• No results found

P robleembesef als pijler onder het IsA model

P

robleembesef (Pbi ) kan al ontstaan als een maatschappelijk probleem -nog voor-dat een onverwachte gebeurtenis heeft plaatsgevonden- dissonantie (Di ) oproept, die zich heeft verbonden met waarden (Wi ) die in het geding zijn:

Pbi Wi xDi. Het product van waarden en dissonantie resulteert in probleembesef. Afgeleid uit de definitie49, kunnen maatschappelijke problemen als volgt geformali-seerd worden: Pbi Wi ∑(|Twij | – |Tgij |). In deze formule is Pbi het probleembesef, Wi de variabele aan de hand waarvan een waarde of een belang aan Twij en Tgij

(respectievelijk de waargenomen en de gewenste toestand) wordt toegekend en de divergentie tussen Twij en Tgij wordt geëvalueerd. Tgij is een functie van Wi, het belang en/of de waarde die aan een gewenste toestand wordt gehecht en van ∫Vgij, de verwachtingen die individuen of collectieven koesteren met betrekking tot de haalbaarheid om een maatschappelijk gewenste toestand te realiseren. Hooggespan-nen verwachtingen kunHooggespan-nen zich op macroniveau bijvoorbeeld uiten in de vorm van van rising expectations (zie Davies, 1982; Nisbet, 1976). De waargenomen toestand (Twij) is eveneens een functie van waarden (Wi ) en verwachtingen (∫Vwij ). Zolang waarneming en verwachting niet van elkaar afwijken is er geen vuiltje aan de lucht. In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat een onverwachte gebeurtenis daarop een inbreuk kan maken als door het optreden daarvan een dissociatie tussen verwachting en waarneming ontstaat. Als gevolg van die dissociatie kan de waarge-nomen toestand gaan divergeren met de gewenste toestand. Wanneer de divergentie tussen een waargenomen en gewenste toestand door een persoon als een discrepan-tie wordt ervaren, kan dat voor die persoon een ongemakkelijk gevoel oproepen. Waarden geven op hun beurt een lading aan dissonantie en zetten een ongemakke-lijk gevoel om in benoembare positieve of negatieve gevoelens en gedachtes (Mills, 1999, p. 33; Festinger, 1957, p. 16) en tenslotte in problembesef.

Probleembesef (Pbi ) geeft in de eerste plaats aan hoe individuen de ernst van een maatschappelijk probleem inschatten en in de tweede plaats hoe het is gesteld met de kans dat uit een maatschappelijk probleem een issue kan ontvlammen, mocht zich een onverwachte gebeurtenis voordoen: daarbij is de vraag of er in de samen-leving al een onderstroom bestaat, een veenbrand die bij het minste geringste voor-val zich als een lopend vuurtje door de samenleving kan verspreiden en kan

49 Van een maatschappelijk probleem is sprake wanneer de kloof tussen een

waargenomen en een maatschappelijk gewenste toestand, dissonantie oproept, waarvan de ernst afgemeten wordt aan waarden die in het geding zijn, wat zich uiteindelijk kan doorvertalen in een bepaalde mate van probleembesef.

slaan in een uitslaande brand. Deze metafoor geeft het diffusieproces weer, dat het momentum van een maatschappelijk probleem aanwakkert.

Probleembesef kan bij wijze van illustratie geoperationaliseerd worden aan de hand van drie multi-dimensionele indicatoren (MDI indicatoren), bekendheid (Twij, de waargenomen toestand), veranderingsgezindheid (Tgij, de haalbaarheid van de ge-wenste toestand) en betrokkenheid (Wi, het belang dat een persoon toekent aan de waargenomen en de gewenste toestand). De indicatoren bekendheid, betrokkenheid en veranderingsgezindheid, als graadmeter voor probleembesef fungeren in het IsA model als proxy indicatoren. In de formule Pbi Wi ∑(|Twij | – |Tgij |) worden ver-wachtingen omtrent de haalbaarheid van een gewenste toestand geïndiceerd door de indicator veranderingsgezindheid50. Deze indicator is als volgt geoperationaliseerd in het MDI onderzoek: ‘Zijn er ook onderwerpen bij waarbij u zelf op één of andere

manier actie zou willen voeren om dingen te veranderen: ik bedoel acties zoals handtekeningen op lijsten plaatsen, geld geven aan actiegroepen, demonstreren, staken, vergaderingen bijwonen en dergelijke? Kortom, onderwerpen waarbij u zegt: op dit gebied zou ik zelf actief willen meehelpen om iets te veranderen in de maatschappij?’

Zonder (gedeeld) probleembesef zijn issues niet levensvatbaar. Onder die omstan-digheden zal probleemadoptie niet kunnen ontstaan en niet beklijven in het collec-tieve bewustzijn van de publieke opinie. Probleembesef vormt volgens Pilkington (1998) het startpunt voor het ontstaan van de meeste issues: bekendheid met een probleem51 (warnings of experts), waarden (injustice, unfairness), veranderingsge-zindheid (something needs doing) en probleembesef (public concern), spelen daarin een belangrijke rol (zie Pilkington, 1998, p. 4). Een aantal begrippen die Pilkington hanteert, komen ook terug in het Issues activation model. In de eerste plaats is er sprake van ‘private concern’ (individueel probleembesef), daarna van ‘shared

cern’ (gedeeld probleembesef binnen groepen), vervolgens van de ‘transfer of

50 Volgens Kitsuse en Spector (1973, p. 415; 2001; zie ook Schneider, 1985, p. 211) kunnen maatschappelijke problemen gezien worden als ‘activities of groups making

assertions of grievances and claims with respect to some putative conditions’. Onder ‘claims’ worden allerlei mogelijke actievormen verstaan, zoals ‘demanding services, filling out forms, lodging complaints, filling lawsuits, calling press conferences, writ ing letters of protest, passing resolutions, publishing exposes, placing ads in newspa pers, supporting or opposing some governmental practice or policy, setting up picket lines or boycots’ (zie Schneider, 1985, p. 211; Spector & Kitsuse, 1977, p. 79).

