• No results found

Premiekorting oudere werknemers

In document Veranderingen in het handboek 2012 (pagina 47-50)

5 Stap Premies werknemers- werknemers-verzekeringen berekenen

5.8 Premiekorting oudere werknemers

In 2012 hebt u in de volgende situaties recht op premie­

korting voor oudere werknemers:

• U neemt in 2012 een uitkeringsgerechtigde in dienst die 50 jaar of ouder is (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers) (zie paragraaf 5.8.1).

• U hebt een werknemer van 62 jaar of ouder in dienst (premiekorting in dienst hebben oudere werknemers) (zie paragraaf 5.8.2).

In paragraaf 5.8.3 leest u wat u moet doen als u voor een werknemer recht hebt op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers en op de premiekorting in dienst hebben oudere werknemers. Hoe u de premiekorting oudere werk­

nemers toepast, staat in paragraaf 5.8.4 en in paragraaf 5.8.5 vindt u informatie over de hoogte van de premiekorting.

Samenloop premiekorting oudere werknemers en arbeids-gehandicapte werknemers

Voor een werknemer voor wie u recht hebt op de premie­

korting oudere werknemers, kunt u tegelijkertijd recht heb­

ben op de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemers.

De werknemer moet dan wel voldoen aan de eisen voor die premiekorting (zie paragraaf 5.9).

5.8.1 Premiekorting in dienst nemen oudere werknemers

De premiekorting in dienst nemen oudere werknemers geldt voor werknemers van 50 jaar of ouder die direct voor indienst­

treding recht hadden op een van de volgende uitkeringen:

• werkloosheidsuitkering (ww, iow, wachtgeld)

Hieronder valt ook een uitkering waarmee uwv de verplich­

ting van een betalingsonmachtige werkgever overneemt.

• arbeidsongeschiktheidsuitkering (wao, wia, Wet Wajong, Waz, Wamil)

• nabestaandenuitkering (Anw)

Voor de werknemer die recht had op een Anw­uitkering, gelden als extra eisen dat hij voor indiensttreding ten minste twee jaar recht had op de nabestaandenuitkering en dat hij in die periode geen arbeidsinkomen had.

• inkomensondersteuning Wet Wajong

• bijstandsuitkering (Wwb, ioaw, ioaz)

• uitkeringen op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Neemt u in 2012 zo’n werknemer in dienst, dan hebt u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van € 6.500 per jaar. Bij een dienst­

verband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder (zie paragraaf 5.8.5). De premiekorting kan ook nooit meer zijn dan het bedrag aan premies dat u betaalt (zie paragraaf 5.10).

U kunt de premiekorting toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal drie jaar en uiterlijk totdat uw werknemer 65 jaar wordt. Voor de premie korting in dienst nemen oudere werknemers maakt het niet uit of de werk­

nemer een tijdelijk of een vast contract heeft. En ook de hoogte van de uitkering die de werknemer had voordat hij bij u in dienst kwam, is niet van belang: het mag ook een gedeeltelijke uitkering zijn.

Verklaring aanvragen

Wilt u de premiekorting in dienst nemen oudere werk­

nemers toepassen, dan moet u kunnen bewijzen dat de werknemer voor zijn indiensttreding een van de boven­

genoemde uitkeringen kreeg. De werknemer kan een verklaring bij zijn uitkerende instantie aanvragen waarin staat dat hij recht had op een uitkering voor hij bij u in dienst trad. Als uw werknemer u machtigt, kunt u die verklaring ook zelf aanvragen. Bewaar de verklaring bij uw loonadministratie.

Informatie over de procedure voor het aanvragen van zo’n verklaring vindt u op www.uwv.nl, www.abp.nl of www.svb.nl. Als uw werknemer recht had op een uitkering van een gemeente, kunt u het best contact opnemen met die gemeente.

Geen recht op premiekorting in dienst nemen oudere werknemers U hebt geen recht op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers:

• voor een werknemer die op het moment van indienst­

treding 50 jaar of ouder was en voor wie u daarom recht had op de premievrijstelling oudere werknemers (zie paragraaf 5.7) als deze werknemer bij u uit dienst treedt of is getreden en u hem binnen zes maanden opnieuw aanneemt

• voor een werknemer die u al in dienst hebt en die meer uur gaat werken of een andere functie krijgt

Het eventueel al bestaande recht op premiekorting voor deze werknemer loopt wel gewoon door. De premiekor­

ting kan bij een urenuitbreiding in omvang toenemen.

