• No results found

DESA'S DIE DEN ALGEMEENEN TOESTAND VERTEGEN- VERTEGEN-WOORDIGEN

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 67-83)

Leefwijze en huishouding van de inlandsche bevolking in de Af deeling Koetoardjo '

III. DESA'S DIE DEN ALGEMEENEN TOESTAND VERTEGEN- VERTEGEN-WOORDIGEN

Desa Soetaragan (district Kemirie).

Sawah eet men (van af zaaien tot west-moe-sonoogst) y2 bëroek daags (1 pot jong

= 3 bëroek) maakt 2 onggo — overige 8 mnd 1 bëroek daags maakt 8 onggo

— totaal per jaar 10 onggo padi.

belastingen ƒ 10.75 boetoeh ,, 12.—

kleeding ,, 5.—

bewerkingskosten sawah en

tegal. ,, 12.—

reparatie woning „ 2.—

slamëtans ,, 3.—

totaal padi 10 onggo -geld ƒ 44.75 - waarde — aan geld te kort ƒ 14.75 totaal padi 13 y2 onggo — geld ƒ 30.—

dus over aan padi 3 % onggo = ± ƒ 14.

men komt dus juist ongeveer uit.

N.B. men eet gewoonlijk 2 malen daags rijst — in dure tijden dikwerf maar ééns.

Desa Boetoeh këtoendan (district Koetoardjo).

west-moesonoogst — 10

snijloon (dërëpan) — 1 onggo padi.

erf

huisgezin van 3 leden — gedurende 4 mnd (van af zaaien t o t oogst west-moeson) eet men % bëroek rijst daags

— maakt 3 onggo — overige 8 mnd 1 y2 bëroek daags maakt 12 onggo (1 potjong = 3 bëroek) totaal per jaar 15 onggo padie.

bij ) winst door ver-diensten j koop van suiker

• naar Semarang ,, 35.—

totaal padi 12 onggo—geld ƒ50.70 totaal padi 15 onggo—geld ƒ 4 4 . -dus te kort aan padi 3 onggo — doch over aan geld ƒ 6.70 wat ongeveer gelijk staat.

N . B . men eet gewoonlijk 2 malen daags rijst in den duren tijd dikwerf 1 maal.

66

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Boetoehngabéjan (district Koetoardjo).

o ^ ( west-moesonoogst — 8 ong Snijloon (dërépan) van 3 personen —

6 onggo.

huisgezin van 8 leden — gedurende 4 mnd (van af zaaien tot west-moeson-oogst) eet men 1 bëroek rijst daags (1 potjong = 3 bëroek) maakt 4 onggo padi —

overige 8 mnd 1% bëroek daags — maakt 12% onggo — totaal per jaar 16 y2 onggo padi. eigen-handig bewerkt en beplant).

totaal padi 14 onggo — geld ƒ38.45 totaal padi 16% onggo — geld ƒ31.50 dus te kort aan padi 2 % onggo — over aan geld ƒ 7.— wat ongeveer uitkomt.

N.R. men eet gewoonlijk 2 malen daags rijst — in den duren tijd dikwerf ééns.

Desa Dilëm (district Këmirie) in het gebergte gelegen.

Sawah 140 D

R R

west-moesonoogst — 6 ong go padi.

oost-moesonoogst onbe-plant.

huisgezin van 5 leden — waarvoor per jaar noodig is 12 onggo padi .

belastingen ƒ 5.10 boctoeh , 12.—

kleeding ,, 3.—

bewerking gronden )t 5.—

reparatie woning ,, 2.—

slamëtans 2.—

bijverdienste — levering koffie ƒ 5.—

totaal padi 7 onggo — geld ƒ40.50 totaal padi 12 onggo—geld ƒ29.10 dus te kort aan padi 5 onggo — aan geld over ƒ 11.40 wat ongeveer gelijk staat.

N.B. men eet geregeld 2 malen daags rijst, in den duren tijd ééns.

67

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Dlangoe koeion (district Koeto ardjo).