51 ‘For issues involving reform or change, where political parties are not directly in

volved, the issue usually begins with public concern, a feeling that something is wrong or that something needs doing. Sometimes that concern is merely part of a general unease at injustice, unfairness or the way things are going, but in other

cern’ (overdracht van probleembesef tussen groepen) en tenslotte van ‘public adop-tion of concern’ (maatschappelijke probleemadoptie). Het Issues activaadop-tion model

gaat uit van de veronderstelling dat aanvankelijk slechts sprake is van individueel probleembesef, dat nog niet gedeeld wordt binnen de groep waartoe men zich re-kent. Een gedeeld probleembesef ontstaat via sociale bevestiging, dat wil zeggen door middel van informatie uitwisseling en het peilen van het belang van een issue bij relevante anderen (issuerelevantie). Vanaf het moment dat door een onverwachte gebeurtenis het diffusieproces52, de verspreiding en uitwisseling van informatie

binnen en tussen groepen (Wejnert, 2002, p. 297; Green et al., 2009) van start gaat,

is een maatschappelijk probleem niet langer een persoonlijk issue, maar een maat-schappelijk controversiële kwestie geworden, met voor- en tegenstanders die zoe-ken naar sociale bevestiging van hun probleembesef en dat onderling willen delen. Als het diffusieproces start, treedt ook de transfer van probleembesef tussen groe-pen in werking, hetgeen wordt versterkt als de media zich over het betreffende maatschappelijke probleem gaan ontfermen (zie ook Wejnert, 2002). Tijdens het diffusieproces krijgt een maatschappelijk probleem momentum en vindt een trans-formatie plaats van een maatschappelijk probleem in een maatschappelijk contro-versiële kwestie (issue).

Het ontstaan van een issue is een proces, dat uiteindelijk moet leiden tot (maat-schappelijke) probleemadoptie en politieke agendering (agendasetting). Probleem-adoptie en agendasetting zijn in het Issues activation model doelvariabelen. Diffu-sie, het delen en de transfer van probleembesef binnen en tussen groepen en sociale bevestiging worden beschouwd als factoren, die de realisering van probleemadoptie en agendasetting mogelijk moeten maken, met als onbedoelde neveneffecten veran-dering van de publieke opinie en sociale veranveran-dering.

McLeod, Becker en Byrnes (1991) vinden dat maatschappelijke agendasetting53 te veel geoperationaliseerd is in termen van een individueel concept, terwijl agenda-setting in hun ogen ook een sociaal proces is. Om het sociale proces dat leidt tot agendering beter tot uitdrukking te laten komen, hebben zij het concept ‘community

issue salience’ geïntroduceerd. McLeod, Becker en Byrnes (1991, p. 47)

operation-aliseren het concept ‘community issue salience’ aan de hand van de volgende vraag:

‘what they talk about with other members of the community and what issues other community members are raising with them’. De manier waarop zij ‘community

52

‘Diffusion of innovations refers to the spread of abstract ideas and concepts,

technical information, and actual pratices within a social system, where the spread denotes flow or movement from a source to an adopter, typically via communication and influence’ (Wejnert, 2002, p. 297; Rogers, 1995).

53 Ter onderscheiding van politieke agendering, cq politieke agendastting. Als gesproken wordt over agendasetting wordt politieke agendasetting bedoeld.).

issue salience’ meten, laat qua operationalisatie overeenkomsten zien met de twee

elementen van sociale bevestiging54: informatie uitwisseling en issuerelevantie (zie ook de conceptualisering van issues door middel van het concept risico van

Devereaux-Ferguson, 1999). In het Issues activation model worden beide elementen als indicator voor sociale bevestiging opgenomen. Zowel binnen als tussen groepen bevorderen informatie uitwisseling en het peilen van de issuerelevantie het diffusie-proces (zie ook Noelle-Neuman, 1974, 1994). Als het aantal mensen dat deelneemt aan het uitwisselen van informatie en het peilen van de issuerelevantie binnen een kort tijdsbestek sterk gaat oplopen, treedt er een versnelling in het diffusieproces op. Die versnelling in de diffusie komt tot uiting in het momentum van een maat-schappelijk probleem. Het momentum valt af te lezen aan de stijging van de curve van de Issues activation cycle. Het momentum vormt een belangrijke aanwijzing dat een maatschappelijk probleem zich gaandeweg in een issue transformeert. In hoofdstuk 9 wordt aangegeven hoe lang ‘gaandeweg’ duurt en hoeveel tijd de trans-formatie van een maatschappelijk probleem in een issue in beslag kan nemen.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN