• No results found

De aansluiting tussen competenties en taakvereisten

In document Trendrapport vraag naar arbeid 2006 (pagina 138-142)

7 Scholing: noodzaak, beleid en activiteit

7.1 De aansluiting tussen competenties en taakvereisten

De ontwikkeling van de kenniseconomie vergroot het belang van het hebben van de juiste kennis en competenties. Doorgaans is het niveau van kennis en vaardig-heden van Nederlandse werknemers voldoende om hun functie naar behoren uit te oefenen. In de totale economie vindt 17 procent van de werkgevers echter dat hun werknemers niet voldoende zijn toegerust voor de eisen van het werk (zie Figuur 7.1). Uitschieters zijn de sectoren overheid en onderwijs, waar respectievelijk 36 en 32 procent van de bedrijven en instellingen signaleert dat een deel van hun werknemers niet voldoet aan de eisen die hun werk de komende jaren aan hen stelt. Wel is het aandeel werkgevers in deze twee sectoren dat onvoldoende toegerustheid van het personeel vaststelt in 2006 iets gedaald. De sector zorg en welzijn laat met 10 procentpunten de sterkste daling zien, hoewel het tekort aan toegerustheid boven het gemiddelde van de totale economie blijft. De sectoren transport en zakelijke dienstverlening laten een groei zien van het aandeel organisaties dat aangeeft dat een deel van hun werknemers onvoldoende is geëquipeerd, naar respectievelijk 20 en 18 procent.

Figuur 7.1: Percentage organisaties dat aangeeft dat een deel van het personeel onvoldoende is toegerust voor de eisen die het werk stelt in de komende jaren, naar sector en organisatiegrootte, 2004 en 2006

Binnen de groep organisaties dat aangeeft dat hun personeel onvoldoende is toegerust, betreft dit 11 procent van het personeelsbestand (zie Tabel 7.1).

Wanneer alle organisaties in deze berekening worden meegenomen, dus ook organisaties die geen tekorten in de toerusting van hun personeel kennen, dan is ongeveer 4 procent van de werknemers in de Nederlandse economie onvoldoende geëquipeerd. Voor de gehele economie zijn deze percentages tussen 2004 en 2006 ongeveer hetzelfde gebleven, maar per sector verschillen de ontwikkelingen. De transportsector, overige dienstverlening en de bouwnijverheid laten een daling zien van het percentage werknemers dat onvoldoende is toegerust voor de eisen die het werk in de komende jaren aan hen zal stellen. Voor de organisaties wier werknemers onvoldoende toegerust zijn voor het werk in de komende jaren, geeft 74 procent aan dit tekort nu al te voelen (niet in tabel).

0 10 20 30 40 50 60 70 80

500 en meer werknemers 100-499 werknemers 50-99 werknemers 20-49 werknemers 10-19 werknemers 5-9 werknemers Onderwijs Overheid Overige dienstverlening Zorg en welzijn Zakelijke dienstverlening Transport Handel, horeca en reparatie Bouwnijverheid Industrie en landbouw Totale economie

%

2006 2004

Tabel 7.1: Percentage werknemers dat onvoldoende toegerust is voor de eisen die het werk stelt in de komende jaren, naar sector en bedrijfsgrootte, 2004 en 2006

Percentage werknemers dat

1 Betrokken organisaties zijn organisaties met werknemers die onvoldoende zijn toegerust

Er bestaat een groot scala aan redenen waarom organisaties vinden dat hun werk-nemers onvoldoende geëquipeerd zijn. Meest genoemd is een tekort aan kennis, wat zowel in 2004 als 2006 door twee derde van de organisaties als oorzaak van onvoldoende toerusting wordt aangewezen (zie Figuur 7.2). Het tekort aan kennis is het meest prangend in de sectoren onderwijs (86%) en overige dienstverlening (85%). Deze sectoren kenden tussen 2004 en 2006 bovendien een stijging van het aandeel organisaties dat een tekort aan kennis ziet als oorzaak van de onvoldoende toerusting. Dergelijke kennistekorten duiden op een onvoltooide kenniseconomie, wat voornamelijk in de sector onderwijs zorgwekkend is, omdat deze kennis-overdracht als kerntaak heeft. De onderwijsraad geeft het behoud en versterken van het kennisniveau van leraren als een van de aanbevelingen om kennis in het onderwijs te verstevigen. Vooral het vakinhoudelijke aspect is in de opleiding van leraren een punt van zorg, omdat er vaak gekozen wordt voor leren door middel van cursussen en leren op de werkplek in een school.36 Aandacht voor de vak-inhoud komt hierdoor in het gedrang. Dit kan op de lange termijn voor een gebrek

36 Onderwijsraad (2006), Versteviging van kennis in het onderwijs, Den Haag: Onderwijsraad.

aan vakkennis bij leraren zorgen. Ook de sector zorg en welzijn heeft een relatief hoog percentage organisaties dat een kennistekort signaleert, maar dit aandeel is ten opzichte van 2004 gedaald. In de transportsector, waar het aandeel organisa-ties dat door kennistekort onvoldoende geëquipeerd personeel heeft in 2004 relatief laag was, is het kennis tekort verder gedaald van 59 procent naar 41 procent in 2006.

Figuur 7.2: Percentage van de organisaties met onvoldoende toegerust personeel dat hiervan als oorzaak een tekort aan kennis ziet, naar sector, 2004 en 2006

0

Andere redenen die door organisaties met onvoldoende toegerust personeel worden gegeven voor dit tekort, zijn een gebrek aan brede inzetbaarheid (51%) en een lage leerbereidheid (45%) (zie Tabel 7.2). Het onvermogen om zelfstandig te werken, dat in 2004 nog goed was voor een topdrie klassering van meest

genoemde redenen, wordt door een aanzienlijk lager percentage organisaties genoemd. Was het in 2004 nog voor 51 procent van de organisaties een oorzaak van onvoldoende toegerustheid, in 2006 noemt 41 procent van de betreffende bedrijven en instellingen dit als reden. Een gebrek aan brede inzetbaarheid wordt vooral problematisch gevonden in de bouwnijverheid, bij de overheid en in het middenbedrijf (50 tot 500 werknemers).

Tabel 7.2: Oorzaken van de onvoldoende toegerustheid van personeel naar sector en bedrijfsgrootte, 2006 (in %)

Tekort aan kennis Anders Gebrek aan brede inzetbaarheid Weinig leerbereidheid Tekort communicatieve vaardigheden Onvermogen zelfstandig te werken Te weinig klantgerichtheid Weinig werkervaring

Totale economie 67 53 51 45 44 41 34 20

Industrie en landbouw 58 63 51 47 42 45 17 18

Bouwnijverheid 58 31 61 41 31 20 33 20

Handel, horeca en reparatie 67 49 45 59 47 57 27 16

Transport 41 79 43 31 40 21 25 7

Zakelijke dienstverlening 64 64 49 25 45 29 39 29

Zorg en welzijn 72 48 55 36 51 36 42 23

Overige dienstverlening 85 39 44 44 64 74 50 12

Overheid 60 46 68 35 58 51 54 12

Onderwijs 86 42 58 66 34 39 39 22

5-9 werknemers 63 57 38 40 37 44 28 20

10-19 werknemers 74 46 54 50 40 44 24 18

20-49 werknemers 78 52 41 41 48 31 27 17

50-99 werknemers 54 57 71 54 53 44 54 24

100-499 werknemers 70 49 70 45 55 43 46 19

500 en meer werknemers 61 44 63 40 49 43 43 22

In document Trendrapport vraag naar arbeid 2006 (pagina 138-142)