• No results found

De herkomst en samenstelling van het tekstcorpus

22 1.2 Het onderzoek

3.2 De herkomst en samenstelling van het tekstcorpus

Het tekstcorpus dat centraal staat in dit onderzoek, bestaat uit de voor- en dankwoorden uit veertig master-scripties Psychologie en de voor-, dank- en nawoorden uit veertig master-scripties Kunst, Cultuur & Media (KCM), Kunstgeschiedenis en Landschapsgeschiedenis37, allemaal toegankelijk via de website van de RuG38. Als bijlage 1 en 2 zijn de bibliografische gegevens van deze tachtig scripties opgenomen. Om te voorkomen dat de student-schrijvers zich wellicht overmatig in het zonnetje gezet of juist te kijk gezet zouden kunnen voelen, worden de fragmenten uit hun teksten in de volgende hoofdstukken van deze scriptie met een nummer en clusteraanduiding opgevoerd. De nummers zijn willekeurig aan de studenten toebedeeld en maken de rapportage in dit hoofdstuk semi-geanonimiseerd: het is voor de lezer niet direct duidelijk welke student wat geschreven heeft, maar het is – voor iemand die dat om de een of andere reden graag zou willen – wel te achterhalen.

37 In de psychologiescripties komt toevallig geen enkel nawoord voor.

38 De scripties zijn te vinden via http://www.rug.nl/science-and-society/library/search/theses-and-internal-resources. De scripties Psychologie zijn alleen te raadplegen vanaf pc’s bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW).

42

Er is gekozen voor teksten uit twee verschillende disciplines die in academische schrijfstijl- en conventies redelijk contrasteren. Het sterkst contrasterend zouden teksten zijn uit de humanities tegenover teksten uit de natuurwetenschappelijke richtingen: in de humanities positioneren schrijvers zichzelf doorgaans meer zicht-baar als auteur dan schrijvers uit de natuurwetenschappelijke vakgebieden, bijvoorbeeld met behulp van de ik-stijl, hedge’s39 en boosters40 en citaties (Hyland, 2008). Omdat bètascripties uit de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN) helaas niet geschikt waren voor dit onderzoek – het overgrote deel is in het Engels geschreven – is uitgeweken naar psychologiescripties. Teksten in de sociale wetenschappen, waarvan Psychologie een representant is, bevinden zich doorgaans, op de glijdende schaal van hierboven genoemde kenmerken, tussen teksten uit de humanities en teksten uit de natuurwetenschappelijke vakgebieden in. Mede omdat psychologiescripties net als harde bètascripties vaak empirisch onderzoek beschrijven waarin een kwantitatieve benadering en statistische analyses een belangrijk onderdeel zijn, en omdat ze meestal niet in de ik-stijl zijn geschreven41, lijken ze een aardig alternatief te vormen voor die bètascripties en kunnen ze mooi contrasteren met de scripties in het alfa-cluster. Het alfa-corpus is gekozen rond het thema ‘kunst & cultuur’, in eerste instantie bestaande uit scripties KCM, maar aangevuld met enkele scripties Kunstgeschiedenis en Landschapsgeschiedenis om tot een corpus van veertig niet te oude scripties te komen.42 Binnen de alfa-studie-richtingen was de keus voor een ‘kunst & cultuur’-cluster vrij makkelijk gemaakt43: scripties van studenten vreemde talen zijn doorgaans in de betreffende vreemde taal geschreven. Onderzoek aan deze twee clusters kan aan het licht brengen of niet alleen in de hoofdtekst van scripties, maar ook in de bijbehorende voor-, dank- en nawoorden verschillen tussen de disciplines te zien zijn.

De criteria voor de selectie van de scripties uit de repository van de RuG waren: recent, openbaar, Nederlands-talig, geschreven door één studentauteur, en – uiteraard – aanwezigheid van een voor-, dank- en/of nawoord. Voor het psychologiecluster zijn de 56 scripties die op peildatum 23 april 2013 in de digitale map van 2013 stonden, tegen het licht gehouden en vervolgens zijn uit de digitale map van 2012 net zo lang scripties bekeken totdat een corpus van veertig geschikte scripties was bereikt (hetgeen doorlichting van nog eens 94 scripties vergde). Van de uiteindelijk geschikt bevonden scripties blijken er bij nader inzien twee – hoewel opgenomen in de digitale map van 2012 – in 2011 geschreven te zijn. Voor het ‘kunst en cultuur’-cluster zijn alle KCM-scripties in de digitale mappen van achtereenvolgens 201344, 2012 en 2011 doorgelicht op geschiktheid; van de 59 scripties bleken er 32 te voldoen aan de criteria om opgenomen te worden in het te onderzoeken corpus. Vervolgens zijn – om bij KCM niet te ver terug in de tijd te hoeven gaan om tot veertig geschikte scripties te komen – de digitale mappen van 2013, 2012 en 201045 van Kunstgeschiedenis doorgenomen, wat acht geschikte scripties opleverde. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de zoektocht naar en selectie van geschikte scripties.

39 Hedge’s zijn afzwakkende woorden en woordgroepen als ‘mogelijk’ en ‘met grote waarschijnlijk’ die laten zien dat een claim gebaseerd is op een aannemelijke redenering en niet zozeer op onomstotelijke kennis (Hyland, 2008, p. 551).

