• No results found

Concrete/specifieke gebeurtenissen Abstracte / generieke gebeurtenissen Concrete gebeurtenissen worden over de

gehele populatie genomen vrij eenduidig sociaal geconstrueerd. Het concrete biedt een beperktere interpretatieruimte; De vorming van indrukken en beeldvor-ming omtrent concrete gebeurtenissen wordt vaker achteraf geconstrueerd op basis van de brokken informatie die een gebeurtenis genereert door middel van associatievorming;

Data-driven, bottom-up informatiever-werking;

Centrale informatieverwerking; Regels en heuristieken schieten te kort voor de interpretatie en beoordeling van concrete gebeurtenissen omdat regels en heuristieken vaak te algemeen en globaal zijn om op specifieke gebeurtenissen toe te passen. Regels roepen onzekerheid op bij specifieke toepassingen;

Concrete gebeurtenissen roepen meer onzekerheid op en stellen de deugdelijk-heid van een beslissing eerder ter discus-sie;

De beoordeling van concrete en speci-fieke gebeurtenissen is afhankelijk van de context waarin zij plaatsvinden en van de kenmerken van gebeurtenissen; Het episodisch geheugen is relevant voor concrete gebeurtenissen. Het episodisch geheugen treedt in werking bij specifieke gebeurtenissen, berust op persoonlijke

Het abstracte wordt op uiteenlopende manie-ren geconstrueerd en dat geeft aanleiding tot pluriformiteit in meningen. Het abstracte biedt een grotere interpretatieruimte; De vorming van indrukken en beeldvorming omtrent abstracte gebeurtenissen geschiedt op basis van reeds bestaande cognities, asso-ciaties en schema’s, die uit het geheugen snel oproepbaar zijn;

Theory driven, top-down informatieverwer-king;

Perifere informatieverwerking;

Regels en heuristieken zijn beter van toepas-sing op abstracte dan op concrete gebeurte-nissen. Regels en heuristieken bevestigen de status quo, bieden zekerheid en wekken ver-wachtingen in het sociale verkeer waarnaar gehandeld kan worden;

Beslissingen die gebaseerd zijn op generieke (vuist)regels en heuristics, ontlenen daaraan hun deugdelijkheid en bieden zekerheid;

Abstracte gebeurtenissen kunnen los van een context beoordeeld worden met behulp van stereotypen en vooroordelen in tegenstelling tot concrete gebeurtenissen;

Het semantisch geheugen is relevant voor generieke informatie, die symbolisch van aard, universeel, niet aan een context

gebon-ervaringen, is context gebonden en heeft een gevoelsmatige lading. Het episo-disch geheugen wordt doelbewust geac-tiveerd.

Concrete gebeurtenissen hebben een relatief grote zelfrelevantie, die betrok-kenheid genereert;

Concrete gebeurtenissen raken mensen en roepen emoties bij hen op;

Concrete personen worden positiever beoordeeld dan (abstractere) karakter-trekken en de groepen waartoe individu-ele personen behoren: dit is de ‘person positivity bias’. Naarmate attitudeobjec-ten meer gepersonifieerd zijn en meer gelijkenis met onszelf vertonen (en iden-tificatiemogelijk-heden bieden), worden deze gunstiger beoordeeld.

den en niet affectief geladen is. Het seman-tisch geheugen wordt automaseman-tisch geacti-veerd in geval van abstracte gebeurtenissen;

Abstracte gebeurtenissen hebben geringe zelf-relevantie, die weinig betrokkenheid genereert;

Abstracte gebeurtenissen laten mensen vaak onverschillig en roepen géén emoties op; Organisaties en instituties worden negatiever beoordeeld dan de individuele personen die deel uitmaken van die organisaties en institu-ties. Onpersoonlijke attitudeobjecten, die geen gelijkenis met individuele personen vertonen en waarmee men zich niet kan iden-tificeren, worden ongunstiger beoordeeld. Ook groepen beschikken over minder per-soonlijkheid dan individuele personen.

Naast de persoonlijke ervaring die mensen met een maatschappelijk probleem heb-ben, is het ook van belang in hoeverre gebeurtenissen concreet of abstract zijn of als zodanig worden waargenomen. Smelser (1962) legt een verband tussen concrete gebeurtenissen en wat hij ‘generalized beliefs’ noemt: ‘In any case, the

precipita-ting factors give the generalized beliefs concrete, immediate substance. In this way they provide a concrete setting toward which collective action can be directed. Again, a precipitating factor by itself is not necessarily a determinant of anything particular. It must occur in the context of the other determinants’ (Smelser, 1962, p.

16). Concrete gebeurtenissen bevorderen meer dan abstracte gebeurtenissen de cognitieve verwerking van informatie (Sherman, Beike & Ryalls, 1999) en de vor-ming van nieuwe associaties (Rescorla & Wagner, 1972). De meeste mensen den eerder geraakt door concrete gebeurtenissen of incidenten en hun waarden wor-den eerder geactiveerd door concrete, dan door abstracte gebeurtenissen (zie Zill-man & Brosius, 2000). SherZill-man, Beike en Ryalls (1999) spreken over een inconsis-tentie tussen reacties op concrete en abstracte gebeurtenissen en vragen zich af wel-ke sociaal-psychologische mechanismen ten grondslag liggen aan die inconsistentie. In overzicht 1 worden de verschillen tussen concrete en abstracte gebeurtenissen weergegeven aan de hand van hun sociale en psychologische implicaties (zie Sher-man, Beike en Ryalls, 1999).

Zolang mensen maatschappelijke problemen echter te veel als een abstractie erva-ren, zal de divergentie tussen een gewenste en een feitelijke toestand weinig of geen

dissonantie oproepen en geen aanleiding vormen tot het ontstaan van een manifest probleembesef. Naarmate een maatschappelijk probleem om wat voor reden dan ook, concreter wordt, zal dat een impuls voor probleembesef kunnen zijn en een voedingsbodem voor een issue kunnen bieden.

Gegeven het feit dat de meeste mensen die niet op een directe, op basis van de eigen waarneming, maar op een indirecte manier, op basis van overlevering via de mas-samedia of door middel van inter-persoonlijke communicatie in aanraking komen met maatschappelijke problemen (zie Downs, 1972), wordt gekozen voor een sub-jectieve benadering om maatschappelijke problemen te analyseren. De definitie van maatschappelijke problemen anticipeert hierop door uit te gaan van het bestaan van

een kloof tussen een waargenomen en een maatschappelijk gewenste toestand, die bij individuele personen waarden activeert en gevoelens van dissonantie kan op-roepen. Bij een subjectieve benadering van maatschappelijke problemen, is de

waarneming van een maatschappelijk probleem een functie van waarden en ver-wachtingen. Vooral bij maatschappelijke problemen die abstract zijn en waar men-sen persoonlijk niet mee in aanraking zijn gekomen, zullen verwachtingen (associa-ties, schema’s, regels, heuristieken, stereotypen, vooroordelen) een sturende functie voor de waarneming van maatschappelijke problemen hebben.

Milieu is in de mode. Zou er gratis vier keer per jaar een huis

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN