• No results found

Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

In document Veranderingen in het handboek 2012 (pagina 59-62)

6 Stap Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw berekenen

6.2 Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

In deze paragraaf vindt u informatie over de inkomens­

afhankelijke bijdrage Zvw (hierna: bijdrage Zvw):

• bijdrage Zvw inhouden (zie paragraaf 6.2.1)

• bijdrage Zvw aanmerkelijkbelanghouder en directeur­

grootaandeelhouder (zie paragraaf 6.2.2)

• bijdrage Zvw vergoeden (zie paragraaf 6.2.3)

• vergoeding ziektekostenregeling verrekenen met vergoeding bijdrage Zvw (zie paragraaf 6.2.4)

• uitzonderingen (zie paragraaf 6.2.5)

6.2.1 Bijdrage Zvw inhouden

Naast de nominale premie Zvw moet iedere verzekerings­

plichtige een bijdrage Zvw betalen. U moet de bijdrage Zvw inhouden op het nettoloon van uw werknemers en vervolgens via de aangifte loonheffingen aan ons betalen.

U mag de bijdrage niet aftrekken van het loon voor de loonheffingen. Het maakt niet uit of uw werknemers loon uit tegenwoordige of loon uit vroegere dienstbetrekking krijgen. U moet de bijdrage Zvw ook inhouden op bepaalde pensioenen, lijfrente­uitkeringen en periodieke uitkeringen.

Ook op het loon van werknemers jonger dan 18 jaar moet u de bijdrage Zvw inhouden.

Als hoofdregel geldt dat u een bijdrage van 7,10% (normaal tarief ) moet inhouden op het loon, tot een maximum­

bijdrageloon van € 50.064. De tarieven van de bijdrage Zvw zijn per 1 januari 2012 gedaald, omdat het maximum­

bijdrageloon is verhoogd.

In paragraaf 6.2.5 kunt u lezen in welke situaties u geen bijdrage Zvw hoeft in te houden en in welke situaties u een bijdrage van 5% (verlaagd tarief ) op het loon moet inhouden. Bij elke situatie staat of u de bijdrage Zvw wel of niet moet vergoeden.

Let op!

Over winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en bepaalde periodieke uitkeringen heffen wij de bijdrage Zvw van de verzekeringsplichtige door het opleggen van een aanslag.

De bijdrage Zvw berekent u over het loon voor de loon­

belasting/volksverzekeringen verminderd met de verplichte vergoeding van de bijdrage Zvw (zie paragraaf 6.2.3) die u de werknemer in het loontijdvak betaalt. De bijdrage Zvw berekent u volgens de methode van het voortschrijdend

cumulatief rekenen (vcr). Zie voor een toelichting op en een beschrijving van deze berekeningsmethode paragraaf 5.5.3.

Berekening per loontijdvak

U berekent de bijdrage Zvw per loontijdvak, net als de andere loonheffingen. Het loontijdvak is de periode waar over het loon wordt genoten (zie paragraaf 7.3.4). Vaak is dat een kalendermaand of een periode van vier weken, maar het kan ook een week of een dag zijn. Als u bijvoorbeeld de maand tabel gebruikt voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, gaat u voor de berekening van de bijdrage Zvw ook uit van een maand (zie tabel 21 tot en met 23 achter in dit handboek).

Genietingsmoment

Als een werknemer een deel van een loontijdvak verzekerings­

plichtig is en een deel niet, dan bepaalt het moment waarop de werknemer het loon geniet, of er een loontijdvak voor de Zvw is:

• Is uw werknemer verzekeringsplichtig en geniet hij loon voor de Zvw, dan is er een loontijdvak voor de Zvw. Dit is hetzelfde loontijdvak dat u ook voor de berekening van de loonbelasting gebruikt.

• Is uw werknemer op het genietingsmoment niet verzekerings­

plichtig, dan is er geen loontijdvak voor de Zvw.

Let op!

Hetzelfde geldt voor de premies werknemersverzekeringen (zie paragraaf 5.5.2.)

Voorbeeld 1

Uw fulltimewerknemer heeft een loontijdvak van een maand. Hij is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen maar wel voor de volks-verzekeringen. Hij heeft over de maanden januari tot en met maart loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen. Voor de loonbelasting/volks- verzekeringen past u de maandtabel toe. Dit loontijdvak geldt ook voor de Zvw. Voor de Zvw heeft de werknemer drie cumulatieve loontijdvakken (januari tot en met maart) van een maand.

