• No results found

8.1 The enfant adorable

Een groot gedeelte van de auteurs wiens werk in deze scriptie wordt besproken, is vóór het publiceren van hun elf septemberroman als romancier al doorgebroken. Dit geldt in het bijzonder voor de jongste schrijver van het stel, Jonathan Safran Foer (1977), die met zijn debuut Everything is Illuminated in 2002 een staande ovatie kreeg van de Amerikaanse literaire kritiek. De roman ontving talloze prijzen, werd verfilmd en Foer was het nieuwe knuffeldier van literatuurminnend Amerika. Hij wordt in de tijdschriften een “literary rock star”198 genoemd en “the enfant adorable of American letters” die zowel “extremely polite” als “incredibly disarming” is.199 Drie jaar lang heeft men vol ongeduld gewacht op nieuw werk. Begin 2005 is de titel van zijn tweede roman bekend en kijken de recensenten reikhalzend uit naar de jongste boreling van deze literaire halfgod. Zal Extremely Loud and Incredibly Close het succes van zijn voorganger weten te evenaren? Tegelijk met de titel wordt er ook bekend gemaakt dat het boek over elf september zal gaan. De media doet haar uiterste best de jonge schrijver te strikken voor een gesprek. Uiteindelijk geeft Foer aan de vooravond van de publicatie twee interviews, eentje met Deborah Solomon voor The New York Times en eentje met Carol Memmott van USA Today.

In beide interviews komt de vraag naar voren waarom Foer een roman over elf september heeft geschreven. Hierbij verwijst hij naar zijn debuut dat over de Holocaust gaat. “'Both the Holocaust and 9/11 were events that demanded retellings,” vertelt de schrijver aan Solomon. “The accepted versions didn't make sense for me. I always write out of a need to read something, rather than a need to write something. With 9/11, in particular, I needed to read something that wasn't politicized or commercialized, something with no message, something human.''200 Wanneer Memmott hem vraagt of het niet te vroeg is voor een roman over elf september, reageert de doorgaans milde schrijver fel: “Why isn’t everybody writing about it? Nobody would ask, 'Do you think it's too soon for journalists to cover it? Or do they have the right to cover it?' I think people are really afraid of art. But that's not a reason not to push on.”201 Helaas gaat hij hier niet verder op in waardoor het gissen blijft naar wát er nu zo gevaarlijk aan de literatuur is. Door haar af te zetten tegen de journalistiek wordt er in ieder geval gesuggereerd dat het ‘gevaar’ van literatuur samenhangt met het feit dat deze ook fictieve elementen kan bevatten.

Beide interviewsters hebben de roman, die op dat moment nog moet verschijnen, even mogen doorbladeren. Hierbij zijn hen naast de verschillende vormen van typografie, ook de grote hoeveelheid afbeeldingen opgevallen, met als klapper de reeks foto’s van de vallende man. Voor Foer zijn er twee redenen om ook de visuele kant van elf september aan bod te laten komen. Allereerst omdat zijn hoofdpersoon een kind van negen jaar is. Kinderen hebben volgens de schrijver meer toegang tot afbeeldingen van elf september omdat ze nieuwsgieriger zijn en omdat ze beter met het internet om kunnen gaan. Een

198 David Gates, “Are we illuminated?”, Newsweek, 28-03-2005

199 Campbell Robertson, “Extremely obvious and incredibly tempting”, The New York Times, 06-04-2005

200 Deborah Solomon, “The Rescue Artist”, The New York Times, 27-02-2005

tweede reden hangt samen met de moderne media. Zo zegt hij: “Sept. 11 was the most visually documented event in human history. When you say Sept. 11 . . . these images seem like a necessary piece." De reeks afbeeldingen van de vallende man zijn in het Amerika van 2005 niet onomstreden: ze zijn taboe en sinds elf september nog niet eerder op de Amerikaanse televisie te zien geweest.