• bij direct opeenvolgende dienstverbanden, bijvoorbeeld als u een tijdelijk contract verlengt (er is dan geen sprake van een nieuwe dienstbetrekking)

Het eventueel al bestaande recht op premiekorting voor deze werknemer loopt wel gewoon door.

• voor dienstbetrekkingen die in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (wsw) volledig gesubsidieerd zijn Is de dienstbetrekking gedeeltelijk gesubsidieerd, dan komt u wel in aanmerking voor de premiekorting.

Voorbeeld

U hebt vanaf juni 2011 een schoonmaker van 55 jaar in dienst met een jaar-contract voor 50% van de werktijd (20 uur per week). Voor de andere 50%

heeft de werknemer een WW-uitkering. Tot juni 2011 had deze werknemer een fulltimebaan bij een andere werkgever. Het contract met u en de WW-uitkering eindigen per juni 2012. U geeft de werknemer per juni 2012 een vast contract als chauffeur voor 50% van de werktijd. Voor de andere 50% treedt hij – ook per juni 2012 – voor een jaar als portier in dienst bij een andere werkgever.

U hebt geen recht op premiekorting in dienst nemen oudere werknemers, omdat er geen sprake is van indiensttreding, maar van verlenging van een contract. Dat de werknemer een andere functie krijgt, maakt geen verschil.

De andere werkgever heeft wel recht op premiekorting, omdat hij iemand in dienst neemt die direct vóór indiensttreding een WW-uitkering had en ouder is dan 50 jaar. Dat het een tijdelijk contract is, maakt niet uit. En ook maakt het niet uit dat de werknemer geen volledige WW-uitkering kreeg.

Omdat er sprake is van een contract voor 20 uur per week, is de premie-korting € 3.612 (20/36 van € 6.500).

5.8.2 Premiekorting in dienst hebben oudere werknemers

Hebt u in 2012 een werknemer in dienst die 62 jaar of ouder is? Dan hebt u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van maximaal € 2.750 per jaar. Bij een dienstverband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder (zie ook 5.8.5).

De premiekorting kan ook nooit meer zijn dan het bedrag aan premies dat u betaalt (zie ook paragraaf 5.10).

U kunt de premiekorting in dienst hebben oudere werk­

nemers toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar uiterlijk totdat uw werknemer 65 jaar wordt.

Geen recht op premiekorting in dienst hebben oudere werknemers U hebt geen recht op de premiekorting in dienst hebben oudere werknemers voor dienstbetrekkingen die in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (wsw) volledig gesubsidieerd zijn. Is de dienstbetrekking gedeeltelijk gesubsidieerd, dan komt u wel in aanmerking voor de premiekorting.

5.8.3 Samenloop premiekorting in dienst nemen oudere werknemers en premiekorting in dienst hebben oudere werknemers

Hebt u voor een werknemer recht op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers én op de premiekorting in dienst hebben oudere werknemers, dan hebt u in eerste instantie alleen recht op de eerste premiekorting. U past eerst alleen de premiekorting in dienst nemen oudere werk­

nemers toe.

Als u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers voor de maximale periode van drie jaar hebt toegepast, past u daarna de premiekorting in dienst hebben oudere werk­

nemers toe. Dat doet u vanaf de eerste dag van het aangifte­

tijdvak waarin de termijn van drie jaar van de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers eindigt.

Voorbeeld

Op 10 februari 2012 neemt u een uitkeringsgerechtigde aan die dan 60 jaar is. Op 12 november 2013 wordt deze werknemer 62 jaar. U hebt een aangiftetijdvak van een maand.

U past de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers toe tot 1 februari 2015. Vanaf 1 februari 2015 past u de premiekorting in dienst hebben oudere werknemers toe.

5.8.4 Premiekorting oudere werknemers toepassen

U hoeft ons geen toestemming te vragen om de premie korting in dienst nemen en in dienst hebben oudere werknemers toe te passen.

De premie waarmee u de premiekorting verrekent, mag betrekking hebben op andere werknemers dan de werk­

nemer(s) voor wie u recht hebt op de premiekorting oudere werknemers. Wat u moet doen als u niet alle premie korting in een bepaald loontijdvak kunt verrekenen, leest u in paragraaf 5.10.

