• No results found

Woestijn van de werkelijkheid Een onderzoek naar de representatie van de aanslagen van elf september 2001 op de Verenigde Staten van Amerika in de Amerikaanse literatuur en literaire kritiek. Door:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Woestijn van de werkelijkheid Een onderzoek naar de representatie van de aanslagen van elf september 2001 op de Verenigde Staten van Amerika in de Amerikaanse literatuur en literaire kritiek. Door:"

Copied!
135
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Woestijn van de werkelijkheid

Een onderzoek naar de representatie van de aanslagen van elf september 2001 op de Verenigde Staten van Amerika in de Amerikaanse literatuur en literaire kritiek.

Door: M.E.Deckwitz

Studentnummer: S1356984

Opleiding: Research Master Taal en Cultuur

(2)

Inhoudsopgave

1 Inleiding

5

2 De chronotoop

8

2.1 Tijd, ruimte en handeling 8

2.2 Chronotoop, genre en context 10

2.3 De chronotoop in de modernistische en postmodernistische roman 11

3 Het bewerken van de werkelijkheid

15

3.1 Chronotoop, tekst en context 15

3.2 De chronotoop van de maakbaarheid 18

4 Elf september in het publieke debat

21

4.1 Een representatiestrijd 21

4.2 Kunst, commercie en tijdsafstand 22

4.3 De eerste romans over elf september 24

4.4 Genres 25

5

In the Shadow of No Towers

– Art Spiegelman

26

5.1 De chronotoop van de Holocaust en Maus 26

5.2 Het werk in vogelvlucht 27

5.3 De gloeiende toren 28

5.4 De tijd die stilstaat en toch doorgaat 28

5.5 De tweede toren 31

5.6 Slot: Laat de leegte met rust 35

6 De receptie van In the Shadow of no Towers

37

6.1 Voorland 37

6.2 Een echte chaos 37

6.3 Politieke aspecten 38

6.4 Te weinig tijd 40

6.5 De persoonlijke ervaring 40

6.6 Tot slot 41

7 Extremely Loud and Incredibly Close – Jonathan Safran Foer

42

(3)

7.2 Montage 42

7.3 De chronotoop van de zoektocht 44

7.4 Tijd en ruimte van het schrijven 47

7.5 Terug in de tijd 53

7.6 Everything is Illuminated 56

7.7 Slot: kijk niet om 56

8 De receptie van ELIC

58

8.1 The enfant adorable 59

8.2 Holden Caulfield met ADHD 59

8.3 Ongeloofwaardig surrealisme 60

8.4 ELIC als elf septemberroman 60

8.5 Positieve geluiden 62

8.6 Tot slot 63

9 Saturday - Ian McEwan

65

9.1 De roman in vogelvlucht 65

9.2 Het genotype van de ziel 66

9.3 De wereld is onveranderd 68

9.4 Een zeker lot 69

9.5 Het keerpunt 71

9.6 Onvermogen 72

9.7 Vorm 74

9.8 Slot: Leegte op het laatst 76

10

De receptie van Saturday

77

10.1 Een geschikte auteur 77

10.2 Waar is het bloed gebleven? 78

10.3 Saturday als allegorie 79

10.4 Wat kan literatuur nog toevoegen? 80

10.5 Die ene scène 81

10.6 Tot slot 82

11 The Good Life – Jay McInerney

84

11.1 De roman in vogelvlucht 84

11.2 Sociale status 85

11.3 “That Autumn” 87

11.4 Een wereld van oorlog 90

11.5 Alles komt terug 94

11.6 Traditie 94

11.7 Gatsby 96

(4)

12 De receptie van The Good Life

101

12.1 “The truth is stronger than fiction” 101

12.2 Natuurgetrouw 102

12.3 Romantiek en satire 103

12.4 Tot slot 105

13 Falling Man – Don DeLillo

107

13.1 De roman in vogelvlucht 107

13.2 Vallende mensen 108

13.3 Een omslag 112

13.4 Reactie op een ramp 113

13.5 Vorm 115

13.6 Slot: Weer twee chronotopen 115

14 De receptie van Falling Man

117

14.1 “In the ruins of the future” 117

14.2 Voorspeller van terrorisme 118

14.3 Eisen aan de elf septemberroman 119

14.4 Geen stijl 120

14.5 Tot slot 122

15 Eindconclusie romananalyses

124

15.1 Chronotopen in de romans 124

15.2 De chronotoop van het teruggrijpen op het verleden na een ramp 125

16

Eindconclusie receptie-analyses

128

16.1 Eisen aan de elf septemberroman 128

17 Tot slot

130

18 Dankwoord

131

(5)

1

Inleiding

Op elf september 2001 worden de Verenigde Staten voor het eerst sinds Pearl Harbour op eigen grondgebied aangevallen. Vier gekaapte passagiersvliegtuigen worden gebruikt om het Pentagon en de Twin Towers van het World Trade Center aan te vallen. Een vierde vliegtuig, bestemd om het Witte Huis in Washington te rammen, stort in Shanksville neer. De rest is inmiddels geschiedenis. Beelden van de aanslagen gingen de hele wereld over. Dat Amerika op eigen grondgebied zou worden aangevallen achtten velen ondenkbaar, laat staan op deze wijze.

Het ondenkbare kan ons denken desalniettemin veranderen. De Russische literatuurwetenschapper Michail Bachtin schrijft in het essay Form of Time and

Chronotope in the Novel dat “our present has been moving into an inconclusive future and in this inconclusive context all the semantic stability of the object is lost; its sense and significance are renewed and grow as the context continues to unfold. This leads to radical changes in the structuring of the artistic image”.1 Volgens Bachtin kan een heftige gebeurtenis zorgen voor veranderingen in de kunst en in het bijzonder de roman: “ This [de gebeurtenis, E.D.] creates the radically new zone for structuring images in the novel.”2 Er bestaat dus de kans dat de aanslagen van elf september gevolgen zullen hebben voor de romankunst.

Binnen afzienbare tijd verschijnen er tientallen romans over elf september. Van deze groep romans worden er door de Amerikaanse literaire kritiek vijf onder de noemer “elf septemberroman” geschaard. Het gaat om vijf werken die op het eerste oog weinig meer met elkaar gemeen lijken te hebben dan het feit dat ze over de aanslagen claimen te gaan. Zo is er een roman over een klein jongetje dat op speurtocht door New York gaat zoals in Jonathan Safran Foers Extremely Loud and Incredibly Close (2005) [voortaan afgekort tot ELIC, E.D.]. We hebben Jay McInerneys The Good Life (2006), een vertelling die zich hoofdzakelijk concentreert op de vraag hoe de New Yorkse beau

monde op de aanslagen reageert. Er is de tragische roman Falling Man (2007) van Don DeLillo waarin een overlevende van de aanslagen eindigt als gokverslaafde in Las Vegas. Ook Saturday (2005) van de Britse auteur Ian McEwan wordt door de critici aangemerkt als elf septemberroman. Tenslotte wordt de grafische novelle In the Shadow of No

Towers (2003) van Art Spiegelman eveneens als elf septemberwerk beschouwd.

Vijf werken, die na een eerste lezing behoorlijk van elkaar lijken te verschillen wat betreft inhoud en stijl. Toch worden deze door de Amerikaanse literaire kritiek steevast als elf septemberwerk betiteld. Het is onduidelijk waarom. Het kan zijn dat naamsbekendheid of succes een rol speelt: alle vijf auteurs zijn beroemd en hebben voor hun eerdere werk prijzen in ontvangst mogen nemen. Maar dit verklaart niet waarom het breed besproken Specimen Days (2005) van Pullitzer-prijswinnaar Michael Cunningham niet als elf septemberwerk wordt betiteld. Deze wisselend ontvangen roman speelt zich af tegen de achtergond van de aanslagen en toch merkt geen criticus dit aan als elf septemberroman. Roem is dus geen reden. Ook vervalt hiermee de verklaring, dat alleen romans over 9/11 van blanke, mannelijke auteurs, tot elf septemberliteratuur worden gerekend.

1 Michail Bachtin,. The Dialogic Imagination. Four essays by M.M. Bachtin, Austin: University of Texas

Press, 1982, pag. 30-31

(6)

Een positieve ontvangst blijkt bovendien geen voorwaarde om als elf septemberwerk te worden betiteld. Neem de roman The Writing on the Wall (2005) van gevestigde auteur Lynne Sharon Schwartz die lovend wordt ontvangen. Het verhaal gaat voor een groot deel over de aanslagen en wat zij betekenen voor Amerika en wordt toch niet beschouwd als elf septemberroman.

De zogenaamde elf septemberromans, In the Shadow, ELIC, Saturday, The Good

Life en Falling Man, worden helemaal niet zo goed ontvangen door de Amerikaanse literaire kritiek. In de receptie van deze romans voegen de critici regelmatig tips aan hun besprekingen toe, hoe een “goed” elf septemberwerk er dan wel uit zou moeten zien. Ondanks de vele kritieken lijkt er een consensus te zijn over hoe zo’n werk eruit moet zien.

Er is dus sprake van een aantal werken dat volgens de kritiek elf septemberwerken zijn en die vermoedelijk méér met elkaar gemeen hebben dan alleen het feit dat deze werken over 9/11 claimen te gaan. En tegelijkertijd voldoen deze werken niet aan de eisen die de kritiek aan elf septemberwerken stelt. Er is met andere woorden een spanningsveld tussen wat voor soort literatuur over 9/11 er verschijnt en wat de wensen van de Amerikaanse literaire kritiek is met betrekking tot dit soort literatuur.

In dit onderzoek zal een antwoord worden gezocht op de vraag óf, en zo ja, wélk verband er is tussen de manier waarop 9/11 in de werken In the Shadow of no Towers,

ELIC, Saturday, The Good Life en Fallin Man literair wordt verbeeld en in de receptie van deze romans. In dit onderzoek zullen tekstanalyses tegenover receptie-onderzoeken worden geplaatst om dit spanningsveld te onderzoeken. Hiervoor dienen er twee vragen te worden beantwoord.

Allereerst zal er worden gekeken naar bovengenoemde vijf romans. Is er sprake van een onderling verband? Hiervoor zal er gebruik worden gemaakt van een begrip dat Bachtin ontwikkelde. In het essay Forms of Time and Chronotope in the Novel (1937-1938) demonstreert hij het idee van de chronotoop, dat wordt bepaald door de intrinsieke verbondenheid van temporele en spatiale relaties die op artistieke wijze vorm krijgen in literatuur. 3 Tijd wordt hierbij in ruimte omgezet en “…emerges as a center for concretizing representation, as a force giving body to the entire novel. All the novels abstract elements, philosophical and social generalizations, ideas, analyses of cause and effect, gravitate toward the chronotope and through it take flesh and blood, permitting the imaging power of art do its work”.4 Er wordt gekeken naar de samenballing van tijd, ruimte en handeling in de roman, hetgeen volgens Bachtin de kern vormt van romangenres. De verwachting bestaat dat, juist door het feit dat Amerika op eigen terrein werd aangevallen, dit een gevoel van angst voor ruimte met zich meebrengt die haar weerslag zal hebben op de literaire verbeelding van de aanslagen.

De romans kunnen gemeenschappelijke kenmerken bezitten op grond van tijd, ruimte en handeling. Volgens Bachtin kan de chronotoop gebruikt worden in een onderzoek naar de dieptestructuur van romans en zo ook antwoord geven op de vraag, of verschillende romans tot hetzelfde romangenre behoren. Bovendien kan de chronotoop ook worden ingezet om antwoord te geven op de vraag, of er nog langer sprake is van een roman en niet bijvoorbeeld van een pamflet of een filosofische verhandeling. Het zou

3 Bachtin, pag. 84: “ [the chronotope is]...the intrinsic connectedness of temporal and spatial relationships

that are artistically expressed in literature.”

(7)

namelijk kunnen dat de hier besproken romans, eigenlijk helemaal geen romans zijn maar eerder pamfletten of essays. Dit zou kunnen verklaren waarom de kritiek in haar bespreking zo vaak schrijftips toevoegt. De werken kunnen wat betreft representatie van tijd, ruimte en handeling op elkaar lijken, maar toch geen roman zijn.

Het andere deel van dit onderzoek betreft geen tekstanalytisch, maar een receptie-onderzoek. Er zal geen gebruik worden gemaakt van de chronotoop maar er zal middels analyse van recensies worden gekeken naar de reactie van de Amerikaanse literaire kritiek op de bovengenoemde romans. De chronotoop is eerder vruchtbaar in de analyse van teksten die minder abstract zijn dan een recensie. Uiteindelijk zullen niet de chronotopen met de receptie worden vergeleken maar zullen de uit de romananalyses voortgekomen resultaten naast de resultaten van de receptie-analyses worden gelegd. Het receptie-corpus zal bestaan uit alle recensies die er in Amerika zijn geschreven over de hier behandelde werken, plus interviews en essays met de schrijvers in kwestie. Er zal antwoord worden gegeven op de vraag, hoe de Amerikaanse literaire kritiek het zogenaamde “elf septembergenre” ingevuld wil zien.

Volgens Bachtin staat geen enkel literair werk op zichzelf maar komt zij voort uit zowel literaire als historische context. In dit onderzoek zal dan ook aandacht worden besteed aan de ontstaansgeschiedenis van de hier besproken romans en de recensies die naar aanleiding van deze werden geschreven. Er zal worden gekeken naar de relatief korte geschiedenis van het “9/11-genre.” Welke werken verschenen eerder? Hoe reageerde de receptie daarop? Ook zullen essays van vooraanstaande filosofen als Zizek, Baudrillard en Virilio onder de loep worden genomen, omdat zij zich verdiepten in de vraag, in hoeverre de aanslagen gevolgen zullen hebben voor de ervaring van tijd, ruimte en handeling in Amerika.

(8)

2

De chronotoop

2.1 Tijd, ruimte, handeling

De invloedrijke Russische filosoof, recensent, semioticus en academicus Michail Bachtin (1895-1975) schreef omstreeks 1938 het essay “Forms of Time and Chronotope in the Novel” waarin hij het idee van de chronotoop demonstreert.5 De chronotoop wordt bepaald door de intrinsieke verbondenheid van temporele en spatiale relaties die op artistieke wijze vorm krijgen in literatuur. Tijd wordt hierbij in ruimte omgezet en “…emerges as a centre for concretizing representation, as a force giving body to the entire novel.”6 Aan een bepaalde ruimtebeleving is volgens Bachtin altijd een bepaalde tijdsbeleving gekoppeld, die een bepaald soort handeling toelaat.

Aan de hand van “Forms and Time” vallen er vijf verschillende vormen van tijd te onderscheiden. Allereerst is er sprake van timing, waarbij het erom draait tijd en ruimte op zo’n manier met elkaar te laten samenvallen dat er een bepaalde gebeurtenis mogelijk is. De volgorde waarin gebeurtenissen worden aangeboden, is een tweede definitie van tijd die voortaan zal worden aangeduid als tijdsvolgorde. Ten derde is er sprake van historische tijd, waarbij gebeurtenissen uit het verleden centraal staan. De vierde vorm van tijd is conceptuele tijd. Tenslotte is er in het essay sprake van tijdseffect: de sporen die de tijd nalaat op de ruimte en de personages.

Bachtin vat “ruimte” op in de breedste zin des woords: landschappen, steden, huizen, interieurs en zelfs het menselijk lichaam vallen eronder. Hij maakt onderscheid tussen specifieke en non-specifieke ruimtes. Sommige verhalen zouden zich evengoed in Babylon als in Den Bosch kunnen afspelen: de ruimte wordt niet nader gespecificeerd en is van geen belang voor het verhaal. Het is een plek waarmee er niet wordt geïnteracteerd.7 Andere verhalen zijn echter verbonden aan een vaste, al dan niet bestaande ruimte zoals bijvoorbeeld Troje of de Olympus. De mythe van Orfeus en Eurydice zou zich nooit kunnen afspelen in de hemelse Elysische Velden. Naast het onderscheid tussen specifiek en non-specifiek kan de ruimte ook nog in min of meerdere mate symbolisch zijn. In haar proefschrift In the First Person and in the House doet de Zweedse literatuurwetenschapster Maria Holmgren Troy verslag van haar onderzoek naar de chronotoop van het huis in vier Amerikaanse romans geschreven door vrouwelijke auteurs. Hieruit blijkt dat de zogenaamde chronotoop van het huis de ruimte emblematisch is voor de sociale verhoudingen van de bewoners van het huis in kwestie. O.a. gender en ideologie krijgen via de ruimte gestalte.8 Ruimte hoef je volgens Bachtin overigens niet altijd letterlijk te nemen. Hij schrijft dat er met name in de surrealistische roman sprake is van symbolische ruimte waarbij het onderbewustzijn verbeeld wordt via de ruimte. 9

De romanhandelingen hangen volgens Bachtin samen met de wijze waarop tijd en ruimte worden gerepresenteerd. Als voorbeeld noemt hij de chronotoop van de weg. In de

5 Michael Holquist, Bakhtin and his world, Routlegde, New York, 1990, pag. 9-13 6 Bachtin, pag. 250

7 Ibidem, 143

8 Maria Holmgren Troy, In the First Person and in the House: the house chronotope in four works by

American women writers, Uppsala University Library, Uppsala, 1999, pag. 202-203

(9)

Griekse mythe van Oidipous speelt de driesprong een belangrijke rol. Niet alleen moet, om Oidipous’ noodlot in vervulling te laten gaan, diens vader op hetzelfde moment (timing) als zijn zoon op de juiste plaats (de driesprong) zijn, ook moet Oidipous hierbij zijn vader vermoorden (handeling). En voor een bepaalde vorm van handeling heb je een bepaald soort personage nodig die deze handeling kan volbrengen. Hoewel volgens Bachtin de chronotoop doorgaans wordt gedomineerd door tijd, zijn er in ieder werk kleinere chronotopen te vinden die worden gedomineerd door handeling.