Maar taboe of geen taboe, Foer wil dat er over de aanslagen geschreven wordt. In twee andere interviews die hij na het verschijnen van de roman geeft, zegt hij dat het de

taak van de romancier is om de geschiedenis te voorzien van een emotionele gelaagdheid: “The whole conversation [in de media over elf september, E.D.] was lacking the emotional story. It's a novelist's job to capture that emotional picture."202 Foer wil daarbij ook nog eens dat zijn werk een soort helend effect heeft: “I'm always wanting my imagination to fix things in life that otherwise can't be fixed.”203 Kortom: dé elf septemberroman is zowel grafisch als tekstueel, bevat een conversatie over de aanslagen, bekijkt ook de emotionele aspecten en is bovendien in het bezit van helende eigenschappen. Wanneer Memmott hem erop wijst dat dit allemaal nogal ambitieus klinkt, reageert Foer enigszins laconiek: “There are a lot of risks associated with writing about Sept. 11, but . . . I'd rather bite off more than I can chew than not bite off enough.”

8.2 Holden Caulfield met ADHD

Wanneer ELIC op 4 april 2005 verschijnt, wordt het door alle landelijke kranten besproken. De ontvangst is niet zo enthousiast als bij EII. De meeste critici ergeren zich kapot aan de bijdehante Oskar. Tot vijfmaal toe wordt hij vergeleken met Holden Caulfield, de hoofdrolspeler uit Salingers The Catcher in the Rye (1951), waarin de zestienjarige Caulfield van school wegloopt en vervolgens tegen alle heilige huisjes schopt. Net zoals Oskar zwerft Holden door New York en heeft hij een hekel aan hypocrisie en lelijkheid. Maar waar Holden nog op de sympathie mag rekenen van de critici, vindt een groot deel van de recensenten Oskar irritant. Walter Kirn van The New

York Times noemt hem een “hyperactive impersonation of Holden Caulfield”204 en hij is niet de enige criticus die een verband legt tussen Caulfield, Oskar en ADHD: Charles McGrath, eveneens van The New York Times, typeert Oskar als een “Holden Caulfield on Ritalin.”205

Er zijn inderdaad zekere overeenkomsten. Beide jongens hebben een familielid verloren (Oskar zijn vader, Holden zijn broer aan leukemie) en beiden zwerven door New York. Ze ervaren allebei een soort vervreemding ten opzichte van de samenleving. Caulfield wordt door velen beschouwd als een soort symbool van de negatieve kanten van het Amerikaanse individualisme.206 Ook hebben beide jongemannen een typische

202 Elizabeth Owuor, “Fiction with 9/11 themes begins to fill US bookstores”, Christian Science Monitor, 18-04-2005

203 Van de Redactie, “Extremely young and incredibly talented”, The Washington Post, 08-05-2005

204 Walter Kirn, “Everything is included”, The New York Times, 03-04-2005

205 Charles McGrath, “The Souped-Up, Knock-Out, Total Fiction Experience”, The New York Times, 17-04- 2005

206 Zo schrijft Christopher Brookman in het essay Pency Preppy: Cyultral codes in The Catcher in the Rye: “Holden Caulfield…has become a mythic figure of adolescent rebellion in American culture [and] also reminds readers how vulnerable every individual can be.” Hij heeft een “cult status….of American individualism and indicator of the psychic disturbances caused by the stress of postindustrial

spreekstijl en zijn ze geestelijk niet helemaal in orde. Toch kan Holden rekenen op de sympathie van de meeste critici en Oskar niet. Dit hangt niet zozeer samen met hoe hij in elkaar zit maar eerder met zijn geloofwaardigheid. Oskar is over the top. Steve Almond van The Boston Globe zucht: “Foer clearly wants us to view Oskar's charm as a defense. Unfortunately, the boy is so relentlessly self-aware that he winds up explaining his feelings to the reader, rather than dramatizing them.”207 Michiko Kakutani zegt in de New

York Times dat Oskar afbreuk doet aan de kwaliteit van de roman: “[Oskar, E.D.] comes across as an entirely synthetic creation.”208Almond vindt dit ook: “He comes off more as an authorial creation: a collection of lovable quirks bundled around a defining tragedy”.

