• No results found

De opbrengsten van deze vroeg geoogste aanplantingen waren uiteraard belangrijk

In document BIBLIOTHEEK KITLV •m (pagina 56-60)

minder d a n normaal. Hierdoor en deels door droogte werd de gemiddelde productie voor J a v a en Madoera gedrukt; zij bedroeg n a a r schatting 76 q/ha versehe wortels, tegen 84 q/ha in 1933 en 81 q/ha gemiddeld in 1924/1933.

De totale productie v a n cassave wordt voor 1934 geraamd op 57 935 000 quintalen versehe wortels, tegen 58 313 000 quintalen in 1933 en 58 338 000 quintalen ge-middeld in 1924/1933.

Door de groote vraag n a a r cassave-producten voor binnenlandsche consumptie kregen de opkoopfabrieken in Priangan doorloopend weinig aanbod v a n grond-stoffen, terwijl ook de exporteurs van gaplek en gaplek-meel te Soerabaja en Semarang voortdurend moeite hadden om aan product t e komen.

Tot Augustus bestond van buitenlandsche zijde weinig belangstelling voor tapioca-producten, ondanks het feit, d a t exporteurs eenige malen hunne vraag-prijzen verlaagden. Verscheidene fabrikanten in Priangan gingen er toe over, een deel van h u n productie op de locale m a r k t t e brengen, n a a r het heette met succes.

Ook had eenige export van tapioca in verpakking voor detail-verkoop plaats naar landen in het Verre Oosten. Medio Augustus begon de m a r k t echter vrij snel op t e loopen, in hoofdzaak door vraag uit Amerika.

E e n en ander h a d t o t gevolg, d a t de prijzen v a n cassave-wortels en gaplek in h e t binnenland sterk opliepen. Bij het begin van 1934 bedroeg de gemiddelde pasar-prijs op J a v a en Madoera voor cassave n°. 1 f 0,70 per 100 kg, om in de eerste helft v a n het jaar langzaam, d a a r n a sneller, t e stijgen t o t f 1,15 in December.

Gaplek vertoonde een zelfde prijsbeweging en steeg v a n f 1,07 per 100 kg in J a n u a r i t o t f 2,79 einde verslagjaar. Plaatselijk waren de prijsverhoogingen veel grooter d a n deze gemiddelden aangeven.

Voor verschillende kwaliteiten fabrieksmeel, welke bij den aanvang van 1934 t e B a t a v i a f 4,37 t o t f 5,02 per 100 kg noteerden, bedroeg de prijs aan het einde v a n het jaar f 5,66 t o t f 6,88. Flakes A en seeds A kwamen van f 6,88 op f 8,50 à f 8,90; pearls A van f 7,28 op f 9,31 à f 9,47. Ook gaplek en gaplek-meel liepen belangrijk op. De Soerabaj a-noteering voor gaplek bedroeg bij het begin van 1934 per 100 kg fo. wagon f 1,88, per einde van het jaar f 3,64; de Semarang-noteering v a n gaplek-meel per 100 kg fo. wagon liep op v a n f 1,55 t o t f 2,76 à f 3,24.

Inclusief de productie van de cassave-ondernemingen bedroeg de J a v a - e x p o r t v a n tapioca-meel 93 203 ton, tegen 106 863 t o n in 1933 en 96 208 t o n gemiddeld in 1924/1933; van pearls, seeds, flakes en siftings bedroeg de uitvoer 19 474 ton, tegen 17 239 t o n in 1933 en 21 285 t o n gemiddeld in 1924/1933. I n 1934 bedroeg de export v a n gaplek 25 353 ton, tegen 29 639 ton in 1933 en 29 327 t o n gemiddeld in 1926/1933; van gaplek-meel bedroeg de uitvoer slechts 6975 ton, tegen 17 860 t o n in 1933 en 83 249 t o n gemiddeld in 1926/1933.

Bataten. De geoogste uitgestrektheid bedroeg 163 156 ha, tegen 159 846 ha in 1933 en 158 174 ha gemiddeld in 1924/1933. Van de geoogste uitgestrektheid in 1934 h a d 41,2 % betrekking op sawahs en 58,8 % op droge gronden; deze cijfers wijken weinig af v a n die v a n 1933 en zijn bijna dezelfde als de veeljarige gemiddelden.

De mislukte uitgestrektheid b a t a t e n bedroeg in 1934 767 ha, tegen 1382 ha in 1932 en 492 ha gemiddeld in 1924/1933.

De bataten-productie wordt voor 1934 geschat op 10 688 000 quintalen versehe knollen, tegen 11420 000 quintalen in 1933 en 10 572 000 quintalen gemiddeld in 1924/1933. De gemiddelde opbrengst in 1934 wordt getaxeerd op 65 q/ha versehe knollen, tegen 71 q/ha in 1933 en 67 q/ha gemiddeld in 1924/1933.