Bachtin geeft in zijn essay verscheidene voorbeelden van de chronotoop waaronder die van de Griekse avonturenroman. Tijd domineert in dit romangenre en wordt bepaald door het lot: alle gebeurtenissen vinden op het juiste moment plaats, de helden ontkomen op het nippertje aan gevaar en ontmoeten op het juiste moment de juiste mensen. Om deze “toevalligheden” geloofwaardig te houden, spelen de gebeurtenissen in de Griekse avonturenroman zich af in een groot, gevarieerd gebied waar de ruimte zowel avontuur als bijzondere ontmoetingen mogelijk maakt. Het decor waartegen deze gebeurtenissen zich afspelen is dan ook geen plek die echt bestaat: de ruimte is willekeurig. Dit geldt ook voor de tijd waarin deze romans zich afspelen: er is geen sprake van een tijdperk, noch treden er historische figuren in op. Het gaat om avontuur, niet of het historisch verantwoord is. De chronotoop bepaalt het narratief en wordt tegelijkertijd mogelijk gemaakt door het narratief.

De handelingen in dit type roman hangen nauw samen met bovengenoemde representatie van tijd en ruimte. Ze maken de zogenaamde “adventure-noveltime” mogelijk”, hetgeen Bachtin de ruggengraat van de chronotoop in de Griekse avonturenroman noemt. Deze “adventure-noveltime” hangt samen met een aantal handelingen dat in dit soort romans steevast voorkomt. De Griekse avonturenroman begint met de ontmoeting van twee geliefden, handelt vervolgens over de moeilijkheden die zij moeten overwinnen om bij elkaar te kunnen zijn en eindigt met hun gelukkige vereniging. Zoals tijd en ruimte hier willekeurig zijn, heeft ook de handeling geen invloed op de personages. Na alle ontberingen zijn ze nog steeds dezelfde verliefde mensen van het begin van het verhaal. De handeling wordt door een bepaalde vorm van tijd en ruimte mogelijk en geloofwaardig gemaakt.

Bachtin vat het narratief op als een reeks handelingen die voortkomt uit een of meerdere specifieke combinaties van tijd en ruimte : één roman kan dus ui meerdere chronotopen bestaan.10 Hoewel de Griekse avonturenroman wordt bepaald door bovengenoemde combinatie van tijd, ruimte en handeling, zijn er in het werk zelf kleinere chronotopen waar te nemen. Zo is er de zogenaamde chronotoop van de weg. De weg is een plek waar gebeurtenissen kunnen plaatsvinden die niet zo snel in een stad zouden voorkomen. De personages kunnen hier, buiten de veilige stadsmuren, opeens monsters of vijanden tegenkomen. Ook is hier mogelijkheid tot de ontmoeting van vreemdelingen, die een belangrijke rol kunnen spelen in het op tijd te hulp schieten of juist een bedreiging kunnen vormen. De chronotoop van de weg draait zowel om de ruimtelijke weg als om de ontmoeting. Bachtin stelt dat deze chronotoop niet alleen voorkomt in de Griekse avonturenroman, maar ook in andere soorten verhalen, zoals bijvoorbeeld de Griekse tragedie. De noodlottige ontmoeting tussen Oidipous en zijn vader, vindt plaats op een zanderige landweg even buiten Thebe. Een roman kan dus uit meerdere chronotopen bestaan en een chronotoop kan in meerdere romans voorkomen.

(10)

De invulling van de chronotoop verschilt echter per genre. Bij de Griekse avonturenroman zijn tijd en ruimte vrij willekeurig, in die zin dat ze noch historische noch geografische grond hoeven te hebben. Dit in tegenstelling tot andere genres, zoals de gothic novel. In dit romangenre domineert tijd, in het bijzonder historische tijd, hetgeen zijn weerslag heeft op de representatie van handeling en ruimte als op kleinere chronotopen. Ook op een bewust niveau kan er met tijd en ruimte worden gespeeld. Soms kan er in een roman worden afgerekend met een bepaalde vorm van tijd, ruimte en handeling. De dominante chronotoop in de roman Jane Eyre is die van de gothic novel. Met name in de uitbeelding van Thornfield Hall, het oude kasteel waarin meneer Rochester Jane ontvangt, staan de tijd, ruimte en haandeling van de gothic novel centraal. Wanneer dit gebouw afbrandt, komt er niet alleen een einde aan een bepaalde ruimte, maar ook aan een bepaalde tijdsbeleving. Meneer Rochester richt zijn blik niet meer op het verleden, op zijn ongelukkige huwelijk met Bertha (die, geluk bij ongeluk, in de brand is omgekomen) waardoor zijn handelen verandert: hij geeft volop ruimte aan zijn gevoelens voor Jane en wordt een makkelijker persoon in de omgang. Bovendien verandert de verstandhouding tussen Jane en Rochester. De zogenaamde gothic chronotoop, waarbij tijd, ruimte en handeling gevestigd zijn op het in stand houden van het verleden, wordt in het geval van Jane Eyre overwonnen.

Hoewel Bachtin zegt dat de literaire chronotoop doorgaans door tijd wordt gedomineerd, mag er niet uit het oog worden verloren dat zij driedimensionaal is: tijd, handeling en ruimte overlappen en vullen elkaar aan. Zo schrijft Bachtin: “all the novels abstract elements, philosophical and social generalizations, ideas, analyses of cause and effect, gravitate toward the chronotope and through it take flesh and blood, permitting the imaging power of art do its work”.

2.2 Chronotoop, genre en context

Bachtin stelt dat chronotoop bepalend is voor genre. Zo schrijft hij: “it can even be said that it is precisely the chronotope that defines genre and generic distinction for in literature the primary category in the chronotope is time”11 Het is na het lezen van “Forms of Time and Chronotope” echter onduidelijk wat de precieze verhouding is tussen genre en chronotoop. evenals hoe je met behulp van de chronotoop binnen de literatuur verschillende literaire genres kan onderscheiden. Hiervoor moet er naar andere essays worden uitgeweken.

Bachtin gebruikt het begrip ‘genre’ op twee manieren. Allereerst is het een term om de roman van andere tekstsoorten te onderscheiden zoals epiek en poëzie, en ten tweede om binnen de roman zelf stromingen te onderscheiden. Binnen de literatuur zijn er echter ook genres die volgens Bachtin “compleet” zijn en daarom niet meer van vorm zullen veranderen. Hij zegt hierover: “we know other genres in their completed aspect, as more or less pre-existing forms into which one may then pour artistic experience”. Al deze genres hebben een zogenaamde dieptestructuur gemeen, zoals bijvoorbeeld de Griekse avonturenroman.12

Het verschil tussen dit soort werken en hetgeen Bachtin “moderne literatuur”, dat wil zeggen literatuur vanaf het Modernisme, noemt is dat de laatste soort nooit compleet

11 Bachtin, pag. 85

(11)

zal zijn. De moderne roman is, bijvoorbeeld in tegenstelling tot de epiek, sterk op de toekomst gericht en put uit de culturele veranderingen om haar heen. Persoonlijke ervaring staat centraal. 13 Elke nieuwe betekenis kan in de roman terecht komen, waardoor er continu nieuwe relaties tussen betekenaar en betekende. Bachtin zegt dat het bij de chronotoop draait om de assimilatie van “…real [cursv. E.D.] historical time and space in literature”.14 Dit “real” is ietwat problematisch. Bachtin betoogt in zijn artikel meerdere malen dat er een sterke connectie bestaat tussen het literaire werk en de context waarin zij ontstond en dat de laatste altijd van invloed zal zijn op de manier waarop tijd en ruimte worden gerepresenteerd. Bachtin schrijft dat het verband tussen de artistieke eenheid van het literaire werk en de ‘werkelijkheid’ wordt gevormd door de chronotoop. Het belangrijkste hierbij is de vermenging van sociohistorische met persoonlijke geschiedenis.

Nieuwe romangenres ontstaan stapsgewijs, uit oudere romangenres. Bachtin zegt dat nieuwe literatuur chronotopen met oudere genres kan delen, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. 15

De chronotoop kan dus op twee niveaus iets zeggen over genre: allereerst onderscheidt het de roman van andere literaire stromingen als de epiek en de poëzie en ten tweede kan het binnen het genre van de roman verschillende stromingen onderscheiden.

De chronotoop kan vervolgens op drie niveaus worden begrepen die elkaar aanvullen. Op het kleinste niveau is er de chronotoop in het werk zelf die bij een personage hoort of bij een enkele scène, zoals de chronotoop van de weg. Op een tweede niveau is er de chronotoop die bepalend is voor het genre van de roman, zoals bijvoorbeeld boven de gothic chronotoop bij Jane Eyre. En tenslotte is er de chronotoop die de roman als genre zelf bepaalt, tegenover bijvoorbeeld poëzie of epiek.