40 Boosters zijn woorden en woordgroepen die een uitspraak stelligheid meegeven, zoals ‘zeker’ en ‘aantonen’ (Hyland, 2008, p. 551).

41 De handleiding Schriftelijk rapporteren in de Bacheloropleiding Psychologie (2003) die intern gebruikt wordt en die ook geldt voor de masterfase van de opleiding, meldt hierover: “Het gebruik van de eerste persoon enkelvoud is niet geheel verboden, maar moet toch beperkt worden” (p. 7). De bibliografische gegevens van het werk zijn overigens niet in de bibliografie, maar in bijlage 9 van deze scriptie te vinden.

42 Deze clustering is in lijn met het cluster ‘Kunst- en Cultuurwetenschappen’ binnen de RuG dat onder andere de drie opgenomen studierichtingen omvat.

43 Maar de keus had natuurlijk ook op, bijvoorbeeld, Geschiedenis of Internationale Organisaties en Internationale Betrekkingen (IOIB) kunnen vallen; de universiteit is groot …

44 Op peildatum 23 april 2013.

43

Tabel 3.1

Totstandkoming van het tekstcorpus (in aantallen scripties)

Overwogen scripties Psychologie Kunst & cultuur

Totaal in overweging genomen 150 74

Ongeschikt bevonden vanwege:

Engelstalig, zonder voor-, dank- of nawoord 24 5 Engelstalig, met voor-, dank- of nawoord 14 6 Duitstalig, zonder voor-, dank- of nawoord - 1

Technisch niet te openen - 2

Gewist voorwoord 1 2

Nederlandstalig, zonder voor-, dank- of nawoord 71 18

Totaal ongeschikt 110 34

Geschikt 40 40

Scripties waarin een voorwoord is opgenomen (bijvoorbeeld blijkend uit de inhoudsopgave), maar dat gewist is in de geraadpleegde versie, zijn niet opgenomen in het corpus; het gaat om één psychologiescriptie en om twee scripties uit het ‘kunst en cultuur’-cluster. Ook twee ‘kunst en cultuur’-scripties die digitaal-technisch niet te openen waren, zijn afgevallen. Een enkele scriptie was wel te openen, maar niet te printen en niet digitaal te knippen en plakken; in dat geval is het voorwoord overgetypt en wel opgenomen in het corpus. In de uiteinde-lijke veertig scripties zijn 83 voor-, dank- en nawoorden opgenomen: drie schrijvers namen twee tekstjes op. De scripties in het uiteindelijke corpus gaan over een breed scala aan onderwerpen. Psychologen aan de RuG kunnen afstuderen in de richtingen ‘Klinische psychologie’, ‘Ontwikkelingspsychologie’, ‘Sociale psychologie en haar toepassingen’, ‘Arbeids-, organisatie- en personeelspsychologie’, ‘Klinische neuropsychologie’, ‘Cognitieve psychologie en psycho-fysiologie’, en ten slotte in een vrije-keuzerichting; de psychologiescripties zijn hier inhoudelijk een afspiegeling van. Binnen KCM worden de specialisaties ‘Kunstbeleid en marketing’, ‘Kunst-analyse en kritiek’ en ‘Kunsteducatie’ onderscheiden vanuit de invalshoeken ‘Film’, ‘Literatuur’, ‘Muziek’ en ‘Theater’. Onder Kunstgeschiedenis in de repository van de Universiteitsbibliotheek vallen zowel kunst-geschiedenisscripties als landschapskunst-geschiedenisscripties; het zijn weliswaar twee verschillende studies, maar ze maken beide – net als met KCM – onderdeel uit van het cluster masteropleidingen ‘Kunst- en Cultuur-wetenschappen’. Ook deze diversiteit in het alfacluster is in het corpus (en aan de titels in bijlage 1) terug te zien.

De masterscripties in het gekozen alfacluster hebben doorgaans een omvang van 20 ECTS.46 Bij Psychologie is de masterscriptie zelf 30 ECTS waard of is de scriptie onderdeel van een totaalpakket van 30 ECTS dat een onderzoeksproject en een stage omvat; de rapportage van onderzoek en stage vindt plaats in de vorm van de scriptie die daarmee qua studiezwaarte vergelijkbaar zal zijn met die van de scripties in het alfacluster.47

46 Van de 24 oud-studenten die indertijd een scriptie uit het ‘kunst & cultuur’-cluster schreven en die de verderop beschreven enquête invulden, gaven er twee aan een scriptie van 10 ECTS te hebben geschreven en twee een scriptie van 30 ECTS te hebben geschreven. De vijf bevraagde docenten uit het cluster zeggen echter dat een reguliere masterscriptie altijd een omvang van 20 punten heeft (een scriptie voor de researchmaster is 30 punten waard, maar die scripties zijn niet in het corpus opgenomen). Eén ECTS staat voor 28 uur studie.

47 Slechts zes oud-studenten uit het psychologiecluster vulden de enquête in; vier van hen gaven aan een scriptie van 11 ECTS geschreven te hebben, één gaf 15 ECTS aan en één gaf 30 ECTS aan.

44