteit, waar BDSM er één van is. Men maakt er een punt van dat de kinderen geen getuige zijn van een BDSM-spel. Het bondage-materiaal, de seksspeeltjes en de zwepen worden dan ook veilig opgeborgen. Het opdringen van seksualiteit aan de kinderen wordt als even onnodig en onwenselijk bevonden als binnen gezinnen waar BDSM niet aan bod komt.

Desondanks rapporteerden verschillende mensen in mijn studie (Seeuws, 2013) dat zij op ba-sis van hun voorkeur voor BDSM gediscrimineerd werden, vaak doordat men BDSM verwart met geweld. A. is een dominante man en getuigde hierover in een artikel voor De Standaard:

Bij mijn echtscheiding gebruikte mijn ex mijn geaardheid tegen mij, opdat ik de kinderen niet zou krijgen. Ik heb toen met uitgestreken gezicht ontkend dat ik aan BDSM deed. De rechter ging er dus niet op in. (…) Lotgenoten die er meer mee te koop lopen, kregen het deksel op de neus in scheidingskwesties. Ik ken er ook die naast een baan of een promotie grepen vanwege hun seksuele voorkeur. (Ysebaert, 2013)

Beoefenaars zijn formeel: BDSM heeft niets te maken met de drang naar geweldpleging. Het toebrengen van verwondingen betekent bij BDSM niet het einde van genot, maar is essentieel voor de totstandkoming ervan (Sottiaux, 2005). Pijnprikkels worden steeds geïnterpreteerd binnen hun context. De door gelijkgestemde partners gecreëerde machtsverhouding is de con-text binnen een sadomasochistisch spel, met als doel het induceren van seksueel plezier. De pijn die ontstaat door het beoefenen van sadomasochisme zal daarom niet te vergelijken zijn met de pijn die opgelopen wordt in een sociaal onwenselijke context als foltering, een onge-luk of geweldpleging (Newmahr, 2010; Van de Wouwer, 2011). Dit onderscheid is voor der-den echter niet altijd even duidelijk.

Iedereen die zich vragen stelt met betrekking tot de veiligheid van een kind kan terecht bij het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling.83 Deze organisatie krijgt zo’n 1500 meldingen per jaar, maar slechts uitzonderlijk naar aanleiding van een bezorgdheid rond BDSM’ende ou-ders. Als dit wel gebeurt, probeert het Vertrouwenscentrum een inschatting te maken van de ernst en de omvang van het probleem, neemt contact op met alle betrokkenen en klaart de situatie uit. In welke mate uit de voorkeur voor BDSM zich en wat is de impact daarvan op het kind en zijn emotioneel en sociaal welbevinden, en zijn of haar identiteitsbeeld? Ziet het kind bijvoorbeeld een ouder de andere in een kooi opsluiten of gebeurt alles achter gesloten deuren? Het Vertrouwenscentrum stelt respect te hebben voor een atypische seksualiteitsbele-ving, zolang er geen sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegenover de kinderen of mis-bruik, mishandeling en verwaarlozing. Een samenwerking met andere hulpverleningsdiensten

152

als de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg84, Kind en Gezin, Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning, Centra voor Leerlingenbegeleiding en de Centra voor Algemeen Wel-zijnswerk85 wordt als waardevol ervaren. Bij verontrustende informatie die een dringende tussenkomst veronderstelt, kan het de kennisgever motiveren om alsnog klacht in te dienen bij de politie, of de hulpverlener neemt contact op met justitiële instanties en/of het Comité Bij-zondere Jeugdzorg86 (CBJ) zodat verder onderzoek mogelijk wordt. Het CBJ biedt hulp aan ouders en kinderen in problematische opvoedingssituaties. Indien de betrokkenen ermee in-stemmen, kan het CBJ gelijk welke aangepaste hulpverlening organiseren die erop gericht is de draagkracht te versterken van de minderjarige en van het gezin waartoe hij behoort. Dit kan gaan om thuisbegeleiding, semiresidentiële opvang, begeleid zelfstandig wonen, pleeg-zorg enzovoort.

Met de oprichting van de familierechtbanken zullen strafrecht – in hoeverre is BDSM straf-baar? – en burgerrecht – welke invloed heeft BDSM in een echtscheidingsprocedure? – sa-menkomen, maar die zijn vooralsnog niet in voege. Momenteel moeten BDSM-beoefenende ouders in dergelijke situaties dus vooral vertrouwen hebben in de gerechtelijke diensten die zich ontfermen over het jeugdbeschermingsrecht. Men komt pas in de gerechtelijke jeugd-hulpverlening terecht wanneer een minderjarige de wet overtreden heeft, of zich in een pro-blematische opvoedingssituatie bevindt en hulp op vrijwillige basis niet mogelijk is, of er zich een acute crisissituatie voordoet waarbij meteen moet worden ingegrepen, of ouders niet doen wat van hen verwacht wordt. Hierbij is een jeugdrechter betrokken die beslist welke hulpver-lening aangewezen is, en hoe lang die zal duren. De Sociale Dienst voor Gerechtelijke Jeugd-hulp87 (SDJ) staat de jeugdrechter daarin bij, en voert onderzoeken van maatschappelijke aard, formuleert voorstellen naar de jeugdrechter toe en zorgt ervoor dat de opgelegde maat-regelen uitgevoerd kunnen worden. De SDJ krijgt niet vaak te maken met dossiers met BDSM’ers, maar als dit wel gebeurt ligt de nadruk op het effect daarvan op het welzijn van de kinderen. In hoeverre zijn de kinderen slachtoffer van de D/s-verhouding tussen hun ouders? Is er sprake van een verontrustende leefsituatie, bepaald door het jeugdbeschermingsrecht als “een situatie die de ontwikkeling van een minderjarige bedreigt doordat zijn psychische, fy-sieke of seksuele integriteit of die van een of meer leden van zijn gezin wordt aangetast of doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen, waardoor het aanbieden van jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk kan zijn”?

Wanneer het parket een verontrustende leefsituatie voorlegt aan de jeugdrechter voor verder gevolg, zal de jeugdrechter de Sociale Dienst voor Gerechtelijke Jeugdhulp de opdracht geven

84 www.zorg-en-gezondheid.be/Zorgaanbod/Geestelijke-gezondheidszorg/Centra-voor-geestelijke-gezondheidszorg

85 www.caw.be

86 Het Comité Bijzondere Jeugdzorg is een overheidsinstelling binnen het Ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, die een centrale plaats inneemt in het jeugdbeschermingsrecht en de bij-zondere jeugdbijstand. Meer informatie op www.jongerenwelzijn.be.

153

om een maatschappelijk onderzoek op te starten naar de verontrustende leefsituatie van de jongere. BDSM tussen de ouders kan dan één van de aspecten zijn die mee in overweging zullen genomen worden maar wordt an sich niet gesanctioneerd door de jeugdrechter, aange-zien het jeugdbeschermingsrecht gaat over het beschermen van minderjarigen en niet over het sanctioneren van ouders. Er kunnen wel beschermende maatregelen genomen worden naar de jongere toe wanneer BDSM effectief als een bedreiging van de psychische, fysieke of seksue-le integriteit van de minderjarige wordt ingeschat. Die inschatting gebeurt casus per casus door een team van consulenten. Er zijn geen vastomlijnde criteria die bepalen wanneer een minderjarige wél of niet in gevaar is. In die zin heeft ook deze dienst geen specifieke richtlij-nen over het al dan niet beschouwen van BDSM als een bedreiging voor de ontwikkeling en ontplooiing van de minderjarige.88

In document Aan handen en voeten gebonden (pagina 151-154)