Voorbeeld 2

Uw fulltimewerknemer heeft een loontijdvak van een maand. Hij is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hij is in de maanden april tot en met juli niet verzekerd voor de volksverzekeringen. Hij heeft in de maanden april tot en met juli alleen loon voor de loonbelasting. Voor de loonbelasting past u de maandtabel toe. De werknemer ontvangt geen loon waarover hij bijdrage Zvw betaalt. Voor de Zvw heeft de werknemer daarom in de maanden april tot en met juli geen loontijdvakken.

Voorbeeld 3

Uw fulltimewerknemer heeft een loontijdvak van een maand. Hij is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Maar van 15 augustus tot en met 31 augustus is hij wel verzekerd voor de volksverzekeringen. U betaalt het loon op 20 augustus. Uw werknemer heeft in augustus loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen. Omdat er loon is voor de volksverzeke-ringen is er ook loon voor de bijdrage Zvw. Voor de loonbelasting/premie

volksverzekeringen past u de maandtabel toe. Dit loontijdvak geldt ook voor de Zvw. Het loontijdvak voor de Zvw is daarom een maand.

U betaalt in een loontijdvak tegelijkertijd loon uit tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking

Betaalt u een werknemer in een loontijdvak tegelijkertijd loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en loon uit vroegere dienstbetrekking? Dan geldt het volgende:

• Is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking hoger dan het maximumbijdrageloon in het loontijdvak?

Dan houdt u 7,10% bijdrage Zvw in over het maximum­

bijdrageloon in het loontijdvak. U vergoedt de bijdrage (zie paragraaf 6.2.3).

• Is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking niet hoger dan het maximumbijdrageloon in het loontijdvak?

Dan gaat u als volgt te werk:

1. U houdt op het loon uit tegenwoordige dienstbetrek­

king 7,10% bijdrage Zvw in. U vergoedt de bijdrage (zie paragraaf 6.2.3).

2. U houdt op het loon uit vroegere dienstbetrekking tot het maximumbijdrageloon 5% bijdrage Zvw in. U hoeft de bijdrage niet te vergoeden.

Het maximumbijdrageloon per loontijdvak vindt u in tabel 21, 22 en 23 achter in dit handboek.

Herleidingsregels

Voor de berekening van de bijdrage Zvw rekent u voor de maximumbijdrage met een jaarbedrag. Voor de herleiding naar een bedrag per dag, per maand en per vier weken rekent u tot en met 2010 met 261 dagen. Met ingang van 1 januari 2011 gaat u voor de Zvw uit van 260 dagen per jaar.

Hierbij gaat u uit van de rekenregels die al gelden voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen.

De nieuwe systematiek is verwerkt in de Toelichting loonbere-kening vcr 2011 en in de Toelichting loonbereloonbere-kening vcr 2012.

De toelichting voor 2012 kunt u in de loop van 2012 downloaden van www.belastingdienst.nl. Als u nog berekeningen moet maken over periodes vóór 1 januari 2011, gebruikt u de systematiek die toen gold.

Let op!

Hetzelfde geldt voor de premies werknemersverzekeringen (zie paragraaf 5.5.2.)

Anonieme werknemers

Voor anonieme werknemers mag u bij de berekening van de bijdrage Zvw geen rekening houden met het maximum­

bijdrageloon. U moet daardoor in sommige gevallen een hogere bijdrage Zvw inhouden. U mag bij de vergoeding van de bijdrage Zvw (zie paragraaf 6.2.3) wel rekening houden met het maximumbijdrageloon.

6.2.2 Bijdrage Zvw aanmerkelijkbelanghouder en directeur-grootaandeelhouder

Een aanmerkelijkbelanghouder (zie ook paragraaf 15.1) die verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, moet 7,10% bijdrage Zvw betalen. U bent verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

De aanmerkelijkbelanghouder die ook directeur­groot­

aandeelhouder is en dus niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, moet 5% bijdrage Zvw betalen (zie ook paragraaf 6.2.5). Dit geldt ook voor de aanmerkelijk­

belanghouder die uitsluitend fictief loon geniet of zijn beloning één keer per jaar laat uitbetalen. U bent niet verplicht de bijdrage Zvw te vergoeden. Als u dit toch doet, is de vergoeding loon voor de Zvw en de loonbelasting/

volksverzekeringen.