2.3 De chronotoop in de modernistische en postmodernistische roman

Bachtin schreef “Forms of time and chronotope” in de jaren dertig en zegt meerdere malen dat de representatie van tijd, ruimte en handeling wordt beïnvloed door de cultuur.16 Dit werpt de vraag op hoe de chronotopische structuur van romans die ontstonden na “Forms and Time”, eruit ziet.

Toen het essay werd gepubliceerd, waren er al honderden modernistische en postmodernistische romans verschenen. Helaas zegt Bachtin niets over de chronotopen in deze werken. Gelukkig zijn er sindsdien enkele onderzoeken verricht naar de chronotoop in dit soort romans, waarbij ik er hier drie kort uiteen zal zetten. Dit is in zoverre van belang dat we kunnen kijken of de romans die zijn geschreven naar aanleiding van de aanslagen op Amerika van elf september 2001 hun eigen genre vormen en niet simpelweg een voortzetting zijn van het modernisme of postmodernisme.

In The Postmodern Chronotope doet de Britse literatuurwetenschapper Peter Smethurst onderzoek naar de chronotoop in modernistische en postmodernistische werken. Smethurst stelt op grond van zijn onderzoek dat bij de modernistische

(12)

chronotoop tijd het zwaartepunt vormt, in het bijzonder de historische tijd en tijd als concept. Er is in deze romans veel aandacht voor de voorgaande generaties en de invloed van geschiedenis op de condition humane. Ook speelt het determinisme een belangrijke rol: men wil vanuit dit wetenschappelijk kader de historische ontwikkelingen verklaren. 17

Er is in modernistische werken vaak sprake van twee soorten tijd die tegenover elkaar worden gezet: enerzijds de persoonlijke tijdsbeleving versus de tijd van het collectief. 18 19 Zo wijst de Franse literatuurwetenschapper Paul Ricoeur op het bestaan van twee tijden in modernistische romans als Virginia Woolfs Mrs. Dalloway. Hij onderscheidt hier de “mortal time”, de tijd die bij het individu hoort, tegenover de zogeheten “monumental time” van het collectief. Het verzet dat Septimus ervaart tijdens het luiden van de Big Ben is een voorbeeld van een botsing tussen deze twee tijden.20 Hiermee is meteen een belangrijk deel van de modernistische handeling aangestipt. Veel personages verzetten zich tegen de invulling die het collectief aan tijd en handeling geeft. Deze botst vaak met de eigen ervaring van deze begrippen.

De ruimte speelt in de modernistische roman een ondergeschikte rol en wordt vooral beschouwd als een barricade. 21 Zo schrijft Smethurst: “In modernist culture, it seems that social space was sidelined by more pressing problems of time, and place was regarded as an historical and possibly regressive construct, and therefore a hindrance to progress.”22 De handeling draait deels om het ondergaan van en omgang met de sociale sfeer, en dan met name de repressieve kant hiervan.

Het grote verschil tussen de representatie van tijd en ruimte bij het modernisme en het postmodernisme is dat er bij de laatste een verschuiving heeft plaatsgevonden van de nadruk op tijd naar een nadruk op ruimte.23 Zij is niet meer ondergeschikt aan de tijd.24 Er valt in dit licht te spreken van de zogenaamde spatial turn: een verandering van de relatie tussen tijd en ruimte waarbij de nadruk op de laatste kwam te liggen.25 De ruimte krijgt opeens een hoofdrol toebedeeld.26

Smethurst haalt in zijn bespreking van de postmodernistische chronotoop het begrip placelessness aan van de Canadese geograaf Edward Relph, erover schrijft in zijn boek Place and Placelessness (1976). 27 Placelessness is een “…inauthentic mode of existence in which both individuals and places fail to recognise the realities and responsibilities of existence, and do not experience the world and its places for what they are. Such an inauthentic existence is the very root and essence of placelessness, and the superficial expressions that constitute placeless geographies can only be properly understood in terms of such profound inauthenticity.”28 De ruimte is een product geworden, geschapen naar de smaak van de grote massa. Dit leidt tot “…a weakening of

17 Bachtin, pag. 84 18 Ibidem, 32

19 Simone Bassie en Ellen Deckwitz, Tussen Twee Tijden, 2007 20 Ricoeur, TNII, pag. 130

21 Smethurst, pag. 2 22 Ibidem, 37 23 Ibidem, 40 24 Ibidem, 15 25 Ibidem, 35 26 Ibidem, 36 27 Ibidem, 20

(13)

the identity of places to the point where they not only look alike but feel alike and offer the same bland possibilities for experience.”29 Placelessness is eerder een houding van de mens ten opzichte van zijn omgeving dan een eigenschap van de omgeving: “…it [placelessness, E.D.] appears to be a popular and kitschy expression of belief in the objective mastery of nature and of change: monsters and history and wild animals are brought safely under control.”30

Smethurst schrijft dat placelessness mede is ontstaan dankzij de opkomst van het digitale tijdperk waarin de ruimte is planmatig opgesteld. De gerepresenteerde ruimtes zijn symbolische en mentale kaarten waardoor we de fysieke ruimte waarnemen, oftewel: onze ervaring van de ruimte is vooraf bepaald door onze ervaring met virtual reality.31 De technische veranderingen van de afgelopen decennia veranderden de beleving van tijd en ruimte.32 De ruimte is los van het individu komen te staan. Het verschil tussen externe en geïnternaliseerde ruimte wordt hier geproblematiseerd.33

Ruimte remt in de postmodernistische de tijd en staat regelmatig voor de afstand tussen ons en het verleden. De ruimtes waarbinnen dit verleden zich afspeelde, zijn niet meer te benaderen.34 Doordat de ruimte wordt geproblematiseerd, valt er weinig over zowel verleden als toekomst te zeggen. De mens heeft geen grip op de tijd. Waar men er in de negentiende-eeuwse deterministische roman nog van overtuigd was dat de toekomst zich volgens een vast patroon zou ontvouwen, is er in de Postmodernistische roman onzekerheid.35 Deze onzekerheid komt ook naar voren op het niveau van handeling. Deze literatuur is bevolkt door personages die niet in staat zijn tot handelen, en sterker nog: die het nut van handelen niet inzien.36

Smethurst deed onderzoek naar de postmodernistische chronotoop in literatuur uit de periode 1970-1985.37 Het is de vraag welke chronotopen er in de literatuur in de periode 1985-heden voorkomen. Hiernaar is nog geen onderzoek gedaan waardoor het op het eerste oog lastig lijkt om iets te kunnen zeggen over de manier waarop tijd, ruimte en handeling worden gerepresenteerd in romans uit de periode voorafgaand aan elf september. De kans bestaat dat elf september geen invloed heeft gehad op de weergave van tijd, ruimte en handeling en dat de romans die over elf september gaan niet verschillen qua representatie van tijd, ruimte en handeling van romans die ontstonden in de twee, drie jaar vóór de aanslagen.

(14)

handeling in zijn romans volgens Smethurst typisch Postmodernistisch zijn, ligt er bij McEwan iets meer de nadruk op tijd dan op ruimte.

(15)

3

Het bewerken van de werkelijkheid

3.1 Chronotoop, tekst en context

Volgens Bachtin moet een roman altijd vanuit haar context worden begrepen. Zo schrijft hij in Forms of Time and Chronotope:

“The realm of literature and more broadly of culture (from which literature cannot be separated) constitues the indespensable context of a literary work […] outside of which it is impossible to understand either the work or the authors intentions reflected in it.”38 Met context wordt hier gedoeld op andere literaire werken en de cultuur waarin de roman is ontstaan. De roman staat met de context in een wederzijdse invloedsverhouding. Bachtin toont via een analyse van de verhalen over Gargantua en Pantagruel hoe Rabelais zich afzette tegen de toentertijd heersende, Middeleeuwse opvattingen over tijd en ruimte.39 Vervolgens schrijft hij:

“However the real and the represented world resist fusion…they are nevertheless indissolubly tied up with each other and find themselves in continual mutual interaction; uninterrupted exchange of matter goes on between them, similar to the uninterrupted exchange of matter between living organisms and the environment that surrounds them [...] the work and the world represented in it enters the real world [cursv. E.D.] and enrich it, and the real world enters the work and its world as part of the process of its creation, as well as part of its subsequent life, in a continial renewing of the work through the creative perceptive of listeners and readers.”40

Dit betekent dat de chronotoop in literaire werken, ook kan voorkomen in de cultuur waarin het literaire werk ontstond. Bachtin neemt de chronotoop van de weg als voorbeeld. Deze is niet alleen aanwezig in romans maar ook in bepaalde filosofische werken als die van Buber, Schelling en Scheler.41 In Forms of Time and Chronotope benadrukt Bachtin meerdere keren dat religie en filosofie, maar ook sociologische en politieke veranderingen een belangrijke rol spelen in de wijze waarop tijd, ruimte en handeling worden uitgebeeld. Hij geeft als voorbeeld hoe Griekse filosofie en klassieke mysteriespelen werden opgenomen in de literatuur. 42 Niet voor niets schrijft Bachtin: “Social and political events gain meaning in the novel only thanks to their connection with private life.”43 Het wereldse vermengt zich in de roman met het persoonlijke.

