324. Bij de beoordeling van het risico op dominantie staat het college in deze paragraaf stil bij
dominantiecriteria die van invloed zijn op de positie van de onderneming ten opzichte van
concurrenten. De volgende factoren kunnen de onderneming een voordeel geven ten opzichte van de concurrenten:
- de controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur;
- verticale integratie;
- product-/dienstendiversificatie;
- schaalvoordelen; en
- breedtevoordelen.
325. In paragraaf 5.4.1 analyseert het college de eerste twee criteria voor achtereenvolgens de
retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken en de retailmarkten voor twee- en meervoudige
gesprekken. In paragraaf 5.4.2 analyseert het college de overige drie criteria voor achtereenvolgens de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken en de retailmarkten voor twee- en meervoudige gesprekken.
5.4.1 Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur, verticale integratie
en netwerkdekking
Feiten en analyse
326. In afwezigheid van regulering vallen de factoren „controle over niet gemakkelijk te repliceren
infrastructuur‟ en „verticale integratie‟ samen. Zonder regulering zijn er immers uitsluitend
ondernemingen actief met een eigen infrastructuur. Deze ondernemingen zijn alle volledig verticaal geïntegreerd. Tussen verticaal geïntegreerde aanbieders wordt de concurrentiepositie mede bepaald door de mate van netwerkdekking. Een aanbieder met een grotere netwerkdekking heeft relatief lagere interconnectiekosten en minder out-of-pocketkosten en door de hieruit voortkomende ruimere marges meer bewegingsvrijheid in de tariefstelling dan een aanbieder met een kleinere
netwerkdekking.
Markt voor enkelvoudige gesprekken
327. Het netwerk van KPN heeft een dekking van bijna 100 procent. Als gevolg van substantiële
schaalvoordelen (zie paragraaf 5.4.2), is deze infrastructuur niet eenvoudig economisch rendabel te repliceren in zijn gehele geografische reikwijdte. De voor volledige replicatie noodzakelijke
84 Daardoor is het volledig repliceren van dit netwerk risicovol. Immers, indien de replicatie niet
succesvol is, kunnen de verzonken kosten niet meer worden terugverdiend. Een grotere netwerkdekking leidt bovendien tot een groter klantbereik.
328. Hoewel geen enkel ander afzonderlijk netwerk in Nederland een met KPN vergelijkbare
dekking heeft, hebben de kabelaanbieders op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken
gezamenlijk een vergelijkbare dekking met hun coaxnetwerken. De individuele kabelaanbieders zijn buiten hun eigen footprint echter afhankelijk van regulering voor het kunnen aanbieden van diensten. Dit betekent dat in de greenfield-situatie kabelaanbieders uitsluitend klantlocaties kunnen aansluiten daar waar zij een eigen netwerk hebben. Het is voor iedere kabelaanbieder afzonderlijk echter ondoenlijk om het netwerk van KPN te repliceren. Vanuit de infrastructuren tezamen gaat echter wel concurrentiedruk uit op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken.
329. DSL-partijen hebben met gebruik van ULL het netwerk van KPN voor een deel gerepliceerd.
De geografische netwerkdekking hiervan is beperkt tot [vertrouwelijk: XXX procent] van de klantlocaties. Niettemin gaat er ook van deze op kleinere schaal gerepliceerde netwerken bepaalde concurrentiedruk uit. Voor de beoordeling van de situatie zonder regulering dient het gebruik van ULL echter buiten beschouwing te blijven. In afwezigheid van regulering is het voor de DSL-partijen ondoenlijk om het netwerk van KPN te repliceren. Dientengevolge dient de concurrentiedruk vanuit DSL-partijen als niet aanwezig te worden beschouwd.
330. Glasvezelaanbieders hebben het koperen netwerk tevens gedeeltelijk gerepliceerd. A.T.
Kearney/Telecompaper verwacht dat in 2014 tussen de 1,2 en 1,8 miljoen huishoudens
FttH-connected zijn. Circa 90-95 procent van de passieve infrastructuurlaag komt echter voor rekening van
Reggefiber, de joint venture van Reggeborgh en KPN.198 Hiervan gaat dus nauwelijks extra
concurrentiedruk uit op KPN.
331. Subconclusie. Het college concludeert dat in een situatie zonder regulering de controle over
niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur en verticale integratie bijdragen aan concurrentievoordelen van KPN en kabelaanbieders ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken. Voorts concludeert het college dat in een situatie zonder regulering de hogere netwerkdekking van KPN leidt tot concurrentievoordelen voor KPN ten opzichte van kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen op deze markt.
