• No results found

5. Feiten en bevindingen ten aanzien van de beleidsbepalers van Visie

5.3 De indiensttreding van [G] bij Visie

Visie heeft gedurende het onderzoek ten kantore van Visie op 22 juni 2015 diverse documenten aan de AFM verstrekt, waaronder ook e-mailboxen van medewerkers van Visie. Uit onderzoek van de e-mailboxen blijkt dat [G]

per 1 januari 2015 in dienst is getreden bij Visie in de functie van directeur. Voordien stuurde xxxxxxxxxxxxxx facturen aan Visie voor de werkzaamheden van [G] voor Visie. Tevens blijkt uit het digitaal onderzoek van de AFM naar de e-mailboxen van Visie dat [G] niet voor 0,2 fte werkzaam is, zoals op vermeld op het ‘werknemers- en salarisoverzicht’ van Visie alsmede de arbeidsovereenkomst van [G], maar dat zij ten minste tweewekelijks op vrijdagochtend aanwezig dient te zijn. [G] beschikt daarnaast pas sinds 13 maart 2015 over een e-mailaccount bij Visie. Hieronder wordt dit toegelicht.

5.3.1 Arbeidsovereenkomst van [G]

Op 16 januari 2015 stuurt [B] een e-mailbericht naar de e-maillijst ‘xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx’, met als onderwerp ‘xxxxxxxxxxxxxx Visie’:

“Gents,

Ik heb met [G] afgesproken dat zij tenminste tweewekelijks vrijdagochtend bij ons aanwezig zal zijn. Ik zal zorgen dat zij dan ook een werkplek heeft zodat zij haar eigen werkzaamheden kan doen. Hierdoor leert zij onze mensen kennen en vice versa.

Verder afgesproken met haar dat zij bij ons op de loonlijst komt en niet meer een factuur vanuit xxxxxxxxxxxxxx stuurt. Met [F] besproken, voor ons maakt het niet uit maar zij voelt zich er prettiger bij.

Zij vindt dat ze dan beter kan aantonen dat ze zowel voor visie werkt alsook voor xxxxxxxxxxxxxx.

Ik zal voor haar een contract laten opmaken. Functie directeur, 20% fte, salaris xxxxxxxxx per maand. Kan wat mij betreft een contract zijn voor onbepaalde tijd.”

Op 21 januari 2015 vindt er e-mailcorrespondentie plaats tussen xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx) en [B]

(xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx) over de arbeidsovereenkomst tussen xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx en Visie. xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx stuurt een mailbericht naar [B], met als onderwerp “AOK xxxxxxxx”. Het e-mailbericht bevat de volgende tekst:

“Hoi [B],

Kun jij even kijken naar deze concept overeenkomst?

Ik ben ervan uitgegaan dat ze zowel geen vakantiedagen als vakantiegeld krijgt.

Kun jij kijken of de rest van de artikelen goed zijn?

Na jouw akkoord stuur ik het naar [G].”

Als bijlage bij voornoemd e-mailbericht is een niet ondertekende arbeidsovereenkomst tussen [G] (werknemer) en Visie (werkgever) opgenomen. Namens Visie staan als ondertekenaars [B] en [F] genoemd. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat [G] per 1 januari 2015 in dienst treedt bij Visie in de functie van directeur.

Ten aanzien van de werkzaamheden van [G] is in de overeenkomst het volgende opgenomen:

“Artikel 2 Werkzaamheden

1. Werknemer zal bij aanvang van het dienstverband werkzaam zijn in de functie van Directeur.

2. Werkgever kan nadere procedure en/of regels stellen voor de uitoefening van de functie. Werknemer zal deze procedures en/of regels naleven als ware deze onderdeel van de Overeenkomst zijn.

(…)

4. Werknemer is gehouden alle door Werkgever opgedragen werkzaamheden uit te voeren, voor zover deze redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd en voor zover zij verband houden met de werkzaamheden van de Groep en de functie van Werknemer.

(…)

9. Tenzij expliciet overeengekomen is Werknemer niet bevoegd om Werkgever noch enig ander Groepsmaatschappij te vertegenwoordigen.”

Naast zojuist genoemd artikel bevat de arbeidsovereenkomst verder geen beschrijving(en) van de werkzaamheden van [G]. In artikel 2 lid 9 van de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat [G] niet bevoegd is Visie noch enig ander Groepsmaatschappij te vertegenwoordigen, tenzij expliciet overeengekomen. In de arbeidsovereenkomst is niet vastgelegd dat [G] en Visie overeen zijn gekomen dat [G] bevoegd is Visie te vertegenwoordigen. De AFM heeft ook geen andere stukken aangetroffen waaruit blijkt dat Visie en [G] (expliciet) zijn overeengekomen dat [G]

bevoegd is Visie te vertegenwoordigen. Daarnaast is [G] op grond van artikel 2 lid 2 en 4 van de arbeidsovereenkomst gehouden om de door Visie opgedragen werkzaamheden uit te voeren en de gestelde procedures en regels na te leven.

Op 21 januari 2015 beantwoordt [B] het e-mailbericht van xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx met het verzoek vakantiedagen en -geld in de arbeidsovereenkomst op te nemen, waarna hij akkoord is.

Op 16 februari 2015 stuurt [G] vanaf het e-mailadres xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, een e-mailbericht met het onderwerp “Vrijdag” aan [B] waarin de volgende tekst is opgenomen:

“Ik kom vrijdag weer rond 10.00 uur naar Hilversum.

Ben jij er dan?

Kan jij ook regelen dat mijn contract er is om te tekenen?”