(16)

ruimte en handeling in Amerika. Het is opvallend dat juist Europese filosofen zo van zich hebben laten horen met betrekking tot de aanslagen. Amerikaanse filosofen reageerden nauwelijks, hetgeen deels verband houdt met de hoge mate van censuur met betrekking tot kritische denkers die opkwam na de aanslagen, waar in het volgende hoofdstuk uitgebreid op zal worden ingegaan.

Volgens Zizek, Baudrillard en Virilio zijn de aanslagen in hoge mate onwerkelijk. Doordat ze zo onverwacht en op zo’n onverwachte manier plaatsvonden, is het volgens hen moeilijk te geloven dat het allemaal echt is gebeurd. Volgens hen draagt de wijze waarop de aanslagen in de Amerikaanse media zijn gerepresenteerd, hier sterk aan bij. Zizek verwondert zich in Welcome to the desert of the Real erover dat er in de verslaggeving van de aanslagen geen lijken te zien zijn geweest van de slachtoffers, in tegenstelling tot reportages of nieuws over oorlogen elders in de wereld. Van de oorlog in Oeganda zijn er op de Amerikaanse televisie duizenden doden te zien geweest. Dit wekt de suggestie dat écht geweld alleen in ontwikkelingsgebieden plaatsvindt en niet in het Westen. Dit gegeven maakt de aanslagen voor een belangrijk deel onwerkelijk: we weten dat er bloed heeft gevloeid, alleen hebben we het niet gezien waardoor het minder echt lijkt.44

Niet alleen bleven bij de aanslagen de doden uit beeld maar ook in de berichtgeving van de oorlogen die op 9/11 volgden. Virilio noemt in zijn essay Ground

Zero de strijd in Afghanistan en Irak “…a war with zero deaths for professionals who no longer die in the field of honour, but perish discreetly.”45 Alleen door het Westen worden deze “virtuele” oorlogen gevochten. “On the ground, terroristic, marginal bands dispersed…charged with doing the dirty work in a ‘war’ which regressed towards the horror of tribal massacres, pillage, hostage-taking, racketeering and terroristic trafficking of all kinds.”46 Daarom waren de aanslagen van elf september volgens Baudrillard in The

Spirit of terrorism and a requiem for the Twin Towers ook zo’n schok. Waar Amerika’s oorlogtactiek eruit bestaat om zoveel mogelijk slachtoffers aan eigen zijde te voorkomen, waren de kapers bereid hun leven op te offeren.47

Deze virtuele oorlogen houden verband met placelessness. Dit komt voort uit een afkeer van de werkelijkheid zoals zij is, of, beter gezegd: een afkeer van het feit dat de mens zo weinig invloed op de wereld om haar heen kan uitoefenen. Dit thema komt terug in de essays van Zizek, Virilio en Baudrillard. Alle drie zijn zij van mening dat er in het Amerika van vóór de aanslagen sprake was van een afkeer van de materiële werkelijkheid, waarvan de eerdergenoemde virtuele oorlogen een voorbeeld zijn. Deze afkeer uit zich volgens hen onder andere in de opkomst van het reisverkeer en internet, waardoor de ongemakken en beperkingen die ruimte met zich meebengt, kunnen worden verminderd. Er ontstond de hoop op een maakbare wereld, teneinde de oncontroleerbare ruimte te beheersen.

Zizek schrijft dat men vóór elf september de materiële werkelijkheid als een vorm van fictie ging beschouwen.48 Elf september zette deze overtuiging op losse schroeven:

44 Slavoj Zizek, Welcome to the desert of the Real, Londen, Verso, 2002, pag. 13 45 Paul Virilio, Ground Zero, Londen, Verso, 2002, pag. 43

46 Ibidem, 43

47 Baudrillard, Jean, The Spirit of terrorism and a requiem for the Twin Towers, Londen, Verso, 2002, pag.

12

(17)

men kan de materiële werkelijkheid waarin men leeft, niet ontduiken: zij kan een gevaar betekenen. De mens zal volgens Zizek echter liever blijven geloven in de ruimte alsof zij een virtual reality is omdat zij zo minder bedreigend lijkt. Evenals Smethurst betoogt hij dat de moderne mens los van de ruimte is komen te staan. De aanslagen van 9/11 zullen hier vlgens hem geen verandering in brengen.

Door de ontkenning van de ruimte zoals zij is, wordt het begrip “tijd” volgens de filosofen eveneens ontkend. Zo schrijft Virilio: “Time is no longer, for humanity, a dimension in which it can operate”49 De tijd herinnert aan tijdelijkheid, en in het verlengde daarvan sterfelijkheid. Het lichaam valt voor deze filosofen ook onder de materiële werkelijkheid. De mens is volgens hen doodsbang voor ziekte en ouderdom. Niet voor niets wordt er de laatste decennia een groot beroep gedaan op plastische chirurgie en medische ontwikkelingen. Dit hangt volgens hen sterk samen met het maakbaarheidprincipe. De mens wil niet weten dat zij sterfelijk is en probeert via de medische wetenschap ouderdom en dood uit te stellen.50 Virilio zegt dat dit gevolgen zijn van de angst te sterven. Volgens hem is er maar één oplossing voor: “that is no longer to be human – to resort, all in all, to a substitute immortality.”51

Ook na 9/11 zal de mens zich volgens Zizek tegen de werkelijkheid om haar heen blijven verzetten: “in our daily experience, we are immersed in reality (structured and supported by the fantasy), and this immersion is disturbed by symptoms which bear witness to the fact that another, repressed level of our psyche resists this immersion. To ‘traverse the fantasy’ therefore, paradoxically, means fully identifiyng oneself with the fantasy, namely with the fantasy which structures the excess that resists our immersion in daily reality”.52 De aanslagen veranderden volgens Zizek niet zozeer de realiteit maar ondermijnden een bepaald idee van veiligheid. De mens ziet niet dat de werkelijkheid is veranderd omdat men zich vastklampt aan het ideaalbeeld van de maakbare werkelijkheid dat men vóór de aanslangen aanhing: “it is not reality that entered our image; the image entered and shattered our reality (i.e. the symbolic coordinates which determine what we experience as reality).”53 Zo schrijft Baudrillard: “An excess of violence is not enough to open on to reality. For reality is a principle, and it is this principle that is lost. Reality and fiction are inextricable, and the fascination with the attack is primarly a fascination with the image (both its exultatory and its catastrophic consequence are themselves largely imaginary).”54 Hoewel de filosofen naar aanleiding van elf september pleiten voor een herbezinning op de wijze waarop de mens vóór 9/11 met tijd en ruimte omging, hebben ze er een hard hoofd in dat dit daadwerkelijk zal gebeuren.

(18)

ruimte. Het betreft hier de meetbare versus maakbare tijd en ruimte, waarbij de eerste afkomstig is uit de natuurkunde en de laatste uit de menselijke ervaring, of in dit geval: de wil om tijd en ruimte op een bepaalde wijze te ervaren.

3.2 De chronotoop van de maakbaarheid

De tijd, ruimte en handeling waarvan Zizek, Virilio en Baudrillard spreken, vormen een chronotoop, die bepaald wordt door het geloof in de maakbaarheid van tijd en ruimte. De ruimte waar men zich in wil bewegen is virtueel: gecreeërd door de mens en ontdaan van alle ongemakken die “echte” ruimte met zich mee kan brengen, zoals instortende gebouwen en terroristische aanslagen. Men ontkent de ruimte hier niet maar wil haar op zo’n manier inkapselen dat ze niet meer gevaarlijk lijkt. Ook is er een strijd tegen de tijd gaande, in het bijzonder tegen sterfelijkheid. Men zet technologie in om de ruimte te beheersen en om de levensverwachting te beïnvloeden, de handeling betreft hier dus het onklaar maken van de nadelige effecten van tijd en ruimte. Deze chronotoop valt te betitelen als een chronotoop van de maakbaarheid. Zij kent enige overeenkomsten met Smethurst’ idee van de postmodernistische chronotoop. Placelessness speelt bij beide chronotopen een grote rol. Er zijn echter ook verschillen. Het lichaam en de strijd tegen de tijd nemen een grotere plaats in bij de chronotoop van de maakbaarheid. De handeling is een actieve, men onderneemt stappen om de vervelende kanten van tijd en ruimte ongedaan te maken. Bij de postmodernistische chronotoop wordt de handeling voor een belangrijk deel bepaald door passiviteit. Bij de chronotoop van de maakbaarheid is er juist sprake van activiteit, vanuit het geloof de wereld te kunnen beheersen.