U neemt een werknemer opnieuw in dienst na een volledige premiekortingsperiode

Het kan zijn dat u de dienstbetrekking beëindigt van een werknemer voor wie u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers hebt toegepast voor de maximale periode van drie jaar. Als u deze werknemer binnen drie jaar na afloop van de premiekortingsperiode opnieuw in dienst neemt, mag u voor deze werknemer deze premiekorting niet meer toepassen.

U neemt een werknemer opnieuw in dienst na een onvolledige premiekortingsperiode

Een onderbreking van het dienstverband tijdens een lopende premiekortingsperiode kan gevolgen hebben voor de periode dat u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers mag toepassen. Die gevolgen zijn afhankelijk van de duur van de onderbreking.

Als het dienstverband minder dan drie maanden is onder­

broken, gaat u ervan uit dat de dienstbetrekking niet is onderbroken. U telt de premiekortingsperioden voor en na de onderbreking bij elkaar op totdat u de premiekorting drie jaar hebt toegepast.

Voorbeeld

U neemt op 1 maart 2012 een uitkeringsgerechtigde in dienst voor wie u maximaal drie jaar recht hebt op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers. In juni en juli 2012 is het dienstverband met deze werknemer onderbroken. U hebt over de maanden juni en juli 2012 voor deze werknemer geen recht op de premiekorting. Maar de premiekortingsperiode wordt wel met twee maanden verlengd tot 1 mei 2015.

Als het dienstverband drie maanden of meer onderbroken is, wordt de premiekortingsperiode niet verlengd. Deze blijft maximaal drie jaar. In de periode dat het dienstverband is onderbroken, mag u de premiekorting niet toepassen.

Voorbeeld

U neemt op 1 maart 2012 een uitkeringsgerechtigde in dienst voor wie u maximaal drie jaar recht hebt op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers. Van juni tot en met december 2012 is het dienstverband met deze werknemer onderbroken. U hebt over de maanden juni tot en met december 2012 voor deze werknemer geen recht op de premiekorting en de premiekortingsperiode eindigt per 1 maart 2015.

Uw werknemer neemt volledig onbetaald verlof

Hebt u een werknemer in dienst voor wie u de premie korting oudere werknemers toepast? En neemt deze werknemer volledig onbetaald verlof op? Dan hebt u tijdens deze periode geen recht op de premiekorting oudere werknemers.

De korting is namelijk gekoppeld aan het aantal overeen­

gekomen of uitbetaalde uren. Bij onbetaald verlof is het aantal overeengekomen uren nul.

Bij onbetaald verlof gelden dezelfde regels voor de premie­

korting in dienst nemen oudere werknemers als bij een tijdelijke onderbreking van de dienstbetrekking. Als het dienstverband minder dan drie maanden is onderbroken, gaat u ervan uit dat de dienstbetrekking niet is onderbroken.

U telt de premiekortingsperioden voor en na de onderbreking bij elkaar op totdat u de premiekorting drie jaar hebt toegepast.

De dienstbetrekking blijft tijdens het onbetaald verlof wel bestaan.

Uw werknemer werkt niet meer

Als uw (oudere) werknemer nog wel in dienst is, maar niet meer werkt, bijvoorbeeld omdat hij een volledige arbeids­

ongeschiktheidsuitkering heeft, dan hebt u geen recht op de premiekorting oudere werknemers.

U neemt een onderneming over

Als u een onderneming volledig of gedeeltelijk overneemt, dan gaan er misschien werknemers naar u over voor wie de oude werkgever premiekorting toepaste. U kunt dan de premiekorting voor de resterende periode overnemen.

Van overname van een onderneming is sprake bij een fusie of splitsing, maar bijvoorbeeld ook bij het inbrengen van een eenmanszaak of vennootschap onder firma in een bv.

5.8.5 Hoogte van de premiekorting oudere werknemers

In deze paragraaf leest u hoe u de premiekorting berekent voor:

• werknemers die niet fulltime werken

• werknemers zonder vast overeengekomen arbeidsduur

• werknemers met een dienstbetrekking die niet het hele aangiftetijdvak duurt

• werknemers die werken op basis van stukloon

Werknemers die niet fulltime werken

Als de werknemer minder dan 36 uur per week voor u werkt, moet u het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen.

U doet dit bij werknemers met een vast overeengekomen aantal uren door de overeengekomen arbeidsduur te delen door 36. Is het vast overeengekomen aantal uren meer dan 36, dan moet u toch uitgaan van 36 uur.