Markten voor twee- en meervoudige gesprekken
332. De netwerkdekking van KPN is op de retailmarkten voor twee- en meervoudige gesprekken
vergelijkbaar met die op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken. Alternatieve aanbieders, waaronder de kabelaanbieders, hebben echter een beperktere netwerkdekking. Dit betekent dat de afhankelijkheid van regulering van deze aanbieders groter is dan op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken. In afwezigheid van regulering vormt dit een concurrentienadeel van deze aanbieders ten opzichte van KPN.
198
85
333. Een beperkte netwerkdekking leidt in het bijzonder tot een concurrentienadeel ten opzichte
van aanbieders met een grotere netwerkdekking als het gaat om het bedienen van zakelijke afnemers
met meerdere vestigingen.199 In afwezigheid van regulering kunnen klanten immers uitsluitend op
basis van eigen infrastructuur worden aangesloten. Het college gaat ervan uit dat klanten buiten de eigen netwerkdekking uitsluitend op basis van ISDN30 economisch rendabel kunnen worden
aangesloten.200 Klanten met een „multi-site‟-behoefte en een vraag naar aansluitingen anders dan
ISDN30, kunnen derhalve uitsluitend worden aangesloten door aanbieders die alle klantlocaties binnen de eigen netwerkdekking hebben liggen. Dit vereist een relatief grote netwerkdekking en leidt tot een concurrentienadeel van aanbieders met een beperktere netwerkdekking ten opzichte van de aanbieder met de grootste netwerkdekking, KPN. Aangezien vrijwel alle GB en een groot deel van de MB „multi-site‟ zijn, kan een groot deel van de markt – tevens het deel van de markt waar het meeste omzet wordt gemaakt – in afwezigheid van regulering niet worden bediend door concurrenten van KPN.201
334. Subconclusie. Het college concludeert dat in een situatie zonder regulering de controle over
niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur, verticale integratie en de mate van netwerkdekking bijdragen bij aan concurrentievoordelen van KPN ten opzichte van kabelaanbieders en
reguleringsafhankelijke partijen op de retailmarkten voor twee- en meervoudige gesprekken. Conclusie
335. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op haar hoge
netwerkdekking een concurrentievoordeel heeft op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken ten opzichte van de kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. Voorts concludeert het college dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op haar controle over een niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur en verticale integratie concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.
336. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op haar controle over een
niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur, verticale integratie en hoge netwerkdekking
concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor tweevoudige gesprekken ten opzichte van de kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.
337. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op haar controle over een
niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur, verticale integratie en hoge netwerkdekking
concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor meervoudige gesprekken ten opzichte van de
199
Zie hiervoor ook paragraaf 4.3.2.4.
200
Zie hiervoor ook randnummer 191.
201
Illustratief is in dit kader dat een aanbieder als Tele2 in afwezigheid van regulering minder dan [vertrouwelijk: XXX procent] van haar huidige „installed base‟ kan bedienen. Bron: berekening van het college. Uitgaande van de huidige verhouding tussen het single site aanbod ISDN30 en het huidige percentage ISDN30 dat over eigen infrastructuur wordt geleverd.
86 kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.
5.4.2 Product-/dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen
Feiten en analyse338. Drie soorten voordelen van product- en dienstendiversificatie kunnen worden onderscheiden.
Ten eerste de voordelen die ontstaan door het beter kunnen bedienen van klanten die een behoefte hebben aan meerdere aanverwante diensten en die bij voorkeur bij één aanbieder afnemen
(vraagbundeling). Ten tweede de voordelen die een aanbieder heeft als deze een breder assortiment van vergelijkbare diensten kan aanbieden (assortimentsvoordeel). Ten derde de voordelen die kunnen ontstaan doordat een aanbieder verschillende diensten kan bundelen (aanbodbundeling). Dit laatste wordt besproken in paragraaf 5.5. Van schaalvoordelen is sprake wanneer door een hogere productie de gemiddelde kosten per eenheid product afnemen. Breedtevoordelen doen zich voor wanneer de gemiddelde kosten voor één product lager zijn als gevolg van het feit dat het product door dezelfde onderneming samen met een ander product wordt geproduceerd en aangeboden.
Markt voor enkelvoudige gesprekken
339. Op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken levert KPN PSTN, ISDN en VoB. Deze
diensten kunnen worden afgenomen tegen „flat fee‟ en „metered‟ tariefstructuren. Voorts heeft KPN een breed productportfolio en biedt zij naast breedband internet en televisie ook mobiele telefonie aan. Diversificatie, breedtevoordelen en – gezien de hoge afzet – schaalvoordelen biedt KPN de mogelijkheid om de hoge vaste kosten van het netwerk te spreiden over verschillende diensten en afnemers. Feitelijk zijn dit wholesalevoordelen die doorwerken op de retailmarkt. In randnummer 184 heeft het college geconcludeerd dat een deel van de afnemers van PSTN naar verwachting (nog) niet overstapt op VoB vanwege de specifieke toepassing voor alarminstallaties en/of het niet willen afnemen van een bundel met andere diensten (breedbandinternet en/of televisie). In afwezigheid van regulering is KPN de enige partij die PSTN kan aanbieden. Dit leidt tot een concurrentievoordeel ten opzichte van haar concurrenten. Op retailniveau kan KPN gemeenschappelijke kosten voor marketing, klantenservice en billing over deze diensten en afnemers spreiden.
340. Kabelaanbieders bieden op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken uitsluitend
VoB-diensten aan. Hoewel deze aanbieders evenals KPN een breed productportfolio aanbieden, bieden ze (nog) geen mobiele telefonie aan. Aangezien het gecombineerd afnemen van vaste en mobiele
producten op de consumentenmarkt nog beperkt ingang heeft gevonden202, leidt dit slechts tot een
beperkt concurrentienadeel ten opzichte van KPN. Aangezien de individuele kabelaanbieders kleiner zijn dan KPN, zijn de schaalvoordelen van deze aanbieders beperkter dan die van KPN.
341. Aanbieders die afhankelijk zijn van regulering bieden voornamelijk PSTN of VoB. Deze
aanbieders hebben voorts een minder breed productportfolio dan KPN en de kabelaanbieders. Eventuele schaalvoordelen zijn gezien de omvang van deze aanbieders beperkter dan die van KPN.
202
Zie hiervoor: A.T. Kearney/Telecompaper, Toekomstbeelden Nederlandse Telecommarkten 2014, maart 2011, blz. 30.
87 Schaal- en/of breedtenadelen worden verminderd doordat deze aanbieders op basis van ULL, C(P)S en WLR in staat zijn om diensten te leveren tegen de gemiddelde netwerkkosten van KPN. In de
greenfield-benadering dienen de effecten van regulering echter te worden weggedacht.
342. Subconclusie. Het college concludeert dat in een situatie zonder regulering product- of
dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen bijdragen bij aan concurrentievoordelen van KPN ten opzichte van kabelaanbieders en reguleringsafhankelijke partijen op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken.
Markten voor twee- en meervoudige gesprekken
343. Op de retailmarkt voor twee- en meervoudige gesprekken vindt concurrentie primair plaats op
diensten waar KPN van oudsher een monopoliepositie heeft. Product-/dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen spelen op deze retailmarkten daarom nog sterker dan op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken. Zo ontleent KPN een belangrijk concurrentievoordeel uit de gecombineerde vraag naar c.q. afname van PSTN- en ISDN-aansluitingen. KPN is immers in
afwezigheid van regulering de enige aanbieder die PSTN kan aanbieden.203 Hierdoor kan KPN als
enige aanbieder voorzien in de gecombineerde vraag met ISDN. Het voordeel dat KPN uit product-/dienstendiversificatie op de markt voor enkelvoudige gesprekken ontleent, kan daardoor worden overgeheveld naar de markten voor twee- en meervoudige gesprekken. Dit specifieke
concurrentievoordeel weegt het college verder mee in zijn wholesaleconcurrentieanalyse.
344. Subconclusie. Het college concludeert dat in een situatie zonder regulering product- of
dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen bijdragen aan concurrentievoordelen van KPN ten opzichte van kabelaanbieders en reguleringsafhankelijke partijen op de retailmarkt voor meervoudige gesprekken.
Conclusie
345. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op product- of
dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken ten opzichte van de kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.
346. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op product- of
dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor tweevoudige gesprekken ten opzichte van de kabelaanbieders en ten opzichte van reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.
347. Het college concludeert dat KPN in afwezigheid van regulering gelet op product- of
dienstendiversificatie, schaalvoordelen en breedtevoordelen concurrentievoordelen heeft op de retailmarkt voor meervoudige gesprekken ten opzichte van de kabelaanbieders en ten opzichte van
203
88 reguleringsafhankelijke partijen. De concurrentievoordelen van KPN dragen bij aan het risico op AMM van KPN op deze markt.