Sawah Snijloon (dërëpan) per jaar 1 % onggo

erf

huisgezin van 6 leden — per jaar gegeten 14 onggo padi

. . . . ƒ 1 2 . —

totaal padi 14 onggo—geld ƒ40.—•

te kort ƒ 23.40 wat ongeveer klopt, den duren tijd maar ééns.

Desa Toendjoengan (district Djènar).

!

west-moesonoogst, 11 ong-go padi

oost-moesonoogst — 7 ong-go padi

Snijloon (dërëpan) per jaar 2 onggo padi

tegai S 5 picol

këtéloram-Viebouw/ bat ƒ 1.80

huisgezin telt 3 leden — gedurende 4 mnd (vanaf planten t o t oogst west-moeson) eet men y2 bëroek rijst daags (1 potjong = 2 bëroek) maakt 3 onggo.

overige 8 mnd 1 bëroek daags, maakt 12 onggo.

totaal padi per jaar 15 onggo.

belastingen ƒ 10.50 kleeding (jonggehouwden) ,, 4.—

boetoeh ,, 12.—

sawahbewerking ,, 5.—

reparatie woning ,, 3.—

slamëtans ,, 3.—

totaal padi 15 onggo —geld ƒ 37.50

bijver-diensten , ( geleend

totaal padi 20 onggo —geld ƒ 21

dus te veel padi 5 onggo — te kort aan geld ƒ 16.50 wat ongeveer gelijk staat, doch de schuld ad ƒ 8.— is nog niet afgelost.

N.B. men eet 2 malen daags rijst, in de dure 4 maanden slechts ééns — de man is niet voorzichtig met zijn eten.

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Païtandoekoeh (district Pitoeroeh).

h u i s g e z i n v a n 7 l e d e n — g e d u r e n d e

Desa Kaliwatoe kranggan (district Pitoeroeh).

6

69

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Pèdjatèn (district Kèmirie).

Sawah

geleend 1 onggo padi.

tegai ( cassave 10 picol verkocht 00 C \ 5 picol à ƒ 1.20

huisgezin van 11 leden — gedurende 4 mnd (van af zaaien tot oogst west-moeson) eet men 1 bëroek rijst daags (1 potjong = 3 bëroek) maakt

reparatie woning ,, 2.—

slamëtans ,, 3.—

sawahbewerkiny ,, 2.—

totaal padi 20 onggo —geld ƒ 32.—

dus te kort aan padi 7V2 onggo doch over aan cassave 5 picol en aan geld ƒ 19.80 wat ongeveer gelijk staat.

^ • B . men eet gewoonlijk 2 malen rijst daags — in den duren tijd slechts ééns een weinigje.

70

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Liangan (district Këmirie) in het gebergte gelegen, west-moesonoogst— 4

ong-S e i «°p

adi

-" „ 1 oost-nioesonoogst •

K K ' go padi.

2

onji-van de ouders gekregen 2 picol dja-goeng.

bijver- J verkoop van diensten \ boeng (bamboe)

à 10 cent ged.

huisgezin van 4 leden — dat per jaar 8 onggo padi eet.

totaal padi 6 onggo—djagoeng 2 picol,

cassave 2 picol— geld . . . ƒ 14.80 totaal padi 8 onggo — geld ƒ 15.t>0 dus te kort aan padi 2 onggo doch over 2 picol djagoeng en 2 picol cassave.

N.B. meestal eet men 2 malen daags rijst — in de dure 5 mnd (westmoeson) slechts ééns een weinigje — veel bladgroente wordt gegeten — deze man heeft geen tegals en is wat lui.

71

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Karangtoerie (district Kêmirie) in het gebergte gelegen.

tegai

Snijloon (dërèpan) per jaar 2 onggo / padi — 1 onggo

l djagoeng — 2 picol 1 Cassave — 13 picol

ver-kocht

totaal padi 7 onggo-djagoeng 2 picol cassave 6 picol — geld . . ƒ 26.35

erf 97 D

R R

huisgezin telt 4 leden — dat per jaar 8 onggo padi noodig heeft.

belastingen boetoeh kleeding

reparatie woning slamëtans

(bewerking der gronden heeft eigenhandig plaats)

JO doch aan geld ƒ 3.35 en nog wat djagoeng' en cassave malen daags een weinig rijst — in dure tijden ééns.