Aar duffelen. Dit gewas werd geoogst van 16 949 ha, tegen 17 455 ha in 1933 en 19 475 ha gemiddeld in 1924/1933.

Van de geoogste uitgestrektheid in 1934 h a d 10,5 % betrekking op sawahs en 89,5 % op droge gronden; vergeleken bij vorige jaren ging de sawahcultuur

52 D E ECONOMISCHE T O E S T A N D .

achteruit, in 1933 h a d nl. 13,7 % v a n de geoogste uitgestrektheid betrekking op sawahs en 86,3 % op droge gronden, terwijl de gemiddelden voor 1928/1933 res-pectievelijk 15,8 % en 84,2 % bedroegen.

Vergeleken bij 1933, breidde de cultuur zich in de belangrijkste aardappelcentra Malang en Kedoe iets u i t ; de teelt werd echter ingekrompen in Priangan, terwijl de geoogste uitgestrektheid in Soerakarta ongeveer op hetzelfde peil bleef.

De totale opbrengst v a n aardappelen wordt geschat op 845 000 quintalen knollen, tegen 793 000 quintalen in 1933 en 947 000 quintalen gemiddeld in 1924/1933.

De gemiddelde opbrengst in 1934 wordt geraamd op 50 q/ha knollen, tegen 45 q/ha in 1933 en 49 q/ha gemiddeld in 1924/1933.

Andere knolgewassen. I n 1934 werd een uitgestrektheid v a n 107 475 h a andere knolgewassen geoogst, tegen 102 385 h a in 1933 en 107 271 h a gemiddeld in 1924/1933.

Van de in 1934 geoogste uitgestrektheid h a d 4,4 % betrekking op sawahs en 95,6 % op droge gronden; voor 1933 bedroegen deze cijfers 3,9 % en 96,1 % , terwijl de veeljarige gemiddelden vrijwel dezelfde zijn als de cijfers voor 1934.

Aardnoten. De geoogste uitgestrektheid aardnoten bedroeg 207 863 ha, tegen 218 054 h a in 1933 en 208 216 h a gemiddeld in 1924/1933.

Van de in 1934 geoogste uitgestrektheid h a d 41,9 % betrekking op sawahs en 58,1 % op droge gronden; in 1933 werd n a a r verhouding iets meer v a n de sawahs geoogst, terwijl de gemiddelde cijfers voor de periode 1928/1933 zeer weinig af-wijken v a n die voor 1934.

I n vrijwel alle voor sawah-aardnoten belangrijke productie-gebieden ging de geoogste uitgestrektheid, vergeleken bij 1933, achteruit, h e t sterkst in Malang en in Soerabaja; alleen in Soerakarta h a d een vrij belangrijke uitbreiding plaats.

Terwijl in de meeste voor tegalan-aardnoten belangrijke streken de cultuur achter-uitging of practisch gelijk bleef, breidde de teelt zich in J o g j a k a r t a en in Soerakarta vrij sterk uit.

I n 1934 mislukten 2019 h a aardnoten, tegen 1376 h a in 1933 en 1057 h a gemiddeld in de jaren 1924/1933.

De aardnoten-productie wordt voor 1934 geraamd op 1 494 000 quintalen droog zaad, tegen 1 608 000 quintalen in 1933 en 1 526 000 quintalen gemiddeld in 1924/1933.

Aan de h a n d v a n deze cijfers wordt de gemiddelde productie in 1934 getaxeerd op 7,2 q/ha droog zaad, tegen 7,4 q/ha in 1933 en 7,4 q/ha gemiddeld in 1924/1933.

De uitvoer v a n gepelde aardnoten n a a r h e t buitenland daalde sterk en bedroeg slechts 6743 ton, tegen 16 706 t o n in 1933 en 13 279 t o n gemiddeld in 1924/1933, welke daling niet werd gecompenseerd door de stijging v a n den uitvoer v a n on-gepelde aardnoten; de export v a n onon-gepelde aardnoten bedroeg nl. 1279 ton, tegen 746 t o n in 1933 en 3237 t o n gemiddeld in 1924/1933. Van aardnoten-olie werd in 1934 uitgevoerd 4488 ton, tegen 5246 t o n in 1933 en 2358 t o n gemiddeld in 1924/1933.

Kedelè. De geoogste uitgestrektheid kedelé bedroeg 271 334 ha, tegen 280 494 ha in 1933 en 202 395 h a gemiddeld in 1924/1933. Van de in 1934 geoogste uit-gestrektheid h a d 84 % betrekking op sawahs en 16 % op droge gronden; voor

1933 bedroegen deze cijfers 82,9 % en 17,1 %, terwijl de gemiddelden voor de periode 1928/1933 78,9 % en 21,1 % zijn. Gedurende de laatste jaren n a m dus de sawah cultuur in beteekenis toe, hetgeen voornamelijk a a n de suikerrestrictie moet worden toegeschreven.

