• No results found

AFHANDELING VAN INKOMENDE RECHTSHULPVERZOEKEN IN BELGIË

IX.1. DE POLITIËLE ORGANISATIE

IX.1.1. HET UITGANGSPUNT

De reguliere politie is in België georganiseerd en gestructureerd op twee niveaus: het lokale niveau en het federale niveau. Enerzijds zijn deze beide niveaus auto-noom en hangen zij af van verschillende overheden. In die zin bestaat er tussen de federale politie en de lokale politie dan ook slechts een functionele en geenszins een hiërarchische band. Anderzijds is het wel zo dat beide niveaus samen de geïnte-greerde politiezorg dienen te verzekeren.679 In dat perspectief moet de geïntegreerde politiedienst dan ook een minimale gelijkwaardige dienstverlening over het gehele grondgebied van het Rijk waarborgen aan de overheden en de burgers.680

De politieambtenaren van de federale politie en van de lokale politie zijn bevoegd om hun opdrachten te vervullen op het geheel van het grondgebied van het Rijk.681 Dit neemt evenwel niet weg dat de politieambtenaren van de lokale politie hun opdrachten in principe vervullen op het grondgebied van hun politie-zone.682

Voor wat de uitoefening van de opdrachten van gerechtelijke politie betreft , staat zowel de lokale politie als de federale politie onder het gezag van de minister van Justitie. Deze kan hun dan ook de algemene richtlijnen geven die nodig zijn voor het vervullen van de opdrachten van gerechtelijke politie.683 Overeenkom-stig artikel 143ter Ger.W. en uitgaande van de principes van specialisatie en sub-sidiariteit, bepaalt de minister van Justitie verder ook bij richtlijn de opdrachten

679 Art. 3, eerste lid WGP.

680 Art. 3, laatste lid WGP.

681 Art. 45, eerste lid WPA.

682 Art. 45, tweede lid WPA.

683 Art. 5, tweede lid WPA. Het gezag van de minister van Justitie doet evenwel geen afb reuk aan de eigen bevoegdheden van de hoven van beroep, de procureurs-generaal bij de hoven van beroep, de federale procureur, de procureurs des Konings, de arbeidsauditeurs en de onder-zoeksrechters.

Deel III. De politiële en justitiële organisatie in België, Nederland en Frankrijk met het oog op de afh andeling van (Nederlandse) rechtshulpverzoeken

162 Intersentia

van gerechtelijke politie die prioritair worden vervuld door de lokale politie ener-zijds en de federale politie anderener-zijds.684 In dit verband dient met name te worden gewezen op de Richtlijn van 20 februari 2002 tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie (infra, IX.1.4).685

In het kader van de afh andeling van inkomende (Nederlandse) rechtshulpver-zoeken is slechts de federale politie van belang. Het gaat met name om de op centraal niveau georganiseerde directie van de internationale politiesamenwer-king (IX.1.2) en directie van de operationele politionele informatie (IX.1.3) ener-zijds en om de in de gerechtelijke arrondissementen voorziene gedeconcentreerde gerechtelijke directies (IX.1.4) anderzijds.

IX.1.2. DE DIR ECTIE VAN DE INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING

Binnen het commissariaat-generaal van de federale politie staat de directie van de internationale politiesamenwerking (CGI) in voor het ontwikkelen en het verzeke-ren van het beheer van de internationale – bilaterale en multilaterale – samenwer-king tussen de Belgische enerzijds en de buitenlandse politiediensten en de Euro-pese Unie – in het bijzonder Europol – anderzijds. Met het oog hierop ontwikkelt en onderhoudt deze directie de noodzakelijke internationale contacten met derde Staten of Statengroepen en met de diensten en agentschappen van de Europese Unie. Verder is de directie van de internationale politiesamenwerking belast met de ontwikkeling en het beheer van de samenwerking tussen de Belgische politie-diensten en Interpol686 en staat zij in voor de organisatie en het beheer van de vertegenwoordiging van de Belgische politiediensten in het buitenland.687

IX.1.3. DE DIR ECTIE VAN DE OPER ATIONELE POLITIONELE INFOR MATIE

De operationele aspecten van de internationale politiesamenwerking behoren tot de verantwoordelijkheid van de directie van de operationele politionele informa-tie (CGO), die ingesteld is binnen het commissariaat-generaal van de federale

684 Art. 5, laatste lid WPA.

685 B.S. 1 maart 2002. Zie D. VAN DAELE, F. GOOSSENS, B. VANGEEBERGEN en F.

HUTSE-BAUT, Het Belgische politiewezen. Wetgeving – Beleid – Literatuur inzake politie, bestuur en

justitie, Mechelen, Kluwer, 2004, 751-760.

686 En alle andere internationale organisaties belast met het bevorderen en ondersteunen van internationale samenwerking.

