U berekent de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de zogenoemde grondslag voor de loonbelasting/
volksverzekeringen. U bepaalt deze grondslag als volgt:
Brutoloon
- Werknemersdeel pensioenpremie + Loon in natura exclusief privégebruik auto 1 + Aanspraken die tot het loon horen
= Grondslag voor de werknemersverzekeringen - Ingehouden werknemersdeel levensloopregeling 2 + Privégebruik auto
= Grondslag Zvw
+ Vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw
= Grondslag voor de loonbelasting/volksverzekeringen
1 Onder de werkkostenregeling kunt u loon in natura ook in de vrije ruimte onderbrengen (zie paragraaf 18.1.4). In dat geval neemt u het niet mee in de loonberekening.
2 De levensloopregeling geldt alleen nog voor werknemers die al in 2011 in deze regeling spaarden en die op 31 december 2011 een spaartegoed hebben van minimaal € 3.000 (zie paragraaf 21.2).
Hierna ziet u een voorbeeld van een loonberekening.
Dit voorbeeld bevat niet alle mogelijke loonbestanddelen, maar is gebaseerd op veelvoorkomende bestanddelen.
Bij enkele loonbestanddelen staat € 0,00, met daarachter een plus of minteken. Dat loonbestanddeel zit niet in deze voorbeeldberekening, maar het geeft wel de plek in de loonberekening aan en of het een bijtel of aftrekpost is.
Voorbeeld
Een werkgever houdt voor een werknemer die is geboren in 1958, loon-belasting/premie volksverzekeringen in volgens de witte maandtabel.
Hij past de loonheffingskorting toe. Voor de premie WW-Awf houdt hij rekening met een franchise van € 1.435,75 per maand. De werkgever is aangesloten bij sector 33 en hij gebruikt voor deze werknemer risicopremie-groep 02. Het premiepercentage voor de premie sectorfonds is dus 2,63%.
Het premiepercentage voor de gedifferentieerde premie WGA dat de werk-gever van ons heeft gekregen, is 1,00%. De werknemer heeft een auto van de zaak met een bijtelling van € 400 per maand. Zijn eigen bijdrage is
€ 100. De werkgever betaalt € 200 per maand aan pensioenpremie, waarvan hij € 100 inhoudt op het loon van de werknemer.
Te betalen door
Berekening nettoloon
Berekening loonkosten
Berekening grondslagen
Brutoloon Werkgever € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00
Pensioenpremie Werkgever € 100,00 +
Werknemer € 100,00 - € 100,00
-Levensloopregeling: werkgeversbijdrage 1 Werkgever € 0,00 + € 0,00 +
Aanspraken die tot het loon horen Werkgever € 0,00 + € 0,00 +
Loon in natura Werkgever € 0,00 + € 0,00 +
Grondslag voor de werknemersverzekeringen € 1.900,00
Premie WW-Awf (4,55%) 2 Werkgever € 21,12 +
Premie sectorfonds (2,63%) 3 Werkgever € 49,97 +
Basispremie WAO/WIA (5,05%) 4 Werkgever € 95,95 +
Gedifferentieerde premie WGA (1%) 5 Werkgever € 19,00 +
Privégebruik auto 6 Werkgever pm + € 400,00 +
Werknemer € 100,00 - € 100,00
-Levensloopregeling: werkgeversbijdrage 1 Werkgever € 0,00
-Levensloopregeling: werknemersbijdrage 1 Werknemer € 0,00 - € 0,00
-Grondslag voor de Zorgverzekeringswet € 2.200,00
Zvw-vergoeding (7,10%) 7 Werkgever € 156,20 + € 156,20 + € 156,20 +
Grondslag voor de loonbelasting/
volksverzekeringen € 2.356,20
Loonbelasting/premie volksverzekeringen 8 Werknemer € 543,83 -
Zvw-bijdrage (7,10%) 7 Werknemer € 156,20
-Nettoloon werknemer € 1.256,17
Kostenvergoeding 9 Werkgever € 0,00 + € 0,00 +
Premiekortingen € 0,00
-Afdrachtvermindering € 0,00
-Loonkosten voor de werkgever 10 € 2.442,24
1 De levensloopregeling geldt alleen nog voor werknemers die al in 2011 in deze regeling spaarden en die op 31 december 2011 een spaartegoed hebben van minimaal € 3.000 (zie paragraaf 21.2). De werkgeversbijdrage voor de levensloopregeling is wel belast voor de werknemersverzekeringen, maar niet voor de Zvw en loonbelasting/volksverzekeringen.