6.2.3 Bijdrage Zvw vergoeden

Als de werknemer loon uit tegenwoordige dienstbetrekking of bepaalde socialezekerheidsuitkeringen heeft, bent u in principe verplicht om de ingehouden bijdrage Zvw aan de werknemer te vergoeden. De vergoeding is loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen, maar geen loon voor de overige loonheffingen. Per saldo betekent dit voor de werk nemer dat hij van u de bijdrage Zvw vergoed krijgt, maar dat hij wel de loonbelasting/premie volksverzekeringen over deze vergoeding betaalt.

In paragraaf 6.2.5 kunt u lezen in welke (uitzonderings­) situaties u de bijdrage Zvw niet hoeft te vergoeden.

Voorbeeld

Een werknemer heeft een brutoloon van € 2.400 per maand en u houdt op dat loon € 100 pensioenpremie in. Dat levert de volgende loonberekening op:

Brutoloon € 2.400,00

Ingehouden pensioenpremie € 100,00

-Loon voor de werknemersverzekeringen € 2.300,00 Ingehouden premies werknemersverzekeringen 0,00

-Loon voor de Zvw € 2.300,00

Vergoeding bijdrage Zvw (7,10% van € 2.300,00) 163,30 + Loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen € 2.463,30 Ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen (stel) € 600,00 Ingehouden bijdrage Zvw (7,10% van € 2.300,00) € 163,30

€ 763,30

-Nettoloon € 1.700,00

Vergoeding hoger dan bijdrage Zvw

Vergoedt u meer dan de ingehouden bijdrage Zvw, dan is het meerdere loon voor alle loonheffingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om volledige of gedeeltelijke vergoedingen van de nominale premie en de premie voor aanvullende verzekeringen die een werknemer rechtstreeks aan zijn zorgverzekeraar moet betalen. Voor meer informatie zie paragraaf 6.2.4 en 19.58.

Als de werknemer in het vorige tijdvak anoniem was

Viel de werknemer eerst onder het anoniementarief, maar in een later tijdvak niet meer? Dan kan de werkgeversver­

goeding eenmalig hoger zijn dan de ingehouden bijdrage.

Omdat u nu rekening houdt met het maximumbijdrageloon, kan de ingehouden bijdrage lager zijn dan de vergoeding of zelfs negatief, doordat u de vcr­systematiek toepast.

U vergoedt daardoor in dit tijdvak meer dan het bedrag dat u inhoudt. Het meerdere mag u opgeven als werkgevers­

vergoeding, tot maximaal het bedrag van de wettelijk verplichte vergoeding.

Als u niet verplicht bent de bijdrage Zvw te vergoeden Als u niet verplicht bent de ingehouden bijdrage Zvw te vergoeden, maar dit toch doet, is de hele vergoeding loon voor alle loonheffingen. Als de werknemer niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, is de vergoeding uitsluitend loon voor de Zvw en de loon belasting/

volksverzekeringen. Dit is bijvoorbeeld zo als er sprake is van loon uit vroegere dienstbetrekking of als u de vergoeding betaalt aan een directeur­grootaandeelhouder of een pseudowerknemer.

6.2.4 Vergoeding ziektekostenregeling verrekenen met vergoeding bijdrage Zvw

Het kan zijn dat u uw werknemers in 2012 een vergoeding voor een ziektekostenregeling moet betalen op grond van een arbeidsovereenkomst die op 31 december 2005 bestond.

In de Zorgverzekeringswet (Zvw) is geregeld dat u deze vergoeding volledig of gedeeltelijk mag aftrekken van het bedrag dat u aan bijdrage Zvw moet vergoeden. U mag maximaal het bedrag dat u aan nominale premie vergoedt, aftrekken. Door deze regeling wordt slechts een deel van de ziektekostenvergoeding loon voor alle loonheffingen.

Voorbeeld

Op grond van de cao betaalt u uw werknemer een vergoeding voor een ziektekostenregeling van € 150,00 per maand. Het maandloon voor de Zvw bedraagt € 2.500,00. De nominale premie van de werknemer bedraagt

€ 100,00 per maand. De bijdrage Zvw voor deze werknemer is 7,10% van

€ 2.500,00 = € 177,50.

