• No results found

Het ethnografisch museum te Breda

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 174-177)

Toen 24 November 1938 het vernieuwde ethnografische museum op het Kasteelplein te Breda ingewijd werd door den minister-president H. Colijn, in tegenwoordigheid van den Minister van Koloniën Ch. J. I. M. Welter en vele andere autoriteiten, is daar-van in de pers gewag gemaakt als daar-van een gebeurtenis daar-van be-teekenis. De verzameling, ontstaan door de samenvoeging van hetgeen bij den voormaligen Hoofdcursus te Kampen en bij de K. M. A. te Breda was bijeengebracht ten gebruike bij het onder-wijs aan de aanstaande officieren van het Indisch leger, heeft hierdoor voldoende algemeene aandacht getrokken om te mogen aannemen, dat bij menigeen de vraag kan zijn opgekomen: wat is er met die verzameling, in dat museum, gebeurd, nadat de K. M. A., als opleidings-instituut van officieren buiten werking werd gesteld? Bij ons k w a m deze vraag althans op en het is het resultaat der ingewonnen inlichting, dat wij hier laten volgen.

Het m u s e u m neemt de geheele ruimte in van de vroegere ambtswoning van den gouverneur der K. M. A., de verzameling is daar methodisch gerangschikt onder leiding van den kapitein der infanterie K. N. I. L. Dr. J. M. Somer, die leeraar was aan de K. M. A. Deze was nog in functie toen de gebeurtenissen van Mei 1940 tot de opheffing der militaire opleidings-instelling leidden, m a a r hij had tijdens de mobilisatie van het leger een werkkring buiten Breda gehad.

Bij zijn terugkomst te Breda, op 15 Juli, vond hij het museum tijdelijk gesloten en gedeeltelijk waren de voorwerpen in het ge-bouw opgeborgen.

Dr. Somer stelde pogingen in het werk om het museum, dat tijdelijk bij den Opbouwdienst was ondergebracht, weer te doen open gaan. Er moest een autoriteit gevonden worden, die als ver-antwoordelijk beheerder wilde optreden. Oorspronkelijk n a m de gemeente Breda het beheer op zich, doch kosten zouden hiervoor niet gemaakt kunnen worden. Zonder uitgaven zon het behoud echter een onmogelijkheid zijn.

173

Intusschen was gebleken, dat het Afwikkelingsbureau van het Departement van Defensie het beheer zelf wenschte te blijven voeren. De conservator was inmiddels op non-activiteit gesteld, doch hij bleef vrijwillig zijn werk verrichten, terwijl hij pogingen deed om definitief in het m u s e u m te werk gesteld te worden.

De Genie zorgt, evenals vroeger, voor het onderhoud van het gebouw, een bescheiden som werd beschikbaar gesteld voor ver-warming en inwendige verzorging.

Zoo was het object, het m u s e u m met zakelijken inhoud, gered.

Gered werd ook het in functie-blijven van den amanuensis, den heer J. Assenberg, die niet op wachtgeld werd gesteld.

Tegen 1 December werd in Den Haag beslist, dat de werkzaam-heid van een actief conservator! voor dit m u s e u m voorloopig op-geschort kon worden; de bibliothecaris van de gesloten K. M. A.

zou verder als beheerder optreden. Kapitein Dr. Somer werd dientengevolge van het beheer ontheven.

Indien men zich op het standpunt stelt, dat de ethnografische verzameling alleen en uitsluitend aangelegd was ten bate en ten behoeve van het onderwijs aan de a.s. officieren, was er iets voor te zeggen, haar nu te laten sluimeren, totdat na het intreden van den vrede nader over haar lot zou worden beslist. Maar toch zou een dergelijke opvatting niet getuigen van het bezien der kwestie met een ruimen blik. W a s de verzameling met een speciaal doel bijeen gebracht en stelselmatig uitgezocht, verzorgd en gerang-schikt, dan lag daarin volstrekt niet opgesloten, dat haar betee-kenis binnen dat beperkte doel bevangen was. Haar waarde als volkenkundige instelling van de koloniën reikt veel verder, en deze zal juist eerst ten volle tot haar recht kunnen komen, wanneer het m u s e u m voor iedereen wordt open gesteld: voor wetenschappelijk onderzoek, voor belangstellenden in Indië, voor het groote publiek, dat te weinig van de Oost weet.

In die richting zou het Bredasche m u s e u m zich nu vrij moeten kunnen gaan ontwikkelen, doch het zou tevens open moeten blijven voor het ontvangen van nader toevloeiende geschenken.

Het een werkt op het andere in. Bezoekers worden op de ge-dachte gebracht bewaarde ethnografische voorwerpen aan het museum af te staan, waar zij beter tot h u n recht komen, dan thuis in kast of kamer.

Vond deze gedachtengang, die ook in het geval, dat de K. M. A.

weer eenmaal onderwijsinrichting zal worden, zijn volle betee-kenis zal behouden, ingang, dan moest de verzameling echter niet achter gesloten deuren inslapen, dan moest zij een levend museum blijven, maar dan moest ook een ervaren leider meer doen dan beheeren.

174

Zoo dacht ook Dr. Somer er over. Hij voelde niet voor een over-gang naar den Opbouwdienst, m a a r begreep, dat hij om ten deze iets te bereiken de medewerking noodig had van het Departement van Onderwijs. Na een bespreking op dat Departement, trad dit in overleg met het Hoofd van het Afwikkelingsbureau van het Departement van Defensie en werd bereikt, dat de ontheffing van den conservator ongedaan werd gemaakt. Sedert 1 J a n u a r i j.1. is Dr. Somer dan ook weer officieel in functie als conservator. Dat is de gebruikelijke titel, m a a r deze is op te vatten in zijn ruimste beteekenis, eigenlijk van directeur van het museum.

Inmiddels had Dr. Somer doorgewerkt en bij zijn benoeming had hij een „Gids voor den bezoeker van het Ethnografiscb museum te Breda" klaar, die, in d r u k verschenen, een prachtige wegwijzer is door klein-Indië op het Kasteelplein 13.

Het m u s e u m is tegen een toegangsprijs van ƒ 0.15 p.p. te be-zoeken, kinderen en gezelschappen betalen minder. Bij rond-leiding is de toegangsprijs ƒ 0.25 p.p.

Alles is gereed om ruim bezoek te ontvangen. En met dat be-zoek gaat het, hooren wij, al zeer goed. Vele scholen en gezel-schappen maken van de geboden gelegenheid gebruik. Te Breda herleeft de afdeeling weer van de vereeniging „Oost en West", deze werkt natuurlijk ook met den conservator van het museum samen.

Zoo is van officieele en van particuliere zijde geijverd om om de ethnografische verzameling ook de gewenschte sfeer te scheppen.

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 174-177)