• No results found

De slag rond den Kemmelberg. April 1918

In document Biekorf. Jaargang 38 · dbnl (pagina 121-126)

EINDE 1917, was de oorlog uitgevochten bij de Russen. De Duitschers trokken bijna

al hunne troepen uit het Oosten terug en wierpen ze op het Westerfront, waar nu hun ontzaglijk leger bijna geheel te zamen stond.

Met deze sterke troepenmacht wilde de Duitsche legerleiding in 1918 de eindzege behalen in Frankrijk. Daartoe besloot ze achtereenvolgens op verscheidene plaatsen het Westerfront in te beuken: den 21 Maart was het tusschen Cambrai en La Fère, den 9 April rond Armentiers, den 27 Mei tusschen Laon en Reims, en den 15 Juli aan beide zijden van Reims. Overal kwamen de Duitsche legers rap vooruit,

uitgenomen in hun laatsten duw, waar ze op een Franschen tegenaanval botsten. Van dan af waren het de Verbondene legers die gedurig en te allen kante aanvielen en de Duitschers weerom achteruit wierpen.

De Duitsche aanval van 9 April rond Armentiers is vooral belangwekkend voor ons, omdat hij gedeeltelijk in West-Vlaanderen gebeurde en uitliep op de inneming van Vlaanderens hoogsten berg: den Kemmelberg.

Het doel van dezen aanval was de bezetting van de Fransche kust aan het Nauw van Kales, om alzoo

het Belgisch en een deel van het Engelsch leger af te snijden van de Verbondene legers, en Engeland te beschieten. ‘Als we aan den Kemmelberg kunnen doorbreken, schreef Hindenburg, dan moet heel het Engelsch en Belgisch front in Vlaanderen naar 't westen achteruit’.

De aanval werd uitgevoerd door den rechtervleugel van het VIeDuitsche leger(1)

en den linkervleugel van het IVeDuitsche leger(2)

. De scheidslijn tusschen beide legers lag in 't ronde van Armentiers.

Op 9 April 1918 viel het VIeLeger met negen divisies aan tusschen La Bassée en Armentiers; daartegen stonden enkel drie Engelsche divisies en een Portugeesche, die deel uitmaakten van het IeEngelsche leger(3)

. De Portugeezen werden

achteruitgeslagen, Laventie ingenomen en de Duitschers geraakten op de Leie tusschen Estaires (Steegers) en Sailly.

's Anderendaags werd de Duitsche aanval meer noordwaarts, rond Meesen, ingezet met vijf nieuwe divisies, waar de rechtervleugel van het IIeEngelsche leger(4)

lag. Armentiers en Meesen werden veroverd, de Duitschers trokken over de Leie op een front van 25 Km. tusschen Le Touquet en Estaires, en gingen vooruit in de richting van Hazebroek en St. Omaars.

Op 11 April werd er hard gestreden op een front van dertig kilometers tusschen de vaart van La Bassée en de vaart Ieper-Komen. Het VIeDuitsche leger nam Locon, Estaires en Hollebeke in, en op 12 April Merville en Merris. Zij waren 18 Km. vooruitgekomen. En Ludendorff zond nog gedurig nieuwe divisies naar het slagveld: op 14 April waren er veertien.

De Franschen zonden het 2eruiterijkorps (drie

(1) Onder generaal von Quast; hoofdkwartier te Doornik.

(2) Onder generaal Sixt von Arnim; hoofdkwartier te Thielt. Deze beide legers met het XVIIe

, vormden samen de legergroep van kroonprins Rupprecht van Beieren; hoofdkwartier te Bergen.

(3) Onder generaal Horne. (4) Onder generaal Plumer.

divisies) en de 133een 28edivisies ter hulp van het IIeEngelsche leger. De

krijgsgouverneur van Duinkerke kreeg bevel de streek tusschen St. Omaars, Watten, Sint Winnoks-Bergen en Duinkerke onder water te zetten.

De Engelschen verkortten hun front rond Ieper en trokken zich op 13-15 April terug ten Oosten van de lijn Bikschote-Langemark-Hollebeke; aldus kregen ze drie divisies beschikbaar.