8.3 Ongeloofwaardig surrealisme

Niet alleen Oskar is ongeloofwaardig: het verhaal over het zesde district, de grootvader die niet spreekt en de moeder die haar zoon hele zaterdagen in zijn eentje door New York laat zwerven, bezorgt de meeste critici de kriebels. Hierom vindt Kakutani ELIC een “…ultimately mannered and irritating novel”. Ook andere critici hebben moeite met de soms surrealistische gebeurtenissen in ELIC. McGrath vindt dat Foer te koop loopt met zijn verbeeldingskracht. David Gates van “Newsweek” vindt dat Foers uitgever hem te veel de vrije hand heeft gegeven: “….an indulgent publisher has let Foer lay on the postmodern bells and whistles--photographs, typographical gimmickry--and a mildly tricky narrative flatters the reader's decoding skills.”

Veel critici hebben moeite met de blanke pagina’s, afwijkende typografie en tientallen plaatjes. Almond krabt zich achter de oren: “Why is a writer of his caliber relying on typography to do his job? … We don't need gimmicks to keep our attention… In any event, none of these extratextual flourishes brought me any closer to the characters in question. Just the opposite: Their central effect was to remind me how clever their creator is. As for the three pages written in mathematical code, I am at a loss. Why doesn't Foer simply trust his story?” Kakutani doet er nog een schepje bovenop: “There is something precious and forced about such scenarios [Kakutani doelt hier op alle surrealistische elementen van ELIC, E.D.] as though Mr. Foer were trying to sprinkle handfuls of Gabriel Garcia Marquez's magical realism into his story without really understanding this sleight of hand.” Gates vraagt zich af wat een goede schrijver als Foer heeft bezield om van zijn roman een plakboek te maken: “Great literature plays a lot rougher than this, and it doesn’t need the special effects.”

8.4 ELIC als elf septemberroman

Veel critici vinden, los van het feit dat de personages en gebeurtenissen in hun ogen ongeloofwaardig zijn, ELIC als elf septemberroman evenmin geslaagd. Uit hun kritiek valt af te leiden hoe een elf septemberroman er dan wél uit zou moeten zien.

society…Holdens running commentary on society is an index of his negotiations with these various agencies…it has the quality of a training manual on techniques of survival.” uit: New Essays on The Catcher in the Rye, Jack Salzman e.a., Cambridge University Press, New York, 1991

207 Steve Almond, “The boy who knew too much”, The Boston Globe, 03-04-2005

Hitchings denkt dat elf september een geschikt thema is voor literatuur maar dat Foer er niet in is geslaagd haar goed uit te werken. Dit komt volgens hem aan de ene kant door Oskar: “Oskar's tragedy is, after all, the loss of his father, not the graver loss of a nation's innocence.” Hij zou liever zien dat een elf septemberroman ook iets zegt over de implicaties van de aanslagen voor Amerika. In zijn recensie komt het idee naar voren dat een roman over elf september niet zo opgesmukt had moeten zijn met typografische truukjes zoals bij ELIC het geval is: “a quieter telling would have been a better one; here there are too many special effects”.

Meerdere critici zijn van mening dat een roman over elf september soberder en realistischer moet zijn dan ELIC. Almond beschouwt ELIC als een sprookje en niet als een roman: “The book is ultimately a fantasia, an uplifting myth born of the sorrows of 9/11. It is for this very reason that a great many folks will be gratified to read Extremely Loud and Incredibly Close...but that doesn't mean it should be confused with great art.” Een goede schrijver zou volgens Almond zijn publiek niet willen betoveren zoals Foer dat doet. Zachte heelmeesters maken volgens hem stinkende wonden. Een goede historische roman laat volgens hem de dingen zien zoals ze werkelijk zijn: “to reveal the world in its full, tragic measure”. De roman moet dus de “werkelijkheid” tonen, vooral met betrekking tot elf september, en het liefst niet “helend” zijn, een gedachte die we ook al tegenkwam bij Kakutani’s bespreking van In the Shadow. Hier komt echter de vraag opzetten in hoeverre de critici nu nog een roman verlangen over elf september, in plaats van een krantenbericht vol “waarheid”. Bachtin schreef dat literatuur in de eerste plaats verontrust en de zogenaamde werkelijkheid vervormt. Maar de critici willen geen sprookjes. De aanslagen waren al onwerkelijk genoeg.

McGrath lijkt deze mening eveneens te zijn toegedaan: “the book's multitude of tricks and devices also betrays a certain anxiety -- a concern that no one style or mode can do justice to the events of 9/11…They're so eager to grab our attention that they begin to imply a lack of faith in the novelistic enterprise itself -- a fear that without all the bells and whistles no one will pay attention”. Een goede elf septemberroman zou al deze opsmuk niet nodig hebben, aldus McGrath. Niet iedereen deelt deze mening. Owuor denkt dat met het verstrijken van de tijd meer fantasievoller benaderingen van een historische ramp kunnen ontstaan en dat dit ook goed zal zijn voor de lezer: “As 9/11 becomes more distant, broaching the subject in a less literal way may be timely and appropriate for healing grief, some say.” Geen enkele criticus heeft het erover dat het nog te kort dag is voor elf septemberliteratuur maar uit Owuors woorden blijkt het idee dat het nog wel te vroeg is voor een magisch-realistische roman over de aanslagen.

Kakutani stelt dat er in een goede historische roman een connectie wordt gemaakt tussen het persoonlijke en het algemene: “private moments intersect with the great public events of history”. Helaas zijn deze passages in ELIC volgens haar in de minderheid. Kirn vindt dat Foer zijn pijlen te hoog richt: “to take on the most explosive subject available while showing no passion…adopting no point of view and venturing no sentiment more hazardous than that history is sad and brutal and wouldn't it be nicer if it weren't.” ELIC is volgens hem niet echt vernieuwend.

David Gates vindt dat ELIC is mislukt omdat elf september een slecht onderwerp is voor een roman: “The central problem … is 9/11 itself. Naturally novelists want to use it. (Sorry, address it.) But since the people in the WTC in no way invited their deaths, their stories have no greater significance for fiction than if they'd died in a natural

disaster.” Dus een thema is pas dán geschikt, wanneer er een soort intentie achter zit? Hiermee veroordeelt Gates de gehele literatuur over de Tweede Wereldoorlog eveneens tot het verdomhoekje, omdat het ondenkbaar is dat de slachtoffers van de Holocaust hun dood hebben “uitgenodigd”. En elf septemberliteratuur zou, volgens deze logica, niet eens kunnen bestaan, omdat er, vanuit de kant van Amerika dan, geen vooropgezet plan is.209 En wat valt er nog te zeggen over literaire meesterwerken als Voltaires Candide die niet geschreven hadden kunnen worden zonder een natuurramp als de aardbeving in Lissabon in 1755? Verderop in de recensie wordt het een klein beetje duidelijk wat Gates nu eigenlijk lijkt te willen zeggen: “Foer must intend his parallel evocations of 9/11 and Dresden to give historical heft to ordinary stories of love and loss. To his credit, he never peddles such kitsch insights as it changed everything; he keeps the trauma personal. But his premise necessarily makes his characters random victims: easy to make them sad, nearly impossible to make them tragic.” Waren niet alle slachtoffers op elf september “random”? En is willekeur niet een van de pijlers van tragedie? Gates’ grootste probleem lijkt te zijn dat er bij elf september niet op één specifiek slachtoffer werd gemikt. Hij denkt dat Foer de Grote Wereldgebeurtenissen erbij heeft gesleept om de tragedie van de personages illustreren, in plaats van andersom.

8.5 Positieve geluiden

Over naar de weinige positieve kritiek. Almond en Kakutani vinden het boek bij vlagen briljant, vooral wanneer Oskars verdriet in kaart wordt gebracht. Almond schrijft: “The book is energetic, inventive, and ambitious… [a] sense of guilt and bewilderment is palpable.” Kakutani ziet ook enige pluspunten: “it contains moments of shattering emotion and stunning virtuosity that attest to Mr. Foer's myriad gifts as a writer”. Het werk wordt vooral geprezen vanweze zijn psychologische diepgang én vanwege zijn…realisme! Zo schrijft Charles: “Foer can capture vast disasters with intimate moments of searing realism”. Het is opvallend dat de roman wordt afgekraakt vanwege zijn zogenaamde magisch-realistische elementen en wordt geprezen vanwege haar realistische kenmerken. Dit doet het vermoeden rijzen dat men liever elf septemberromans heeft die realistisch zijn. Almond doet in het verlengde daarvan nog een zeer interessante uitspraak: “We don't need gimmicks to keep our attention; we just need the truth.”De waarheid! Maar welke waarheid dan precies? Moet literatuur dan de waarheid tonen? Over een ramp waar zelfs de overheid niet zeker van lijkt te weten wat er nu allemaal écht is gebeurd? Weer zien we de voorkeur voor realisme en literatuur als pamflet van de Waarheid. Owuor schrijft in een ander artikel over maatschappelijk werkers die ooggetuigen van de aanslagen proberen te helpen. De slachtoffers zijn op zoek naar betekenis, naar een benadering van de werkelijkheid waardoor ze rust kunnen vinden: “Images of the attacks are so visceral and so integral to the nation's "collective consciousness" that fictionalized accounts may lead some readers to believe that the "realism of drama" is the truth. Still, there's a good chance that many people even now are trying to "metabolize the meaning" of life after 9/11. For them … fiction can allow them to explore that.” Misschien dat men hierom liever “realistische” elf septemberromans heeft. Zo kan de lezer aan de hand van de roman, de werkelijkheid

209 Met deze uitspraak ga ik niet in op alle complotheorieën waarin wordt verondersteld dat de Amerikaanse overheid eigenlijk achter de aanslagen van 9/11 zit.

weer begrijpen. En zo kan de vreemdheid die aan de aanslagen inherent is, ongedaan worden gemaakt.

De roman wordt door de meeste critici met de grond gelijk gemaakt. Kirn kan Oskar niet uitstaan en vindt ELIC ongeloofwaardig: “[a] triumph of human cuteness over human suffering”. Kakutani’s oordeel wordt door de meeste critici gedeeld: “the novel as a whole feels simultaneously contrived and improvisatory, schematic and haphazard … but all too often his execution verges on the whimsical rather than the galvanic or persuasive.” Ook in de maanden ná de publicatie laat een enkele criticus zich negatief uit. Recensent Hank Stuever van The Washington Post verwijst naar ELIC als een “disappointing, 9/11-themed second novel”.210

Hoewel de roman meerdere malen wordt afgekraakt, is ELIC populair onder de lezers en wordt het boek door sommige critici onder de beste romans van het jaar geschaard. Gail Caldwell van The Boston Globe noemt het “the most imposing novel of the season”211 en de roman verschijnt bij zowel de New York Times als The Washington

Post op de lijst van de beste boeken van 2005.212

Foer is niet onder de indruk van alle negatieve kritiek. ''I don't believe these [de negatieve recensies over ELIC, E.D.] anymore than I believed those [de positieve recensies over EII, E.D.], you always fall back on what you think is right and you trust