2 4,55% x (€ 1.900,00 (grondslag) - € 1.435,75 (franchise)). In dit voorbeeld staat geen werknemersdeel premie WW-Awf, omdat deze premie 0% is.
3 2,63% x € 1.900,00 4 5,05% x € 1.900,00 5 1% x € 1.900,00
6 U moet voor de werknemer voor de auto een vast percentage bijtellen. Dit zijn niet de werkelijke kosten van de auto.
7 7,10% x € 2.200,00
8 Bedrag volgens de witte maandtabel (zie paragraaf 7.3).
9 Dit bedrag betaalt u netto aan de werknemer uit. Als u gebruikmaakt van de werkkostenregeling (zie hoofdstuk 18), kan het zijn dat u hierover eindheffing moet betalen.
Zie paragraaf 4.5.1 als u gebruikmaakt van de oude regeling van vrije vergoedingen en verstrekkingen.
10 De kosten van de auto zijn niet in dit bedrag verwerkt.
In bepaalde situaties (zie paragraaf 7.6) zijn er speciale regels die van invloed zijn op de premies werknemers
verzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw ( hierna: bijdrage Zvw) en op de loonbelasting/premie volksverzekeringen. Dat is het geval als:
• u uw werknemer verschillende lonen uit vroegere dienstbetrekking betaalt
• u een uitkering voor uwv doorbetaalt aan uw werknemer
• u een aanvulling betaalt op een uitkering die uwv aan uw werknemer betaalt
7.2 Wanneer loonbelasting/premie volksverzekeringen inhouden:
hoofdregel
U houdt de loonbelasting/premie volksverzekeringen in op het zogenoemde genietingsmoment van het loon. Dit is het moment waarop:
• u het loon betaalt, verrekent of ter beschikking stelt
• het loon rentedragend wordt
• het loon vorderbaar en inbaar wordt
U houdt de loonbelasting/premie volksverzekeringen in zodra een van deze drie situaties zich voordoet. Voor het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen gebruikt u de loonbelastingtabellen (zie paragraaf 7.3) die gelden op het moment waarop u de loonbelasting/premie volksverzekeringen inhoudt. U verwerkt het loon en de loonheffingen in de aangifte over het tijdvak waarin het genietingsmoment valt.
Loon in natura
Verstrekt u loon in natura, bijvoorbeeld een geschenk of een personeelsfeest, dan geniet de werknemer dat loon op het moment waarop hij het krijgt. U verwerkt het loon in de aangifte over het tijdvak waarin de werknemer het loon geniet. De waarde van het loon in natura en het verwerken daarvan in de loonadministratie zijn afhankelijk van de regeling die u gebruikt: de oude regeling van vrije vergoe
dingen en verstrekkingen of de werkkostenregeling (zie ook paragraaf 4.4). Maakt u gebruik van de werkkostenregeling, dan is in veel gevallen de waarde op de inkoopfactuur het loon. Hebt u nog geen factuur en moet u aangifte doen?
Ga dan uit van de offerte of maak een redelijke schatting.
Nadat u de factuur hebt ontvangen, corrigeert u zo nodig de eerdere aangifte.
Nabetalingen: loon-in-systematiek
Als u nabetalingen doet, moet u dat loon volgens de hoofd
regel aangeven in het tijdvak waarin uw werknemer het loon geniet. Dit is de zogenoemde looninsystematiek.
Nabetalingen zijn achteraf vastgestelde betalingen, bijvoor
beeld in verband met een nieuwe cao, achteraf toegekende pensioenen of individuele loonsverhogingen. Zie voor een voorbeeld paragraaf 7.3.5, onder ‘U doet nabetalingen’.
Voorschotten
Bij een voorschot op het loon moet u de loonbelasting/
premie volksverzekeringen volgens de hoofdregel inhouden op het tijdstip waarop u het voorschot aan de werknemer uitbetaalt.
7.2.1 Wanneer loonbelasting/premie volks-verzekeringen inhouden: uitzonderingen op de hoofdregel
Op de hoofdregel voor het inhouden van loonbelasting/
premie volksverzekeringen zijn uitzonderingen voor:
• fictief loon
• loon dat u in januari betaalt voor tijdvakken van het vorige jaar
• opgetelde belaste en onbelaste autokilometer vergoedingen
• loon op een ongebruikelijk tijdstip
• nabetalingen: loonoversystematiek
Fictief loon
Het genietingsmoment van fictief loon van een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang is het eind van het kalender
jaar of het moment waarop de dienstbetrekking eindigt.
Let op!
Fictief loon is niet hetzelfde als gebruikelijk loon (zie paragraaf 15.1).
