• No results found

Overheidszorg voor den handel

In document BIBLIOTHEEK KITLV •m (pagina 155-159)

Nieuwe crisismaatregelen kwamen in 1934 t o t stand met betrekking t o t den invoer van suiker en kedelé; de crisisinvoermaatregelen t e n aanzien v a n rijst, cement en bier werden in 1934 gecontinueerd, terwijl het aantal gecontingenteerde artikelen m e t drie vermeerderde (gebleekte stoffen, bontgeweven stoffen en oostpannen).

Suiker. Bij de Ord. in I. S. 1934 n°. 194 werd de invoer v a n suiker verboden behoudens ontheffing door den Directeur v a n Economische Zaken; wederinvoer v a n Nederlandsen-Indische suiker bleef geoorloofd voorzoover voor den uitvoer op grond v a n art. 3 der suikeruitvoerordonnantie (I. S. 1931 n°. 114) geen uitvoer-vergunning noodig is geweest.

Rijst en kedelé. I n 1934 werd behalve de invoer van rijst ook nog die v a n kedelé en v a n de daaruit bereide producten soja en taotjo beperkt. Dit invoerverbod van rijst, kedelé, enz. werd afgekondigd in I. S. n°. 85, de t o t uitvoering daarvan vast-gestelde Regeeringsverordening in I. S. n ° . 86. Bovendien bevat de Regeerings-verordening, afgekondigd in I . S. n°. 87, een verbod v a n afscheep v a n kedelé, soja en taotjo uit andere gewesten in Nederlandsch-Indië naar J a v a en Madoera, Bali en Lombok.

Voorts werden bij verschillende verordeningen vastgesteld de vergoedingen voor de afgifte v a n vergunningen t o t invoer v a n rijst en kedelé (in I. S. n°. 127 voor kedelé, gewijzigd bij die in I . S. n°. 180; in I. S. n°. 155 voor kleefrijst en in I. S.

n°. 544 voor alle soorten rijst m e t inbegrip v a n kleefrijst, gewijzigd in I. S. n°. 668).

Bij de rijst ver voer ordonnantie (I. S. 1934 n°. 371) zijn maatregelen getroffen t o t voorkoming v a n ongewenscht vervoer van rijst binnen het tolgebied van Neder-landsch-Indië; de uitvoering hiervan is geregeld bij de Regeeringsverordening in I. S. n°. 372, aangevuld bij die in I . S. n ° . 545.

Cement. De invoerbeperking werd bij de Regeeringsverordening in I . S. 1934 n°. 149 voor den tijd v a n 4 maanden en verder bij de invoer-ordon-nantie 1934 in I. S. n ° . 473 t o t 28 F e b r u a r i 1935 verlengd. Bij de crisis-cement-invoerverordening 1934 I I (I. S. n°. 474) en bij de crisis-cement-crisis-cement-invoerverordening 1934 I I I (I. S. n ° . 604) zijn voorschriften vastgesteld ter uitvoering van laatst-bedoelde ordonnantie.

Bier. De invoerbeperking v a n bier werd in 1934 geregeld bij de in I. S. n ° . 126 afgekondigde crisis-bier-invoerverordening 1934, bij de in I . S. n°. 363 afgekon-digde crisis-bier-invoerverordening 1934 I I en bij de crisis-bier-invoerordonnantie 1934 in I. S. n ° . 581, t o t welker uitvoering de in I. S. n°. 582 afgekondigde crisis-bier-invoerverordening 1934 I I I is vastgesteld.

Gebleekte stoffen. Bij de in I. S. 1934 n°. 98 afgekondigde gebleekte stoffen-crisis-invoerverordening 1934 werd voor een tijdvak van 10 m a a n d e n de invoer

150 D E ECONOMISCHE T O E S T A N D .

beperkt v a n cambrics, cambrics-shirtings, elefantes en madapollams, shirtings en longcloth, drillings, jeans en twills, satteens, flanellen en andere gebleekte katoenen stoffen, terwijl v a n verschillende dezer artikelen bepaalde hoeveelheden uit Nederland moesten worden betrokken. Deze maatregel werd gecontinueerd bij de in voer-ordonnantie gebleekte katoenen stoffen 1935 (I. S. 1934 n ° . 712), ter uitvoering w a a r v a n is vastgesteld de invoerverordening gebleekte katoenen stoffen 1935.

