• No results found

14 De receptie van Falling Man

14.4 Geen stijl

Uit de reacties spreekt het idee, dat schrijven over elf september niet zonder risico is. De gebeurtenis ligt extreem gevoelig en het kiezen van standpunten kan mensen kwaad maken. Men vreest dan ook dat schrijvers ervoor zouden bezwijken om van elf september een allegorie te maken. Rich: “its [elf septemberroman, E.D.] premise is archetypal almost to a fault.” Leonard leest Falling Man als een allegorie en vindt dat de roman hierom mislukt: “That history and intimacy should collide with and collapse upon each other, like charged particles in the cloud chamber of a cyclotron, has been fundamental to his method and his metaphysics”.

Yardley schrijft dat DeLillo al eerder de neiging had om zijn karakters te reduceren tot personificaties en ziet dit ook gebeuren in Falling Man: “clinical rather than compassionate toward his characters, more interested in what he wants them to stand for than who they are. Here he's obviously trying to invest them with more human qualities, and he gets points for the effort, but he can't pull it off.”

Een tweede punt van kritiek is DeLillo’s stijl. Veel critici zijn van mening dat DeLillo in deze roman een andere schrijfstijl hanteert dan voorheen. Waar er lof was voor de messcherpe observaties en formuleringen in DeLillo’s eerdere werk, krijgt de schrijfstijl die DeLillo in Falling Man hanteert, harde kritiek te verduren. Yardley is duidelijk teleurgesteld: “the clarity and sinew of his prose always had to be

acknowledged and respected… The prose here [in Falling Man, E.D.] often reads as if it were an entry in the annual Bad Hemingway competition, or perhaps a parody of Joan Didion at her most strained and breathy... Precisely what DeLillo means this gibberish to signify is a complete mystery. Near-speechlessness in the face of incomprehensible calamity? Profundity so deep that only monosyllables can express it? Who knows?” Als het DeLillo’s bedoeling is geweest om via karige taal de onuitsprekelijkheid van de ramp uit te drukken, is hij hierin volgens Yardley niet geslaagd.Kakutani is eveneens teleurgesteld: “Although flashes of Mr. DeLillo's extraordinary gifts for language can be found in his depiction of the surreal events Keith witnessed on 9/11 -- passages that remind the reader of the harrowing essay he published in Harper's Magazine in December 2001 -- the remainder of the novel feels tired and brittle.” De scene waarnaar Kakutani verwijst bestaat uit zeven pagina’s. De hele roman telt 246 bladzijden!

Enkele critici vatten het karige taalgebruik op als een manier om op het niveau van de taal de kaalheid die elf september achterliet, te verbeelden. Rich is de enige enthousiaste criticus: “In DeLillo's hands, this is not at all limiting or prosaic. There's a method to the Resnais-like fogginess. The cumulative effect is devastating, as DeLillo in exquisite increments lowers the reader into an inexorable rendezvous with raw terror.” Yardley is het hier niet mee eens: “At his most confident and accomplished, DeLillo can write. But Sept. 11 seems to have paralyzed him stylistically.” Op de inhoud is er ook de nodige kritiek. Er is weinig sympathie voor Keith. Zo schrijft Kakutani: “Keith emerges from such passages as a pathetic, adolescent-minded creature. Yes, of course, he suffered trauma and shock. Yes, of course, his life was irrevocably altered by 9/11, but so, too, were the lives of thousands of other people (almost none of whose voices are heard in this novel) -- people more grievously injured than Keith, people who didn't react by leaving home and work to pursue a mindless round of anodyne games in Vegas”. Hier gebeurt iets opvallends: de geloofwaardigheid van Keiths daden wordt in twijfel getrokken. Het lijkt erop dat Kakutani geërgerd is door DeLillo’s keuze om zijn hoofdpersoon in een casino te laten eindigen! Dit onderstreept de gedachte dat een 9/11-roman het leven moet tonen zoals het is. Het is blijkbaar niet voor te stellen dat een échte 9/11-overlevende zo met zijn leven zou omgaan. Meerdere critici zijn van mening dat de personages in Falling Man ongeloofwaardig zijn. In iedere recensie wordt er afgegeven op Hammad, de zelfmoordterrorist. Ledbetter noemt hem “…the least interesting terrorist we've ever met in a DeLillo novel”. Een terrorist die eenzelfde bewustzijn lijkt te hebben als diens slachtoffers, is blijkbaar weinig interessant.

Men is verdeeld over Falling Man. Rich is de enige criticus die echt enthousiast is, en vindt dat DeLillo geslaagd is de “counternarrative” te schrijven die hij in zijn essay beoogde. “it [de roman, E.D.] brings at least a measure of memory, tenderness and meaning to all that howling space [die de aanslagen achterlieten, E.D].” Ledbetter noemt het ondanks al zijn bezwaren een : “powerfully written and compulsively creative work”. De roman is volgens hem op zijn sterkst wanneer DeLillo beschrijft hoe alles permanent veranderd is.

Hier tegenover staan de critici die net zoals Kakutani vinden dat DeLillo zich er te gemakkelijk van af maakt. Zo zegt Yardley: “DeLillo is merely piggybacking on Sept. 11, counting on those vivid images cemented in our memories to give this novel the force he's unable to instill in it himself…The only emotions in this novel come from outside, from pictures on television, and that's not good enough.” Met andere woorden: de roman

voegt niets toe: “there's nothing to be learned from Falling Man about September 2001 -- or about anything else -- that you don't already know.” Elf september is zo zwaar beladen dat het deze roman kleurt, in plaats van dat de roman iets zou toevoegen aan het denken over 9/11.Ook Ledbetter is het hiermee eens en stelt dat DeLillo de controle over het verhaal heeft verloren. De schrijver leunt volgens hem te zwaar op elf september om de roman te redden.

14.5 Tot slot

Over het algemeen is Falling Man slecht ontvangen door de Amerikaanse kritiek. Er zijn veel meer negatieve dan positieve reacties en er kan gerust worden gesteld dat van alle hier besproken romans, Falling Man de meeste negatieve reacties te verduren krijgt.

De kritiek baseert zich op drie punten. Allereerst is men niet te spreken over de personages, die naast te weinig uitgediept, ook niet overtuigend zijn. Men verwacht dat personages in een 9/11-roman zich anders gedragen dan Keith of Lianne. Ten tweede vindt men de schrijfstijl niet goed. En ten derde zou de roman niets toevoegen aan hetgeen men al weet over de aanslagen op Amerika. Hieruit spreekt de gedachte dat een roman alsnog iets kan toevoegen aan het beeld dat men van 9/11 heeft. Helaas doet

Falling Man dit niet, integendeel. DeLillo wordt zelfs het verwijt gemaakt dat hij de aanslagen gebruikt zodat het dunne verhaal interessanter wordt! De aanslagen kleuren het verhaal in plaats van dat het verhaal de aanslagen kleurt.

De negatieve recensies bevatten een soort voorschrift van hoe een elf septemberroman er wel uit zou moeten zien. Het werk moet, of het nu over 9/11 gaat of niet, een goede roman zijn. Wat de critici daaronder verstaan is niet helemaal duidelijk maar men zou een heldere, soepele schrijfstijl en geloofwaardige personages zeker op prijs stellen. En als de roman over 9/11 gaat, dan wil men de aanslagen in het werk geduid zien en bovendien de Zeitgeist geschetst zien. De impact moet worden getoond.

De meeste critici zijn teleurgesteld. Men had gehoopt dat DeLillo een mooie roman over terrorisme zou schrijven en is onaangenaam verrast door diens koerswijziging. Hij leek zo’n geschikte auteur, met al zijn romans over terrorisme en aanslagen. Hij, de veronderstelde visionair, schrijft een roman over een 9/11-overlevende die liever zijn dagen in een gokhal slijt. Met zijn eerdere romans bleek DeLillo over een vooruitziende blik te bezitten. Het is de vraag wat het dan wil zeggen, dat deze auteur constateert dat de aanslagen zó heftig waren, dat men het op een gegeven moment maar opgeeft om er betekenis aan te verbinden.

Voor de critici is het in ieder geval de zoveelste teleurstellende elf septemberroman. Het laat hen de vraag stellen, waarom er maar geen goede romans over dit onderwerp verschijnen. Het is volgens hen de tijdsafstand. Omdat het nog maar zo kort geleden is, is het overzicht kwijt: er zijn nog teveel stemmen. De rook moet blijkbaar eerst optrekken.

Het mag, na deze kritiek, duidelijk zijn dat er in de ogen der critici tot op het moment dat Falling Man verscheen, nog geen overtuigende 9/11-roman is verschenen. Dit hangt deels samen met de te korte tijdsafstand maar ook met verwachtingen. De schrijvers doen duidelijk iets anders dan waar de kritiek op hoopt. DeLillo heeft bijvoorbeeld geen “echte” personages. Of dit zo is, kan in het midden worden gelaten. Hier blijkt echter dat er verwachtingen zijn met betrekking tot zowel inhoud als vorm van

een 9/11-werk. Of het dan nog een roman betreft, de vraag die bij de overige recepties op kwam, is inderdaad een lastige kwestie. Als een roman volgens Bachtin schokt, iets nieuws onthult over de wereld, dan luidt het antwoord nee. Men wil een beschrijving, geen bewerking.

Een laatste opvallend punt is dat geen enkele criticus meer de wens heeft om de ethische of politieke implicaties in een elf septemberroman te zien weergegeven. In het geval van de receptie van Saturday was er juist grote waardering voor het feit dat McEwan een politieke roman had geschreven met zowel ruimte voor ethiek als politiek. Bij Falling Man mist geen enkele criticus deze twee thema’s.