Loon dat u in januari betaalt voor tijdvakken van het vorige jaar Als het in uw bedrijf gebruikelijk is dat u in januari loon uitbetaalt dat u nog toekent aan loontijdvakken van het vorige jaar, dan mag u afwijken van de hoofdregel en dat loon nog in de laatste aangifte van het vorige jaar aangeven.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om ‘gewoon’ loon van december, om overwerkloon of om kostenvergoedingen die door nacalculatie alsnog loon zijn.
Opgetelde belaste en onbelaste autokilometervergoedingen Misschien geeft u een werknemer voor sommige auto
kilometers een hogere vergoeding dan € 0,19 per kilometer en voor andere kilometers een lagere vergoeding. Om te bepalen welk bedrag u moet belasten, mag u alle kilometers optellen en alle vergoedingen optellen. Als u zo komt tot een gemiddelde vergoeding die hoger is dan € 0,19 per kilometer, dan is het meerdere belast loon. Als u gebruik
maakt van de werkkostenregeling, geldt een fictief genietings moment van 31 december van het jaar waarin u de vergoeding hebt gegeven. Maakt u gebruik van de oude regeling van vrije vergoedingen en verstrekkingen, dan mag u onder voorwaarden het loon toerekenen aan het eerste loontijdvak van het jaar dat volgt op het jaar waarin u de vergoeding hebt gegeven. Zie paragraaf 20.1.4.
Loon op een ongebruikelijk tijdstip
Als u met uw werknemer afspreekt dat hij zijn loon geheel of gedeeltelijk op een ongebruikelijk tijdstip krijgt, dan is het genietingsmoment toch het tijdstip waarop u het loon normaal gesproken zou uitbetalen.
Nabetalingen: loon-over-systematiek
Als u een nabetaling doet, bijvoorbeeld in verband met een nieuwe cao of een individuele loonsverhoging, moet u dat loon volgens de hoofdregel aangeven in het tijdvak waarin u het loon uitbetaalt. Dit is de zogenoemde loonin
systematiek. Maar voortaan mag u die nabetaling ook aan
geven in het tijdvak waarop de nabetaling betrekking heeft.
Dit is de zogenoemde loonoversystematiek. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
• De nabetaling heeft betrekking op een eerder tijdvak in hetzelfde kalenderjaar.
• Het was voor u ook in voorgaande jaren gebruikelijk om nabetalingen aan te geven in het tijdvak waarop deze betrekking hebben.
• U verwerkt alle nabetalingen in het kalenderjaar op dezelfde manier, namelijk in het tijdvak waarop deze betrekking hebben. U maakt dus nieuwe loonberekeningen over deze tijdvakken.
• Als u een nabetaling verwerkt in een tijdvak waarvoor u al aangifte hebt gedaan, corrigeert u deze aangifte.
U verzendt de correctie tegelijk met de aangifte over het tijdvak waarin u de nabetaling doet. Zie ook paragraaf 11.2.
Zie voor een voorbeeld paragraaf 7.3.5, onder ‘U doet nabetalingen’.
Negatief loon
Als u een werknemer te veel loon hebt betaald en de werk
nemer dit loon aan u terugbetaalt, noemen we dat negatief loon (zie ook paragraaf 4.10). Dit negatieve loon kunt u bij de loonoversystematiek ook zien als een negatieve nabetaling.
U verwerkt dit negatieve loon dus op dezelfde wijze in uw loonadministratie als een positieve nabetaling.
Nabetalingen of negatief loon over een vorig jaar
Als (een deel van) de nabetaling of het negatieve loon betrekking heeft op een tijdvak van 2011 of eerder, moet u (dat deel van) die nabetaling of het negatieve loon volgens de hoofdregel behandelen als loon van het tijdvak waarin u de nabetaling uitbetaalt of het negatieve loon terugbetaald krijgt (het looninsysteem).
U wilt de loon-over-systematiek gaan gebruiken
Gaat u voor het eerst loonheffingen inhouden en betalen?
Dan geldt voor u de hoofdregel: u past de looninsyste
matiek toe, tenzij u een salarispakket gaat gebruiken dat is gebaseerd op de loonoversystematiek. Bent u al werkgever en gebruikt u de looninsystematiek, dan mag u alleen overstappen naar de loonoversystematiek als u een ander salarispakket gaat gebruiken dat is gebaseerd op de loonoversystematiek.
U wilt de loon-in-systematiek gaan gebruiken
Past u de loonoversystematiek toe, maar wilt u overstappen naar de looninsystematiek? Dat mag altijd, maar bij voorkeur doet u dat per 1 januari van het volgende jaar.