Desa Sokogelap (district Këmirie) in het gebergte gelegen.

tegal

huisgezin van 5 leden dat per jaar noodig heeft 10 onggo padi.

belastingen boetoeh kleeding slamëtans

(reparatie woning met eigen bamboe en alang 2)

totaal padi 10 onggo—geld ƒ18.50 dus te kort aan padi 5 y2 onggo — aan geld over ƒ 17.20 wat ongeveer gelijk staat — doch de schuld van ƒ 10.— is nog niet terugbetaald.

N.B. men eet meestal 2 malen daags rijst — in dure tijden ééns, de man is niet meer vlug ter been en heeft geen groote zonen zoodat de bijverdiensten gering zijn.

1-1

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Sawangan (district Pitoeroeh) in het gebergte gelegen.

/ padi — 21/2 onggo l djagoeng 5 onggo tegelan 1 Cassave 40 picol à 1 bouw j alang 2 40 picol à

huisgezin van 9 leden, dat per jaar noodig heeft 18 onggo padi

belastingen ƒ 10.50 boetoeh ,, 12.—

kleeding , 4.—

(reparatie woning met eigen alang 2 en bamboe)

bewerking tegalans (mondjo) ,, 5.—

slamëtans, ,, 3 . —

totaal padi 18 onggo — geld ƒ 34.20 totaal padi 2 % onggo — djagoeng

5 onggo — geld ƒ 79.00

dus te kort aan padi 1 5 ^ onggo — aan geld over ƒ 45.40 en djagoeng 5 onggo waarvoor het ontbrekende wel te koopen is; doch de schuld ad ƒ 15.— is nog niet afgelost — de man is niet werkzaam.

N.B. men eet gewoonlijk 2 malen daags rijst — tegen de cassaveoogst dikwerf ééns.

Desa Wonopatran (district Koetoardjo) bonorowo/ west-moesonoogst

sawahs J 7 onggo padi 460 D ) oost-moesonoogst

R R ' 10 onggo padi

Snijloon (dërëpan) per jaar 2 onggo padi totaal padi 19 onggo—geld ƒ 14.80

huisgezin van 5 leden — men eet geregeld 1 bëroek rijst daags (1 po-tjong = 3 bëroek) dus totaal 12 onggo padi.

totaal padi 12 onggo -geld ƒ37.50 dus padi over 7 onggo — geld te kort ƒ 23.20 wat ongeveer gelijk staat.

N.B. men eet ^ere^eld 2 malen daags — doch 's avonds minder dan overdag.

73

Inkomsten. Uitgaven.

Desa Wonorêdjo (district Koetoardjo).

Sawah

Snijloon (dërëpan) per jaar 3 onggo padi

R R pisangbladeren..

\ pisangvruchten ..

verkocht 2 onggo padi

geleend 1 onggo padi en

totaal padi 16 onggo—geld 0.60 1 — 3.—

ƒ 25.60

huisgezin van 3 leden dat geregeld 1 bëroek rijst daags eet (1 potjong = 3 bëroek) wat per jaar maakt 12 onggo padi

belastingen ƒ 10.—

boetoeh ,, 12.—

kleeding ,, 5.—

sawahbewerking ,, 6.—

reparatie woning „ 2.—

slamëtans , 3.—

totaal padi 12 onggo—geld ƒ 3 8 . -dus padi over 4 onggo — geld te kort ƒ 12.40 wat door verkoop der padi gedekt Werd; doch de geleende 1 onggo padi en contanten waren nog niet terug gegeven.