Bontgeweven textielgoederen. De crisis-textiel-invoerverordening 1934 (I. S. n ° . 60) strekte ter beperking v a n den invoer van een negental soorten bontgeweven textielgoederen voor een tijdvak v a n 3 m a a n d e n . V a n enkele d a a r v a n moeten be-paalde hoeveelheden uit Nederland worden betrokken. Bij de crisis-textiel-invoer-verordening 1 9 3 4 I I , de crisis-bontgeweven-stoffen-invoercrisis-textiel-invoer-verordening 1 9 3 4 I I I en de crisis-bontgeweven-stoffen-invoer-ordonnantie 1934 (I. S. nos 301, 638 en 678) werd de invoerbeperking verlengd. De crisis-bontgeweven stoffen-invoerverordening 1934 I V (I. S. n ° . 679) strekt t o t uitvoering v a n laatstgenoemde ordonnantie.

Oostpannen. Met ingang van 1 October 1934 werd bij de crisis-oostpannen-invoerverordening 1934 (I. S. n°. 597) voor een tijdvak v a n 3 m a a n d e n de invoer v a n gegoten ijzeren braadpannen, z.g. oostpannen, beperkt; de beperking werd t o t 31 J u l i 1935 gecontinueerd bij de in I. S. 1934 n°. 750 afgekondigde invoer-verordening oostpannen 1935.

Buitenlandsch betalingsverkeer. De betalingsmoeilijkheden, welke de Neder-landsche crediteuren ondervonden bij de voldoening v a n hunne vorderingen op enkele landen, noopten de Nederlandsche Regeering t o t het treffen v a n ingrijpende m a a t -regelen m e t betrekking t o t de clearing, de gecentraliseerde vereffening v a n schulden a a n het buitenland m e t vorderingen op datzelfde buitenland, welke ook voor Neder-landsch-Indië gelden.

Clearing-verdragen werden afgesloten met Chili, Turkije en Duitschland. Met in-gang v a n 20 November 1934 werden zij mede voor Nederlandsch-Indië v a n toe-passing verklaard.

De betreffende maatregelen zijn de volgende: de W e t I n t e r n a t i o n a a l Betalings-verkeer 1934 (N. S. n°. 583, I. S. n ° . 632); het K . B . Vcàn 16 Nov. 1934 n°. 16 (N. S.

n0. 587, I . S. n ° . 633) t o t vaststelling v a n het tijdstip van inwerkingtreding van bepaalde artikelen der W e t Internationaal betalingsverkeer 1934; het Besluit Inter-nationaal Betalingsverkeer Nederlandsch-Indië 1934 (N. S. n ° . 588, I . S. n°. 634);

de Clearing-documentenverordening Nederlandsch-Indië 1934 (I. S. n ° . 693); de bepalingen betreffende de invoering v a n de clearing in Nederlandsch-Indië (I. S.

n°. 694).

8. IJkwezen.

I n het a a n t a l ijkkantoren, t e n getale v a n 14, w a a r v a n 9 op J a v a en 5 in de Buiten-gewesten (3 op S u m a t r a , 1 op Borneo en 1 op Celebes), k w a m in 1934 geen wijziging;

wel zijn a a n de t o t sommige ijkkantoren behoorende ijkkringen nog enkele gebieden toegevoegd, namelijk de onderafdeeling Bolaang Mongondou der residentie Manado, eenige gedeelten v a n de Molukken, de residentie Timor en Onderhoorigheden en enkele plaatsen in de residentie Zuider- en Oosterafdeeling v a n Borneo (I. S. 1934 n°. 163), zoomede de residentie S u m a t r a ' s W e s t k u s t (I. S. 1934 n°. 681).

H e t ijkgebied o m v a t t e eind 1934 het grondgebied v a n geheel J a v a en Madoera, geheel S u m a t r a (met uitzondering v a n de residentie Riouw en Onderhoorigheden), het voornaamste deel v a n de residentie Zuider- en Oosterafdeeling v a n Borneo, nagenoeg geheel Celebes, de residentie Timor en Onderhoorigheden, alsmede enkele der voornaamste eilanden v a n het gouvernement der Molukken,

Ook gedurende het afgeloopen jaar heeft de invoering en de verdere doorvoering van de ijkvoorschriften bij de verschillende bevolkingsgroepen v a n Nederlandsch-Indië geen moeilijkheden opgeleverd, hetgeen is toe t e schrijven eenerzijds aan de soepele wijze, waarop wordt gewerkt door steeds, waar noodig, zooveel mogelijk rekening t e houden met de belangen v a n de herijkplichtigen, anderzijds aan de om-standigheid, d a t de groote massa der bevolking niet direct met de op het gebied v a n den ijk bestaande bepalingen in aanraking k o m t , aangezien de ijkvoorschriften niet v a n toepassing zijn op voor den straat- en pasar-handel gebruikte inhoudsmaten (art. 17 der ijkordonnantie, I. S. 1928 n°. 255). D a t niettegenstaande deze vrijstelling veelal toch vrijwillig t o t het gebruik v a n geijkte m a t e n wordt overgegaan, doordat de bevolking n a a r dergelijke m a t e n vraagt, wijst op een toenemend vertrouwen in de door het Gouvernement gewaarmerkte m a t e n . Voorts ondervindt de bevolking v a n het inwerking treden der ijkordonnantie voordeelen, doordat meer zekerheid wordt verkregen, d a t de inheemsche koopers in de toko's en winkels inderdaad de hoeveelheid ontvangen, welke h u n toekomt.

H e t a a n t a l onderzochte voorwerpen is v a n 660 895 in 1931 opgeloopen t o t 898 301 in 1934, terwijl de inkomsten zijn gestegen v a n f 600 701 in 1931 t o t f 733 527 m 1934. Deze inkomsten-vermeerdering is gedeeltelijk een gevolg v a n de plaats gehad hebbende uitbreiding v a n het ijkgebied, doch is mede toe t e schrijven aan de ver-scherpte controle uitgeoefend door den dienst v a n het ijkwezen. Zoo zijn in 1934 2084 plaatsen gecontroleerd, terwijl op 1474 plaatsen herijkzittingen zijn gehouden en 723 particuliere en gouvernementsinstellingen voor plaatselijk onderzoek zijn bezocht. H e t bereikte resultaat werd behaald, zonder d a t t o t aanstelling v a n nieuw personeel bij den dienst behoefde t e worden overgegaan.

Tevens zijn door den dienst meermalen steekproeven genomen uit de op pasars gekochte, door pasargangers bij zich gedragen hoeveelheden, alsook uit de in warongs en toko's t e n verkoop gereed liggende pakjes. Van de 352 gecontroleerde gevallen h a d d e n 238 koopers — of ruim 2/3 er van — een kleiner of grooter overwicht ontvan-gen, tegen 114 koopers een o v e r w i c h t , d a t als regel niet meer bedroeg dan 1 à 2 % . Deze controle beoogt het valsch wegen zooveel mogelijk tegen t e gaan.

Bij de verdere doorvoering v a n het metrieke stelsel werden ook in 1934 geen moeilijkheden ondervonden. V a n het aantal t e n ijk en herijk aangeboden voorwerpen voldeden 91,25 % aan de eischen v a n d a t stelsel. Niettemin wordt het geoorloofd gebruik van twee of meer stelsels v a n m a t e n en gewichten als een bezwaar gevoeld;

voornamelijk omdat, naar de praktijk heeft uitgewezen, een dergelijke toestand aan-leiding geeft t o t het plegen-van frauduleuze handelingen bij den opkoop van cultuur-producten v a n de bevolking.