Uit de chronotoop van de maakbaarheid spreekt de idee dat de wereld te beheersen valt. Het is de vraag hoe daar na de aanslagen mee wordt omgegaan. De filosofen veronderstellen dat men zich in Amerika er niets van aantrekt en vast blijft houden aan de fantasie. De Amerikaanse cultuurwetenschapster Dana Helller merkt in

Selling 9/11: how a national tragedy became a commodity op dat er vlak na de aanslagen de neiging bestond 9/11 te begrijpen aan de hand van het verleden: “9 /11 does not belong to past time…our own experience and vision is blocked by a kind of memory that is not a recollection but a repetition….the selling of 9/11 ensures that the past will be repeated instead of being remembered, that the moment of self-reflection, in the commodity form, will function as a disavowal of anything we might not want to see.”55 Er is na 9/11 inderdaad de neiging om elf september te vergelijken met historische gebeurtenissen, met name oorlog. Elf september wordt in het eerste jaar na de aanslagen regelmatig gelinkt aan de Holocaust door de regering Bush.56 57 Amerika-deskundige Willem Post wijst erop dat in Amerika zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog een geheim tribunaal wordt opgericht om de daders te straffen.58 In 2002 stelt journaliste Gabrielle Glasner in de New York Times dat het dagboek van Anne Frank is hét boek bij uitstek is om de post 9/11 Zeitgeist te beschrijven.59

55 Dana Heller, Selling 9/11: how a national tragedy became a commodity, New York, Palgrave

Macmillan, 2005, pag. 24

56 Ellen Deckwitz, Our lives are like skyscrapers, 2007, pag. 30-39

57 John Sutherland, “Jeremiah With a MacArthur Grant”, New York Times, 03-11-2002

58 Willem Post Keerpunt: Amerika voor, op en na 11 september, Soesterberg, Aspekt, 2002, pag. 104 59 Gabrielle Glasner, “A Pig and a Spider. In turbulent times. A tale too benign?”, New York Times,

(19)

De Amerikaanse cultuuwetenschapper Arthur Neal beschrijft in National trauma

and collective memory: major events in the american century hoe Amerika door de eeuwen heen met nationale rampen is omgegaan. Hij stelt dat in de Verenigde Staten een ramp na verloop van tijd haar uniciteit verliest: “With the passing of time, however, the boundaries around specific events weaken as they are placed within the general fabric of social life. In telling and retelling the stories of our past the events in question become stereotyped and selectively distorted as they beome embedded in collective memories.”60 Feit en fictie zullen door elkaar gaan lopen: “…history becomes a form of remembering in which the mixture of fact and fiction is of less concern than the stimulus and entertainment value of production. Mass entertainment dramatizes personal troubles, historical events and social conflicts. Through dramatizing events, television entertainment becomes a type of collective mirror that reflects the individuals self-image and the image of society.”61 Volgens Neal zal de representatie van een ramp eerder tot een herbevestiging van de Amerikaanse identiteit leiden dan dat er iets nieuws zal ontstaan. Het mooiste voorbeeld hiervan wordt gegeven door Peter Novick, die in The

Holocaust and collective memory: the American experience toont het grote aandeel dat Amerika had in de beeldvorming omtrent de Holocaust. Op een gegeven moment zocht men eind jaren zeventig een jood als model voor een postercampagne over een tentoonstelling over de Holocaust in Atlanta. Hoewel er in deze staat veel Auschwitz-overlevenden waren, werd er uiteindelijk gekozen voor een man die in de oorlog in het Amerikaanse leger had gediend. Hij zag er het meest uit bij wat men zich voorstelt van een Holocaust-overlevende.62

In de representatie van de aanslagen wordt de eerste jaren de nadruk op een zogenaamd “realisme” gelegd, in die zin dat de representaties realistisch heten te zijn. Zizek merkt op dat de films die over elf september zijn verschenen worden gepresenteerd als realistisch maar dat volgens hem niet zijn: “The realism means that both films are restrained from taking a political stance and depicting the wider context of the events… The result is that the political message of the two films resides in their abstention from delivering a direct political message. It is the message of an implicit trust in one's government: when under attack, one just has to do one's duty.”63

Eenzelfde kritiekloze houding komen we ook tegen in de documentaire 9/11 van de gebroeders Naudet. Hoewel er van te voren wordt geclaimd dat er met deze docu alleen “de waarheid” zal worden getoond, blijkt er toch een zeer sturende ideologie achter te zitten. Filmwetenschapper Stevan Craps schrijft dat de documentaire een klassiek-realistische esthetica aanhangt waarbij het vooral draait om typische Amerikaanse waarden als gemeenschapszin en (mannelijke) heroïek.64 Bovendien vindt er in hoge mate censuur plaats: de Naudets hebben uit respect voor de doden er bijvoorbeeld voor gekozen om geen beelden van te pletter geslagen lichamen in de documentaire op te

60 Arthur G. Neal, National trauma and collective memory: major events in the american century, New

York, M.E.Sharpe, 1998, pag. 201

61 Neal, pag. 212 62 Novick, pag. 273

63 Slavoj Zizek “On 9/11, New Yorkers faced the fire in the minds of men”, The Guardian, 11-09-2006 64 Steven Craps, “Tussen trauma en verbeelding: de documentaire 9/11 van de gebroeders Naudet”, Uit:

Smelik, Anneke en Plate, Liedeke (red.) Stof en As: de neerslag van elf september in kunst en populaire

(20)

nemen. Tegelijkertijd zijn de gebeurtenissen, zoals Zizek betoogt, hierdoor minder confronterend dan bijvoorbeeld televisieverslagen van de oorlog in Uganda. Zizek en Heller constateren dat de wijze waarop elf september wordt herinnerd en gerepresenteerd, de vreemdheid ervan buiten beschouwing laat. En nogmaals: het is de vraag of dat in de literatuur ook gebeurt.

(21)

4

Elf september in het publieke debat

4.1 Een representatiestrijd

Alvorens te beginnen met een behandeling van hoe elf september vorm krijgt in de literatuur is het van belang om eerst te kijken wat er nu precies gebeurd is op 9/11. Op de ochtend van elf september 2001 kapen negentien mannen, gelieerd aan Al-Qaeda, vier vliegtuigen. Twee boren zich in de Noord- en Zuidtoren van het World Trade Center in New York. Een derde vliegtuig ramt het Pentagon en een vierde vliegtuig waarvan wordt gezegd dat het onderweg was naar het Witte Huis in Washington, stort neer in een weiland vlakbij Shanksville.

Bij de aanslagen komen naast de negentien kapers, 2974 mensen om het leven. Hiervan zijn er vierentwintig nog steeds vermist en vermoedelijk eveneens omgekomen. Binnen enkele uren is de noodtoestand afgeroepen. Amerika wordt in hoogste staat van militaire paraatheid gesteld. Het luchtvaartverkeer wordt drie dagen platgelegd uit angst voor verdere aanslagen. President George W. Bush roept vervolgens de zogenaamde “War on Terror” uit, waarbij de Verenigde Staten de oorlog aan zowel Afghanistan als Irak verklaren.65

Direct na de aanslagen begint een proces van duiding dat tot op de dag van vandaag voortduurt en niet zonder slag of stoot plaatsvindt. Nadat filosofe Susan Sontag de kapers moedig noemde, werd zij van alle kanten verguisd. Publicist Ward Churchill ontving doodsbedreigingen nadat hij zich kritisch had uitgelaten over Amerika’s eigen verantwoordelijkheid bij de aanslagen. Ook de nabestaanden van de slachtoffers laten van zich horen. De felste protesten zijn in New York, waar de gemeente op Ground Zero een museum, het zogenaamde Freedom Center, wil bouwen. De nabestaanden zijn bang dat de gemeente een politieke boodschap aan 9/11 zal verbinden waardoor de aanslagen slechts excuses worden voor een bepaald buitenlands beleid.66 Ook bij de in 2005 te New York gehouden expositie “Cities, art and recovery” over kunst en elf september, wordt er door nabestaanden hevig geprotesteerd.67 De twee lichtkolommen die sinds de aanslagen enkele malen op de plaats waar eens de Noord- en Zuidtoren van het World Trade Center te zien zijn geweest, zorgden ook voor de nodige consternatie. Nabestaanden vonden dat de titel, Towers of Light, de aandacht te veel op de torens kwam te liggen. De kolommen werden omgedoopt tot Tribute in Light.68

De gemoederen kunnen hoog opspelen wanneer het om kunst over elf september gaat. De Duitse cultuurwetenschapper Jan Assmann schrijft in Das Kulturelle Gedächtnis dat na een historische gebeurtenis die voor verschillende groepen van belang is, er altijd een strijd om betekenistoekenning zal plaatsvinden. Het is een gevecht met als inzet de

65 Heller, pag. 2

66 Dunlap, 22-11-2005

67 Caryn James, “Beyond comforting the afflicted”, New York Times, 12-11-2005

68Wouter Weijers, “Gedaanten van afwezigheid. Openbare gedenktekens voor Ground Zero.”, uit: Anneke

(22)

overlevering van de geschiedenis, die volgens Assmann nooit neutraal is maar altijd bepaalde belangen dient.69 Kunst speelt hierbij een belangrijke rol.

4.2 Kunst, commercie en tijdsafstand

De eerste kunstvorm waarin de aanslagen aan bod komen, is poëzie. Na de aanslagen verschijnen er op het internet duizenden gedichten over 9/11. De stroom poëzie is zo groot dat een New Yorkse brandweerchef een bericht laat uitgaan waarin hij de mensen dankt voor hun steun maar hen smeekt om op te houden met het sturen van poëzie.70 Er komt zelfs ruimte voor gedichten in landelijke kranten die in het verleden niets aan poëzie deden, zoals Chicago Tribune en USA Today.71

Zo enthousiast als men is over poëzie, zo negatief is men over proza. De Amerikaanse literaire kritiek geeft na de aanslagen behoorlijk af op mogelijke elf septemberliteratuur, hetgeen deels samenhangt met alle commercie omtrent 9/11. In

Selling 9/11 betoogt Dana Heller hoe 9/11 een merk is geworden en voor honderden miljoenen omzet zorgde dankzij de verkoop van elf septembermemorabilia. Alleen al in 2001 werd er voor 57,1 miljoen dollar aan Amerikaanse vlaggen verkocht.72 In verband hiermee spreekt Zizek dan ook over McJihad.73 9/11 verkoopt dus, en niet zo’n beetje ook. Verkoopsucces en commercie zijn in de literaire wereld altijd verdacht. De Britse auteur en criticus Chris Cleave waarschuwt de enthousiaste romanciers die zich wagen aan een verhaal over elf september: “why not write what you really want to write , not something thats principally a fashion item looking for a quick buck?”74 Romans die over de aanslagen gaan worden door hem “exploitative” en “tasteless” genoemd.

Binnen een half jaar na de aanslagen zijn er al tientallen non-fictie werken over 9/11 verschenen die erg goed worden verkocht. Wanneer er in juli 2002 een bloemlezing van elf septemberpoëzie verschijnt, trekt dit zo veel aandacht dat CNN er zelfs een topic aan wijdt.75 Door alle belangstelling voor non-fictie en poëzie die over elf september handelen, is het zeer waarschijnlijk dat een roman over de aanslagen op grote aandacht kan rekenen. Tegelijkertijd lijkt het riskant om over de aanslagen te schrijven. Vlak na elf september daalt in Amerika de verkoop van fictie drastisch.76 Uit onderzoek blijkt dat de eerste romans die over elf september verschijnen, slecht verkopen.7778 Kortom: echt aantrekkelijk lijkt het die eerste jaren na 9/11 niet om erover te schrijven. In de

Washington Post wordt elf september zelfs “the 800-pound gorilla for a writer” genoemd

69

Jan Assmann, Das Kulturelle Gedächtnis. Schrift, Erinnerung und politische Identität in frühen Hochkulturen, Munchen, Beck, 1992, pag. 51 en verder

70 Plate, pag. 36 71 Ibidem, 37 72 Heller, pag. 23 73 Zizek, 2002, pag. 146

74 Chris Cleave, “Too soon to tell”, New York Times, 11-09-2005

75 Lewis Beale, “New Jersey & co: When publish or perish is more than just words”, New York Times,

28-07-2002

76 David D. Kirkpatrick, ´The media business; a top publisher out in random house merger” New York

Times, 17-01-2003

77 Edward Wyatt, “After a long wait, literary novelists address 9/11”, New York Times 07-03-2005 78 Het betreft hier dus niet de romans die in dit onderzoek worden behandeld. De voor dit onderzoek

(23)

omdat er vanuit de kant van zowel de literaire kritiek als het publiek een zekere desinteresse is waar te nemen.79

Veel critici vinden dat de aanslagen nog te kort geleden om er al romans over te schrijven. Zo zegt literatuurwetenschapper James Saphiro in New York Times: “A novel really has to do more. A novelist has to sustain a story that feels right to people who actually lived through the event, who have a sense of what really happened.”80 Volgens veel recensenten is het nog te vroeg. Shapiro: “While there is no good rule about how much time has to pass before an event like 9/11 can be properly considered into fiction, the best novels that focus on cataclysmic events have taken years to develop.” Dat kan wel zo zijn, maar de tijden zijn veranderd. Anno 2001 veroudert nieuws sneller dan ten tijde van de oorlog in Vietnam of de Holocaust. Schrijvers werken sneller. Toch lijken de critici ervan overtuigd te zijn dat hoe men vroeger historische romans schreef, ook het best zou passen bij romans over elf september.

In meerdere artikelen en recensies komt het idee van Shapiro naar voren dat het nog te vroeg is voor literatuur over elf september. Cleave wijdt er in New York Times zelfs een heel artikel aan: “Shouldn’t writers wait around three dozen years, and then write a historical novel?...How can we know what we’re feeling today, until we’ve had a decent time to forget that feeling and reassemble it from black box recorders, unsent love letters and photos charred around the edges? This is called historical perspective, and it is like participating in the New York Marathon from a high orbit using a powerful telescope. You’ll see the big picture and you won’t get anything wrong.” 81 Ook recensente Michiko Kakutani van New York Times is deze mening toegedaan: “History suggests that artists need time and emotional distance to achieve perspective on events as momentous as Sept. 11. Tolstoy's ''War and Peace'' was written some 60 years after Napoleon's invasion of Russia; Benjamin Britten's ''War Requiem,'' memorializing World War II, was not heard until 1961; and John Corigliano's AIDS Symphony did not have its premiere until 1990, a decade after the composer began losing friends to the illness.”82

Hoewel er de eerste jaren na 9/11 niet veel belangstelling lijkt te zijn voor een roman over de aanslagen, laten de schrijvers flink van zich horen. Ze geven interviews over de aanslagen en schrijven artikelen over wat elf september voor hen als auteur betekent.83 In de recepties van de hier behandelde werken zal nader worden ingaan op hun ideeën. Velen, waaronder Don DeLillo, Jay McInerney en de Britse Martin Amis, zijn van mening dat 9/11 om een nieuwe literaire benadering vraagt.84

Toch valt er vanaf de kant van de literaire kritiek een zekere onwelwillendheid waar te nemen met betrekking tot romans over elf september. Schrijvers zouden moeten wachten. Schrijver en criticus Walter Kirn vindt het respectloos om over de aanslagen te schrijven: “What's more, in terms of literary morality, the sudden, fiery demise of thousands may not be the time for innovative prose. Who wants to write a masterpiece in fresh blood?”85 De Fransen.

79 Van de redactie, “America’s book market, unlike…”, The Washington Post, 15-11-2002

80 Edward Wyatt, “After a long wait, literary novelists address 9/11”, 07-03-2005, New York Times 81 Cleave, 2005

82 Michiko Kakutani, “Portraying 9/11 as a Katzenjammer Catastrophe”, The New York Times, 31-08-2004 83 Versluys, 2007, pag.66

84 Martin Amis, The Observer, 10-09-2006

(24)

4.3 De eerste romans over elf september

Er verschijnen begin 2003 twee Franse romans over elf september: Luc Langs 11

septembre mon amour en Frédéric Beigbeders Windows on the World. In deze romans staan de instortende torens van het WTC symbool voor de teloorgang van de Franse samenleving.86 Voor Beigbeder is er enige aandacht vanuit de kant van de Amerikaanse literaire kritiek maar veel wordt er niet mee gedaan,87 wellicht omdat in 2003 ook de eerste Amerikaanse roman over elf september verschijnt.

Joyce Maynard’s (1953) The Usual Rules ziet in februari 2003 het levenslicht en gaat over een dertienjarig meisje dat tijdens de aanslagen op New York haar moeder verliest en vervolgens bij haar vader gaat wonen op het platteland. De roman wordt door drie landelijke kranten besproken, The Washington Post, New York Times en USA Today en de kritieken zijn redelijk tot zeer positief. Er is grote waardering voor de zogenaamde “echtheid” van de personages.88 Toch wordt deze roman in de hierop volgende jaren niet aangeduid als elf septemberroman terwijl het toch op het eerste oog een aantal kenmerken deelt met zowel ELIC als The Good Life: twee romans die door alle critici en literatuurwetenschappers wél tot het elf septembergenre worden gerekend.89 Zou het kunnen dat deze roman er zó vroeg is dat men hem niet serieus neemt als elf septemberroman?

Het is opvallend dat een andere vrouwelijke auteur, Lynne Sharon Schwartz, ook nauwelijks wordt besproken en niet onder de elf septemberliteratuur wordt geschaard terwijl haar roman, The Writing on the Wall toch voor een groot gedeelte over de aanslagen gaat. Evenals The Usual Rules is dit werk niet veel doch lovend besproken.

The Washington Post vindt hem “worthy” als werk over de aanslagen90 en recensent John Leonard van The Nation is twee jaar later de enige die nog eens terugkijkt op de roman en hem dan één van de beste romans over elf september noemt.91 Hij is echter de enige en in andere artikelen over deze romans komt The Writing on the Wall niet ter sprake. Dit is opmerkelijk: de roman is goed ontvangen. Tijdsafstand zou kunnen verklaren waarom deze roman niet alle aandacht kreeg die zij verdiende, ware het niet dat ze in dezelfde maand werd gepubliceerd als ELIC dat wel uitgebreid in de pers werd besproken. Ze worden niet onder het elf septembergenre geschaard. Met andere woorden:

The Usual Rules en The Writing on the Wall mogen dan romans zijn over elf september: het zijn geen elf septemberromans.

86

Frank Schuerewegen, “De torens van Parijs. 11 september in de Franse literatuur”, uit:

Anneke Smelik en Liedeke Plate (red.) Stof en As: de neerslag van elf september in kunst en populaire

cultuur, Amsterdam, Van Gennep/De Balie, 2006

87 Alan Riding, “French feel the anguish in books inspired by 9/11”, New York Times, 03-11-2003

88 Susan Dooley, “The usual rules”, The Washington Post, 02-03-2003, Kathy Balog, “One day’s

extraordinary loss”, USA Today, 04-03-2003 en Karen Karbo, “Lost Girl”, New York Times, 16-02-2003

89 In zowel ELIC als The Usual Rules is er sprake van een kind dat een ouder verliest door de aanslagen en

door de stad gaat dolen. In The Usual Rules en The Good Life verhuist een jong meisje van New York naar het platteland om daar bij te komen van de aanslagen.

(25)

4.4 Genres

In Stof en As neemt de Nederlandse literatuurwetenschapster Aleid Fokkema de tot dan toe verschenen Amerikaanse elf septemberliteratuur onder de loep. Zij beschouwt het als een nieuwe trend in de letteren.92 Een groot aantal van de romans die zij noemt, worden in de Amerikaanse pers ook onder dit genre geschaard: Saturday, ELIC, The Good Life. De enige roman die zij wél onder deze literatuur schaart en die door de Amerikaanse critici niet als een elf septemberwerk wordt beschouwd, is Michael Cunninghams

Specimen Days. In de recensies van laatstgenoemde roman wordt er weliswaar vermeld dat de gebeurtenissen zich deels afspelen in een wereld na de aanslagen maar verder dan dat gaat het niet.93 Wat verder in het oog springt is dat Fokkema het jaar 2005 als startpunt van het elf septembergenre neemt, terwijl er al eerder romans over dit onderwerp verschenen.

Centraal in de door Fokkema besproken romans staat de rol van het goede en de drang om te bewijzen dat de beschaving ondanks alles niet is verwoest.94 Uit deze literatuur spreekt volgens haar de urgentie om de na elf september ontstane angstgevoelens te omschrijven en te duiden.95 Bovendien is de literatuur een soort opslagplaats geworden: er worden gebeurtenissen bewaard die niet vergeten mogen worden zoals bijvoorbeeld de “falling men”. In deze romans ontbreekt vaak een analyse van de oorzaken, noch maakt men zich kwaad over de politieke consequenties van de aanslagen.96

Verder kenmerken deze romans zich volgens Fokkema door de vele verwijzingen naar eerdere literatuur, volgens haar vanuit het idee dat je wel Amerika aan kan vallen maar haar niet van de literatuur beroven kan.97

Naast deze genrekenmerken onderscheidt Fokkema zowel directe als indirecte elf septemberliteratuur. Directe romans spelen zich af in New York vlak na elf september zoals The Good Life en ELIC. Indirect zijn romans die niet zozeer om de dag zelf draaien maar meer om de gevolgen van de aanslagen, zoals Saturday.

92 Fokkema, pag. 153

93 De hiervoor geraadpleegde recensies zijn: Gail Caldwell, “Song of himself. Like Whitman, ‘Days’ is

smart, brimming, and a little wild”, The Boston Globe, 05-06-2005, Deirdre Donahue, 'Specimen' is much more than its parts , USA Today, 09-06-2005, David Wiegand, “Whitman triptych; After reworking Virginia Woolf's 'Mrs. Dalloway,' Cunningham takes on the poet's 'Leaves of Grass', San Francisco

Chronicle, 12-06-2005, Susan Greenberg, “Cunningham's Whitman Sampler”, Newsweek, 13-06-2005, Michiko Kakutani,” A Poet As Guest At a Party Of Misfits”, The New York Times, 26-06-2005, Terrence Rafferty,” Manhattan My City”, New York Times, 26-06-2005 en Ethan Cain, “Three Centuries, Three Characters and Walt Whitman”, The Washington Post, 17-07-2005

(26)

5 In the Shadow of No Towers – Art Spiegelman

5.1 De chronotoop van de Holocaust en Maus

Het eerste werk dat door de Amerikaanse literaire kritiek tot 9/11-literatuur wordt gerekend, Art Spiegelmans In the Shadow of No Towers, is een strip. In Forms and Time heeft Bachtin het niet over strips. De afgelopen decennia zijn er echter verschillende onderzoeken geweest naar de chronotoop in dit medium. In haar artikel “It’s about time”:

the chronotope of the Holocaust in Art Spiegelmans Maus” doet de Engelse literatuurwetenschapster Sue Vice verslag van haar onderzoek naar de chronotoop van de Holocaust in Art Spiegelmans eerste grafische novelle, Maus (verschenen tussen 1973-1991). Ze vindt dat de grafische novelle bij uitstek geschikt is voor het representeren van een bepaalde vorm van tijd, ruimte en handeling omdat dit een kunstvorm is die zich baseert op sequentie. Ieder plaatje legt de tijd stil en toont een speciale vorm van ruimte. Volgens Bachtin wordt in het geval van de roman ruimte gedomineerd door tijd. Vice stelt dat het bij de grafische novelle juist de ruimte is die de tijd aan haar ondergeschikt maakt: “Because of its form, the graphic novel has a unique potential for spatializing time within each frame; and the subject of Maus demands such spatialization, as the locations of the Holocaust are just as significant as the time-scale in which it occurred.”98 In de grafische novelle kunnen op hetzelfde plaatje verschillende vormen van tijd voorkomen. Op een gegeven moment maken Art en zijn vader bijvoorbeeld een autoritje. Vader Spiegelman vertelt dat er vroeger in Auschwitz vrouwen werden opgehangen. Op hetzelfde plaatje zijn er bovenaan de pagina bungelende voetjes te zien.99 Dit is een voorbeeld van hoe in de grafische novelle het verleden en het heden in dezelfde ruimte, dat wil zeggen hetzelfde plaatje, met elkaar kunnen worden vermengd. Zowel de historische als de autobiografische tijd zijn zichtbaar. Om het allemaal iets ingewikkelder te maken, betoogt Vice dat ieder plaatje op zichzelf staat: “…exhibiting its own combination of time and space markers.”100 Dat betekent dat een grafische novelle uit honderden chronotopen bestaat! Bachtin zegt hetzelfde in Forms and Time met betrekking tot de literatuur maar zegt er wel bij dat er in ieder werk sprake is van een of meerdere dominante chronotopen en tientallen kleinere. Vice vindt dat dit ook opgaat voor de grafische novelle. Bij Maus staat volgens haar de zogenaamde chronotoop van de Holocaust centraal, een chronotoop die gekenmerkt wordt door: “…the combination of memory-time with supercharged geographical locations.”101 Met “supercharged” bedoelt Vice dat bepaalde locaties of ruimtes in de loop der jaren gemeenplaatsen van de Holocaust zijn geworden. Denk hierbij aan het concentratiekamp Auschwitz, aan de rij mensen voor de gaskamer of aan de schoorsteen van het crematorium. Auschwitz is volgens haar hét metoniem van de Holocaust. Deze locaties verwijzen niet zozeer naar een specifieke plaats maar naar een specifieke tijd, de periode 1940-1945, en naar een specifieke handeling, namelijk de massale vernietiging van een grote groep mensen. De tijd domineert hier.

98 Sue Vice, “It’s about time”: the chronotope of the holocaust in Art Spiegelmans Maus”, uit: Jan Baetens,

The Graphic Novel, Leuven, Leuven University Press, 2001, pag. 47

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Informacie van 1514 schetst het beeld van een omvangrijke publieke schuld die door een groot deel van de publieke sector werd gedragen; deze werd, voor zover wij kunnen

Het is mogelijk, dat er van deze cultivar meer dan één kloon gekweekt wordt, maar de verschillen tussen de planten in de botanische tuin in Wageningen zijn gering. Smith te Newry

De op dit perceel getoetste grondwaterstanden waren resp. De invloed van dit verschil in ontwateringsdiepte bleek geheel afhankelijk te zijn van de weersomstandigheden; in

Om vrije vismigratie te bevorderen en tegemoet te komen aan de wettelijke verplichtingen wat dat betreft, bouwen  rivierbeheerders  visdoorgangen.  De  goede 

Naast de relatie tussen coaching en competentieontwikkeling in het algemeen wordt in de literatuur ook gerapporteerd over onderzoek naar de relaties tussen de vier dimensies

o “Watchful waiting” met symptomatische behandeling (antihistaminica, decongestiva): meta-analyses moe- ten artsen (en patiënten) geruststellen dat dit volstaat bij bijna

Wat betreft de exportprodukten, zoals tarwe, voergranen, rijst, sojabonen en katoen, staan de Verenigde Staten een vrij handelsbeleid voor, maar dit wil helemaal niet zeggen dat

In addition, doctoral students fulfilling the requirements for the publications to the thesis defence that neither take into account the particularities of the research and