N.B. deze man is niet voorzichtig en daarenboven niet willig om nevenbedrijven aan te pakken.

men eet geregeld 2 malen daags rijst — zelden ééns.

belastingen

Desa Sètjang (district Djënae).

c -, l west-moesonoogst —

4ong-oawah \ j - 6

"oo n < s° p a d l

r» p j oost-moesonoogst — 3 ong-' go padi

Snijloon (dërëpan) per jaar 3 onggo padi

te . / cassave 6 picol à ƒ 4.50 tf|i-i ; këtëlorambat 3

pi-l pi-l R ) c o ! à •• " ° -9 0

v lëmbajoeng à . . . ,, 0,20 (het erfje levert niets op.)

2 personen

diensten \ handel met 3 ong-go padi winst totaal padi 10 onggo —geld ƒ 33.70 N.B. hij kocht geen rijst, doch verko

juist voldoende — in de dure slechts 1 maal daags rijst.

huisgezin van 5 leden dat per jaar noodig heeft 10 onggo padi

ƒ 1 4 , -boetoeh ,, 12.50

4.

1 . 3.

totaal padi 10 onggo —geld ƒ 34.50 ht ook geen padi — de voorraad padi was 4 maanden van den westmoeson at men

74

Desa Tëgëskaboeroewan (district Wonoroto).

Cassave — 28

en 2 picol gekookt à

huisgezin van leden ged. 4 mnd rijst daags — maakt 60 bëroeks à 2 wang = ƒ 10.—.

overige 8 mnd 1 bëroek daags maakt 240 bëroeks à ƒ 0.10 = ƒ 2 4 . —

(reparatie woning met eigen materialen) men komt dus ongeveer uit — de man koopt steeds rijst nooit padi — in de dure 4 maanden eet men slechts ééns rijst, daags, voor het overige bladgroente.

75

T O E L I C H T I N G E N .

Onder boetoeh v e r s t a a t men de meest gewone levensbehoeften behalve rijst, zooals: zout, trasi, lombok, témpé, olie, t a b a k , sirih, pinang enz. w a a r a a n men gewoonlijk v a n 20 t o t 40 cent in de 8 dagen besteedt.

Vooral is het zout, trasi en lombok wat „perloe" geacht wordt — weinige menschen branden olie in huis ; men vergenoegt zich met een smeulend vuurtje van hout en blarak (bëdijang) d a t tevens de muskieten verdrijft.

Men verbruikt meer zout in de dure maanden dan in de goed-koope, omdat men dan veel bladgroente n u t t i g t , d a t voornamelijk door het zout smakelijk wordt gemaakt.

Bijna zonder uitzondering gaan de vrouwen iederen pasardag (dus 2 maal in de 8 dagen - - men weet hier niet af van de J a v a a n s c h e pasarweek van 5 dagen; de n a m e n a a n de pasar-dagen gegeven zijn de maleische, men kent de pasar këmis, pasar ngahad enz., m a a r p r a a t nooit v a n pasar pon, pasar lëgi enz.), naar de m a r k t om inkoopjes te doen - - zelden brengt men geld van huis mede — na eerst 't een of ander verkocht te hebben is men in s t a a t zich de boetoeh te verschaffen.

Onder grondbewerkingskosten zijn begrepen de sommen be-steed t o t betaling van arbeid van anderen (sambatan) — eigen arbeid k o m t niet in rekening omdat in werkelijkheid daarvoor geen geld wordt uitgegeven — hier toch is eenvoudig aangetoond wat in der daad inkomsten en uitgaven zijn; v a n d a a r d a t die bewerkingskosten zoo laag uitvallen.

Bij de paditeelt koopt de landbouwer geen bibit, zijn eigen padi gebruikt hij daarvoor; in den regel roept men hulp v a n anderen in bij het p l a n t e n ; wanneer de sawah uitgestrekt is ook voor het patjollen en hij die landbouwer in zijn h a r t is (tani) h u u r t ook ploegvee als hij ' t zelve niet bezit. Men wiedt ge-woonlijk zelve, evenzoo geschiedt het oogsten in den regel door den eigenaar zelve of met zijne bloedverwanten. De opgegeven producties der sawahs zijn wel droog, doch zonder m e t den bawon verminderd te zijn, om bovengenoemde reden - - waar

't voorkomt d a t van den oogst bawon aan bloedverwanten afgaat, krijgt men omgekeerd van den oogst dier bloedverwanten weer evenveel terug voor snijloon.

H e t zijn in den regel alleen de sawahs van desahoofden, be-stuurders, gegoede desalieden en bezitters van méér dan 1 koelie-aandeel die door iedereen die m a a r komen wil, kunnen geoogst worden (didërëp paké) tegen een zeker oogstloon (1/6x/10).

Hier en daar zag ik ook wel d a t koelies die groote aandeelen

76

hebben (1 bouw of meer) bij eene gunstige productie h u n n e sawahs op die wijze laten oogsten.

Bij de tegalcultuur roept men gewoonlijk hulp van anderen in bij het planten van këtélo r a m b a t en het oogsten van k a t j a n g tjino — aldus weer wat betreft het gros van den kleinen man.

Andere bewerkingen neemt men zelve ter hand.

Boeroeh t a n ë m of boeroeh matjol is het tegen loon planten of patjollen op andermans velden.

Bijna iedereen heeft bamboe op zijn erf — waar zij in de be-grootingen niet vermeld is als te worden verkocht, dient zij voor eigen gebruik — evenzoo m e t de klappers waarvan een gedeelte gereserveerd blijft voor boemboe (specerij) benoodigd in de keuken. Klappers worden te jong verkocht, v a n d a a r de geringe waarde. Om spoedig a a n geld te komen worden bijna alle vruchten jong te gelde gemaakt, zoodat geringe prijzen bedongen worden.

De kleeding vordert weinig kosten, gewoonlijk vernieuwt men om de 2 of 3 jaren - - alleen de k a t o k (korte broek) v a n de mannen, het eenige kleedingstuk in den arbeid, slijt snel en moet herhaald vernieuwd worden; k n a p gekleed zijn de menschen hier dan ook niet - - wat iedereen moet opvallen die de netge-kleede Soendanezen gezien heeft — vooral de J a v a a n s c h e desa-vrouwen zijn poo verfjes voorzien; - - o p een pasardag b.v. ziet men weinig vrouwen die nieuwe kleederen dragen — men wascht ze ook weinig. Veel zal d a a r a a n toedoen de omstandigheid d a t hier de mannen No. 1 zijn — de vrouwen werken dikwerf minstens even hard als de mannen — ; men ziet ook altijd de m a n vóór de vrouw uitloopen wat hare onderdanigheid doet blijken —;

in de Soendalanden schijnt het schoone geslacht meer in tel te zijn, het g a a t meer proper gekleed, werkt niet zoo hard en speelt meer dan hier de eerste viool in het huiselijk concert.

De kleederdracht hier is stemmig, men h o u d t van donkere kleuren, ofschoon in den laatsten tijd de opzichtige goedkoope katoentjes ook in den smaak vallen. De takwo ('t oud-Javaansche vrouwenklecd) treft men nog weinig aan, algemeen wordt de klambi koeroeng of korte kabaja gedragen.

De dure loerik (eigen weefsel) is voor 't grootste gedeelte vervangen door mori of katoentjes die goedkooper zijn. Eene klambi van loerik kost /1.50—ƒ 3 . — , terwijl eene klambi woe-loeng of klambi gadoeng of kabaja tjita (waarbij de grondstof mori en tjita is, woeloeng is zwart; gadoeng groenachtig) slechts / 0.50—/ 1.— waardig is.

In huis of op het erf en in de desa dragen de vrouwen geen klambi, slechts de tapih en këmbën (onder- en borstkleed).

77

D a t alles m a a k t d a t voor kleeding weinig geld noodig is.

De mannen dragen tehuis of bij den arbeid slechts eene katok van keper of katoen en de ikët.

Ook bij hen is katoen thans meer in gebruik dan vroeger, toen meer algemeen loerik in zwang was. E e n mannen klambi van keper of katoen koopt men voor / 0 . 4 0 — / 1.—, hetzelfde van loerik kost / 1.—/ 2.50.

De gewone desaman heeft zelden bëbëd en k a t o k tegelijk aan, alleen is d a t het geval als hij er netjes uit wil zien. Wel zag ik de bëbëd zonder k a t o k gedragen.

Terloops zij aangestipt d a t de h a a r d r a c h t gëloeng (echt J a v a a n s c h ) verdrongen is door de Maleische kondé — esthetisch wellicht wel eene verbetering.

Oor- of hoofdsieradiën en krissen draagt de kleine m a n in den regel niet.

H e t spreekwoord ,,de kleeren m a k e n den m a n " k e n t de J a v a a n trouwens ook niet.

I n den allerlaatsten tijd vinden de jonge m a n n e n op de hoofd-plaats alhier, en desabestuurders de „klambi m a r i n o s " (merinos) zooals zij ' t noemen mooi — welke / 3 . — kost en ook zoo als zij oordeelen „gekleed" s t a a t omdat het zwart is!

Driewerf gelukkig! d a t de gewone desaman het nog niet zóó ver in onze mode gebracht heeft; trouwens het valt reeds te betreuren d a t de duurzame loerik, product van eigen industrie, allengs 't veld moest ruimen voor goedkoopere doch minder duurzame stoffen van uitheemschen oorsprong.

Slamëtans zijn offerfeesten, waartoe ieder het zijne bijdraagt in eterijen, d a t d a a r n a gezamenlijk wordt genuttigd.

De meest gewone slamëtans zijn de moeloeddan (op den I2en van de 3e m a a n d in het J a v a a n s c h e jaar nl. sasi moeloed) de rëdjëbban ( op den 12en van sasi rëdjëb — 8e m a a n d van het J a v . jaar) de oenggah2 an en oedoen-oedoennan (bij het begin en einde van de vasten in de sasi poso — de 9e m a a n d van het J a v . jaar) en ten slotte de sëlikoeran (op den 21en van de vastenmaand).

Minder algemeen is de soeran (op een niet vastgestelden dag van sasi soero, de Ie m a a n d van het J a v . jaar).

Bij moeloeddan, sëlikoeran en rëdjëban brengt ieder zijne eterijen naar de woning v a n het desahoofd of këbajan waar het vervolgens gezamenlijk, n a d a t de kaoem zijne pëndongo heeft ten beste gegeven, wordt genuttigd. De oenggah2 an, oedoen oedoenan en Soeran worden in de respectieve huizen gevierd, waarbij alleen de naaste buren worden uitgenoodigd.

7 S

N a a r m a t e van de welgesteldheid is men m e t iedere slamëttan / 0.20—/ 0.60 kwijt. Mingegoeden slaan wel eens de aan huis ge-vierde slamëtans over.

Bij de voor slamëtans hiervóór genoemde onkosten is ook begrepen de pitrah, gewoonlijk eene belasting in geld (volwas-senen geven / 0.10—/ 0.25 - kinderen ƒ 0.025—/ 0.05) op te brengen, na het einde der vasten aan den kahoem der desa (op den laatsten dag der m a a n d poso).

Bijna overbodig zal het zijn in herinnering te brengen d a t 1 onggo onderverdeeld wordt in 5 gèdèng — 1 gèdèng alweder in 2 potjong — en d a t de zoogenaamde „ w a n g " 10 duiten be-draagt, terwijl een dubbeltje 12 duiten waard is.

H e t behoeft bijkans geen vermelding d a t de bovengegeven begrootingen, niet voor ieder jaar de werkelijkheid aantoonen, b.v. is de huisvrouw langdurig ziek, of de zoon wordt uitge-huwelijkt, de oogst gelukt bizonder goed of de karbouw heeft gejongd — zijn d a t alle factoren die wijziging brengen in de normaalraming, welke geen rekening h o u d t met toevallige het zij gunstige of ongunstige omstandigheden.

Bovenstaande is wellicht voldoende om een zij het ook vaag denkbeeld te geven van de huishouding der gewone desahu.

Men zal ontwaard hebben d a t zij zich en den hunnen juist het noodige kunnen verschaffen, in den regel v a n den eenen op den anderen dag levende, zonder w a t te kunnen overhouden;

begint de padivoorraad schaars te worden of is hij geheel bruikt dan kan men door ne venbedrij ven juist genoeg ver-dienen om te kunnen eten.