I n de meeste belangrijke sawah-kedelé-gebieden ging de geoogste oppervlakte,

vergeleken bij 1933, achteruit; in Soerabaja en in Kediri h a d echter uitbreiding plaats, in geringe m a t e ook in Malang. Van de streken m e t een belangrijke tegalan-kedelé-cultuur gaf Malang een vrij groote uitbreiding te zien, terwijl in Soerakarta en J o g j a k a r t a de cultuur tamelijk sterk werd ingekrompen.

De mislukte uitgestrektheid bedroeg 5323 ha, tegen 12 839 ha in 1933 en 3608 ha gemiddeld in 1924/1933. De mislukkingen in 1934 werden in hoofdzaak veroorzaakt door Plagiodera-aantasting en droogte.

De kedelé-productie wordt voor 1934 op 1 754 000 quintalen droog zaad ge-taxeerd, tegen 1 815 000 quintalen in 1933 en 1 222 000 quintalen gemiddeld in 1924/1933.

De gemiddelde opbrengst wordt voor 1934 geschat op 6,5 q/ha droog zaad, in 1933 was de geraamde gemiddelde opbrengst dezelfde, terwijl in 1924/1933 de productie gemiddeld 6 q/ha bedroeg.

De invoer u i t het buitenland van dit belangrijke voedingsmiddel daalde wederom sterk en bedroeg in 1934 voor J a v a en Madoera slechts 22 092 ton, tegen 47 655 t o n in 1933 en 79 715 t o n gemiddeld in 1924/1933.

Andere peulvruchten. Van deze gewassen werden 228 101 h a geoogst, tegen 226 557 ha in 1933 en 213 858 h a gemiddeld in 1924/1933. Van de in 1934 geoogste uitgestrektheid h a d 42,8 % betrekking op sawahs en 57,2 % op droge gronden;

voor 1933 bedroegen deze cijfers 40,5 % en 59,5 %, terwijl de gemiddelden voor 1928/1933 43,7 % en 56,3 % zijn.

Vergeleken bij 1933 vertoonden de streken met de grootste geoogste uitgestrekt-heden andere peulvruchten meerendeels uitbreiding van de cultuur; in J a p a r a / R e m b a n g en in geringe m a t e in Malang h a d echter inkrimping plaats. De mislukte uitgestrektheid bedroeg 5527 ha, tegen 12 017 ha in 1933 en 3000 ha gemiddeld in 1924/1933.

E e n van de belangrijkste gewassen v a n deze groep is k r a t o k (Phaseolus lunatus).

I n 1934 werd v a n kratok-zaad 2170 t o n uitgevoerd, tegen 5205 t o n in 1933 en 5696 t o n gemiddeld in 1930/1933. De uitvoer is practisch geheel voor J a p a n bestemd.

Inlandsche tabak. De geoogste uitgestrektheid bedroeg 167 609 ha, tegen 129 758 ha in 1933 en 156 023 ha gemiddeld in 1924/1933.

De cultuur van sawah-tabak werd in 1934 sterk uitgebreid; 45,1 % van do geoogste uitgestrektheid h a d betrekking op sawahs en 54,9 % op droge gronden, tegen 38,4 % en 61,6 % in 1933 en 43,8 % en 56,2 % gemiddeld in 1928/1933.

De sterkste uitbreiding v a n de sawah-tabak vond plaats in het belangrijke tabakscentrum Bodjonegoro. De in 1934 geoogste oppervlakte was hier bijna driemaal zoo groot als die in 1933. Ook in Besoeki breidde de sawahtabak-cultuur zich sterk uit, in Kedoe was de toeneming het kleinst. Aan de cultuur v a n tegalan-t a b a k werd eveneens in Bodjonegoro en Besoeki de grootegalan-tstegalan-te uitegalan-tbreiding gegeven, terwijl de uitgestrektheden in Kedoe en Banjoemas slechts geringe wijzigingen ondergingen.

I n 1934 mislukten 3623 ha t a b a k , tegen 14 387 ha in 1933 en 2179 ha gemiddeld in 1924/1933.

De opkoopfirma's in de verschillende productie-centra op J a v a richtten haar belangstelling, meer dan in vorige jaren, hoofdzakelijk op het betere product en betaalden hiervoor over het algemeen redelijke prijzen. I n vele streken bleven de landbouwers m e t vrij groote hoeveelheden onverkoopbaar product van inferieure kwaliteit zitten, welke zij meestal, zij het tegen zeer lage prijzen, aan Chineesche opkoopers konden slijten.

H e t volgend staatje geeft een overzicht van de krosok-opkoopprijzen m de belangrijkste productie-gebieden.

54

D B ECONOMISCHE T O E S T A N D .

Gebied.

Besoeki . . . ld. . . . Loemadjang. .

ld. . . ld. . . Bodjonegoro . Kedoe . . . .

Product.

Krosok naoogst-1933

In document BIBLIOTHEEK KITLV •m (pagina 56-60)