687 Zie art. 9 KB 14 november 2006 betreff ende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie.

IX. De politiële en justitiële organisatie met het oog op de afh andeling van inkomende rechtshulpverzoeken in België

politie. Deze directie staat aldus in voor het onderhouden van rechtstreekse inter-nationale contacten van operationele aard met buitenlandse politiediensten, Europol en Interpol en vormt het operationeel aanspreekpunt voor de buiten-landse verbindingsoffi cieren in België en voor de vertegenwoordigers van de Bel-gische politiediensten in het buitenland.688 Tevens is zij belast met het opvolgen en ondersteunen van de operationele contactpunten en met het operationele beheer ervan.689

De directie van de operationele politionele informatie staat daarnaast in voor de organisatie en het beheer van de gemeenschappelijke politiecentra690 enerzijds en van het nationaal invalspunt691 anderzijds. Dit invalspunt verzekert de opera-tionele aspecten van de internationale politiesamenwerking en fungeert als ope-rationeel aanspreekpunt voor de Belgische en internationale politiediensten en voor de organsaties die belast zijn met de internationale politiesamenwerking.692

IX.1.4. DE GEDECONCENTR EER DE GER ECHTELIJKE DIR ECTIES

Naast de centrale diensten omvat de federale politie ook gedeconcentreerde gerechtelijke directies, die in beginsel hun ambtsgebied en zetel hebben in de gerechtelijke arrondissementen693 en elk worden geleid door een gerechtelijke directeur. Deze gedeconcentreerde gerechtelijke directies voeren de gespeciali-seerde opdrachten van gerechtelijke politie uit die hen overeenkomstig het tweede en derde lid van artikel 5 WPA worden toegewezen.694 Daartoe leidt en organi-seert de gerechtelijke directeur zijn directie en coördineert hij de uitvoering van de opdrachten door de leden ervan.695 De gerechtelijke directeur handelt hierbij conform de bevelen, onderrichtingen en richtlijnen vanwege de directeur-gene-raal van de algemene directie gerechtelijke politie.696

688 Art. 8, 7°, a, d en e KB 14 november 2006. De directie van de operationele politionele informa-tie fungeert verder ook als operationeel centraal aanspreekpunt binnen de multilaterale samenwerkingsverbanden en internationale organisaties inzake politiesamenwerking (art. 8, 7°, b) KB 14 november 2006).

689 Art. 8, 7°, f KB 14 november 2006. Ook het operationeel beheer en de verspreiding van inter-nationale seiningen behoren tot de opdrachten van de directie van de operationele politionele informatie (art. 8, 7°, c KB 14 november 2006).

690 Waarvaan tevens wordt deelgenomen door de algemene directies van de bestuurlijke en gerechtelijke politie.

691 Waarvaan tevens wordt deelgenomen door de algemene directies van de bestuurlijke en gerechtelijke politie.

692 Art. 8, 6° en 8° KB 14 november 2006.

693 Zie art. 93 en 94 WGP.

694 Art. 105, eerste lid WGP.

695 Art. 105, tweede lid WGP.

Deel III. De politiële en justitiële organisatie in België, Nederland en Frankrijk met het oog op de afh andeling van (Nederlandse) rechtshulpverzoeken

164 Intersentia

De taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie worden geregeld in de Richtlijn van de minister van Justitie van 20 februari 2002.697 Over-eenkomstig deze Richtlijn wordt elk strafrechtelijk onderzoek dat als complex dient te worden beschouwd, in beginsel door de bevoegde magistraat toegewezen aan de federale politie. Eén van de criteria op grond waarvan de complexiteit van een onderzoek wordt beoordeeld betreft de geografi sche spreiding van gespeciali-seerde onderzoeksdaden. Het onderzoek naar één of meer feiten ter zake waarvan de belangrijkste onderzoeksdaden overwegend buiten het gerechtelijk arrondis-sement of a fortiori buiten het Rijk moeten worden gesteld, wordt aldus in begin-sel aan de federale politie toegewezen. In dat perspectief zal het openbaar minis-terie voor de uitvoering van aan België gerichte buitenlandse rechtshulpverzoeken dan ook een beroep doen op de gedeconcentreerde gerechtelijke directies.

De wijze waarop de gedeconcentreerde gerechtelijke directies georganiseerd zijn, verschilt naargelang het gerechtelijk arrondissement. Ook de binnen deze directies voorziene recherchecapaciteit varieert naargelang de omvang van het gerechtelijk arrondissement. Waar het in de kleine arrondissementen gaat om een veertigtal personeelsleden, bestaan de gerechtelijke directies van de middelgrote arrondissementen uit een honderdtal rechercheurs. In de grote gerechtelijke arrondissementen gaat het om circa 200 politie-ambtenaren.698 Hierbij dient uiteraard wel voor ogen te worden gehouden dat de geconcentreerde gerechtelijke directies instaan voor alle recherche-activiteiten van de federale politie.