H e t geluk wat te kunnen sparen, blijkbaar aan het bezit v a n vee of sieradiën, is het gros niet beschoren.

Hoewel de verschillende personen, wier leefwijze blootgelegd werd m e t enkele cijfers, alle gemeen hebben d a t zij het gros, het gemiddelde, den gewonen typischen desaman representeeren, bestaan toch nog afwijkingen in hunne huishouding, verband houdende m e t geaardheid, lichaamsgestel, werklust, woonplaats en allerlei andere omstandigheden. De een is zuinig, de ander minder bezorgd voor den dag v a n morgen - - Si Soeto ziet er niet tegen op geregeld voor een paar wang winst, dagen lang afwezig te zijn — Si Nojo echter is m e t minder tevreden als hij ' t m a a r dichter bij kan vinden — Si K r o m o laat er voornamelijk zijne vrouw op uitgaan, terwijl hij zelve slechts op de kinderen een oogje h o u d t (momong anak), terwijl Si Rëdjo daarentegen vermeent het mes dubbel snijdt wanneer hij vermoeiende karre-weitjes op zich neemt en de vrouw winstgevenden huisarbeid verricht enz. enz.

79

H e t traditionele „golèk2 p a n g a n " — overal zijn brood zoeken — den inlanders op den mond bestorven, geeft zoo juist aan d a t hij 't vooral van zijne handen en voeten hebben moet. Sterft in een huisgezin vader of moeder dan noemt de inlander d a t ,,rèpot" — lastig a a n eten te komen — de totale physieke k r a c h t van 't huisgezin toch heeft een gevoeligen k n a k gekregen.

De boven opgegeven a a n de werkelijkheid ontleende cijfers toonen aan d a t de desaman betrekkelijk weinig noodig heeft om zijn honger te stillen, zijne behoeften te bevredigen en zich tegen weer en wind te beschutten — hoe weinig echter dit ook moge zijn, wordt in den regel niet veel meer dan d a t bereikt.

L a t e n wij nu nagaan welke plaats de directe belastingen innemen onder de totale uitgaven — de onggo padi op gemiddeld / 2 . 5 0 stellende. belas-Directe i tingen in pro-belastingcn. I centage van totale uitgaven

80

Die verhoudingen zijn zeker niet gunstig genoeg om de be-lastingen niet drukkend te noemen, wanneer in het oog gehouden wordt dat de gelegenheid t o t geldverdienen aan ondernemingen van nijverheid hier totaal niet bestaat.

W a t de bedrijfsbelasting in 't bizonder a a n g a a t is de bepaling, d a t ook personen voor het minimum van / 1.— moeten aange-slagen worden, wier bedrijf hen minder dan / 50.— 's jaars doet verdienen, zoo die nering overigens belastingplichtig, is vrij ongunstig.

De meesten zoo niet bijna allen toch die m e t / 1.— zijn aan-geslagen oefenen een bedrijf uit d a t geen / 5 0 . - 's jaars op-brengt.

D a t die belaste bedrijfjes inderdaad zoo luttele v o o r d e d e n afwerpen, moet verklaard worden uit de omstandigheid, d a t de personen die ze uitoefenen, alle landbouwers zijn, en dus de nering slechts geregeld er bij waarnemen om het ontbrekende voor voeding en belastingen aan te vullen.

Dikwerf als ik m e t oude desahoofden of landbouwers sprak over het verschil in toestanden v a n vroeger en heden, deelden zij mij mede : vroeger waren de menschen overstelpt met gronden, nu zijn de gronden overstelpt m e t menschen. Zoo d r u k t de J a v a a n zich uit als hij beduiden wil d a t er h a a s t gronden te kort komen om het steeds toenemende a a n t a l monden te vullen, d a t er, om m e t Malthus te spreken, aan den maaltijd des levens vele ongenoode gasten zijn.

De West-Indische Compagnie en

In document De kwestie der Falkland-eilanden (pagina 67-83)