Op 13 April legden de Duitschers hun aanval stil, maar op 15 April, 's avonds, vielen ze van her aan in een nieuwe richting, om de hoogten van het Westland in handen te krijgen. Belle en Wulvergem werden ingenomen. Den 16 April was het de beurt van Wijtschate. Het gevaar was groot voor het Belgisch leger, dat dreigde afgesneden te worden. De Franschen zonden nieuwe versterkingen en verplaatsten stilaan al hunne reserven naar het Noorden. Op 17 April werd de 34eFransche divisie in auto naar Steenvoorde vervoerd. De 154een 39edivisies kwamen op het

gevechtsterrein op 18 April en de 27edivisie op 23 April. Met al de Fransche troepen die ter hulp van het Engelsch leger gezonden waren, vormden de Franschen het ‘Détachement d'Armée du Nord’(1)

. Er werden reservestellingen opgeworpen in den rug van de verbondene legers vanaf Atrecht tot St. Omaars.

Tusschen 17 en 20 April vielen de Duitschers herhaaldelijk aan, maar ze kwamen niet meer vooruit.

Op 18 April, om de Engelschen te ontlasten, werd het Belgisch front tot aan Ieper verlengd. Zoo kwam er nog een Engelsche divisie en een brigade vrij.

Op 25 April hernieuwde de kroonprins van Beieren zijn aanval in Vlaanderen tusschen Belle en Ieper. Dranouter werd ingenomen en het Beiersch Alpenkorps(2)

veroverde den Kemmelberg.

(1) Onder generaal de Mitry.

(2) Het Alpenkorps was geen legerkorps van drie divisies, maar enkel een divisie bergtroepen. Een leger bestond uit twee of meer legerkorpsen, een legerkorps uit twee of meer divisies, een divisie uit een of twee brigaden voetvolk (3 of 4 regimenten), een regiment veldgeschut, een afdeeling zwaar geschut, en de bijkomende diensten; genie, verbindingstroepen, een schwadron ruiterij, enz.

Op 26 April werd de strijd voortgezet tusschen den Scherpenberg en Voormezele, maar de Duitschers kwamen niet meer vooruit. Het ‘Détachement d'Armée du Nord’ werd nog versterkt met de 31eFransche divisie, alsook met nog twee regimenten veldartillerie en twaalf groepen zware artillerie. Een ander Fransch regiment veldartillerie werd ter versterking van het Belgisch leger gezonden.

Op 27 April trokken de Engelschen terug tot onder de muren van Ieper; het Belgisch leger moest volgen tot op de Ieperlee.

Drie nieuwe Fransche divisies (32e, 129een 168e) kwamen het 22eEngelsche legerkorps vervangen, dat heel en al uitgeput was.

Op 29 April vielen de Duitschers nogmaals aan, en trachtten rond Loker, den Roodenberg, den Zwartenberg en den Scherpenberg te veroveren, maar ze werden teruggeslagen.

Daarmede was hun aanval in Vlaanderen af- en doodgeloopen. Ze bleven in het bezit van het veroverde gebied, tot in het najaar, toen ze verdlicht waren hun front recht te trekken om meer troepen voor hunne verdediging beschikbaar te hebben. Tusschen 8 Oogst en 4 September 1918, trokken ze zich terug op de lijn

Festubert-Armentiers-Meesen-Wijtschate-Ieper waar ze weldra ‘laatste keer, goe' keer’ zijn uitgeborsteld geweest(1)

. D.S.

(1) MARÉCHALFOCH. Mémoires pour servir à l'histoire de la guerre de 1914-1918, IIedeel, Parijs, 1931, bl. 50-70. - TOURNÈS ETBERTHEMET. La Bataille des Flandres d'après le journal de marche et les archives de la IVearmée allemande (9-30 avril 1918). - Documents secrets pris à l'ennemi - Traduction, commentaires et notes. Parijs 1925.

Schaala1: 1.000.000 Front vôôr den aanval,

Opeenvolgende verplaatsing van het front gedurende den aanval.

A. is het gebied vrijwillig verlaten door de Engelschen en Belgen: 1. op 15 April, 2. op 27 April.

B. het door de Duitschers veroverd gebied: 1. op 9 April, 2. op 10 April, 3. op 11 April, 4. op 12 April, 5. van 14 tot 16 April, 6. op 25 April.

Verkortingen: L (in het vak A. 1) = Langemark; B (in het vak A. 2) = Bikschote; L en F (vak B. 1) = Laventie en Festubert; M, L T en A (vak B. 2) = Meesen, Le Touquet en Armentiers; H, E en L (vak B. 3) = Hollebeke, Estaires en Locon; M en Me (vak B. 4) = Merris en Merville; B (vak B. 5) = Belle; K (vak B. 6) = Kemmel.

De verdere verkortingen zijn S.W. B = St. Winnoks Bergen, Di = Dikkebusch, Lo = Loker.

In document Biekorf. Jaargang 38 · dbnl (pagina 121-126)