Voorbeeld

Werknemer A, voor wie u recht hebt op premiekorting in dienst nemen oudere werknemers, heeft een deeltijdcontract van 20 uur. Daarom moet u de premiekorting herleiden.

U deelt de overeengekomen uren door 36. U hebt een aangiftetijdvak van een maand. De premiekorting per maand per werknemer is maximaal

€ 6.500/12 = € 541,67. De premiekorting voor werknemer A is dan:

20/36 x € 541,67 = € 300,93.

Werknemers zonder vast overeengekomen arbeidsduur Bij werknemers zonder vast overeengekomen arbeidsduur gaat u uit van de uitbetaalde uren in het aangiftetijdvak gedeeld door de normuren per vier weken (144) of per maand (156). Als u meer uren hebt uitbetaald dan de norm uren, gaat u uit van de normuren en niet van de uitbetaalde uren.

Voorbeeld

Werknemer B, voor wie u recht hebt op premiekorting in dienst nemen oudere werknemers, heeft geen vast overeengekomen arbeidsduur.

In januari 2012 hebt u werknemer B voor 120 uur betaald. U hebt een aangiftetijdvak van een maand.

U herleidt de premiekorting door de uitbetaalde uren te delen door 156.

De premiekorting per maand per werknemer is maximaal € 6.500/12 =

€ 541,67. De premiekorting voor werknemer B over januari 2012 is dan 120/156 x € 541,67 = € 416,67.

Werknemers met een dienstbetrekking die niet het hele aangiftetijdvak duurt

Als een werknemer met een vast overeengekomen aantal uren niet het hele aangiftetijdvak bij u in dienst is, moet u het bedrag van de premiekorting evenredig verlagen.

U vermenigvuldigt het bedrag aan premiekorting waarop u recht zou hebben als de werknemer het hele aangiftetijdvak bij u in dienst was, met: het aantal kalenderdagen dat de werknemer tijdens het aangiftetijdvak bij u in dienst was, gedeeld door het aantal kalenderdagen in het aangiftetijdvak.

Voorbeeld 1

Op 9 januari 2012 neemt u werknemer C in dienst voor 36 uur per week.

Voor deze werknemer hebt u recht hebt op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers. U hebt een aangiftetijdvak van een maand.

De werknemer is in januari 23 dagen bij u in dienst. De premiekorting per maand per werknemer is maximaal € 6.500/12 = € 541,67. De premiekorting voor werknemer C over januari 2011 is dan: 23/31 x € 541,67 = € 401,88.

Voorbeeld 2

Op 12 maart 2012 neemt u werknemer D in dienst voor 36 uur per week.

Voor deze werknemer hebt u recht hebt op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers. U hebt een aangiftetijdvak van vier weken.

De werknemer is in het derde aangiftetijdvak van 2012 (dat loopt van 27 februari 2012 tot en met 25 maart 2012) 14 dagen bij u in dienst. De premiekorting per vier weken per werknemer is maximaal € 6.500/13 = € 500.

De premiekorting voor werknemer D over het derde aangiftetijdvak is dan:

14/28 x € 500 = € 250,00.

Werknemers die werken op basis van stukloon

Hebt u een werknemer die op basis van stukloon voor u werkt? Dan gebruikt u het volledige bedrag aan premiekorting per aangiftetijdvak als het brutoloon van de werknemer minstens het minimumloon per 1 januari is. Is het bruto­

loon van deze werknemer lager dan het minimumloon per

1 januari, dan moet u het bedrag van de premiekorting even­

redig verlagen. U vermenigvuldigt het bedrag aan premie­

korting waarop u recht zou hebben als het brutoloon van de werknemer minstens het minimumloon zou zijn, met: het brutoloon van de werknemer in het aangiftetijdvak, gedeeld door het minimumloon in het aangiftetijdvak. Voor werkne­

mers van 23 jaar en ouder is het minimumloon per 1 januari 2012 € 1.446,60 per maand en € 1.335,40 per vier weken.

Voorbeeld

Werknemer E werkt voor u op basis van stukloon. Voor deze werknemer hebt u recht op de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers. Zijn bruto-loon is in januari 2012 € 1.000. U hebt een aangiftetijdvak van een maand.

De premiekorting per maand per werknemer is maximaal € 6.500/12 =

€ 541,67. De premiekorting voor werknemer E over januari 2012 is:

(€ 1.000/ € 1.446,60) x € 541,67 = € 374,44.

5.9 Premiekorting

In document Veranderingen in het handboek 2012 (pagina 47-50)