De import v a n m a t e n en gewichten, benevens van meetwerktuigen is, vergeleken m e t het vorig jaar, m e t 15 % gedaald; daarentegen is de a a n m a a k van deze voor-werpen in Nederlandsch-Indië m e t ± 42 % toegenomen.

Zoo worden bijvoorbeeld de blikken inhoudsmaten t h a n s vrijwel alle in Indië g e m a a k t ; de vervaardiging door de inheemsche industrie van lengtematen, v a n ko-peren gewichten en van weegwerktuigen vertoont een stijging, terwijl zelfs ook enkele benzinepompen door die industrie werden geconstrueerd.

De import v a n J a p a n s c h e centesimaal-bascules is eenigermate toegenomen; deze weegwerktuigen, welke nóch in Indië, noch in Nederland worden gefabriceerd, voldoen over het algemeen goed aan de gestelde eischen.

De cijfers betreffende den import en a a n m a a k v a n nieuwe meet- en weegtoestellen over 1934 bedragen: 6536 lengtematen, 61 689 inhoudsmaten, 49 849 gewichten en 8049 weegwerktuigen, of tezamen 126 100 voorwerpen.

Voor ijk en herijk zijn onderzocht 28 261 lengtematen, 279 166 inhoudsmaten, 382 855 gewichten, 174 274 weeg werktuigen en 2761 benzinepompen; niet verplichte onderzoekingen zijn verricht ten aanzien van 10 tankwagens, 11 snelheidsmeters,

152 D E ECONOMISCHE T O E S T A N D .

1 stopwatch, 15 autowielwegers, 2 dradentellers, 56 benzine-kannen, 20 labora-torium-gewichten, 1 gasmeter en 1 laboratorium-balans. Voorts zijn 149 382 voor-werpen door den dienst v a n het ijkwezen gejusteerd en hersteld.

I n December 1934 h a d de benoeming v a n de standaard-commissie voor den meter en h e t kilogram plaats. N a a r aanleiding hiervan werd het beheer en de bewaring v a n den Nederlandsch-Indischen s t a n d a a r d van den meter en v a n het kilogram, waarmede t e voren het hoofd v a n den dienst v a n het ijkwezen was belast, a a n deze commissie overgedragen (zie B b . n°. 13288).

Als Nederlandsch-Indische s t a n d a a r d v a n den meter en het kilogram werden aangewezen een platina-iridium-meter v a n den X-vorm (n°. 27) en een verguld geelkoperen tonvormig kilogram (zie B b . n°. 13 329).

d. M U N T - , CREDIET- EN B A N K W E Z E N . COÖPERATIE.

1. Muntwezen.

a. Muntcirculatie. De inkrimping van de circulatie van teeken- en pasmunt

tezamen zette zich, even onderbroken in het 2de kwartaal, ook voor 1934 verder voort, hoewel in mindere mate dan in de vier voorafgegane jaren.

1ste kwartaal

Het volgend overzicht geeft een beeld van de wijzigingen in den omloop van teekenmunt, muntbiljetten en pasmunt afzonderlijk.

1930

Uit dit overzicht blijkt, dat in 1934 voor het eerst sedert jaren meer pasmunt naar het verkeer is afgevloeid dan uit de circulatie is teruggevloeid.

b. Onttrekking van oude teekenmunt. Als gevolg van de onttrekking van den

omloop van teekenmunt van het hooge gehalte ingevolge de z.g. gehaltewet van 27 Nov. 1919 (N.S. n°. 786, I. S. 1920 n°. 107) werd tot einde 1934 naar Nederland, voor zoover noodig ter ommunting en eventueel ter ontmunting, opgezonden voor een bedrag van f 133 470 000, waarvan f 70 780 000 aan rijksdaalders, f40 350 000 aan guldens en f 22 340 000 aan halve guldens.

Voor de gebiedsdeelen, waarvan de ingetrokken munten afkomstig zijn, is het

In document BIBLIOTHEEK KITLV •m (pagina 155-159)