[B] laat diezelfde dag per e-mailbericht aan [G] weten vrijdag aanwezig te zijn en ervoor te zorgen dat haar contract er ligt.

Op 19 maart 2015 vindt e-mailcorrespondentie plaats tussen [G] (vanaf e-mailadres xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx) en [B], met als onderwerp “volgende week”. Hieruit blijkt dat [G], in tegenstelling tot de acht uur per week die in haar arbeidsovereenkomst met Visie is vastgelegd, slechts eenmaal per twee weken een dag aanwezig bij Visie op kantoor:

“Hoi [B], Ik kom niet morgen maar volgende week en dan weer om de week. Past beter in mijn schema.

Tot volgende week.”

5.3.2 Het e-mailaccount van [G] bij Visie

Uit het digitaal onderzoek van de AFM komt naar voren dat het e-mailadres van [G] bij Visie in maart 2015 is aangemaakt. Op 6 maart 2015 stuurt xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (xxxxxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx) een e-mailbericht aan xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, met als onderwerp “mailaccount [G]”. In het mailbericht verzoekt xxxxxxxxxxxxxx om zo snel mogelijk een e-mailaccount aan te maken voor [G] met het volgende e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxx@visieverzekeringen.nl. Op 13 maart 2015 stuurt xxxxxxxxxxxxxx vervolgens een e-mailbericht naar [G]

(xxxxxxxxxxxxxx@visieverzekeringen.nl) met als onderwerp “email account Visie”, waarin onder andere de accountgegevens van het e-mailadres voor [G] zijn opgenomen. Hieruit blijkt dat het e-mailaccount van [G] op de server van het domein xxxxxxxxxxxxxxxxxxx staat en via dat domein te benaderen is. [G] beschikt derhalve pas vanaf 13 maart 2015 over een e-mailadres bij Visie, te weten xxxxxxxxxxxxxx@visieverzekeringen.nl.

De AFM heeft digitaal onderzoek verricht naar de e-mailboxen van Visie. Hierbij is onder andere gekeken naar de e-mailaccounts van [G] en [B]. De AFM heeft de hoeveelheid ontvangen en verzonden e-mailberichten van [G] en [B] onderzocht. Daarbij zijn de e-mailaccounts van [G] en [B] binnen Visie meegenomen, alsook e-mailberichten van/naar andere e-mailadressen van [G] en/of [B] waarin het woord ‘Visie’ voorkomt.

De resultaten van de hoeveelheid e-mailberichten zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Van e-mailadres From To

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 8 12

[G]@visieverzekeringen.nl 0 6

[B]@visieverzekeringen.nl 4 167

[B]@xxxxxxxxxx AND content:visie

0 191

[B]@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx AND content:visie

135 331

Uit het onderzoek blijkt dat [G] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 22 juni 2015 geen e-mailberichten heeft verstuurd vanaf het e-mailadres [G]@visieverzekeringen.nl. Wel heeft [G] in de periode van 1 januari 2015 tot en met 22 juni 2015 acht e-mailberichten verstuurd vanaf haar e-mailadres bij xxxxxxxxxxxxxx [G]@xxxxxxxxxxxxxxxxx, waarin gesproken wordt over Visie. Daarnaast heeft [G] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 22 juni 2015 zes e-mailberichten ontvangen op haar e-mailadres van Visie en zijn er in de periode 1 januari 2015 tot en met 22 juni 2015 twaalf e-mailberichten gestuurd naar het e-mailadres van [G] bij xxxxxxxxxxxxxx, [G]@xxxxxxxxxxxxxxxxx, waarin gesproken wordt over Visie.

De e-mailberichten die gedurende de periode van 1 januari 2015 tot en met 22 juni 2015 naar [G] zijn gestuurd, hebben allemaal betrekking op formele stukken waarbij de handtekening van [G] in de hoedanigheid van beleidsbepaler van Visie is vereist. xxxxxxxxxxxxxxxxxxx (xxxxxxxxxxxxx) stuurt bijvoorbeeld op 3 april 2015 een e-mailbericht naar [G] op zowel het e-mailadres [G]@visieverzekeringen.nl als [G]@xxxxxxxxxxxxxxxxx, met als onderwerp “Benoeming [O] dagelijks beleidsbepaler”, waarin xxxxxxxxxxxxx [G] verzoekt het in de bijlage opgenomen formulier betreffende de aanmelding van [O] bij de AFM als beleidsbepaler van Visie, te ondertekenen en retour te zenden.

De door [B] verstuurde en ontvangen e-mailberichten die betrekking hebben op Visie en/of die verstuurd zijn vanaf/ontvangen zijn op zijn e-mailaccount bij Visie, betreffen een veelvoud van het aantal ontvangen/verzonden mailberichten van [G]. [B] heeft namelijk in de periode 1 januari 2015 tot en met 22 juni 2015 167

e-mailberichten ontvangen op zijn e-mailadres van Visie, [B]@visieverzekeringen.nl. Daarnaast heeft [B] in voornoemde periode 191 e-mailberichten ontvangen op zijn e-mailadres bij [S], [B]@xxxxxxxxxx

en 331 e-mailberichten op zijn e-mailadres bij [R], [B]@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx, waarin gesproken wordt over Visie. In dezelfde periode heeft [B] vier e-mailberichten verstuurd vanaf zijn e-mailadres van Visie

[B]@visieverzekeringen.nl. Hij heeft daarnaast in voornoemde periode 135 mailberichten verstuurd met zijn e-mailadres bij [B]@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx waarin werd gesproken over Visie.