Van de vergoeding voor de ziektekostenregeling van € 150,00 mag u € 100,00 (de nominale premie) aftrekken van uw verplichte vergoeding voor de bijdrage Zvw. Dat betekent dat u nog een bedrag van (€ 177,50 - € 100,00 =)

€ 77,50 aan vergoeding van de bijdrage Zvw moet betalen.

De vergoeding voor de bijdrage Zvw is alleen loon voor de loonbelasting/

volksverzekeringen. Dit geldt ook voor het bedrag van de ziektekosten-vergoeding dat u mag aftrekken van de ziektekosten-vergoeding van de bijdrage Zvw (€ 100 in het voorbeeld). De resterende vergoeding voor de ziektekosten-regeling (€ 50 : totale premie van € 150 minus € 100) is loon voor alle loonheffingen.

U bent niet verplicht om de vergoeding voor de ziekte­

kostenregeling te verrekenen met de vergoeding voor de bijdrage Zvw. Als u daar wel voor kiest, kunt u de vergoeding voor de ziektekostenregeling op deze manier in uw aangifte loonheffingen verwerken. U kunt dat doen met ingang van het eerstvolgende aangiftetijdvak, maar ook nog met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007. In dat laatste geval moet u correcties indienen (zie hoofdstuk 11).

6.2.5 Uitzonderingen

Voor de volgende loonbestanddelen en uitkeringen geldt een uitzondering op de hoofdregel:

• Over het loon dat u als reder betaalt aan zeevarenden, hoeft u geen bijdrage Zvw in te houden. Het percentage voor de bijdrage Zvw is voor hen 0%.

• Over het loon van militairen in actieve dienst en militairen die buitengewoon verlof met behoud van wedde hebben, houdt het ministerie van Defensie geen bijdrage Zvw in. Als deze militairen bij u een andere (niet­militaire) dienstbetrekking hebben, dan houdt u ook geen bijdrage Zvw in.

• Over het loon van pseudowerknemers (opting­in) houdt u 5% bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om deze bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over het loon van een directeur­grootaandeelhouder (zie paragraaf 6.2.2) die niet verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, houdt u 5% bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over loon uit vroegere dienstbetrekking (met uitzondering van aow­uitkeringen) van personen die ouder zijn dan 65 jaar, houdt u 5% bijdrage Zvw in. Dit geldt vanaf de eerstvolgende kalendermaand nadat de werknemer/

uitkeringsgerechtigde 65 jaar is geworden. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over aow­uitkeringen houdt u 7,10% bijdrage Zvw in.

De aow­uitkering is in verband hiermee verhoogd.

U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over bepaalde wettelijke pensioenen houdt u 5% bijdrage Zvw in. Het gaat bijvoorbeeld om pensioenen op grond van de Toeslagwet Indonesische Pensioenen 1956 en de Garantiewet Surinaamse Pensioenen. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over lijfrenten, uitkeringen aan verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers en uitkeringen van beroepspensioen­

fondsen houdt u 5% bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon (stamrechtuitkeringen; zie ook paragraaf 19.33) houdt u 5% bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over (pre)pensioen­ en vut­uitkeringen houdt u 5%

bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om de bijdrage

Zvw te vergoeden. Deze uitzondering geldt niet voor vut­uitkeringen die vóór 1 januari 2006 zijn ingegaan en waarvoor de uitkeringsgerechtigde verzekerd was voor de Zfw. Voor deze laatste groep moet u dus 7,10% bijdrage Zvw inhouden en vergoeden.

• Over periodieke uitkeringen in verband met invaliditeit, ziekte of een ongeval houdt u 5% bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden. Als het recht op de periodieke uitkeringen is opgenomen in de cao of de arbeidsovereenkomst, houdt u 7,10% bijdrage Zvw in.

U bent dan wel verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

• Over lijfrente­uitkeringen aan minderjarigen en meerder jarigen en uitkeringen uit een lijfrentespaarreke­

ning of uit een lijfrentebeleggingsrekening houdt u 5%

bijdrage Zvw in. U bent niet verplicht om de bijdrage Zvw te vergoeden.

Let op!

Voor werknemers met een Nederlandse (pensioen)uitkering die niet in Nederland wonen, gelden ook bijzondere regels voor de berekening van de bijdrage Zvw. Voor meer informatie zie paragraaf 17.3.3.

Meer informatie over de Zorgverzekeringswet kunt u vinden op www.rijksoverheid.nl.

6.3 Teruggaaf van in 2011 te veel

In document Veranderingen in het handboek 2012 (pagina 59-62)