• No results found

De kwestie der Falkland-eilanden

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 46-49)

DOOR

GEORGE NYPELS.

De oudste zeevaarders uit ons werelddeel k w a m e n al vroeg tot de wetenschap, dat zij bij het zeilen in noordelijke richting aldoor grootere koude, en in zuidelijke richting toenemende warmte tegemoet gingen. Met het verder doordringen in zuidelijke rich-ting werden zij later echter gewaar, dat de w a r m t e dan weer afnam. Bij het eerste ontwaren van dit verschijnsel werd aan een toevallige gril van wreer of seizoen gedacht, m a a r herhaalde waarnemingen, in de zeeën langs de W e s t k u s t van Afrika en de Oostkust van Z.-Amerika gedaan, moesten tot de overtuiging brengen, dat het aan gene zijde van den w a r m e n gordel, weer koeier werd tot koudworden toe.

Zoo wist de Engelschman J o h n Davis, dat de eilanden, die hij in 1592 o]) ± 52° Z.B. en 600 K.M. ten O. van den vasten wal van Z.-A rneri ka in den Atlantischen Oceaan te zien kreeg, al ver voorbij het gebied van den snikheeten gloed gelegen waren. Veel wist hij overigens bij thuiskomst niet van de gedane ontdekking mede te deelen. Zijn landgenoot Richard Hawkins, die in 1594 dezelfde eilanden aandeed, beperkte zich ook tot de mededeeling der her-ontdekking. Veel heeft men er zich niet aan gelegen laten liggen;

de eilanden zijn daarna afwisselend onder Fransch en Spaansch bestuur geweest.

Intusschen groeiden de Zuid-Amerikaansche republieken in zelfbewustzijn. In 1820 ging een volksplanting van Argentinië naar de eilanden, die naar den Engelschen staatsman Falkland genoemd waren, terwijl zij van Fransche zijde les Malouines werden geheeten. In 1833 ging Engeland over tot een officieele inbezitneming. Het heeft er in 1843 een gouverneur aangesteld.

Deze voert het bestuur met een wetgevenden en een uitvoeren-den raad. Maar Argentinië heeft zijn aanspraken nooit opgegeven.

Tijdens den vorigen wereldoorlog hebben de Falkland-eilanden de aandacht van de geheele wereld getrokken, door den grooten

45

zeeslag, die in h u n nabijheid geleverd is. Den 8en December 1914 k w a m het Duitsche eskader er onder Vice-Admiraal Graal Spee in gevecht met het sterkere Engelsche eskader onder Admi-raal Sturdee; dat een besliste overwinning behaalde.

De Falklandgroep bestaat uit 2 groote eilanden, omringd door een honderdtal kleinere. Van de havens is Port Stanley, de hoofd-stad, de voornaamste.

De ligging is veel meer zuid dan de uiterste p u n t van Afrika, immers 52° Z.B. tegen 33° Z.B. Zij is evenver ten Z. van den evenaar als Nederland ten N. ligt. De groep ligt in de koude lucht-streek. Maar het klimaat wordt in het noordelijkste gedeelte gunstig beïnvloed door de uitloopers van de warme zeestrooming, die langs Brazilië strijkt. De seizoenen vormen een tegenstelling met die ten onzent, J a n u a r i is de warmste, Juli de koudste maand.

De bevolking overschrijdt het 4000-tal niet. Zij oefent vooral schaapteelt en visscherij uit. Deze zijn ook de grondslagen van handel en nijverheid.

In mijn artikel „De Monroeleer op het Pan-Amerikaansche Congres te Havanna", in D. I. G. 1940 II, blz. 647, werden de Falkland-eilanden tweemaal bij name te pas gebracht.

Eerst om. te doen uitkomen, dat er ter conferentie nog andere eisenen aan de orde kwamen, dan die welke in het slotwoord werden uitgesproken en dat daartoe o.a. behoorde het voorbehoud van Argentinië van alle rechten op de Falkland-eilanden, met

uitsluiting van elk Engelsch recht.

Voorts maakte ik er melding van, dat Argentinië er zich onge-rust over scheen te maken, dat Noord-Amerika genegenheid zou toonen om de Falkland-eilanden van Engeland te pachten, zoo-als zulks ook met andere eilanden is geschied, met bestem-ming er een vliegtuigsteunpunt te vestigen, en wel met negee-ring van de Argentijnsche aanspraken.

Deze twee aanhalingen brengen in herinnering welke kwestie vast kan zitten aan het bericht, onlangs door de Nederlandsche dagbladen opgenomen, over te Buenos Aires gevoerde bespre-kingen.

Het Argentijnsche blad Noticias Graficas bevatte, zoo lezen wij, een gerucht, „volgens hetwelk de Argentijnsche regeering de aanwezigheid van een Britsche handelsdelegatie onder leiding van Lord Willingdon te Buenos Aires gebruikt heeft, om bespre-kingen te voeren over de teruggave der Falkland-eilanden door Engeland aan Argentinië. Het blad meent te weten, dat het in het voornemen ligt, de eilanden, zonder verder af te wachten aan

46

Argentinië over te dragen. Als compensatie eischt Engeland, dat de eilanden tot het einde van den oorlog onder Britsche bezetting blijven, ofwel, dat Argentinië — indien het terstond de souverei-niteitsrechten overneemt — de verplichting aangaat, Engeland gedurende vijftig jaren of zelfs langer, een dienovereenkomstige pachtsom te betalen. Het blad geeft dit gerucht weer met de op-merking, dat het in hooge diplomatieke kringen bevestigd is, hoe-wel officieele Argentijnsche kringen het grootste stilzwijgen in acht nemen."

Het gerucht, dat zich als gerucht laat aanmelden, lijkt, bekeken in verband met de voormelde aanhalingen, als geheel genomen, niet onwaarschijnlijk. Argentinië wil het ijzer smeden terwijl het heet is. Als de besprekingen van Argentinië zijn uitgegaan k a n Engeland voorwaarden of eischen opperen. Maar de vermelde compensatie-eischen lijken niet in overeenstemming met de om-standigheden. Indien Engeland bereid mocht zijn de Falkland-eilanden los te laten, heeft het, zou men zeggen, meer reden hier-toe nu, tijdens den oorlog over te gaan, dan n a 't vaststellen van den vrede. De activiteit van de Duitsche marine in het zuidelijk gedeelte van den Atlantischen Oceaan vormt nu een bedreiging, en de Falkland-eilanden zijn daar het eenige kwetsbare Britsche bezit van beteekenis.

Daar Argentinië nooit eenige aanspraak van Engeland op de Falkland-eilanden heeft erkend, is niet aan te nemen, dat het voor geruimen tijd een pachtsom — een pacht is nog iets anders dan verkregen alleenrecht — zou willen betalen. Zou de bedrei-ging, dat Engeland er aan de Vereenigde Staten een vliegtuig-steunpunt zou willen afstaan, een stok achter de deur k u n n e n zijn van zoodanige beteekenis, dat Argentinië erdoor tot groote concessies genoopt kan worden? Dit lijkt thans niet waarschijnlijk.

Met dat al, mag men, ook in verband met de herleefde Monroe-leer, verwachten dat de afgelegen Falkland-eilanden binnenkort een nieuwen, geheel anderen tijd te gemoet gaan.

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 46-49)